Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht

* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3681: Awb Wro; bpl, woning
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3711: Awb; nadeelcompensatie, geen gebruik meer mogen maken van oversteekplaats, rijksweg, verkeersveiligheid, landbouwtunnels, vermogensschade, inkomensschade, normaal ondernemersrisico, drempel (Rb Noord-Nederland 20/297)
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3684: Awb, Wro, Wabo; bpl en omgevingsvergunning voor bouwen, uitbreiding supermarkt, cultuurhistorische waarden, verkeer, geluid
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3683: Awb, Wro; bpl, Nieuwe Natuur, m.e.r.-beoordeling
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3701: Awb, Wabo; verzoek om handhaving, maatschappelijke activiteiten bij moskee, geen vergunning, zicht op legalisatie (Rb Zeeland-West-Brabant 21/841)
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3694 en ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3691): Awb, Wnb; vergunning, veehouderij, depositie/referentiesituatie, beweiden, intern salderen met mestemissie en weiden van vee (Rb Overijssel 20/2179 en 20/2180)
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3699, ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3692, ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3687, ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3695, ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3689 en ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3700): Awb, Wnb; vergunning, veehouderij, depositie/referentiesituatie, emissiearme stalsysteem, Rav-code, CBS-rapport, CDM-advies, leaflet, Activiteitenbesluit (Rb Overijssel 20/2176, 20/2206, 20/2208, 20/2209, 20/2210 en 20/2211)
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3698: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen, afwijken bpl en maken in- en uitrit, huisvesting arbeidsmigranten, woon- en leefklimaat (Rb Limburg 21/343 en 21/344)
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3707: Awb; nadeelcompensatie, spoedsluiting avondwinkel na geweldsincident, APV, geen speciale last (Rb Rotterdam 21/4001)
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3696: Awb, Wro; bpl, woningen, stedenbouwkundige inpassing, parkeren, woon- en leefklimaat
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3690: Awb, Wm; overbrenging van teerhoudend asfaltgranulaat naar Nederland, verwerking, EVOA, nuttige toepassing, Kaderrichtlijn Afvalstoffen, LAP3, arresten, Besluit bodemkwaliteit, zelf in de zaak voorzien
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3710: Awb, Wro; bpl, omzetten agrarische bedrijven in wonen, provinciale omgevingsverordening, bouwvlak, buitengebied, drift gewasbeschermingsmiddelen, woon- en leefklimaat, motivering, tussenuitspraak
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3697: Awb, Gmw; handhaving, (spoed)bestuursdwang, in beslagname en bewaring hond na bijtincident, verhaal kosten, burgemeester geen bestuursorgaan en geen belanghebbende, ontvankelijkheid (Rb Noord-Nederland 21/112)
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3685: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor kappen bomen, groenvisie geen structuurvisie, APV, bomenplan
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3708: Awb, Wabo; verzoek om schadecompensatie, uitbouw, garage, overkapping en tuinkas, geen vergunning, strijd met bpl, gedogen (Rb Midden-Nederland 21/442)
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3682: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, winkel, herbouw na brand, huurovereenkomst, overgangsrecht calamiteiten, totaal ander gebouw, woonvisie (Rb Noord-Nederland 20/1372)
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3706: Awb, Gmw; verzoek om handhaving en opleggen gedragsaanwijzing, houtkachel, APV, rook- en geuroverlast, Bouwbesluit (Rb Den Haag 19/8103)
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3703: Awb, Wabo; verzoek om handhaving, verharding/overkapping, geen vergunning (Rb Limburg 20/207)
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3679: Awb, Wabo; verzoek om handhaving, (bedrijfsmatig) houden van paarden (Rb Oost-Brabant 19/1465)
* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3704: Awb, Wm; verzoek maatwerkvoorschrift, aardappelgroothandel, geluid, Activiteitenbesluit, oogstseizoen, avondperiode, overgangsrecht, vertrouwensbeginsel, gevelisolatie, motivering
* ABRvS 3 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3669: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning voor o.a. bouwen en afwijken bpl, herontwikkelen klooster, woningen, notitie/ minimumeis van de woninggrootte, bijzondere omstandigheid, parkeren (Rb Limburg 22/2890 en 23/256)
* ABRvS 3 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3642: Awb, Wro; vovo, bpl, woningen, geen hinderlijke geluidtoename vergunningplicht (Rb Zeeland-West-Brabant 23/2993 en 23/2994
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 3 oktober 2023, ECLI:NL:CBB:2023:566: Awb, Msw; handhaving, boetes, niet op juiste manier bepalen fosfaat- en stikstofgehalte van mestmonsters en niet naar waarheid opmaken Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen, bewijslast Minister (Rb Gelderland 16/5044, 16/5045, 16/5047, 16/5049, 16/5050 en 16/5051)
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 3 oktober 2023, ECLI:NL:CBB:2023:550: Awb, Wet dieren; boetes, slachterij, wijze van doden kuikens, welzijn, Rhd (Rb Rotterdam ROT 19/1958)
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 3 oktober 2023, ECLI:NL:CBB:2023:556: Awb, Msw; handhaving, boetes, overtredingen wijze van registreren mestopslag (Rb Gelderland 19/5561)
* Rechtbank Midden-Nederland 3 oktober 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:5166: Awb, Wabo; omgevingsvergunningen voor afwijkend gebruik, woonwijk, weigering vvgb/ ontheffing provinciale verordening
* Rechtbank Midden-Nederland 3 oktober 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:5167: Awb, Wnb; opdracht voor afschot heckrunderen, noodzakelijksheidscriterium, bescherming van de wilde flora en fauna en van de instandhouding van de natuurlijke habitats
* Parket bij de Hoge Raad 3 oktober 2023, ECLI:NL:PHR:2023:860: Verzoek om cassatie, plaatsen van onbeschermde muskusrattenklemmen om bevers te vangen, Wnb, bestuursorgaan, strafrechtelijke immuniteit waterschap, motivering Hof
* Rechtbank Midden-Nederland 2 oktober 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:5173: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning voor bouwen, afwijken bpl en veranderen inrit, uitbreiding supermarkt, parkeren, verkeersveiligheid
* ABRvS 29 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3632: Awb, Wro, Wabo; vovo, bpl en omgevingsvergunning voor bouwen, loods, kleinschalig bedrijventerrein, Ladder/Bro, provinciale omgevingsvisie, geluid, parkeren
* ABRvS 29 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3631: Awb; vovo, invordering dwangsommen, verwijderen bouwwerken, verjaring, bevoegdheid (Rb Zeeland-West-Brabant 23/426 en 23/428)
* ABRvS 29 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3641: Awb, Wro; vovo, bpl, camperplaatsen, gen onomkeerbare gevolgen
* ABRvS 29 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3640: Awb, Gmw; vovo, handhaving, bestuursdwang, verwijderen woonarken, terras en vlonder, strijd met Havenverordening, belangenafweging (Rb Midden-Nederland 23/2894 en 23/1023)
* ABRvS 28 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3643: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning voor bouwen, plaatsen van cabins ten behoeve van een maatschappelijke zorgvoorziening, stedelijk ontwikkelingsproject (Rb Oost-Brabant 21/1780 en 21/1781)
* Rechtbank Gelderland 28 september 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:5361: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen, winkel, geen strijd met bpl, parkeernormen
* ABRvS 27 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3584: Awb, Wabo; vovo en kortsluiten, omgevingsvergunning voor bouwen, woningen, bergingen, niet alle behorend tot één bouwperceel, strijd met bpl, motivering (Rb Oost-Brabant 22/1366 en 22/1466)
* ABRvS 27 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3604: Awb, Wabo, Gmw; vovo en kortsluiten, handhaving, dwangsom, bouwwerk in overeenstemming brengen met vetgunning, bovenste dakopbouw niet in overeenstemming met bpl (Rb Amsterdam 22/4732)
* ABRvS 27 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3605: Awb, Wabo, Gmw; vovo en kortsluiten, handhaving, dwangsom, verwijderen bouwwerk, afwijking bouwvergunning, geen zicht op legalisering, niet onevenredig (Rb Noord-Holland 23/1223 en 23/3139)
* Rechtbank Rotterdam 27 september 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:8987: BW; tussenvonnis, uitstoot van PFOA (lozingen) in een bepaalde periode onrechtmatig, zorgplicht, doorkruisingsleer, aansprakelijkheid schade, GenX, uitstoot PFOA na 2 maart 1998 in eindvonnis
* Rechtbank Noord-Nederland 26 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3935: Awb, Wm; verzoek om handhaving, windturbinepark, geluid, mogelijk veranderen geluidniveau in de loop der jaren, alleen rekenen niet correct, metingen omgevingsdienst, finale beslechting
* Rechtbank Noord-Nederland 26 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3934: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen, woonunits in gebouw voor arbeidsmigranten, ligging in geluidzone op industrieterrein, geen goede ruimtelijke ordening
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 26 september 2023, ECLI:NL:CBB:2023:553: Awb, Wet dieren; vovo, bestuurlijke maatregel, tijdelijke sluiting van een hondenfokkerij, welzijn dieren, belangenafweging
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 25 september 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6640: Awb, Wabo; handhaving, dakopbouw, afwijking van vergunning, te geringe overtreding
* Rechtbank Amsterdam 25 september 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:5927: Awb, Hvw; tijdelijke verhuur van woning voor vakantieverhuur, verordening, woon- en leefmilieu
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 25 september 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6642: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen, supermarkt, weigering vanwege strijd met bpl niet terecht
* Rechtbank Rotterdam 22 september 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:8749: Awb, Wet dieren; handhaving, boete, slachterij, overtreding
* Rechtbank Rotterdam 22 september 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:8751: Awb, Wgb; handhaving, boete, slachterij, ontsmetting, concentratie in biocide te laag
* Rechtbank Oost-Brabant 21 september 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:4636: Awb, Waterwet; ambtshalve wijzigen vergunning, onttrekking grondwater, belanghebbende, verontreiniging, beheersen kwaliteit grondwater, motivering
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 20 september 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6605: Awb, Gmw; spoedeisende bestuursdwang, sluiting strandpaviljoen, constructieve veiligheid, NEN 8700/CUR 166
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 20 september 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6606: Awb, Wabo; verzoek om handhaving, afwijken bouwvergunning, goot, einduitspraak na eerdere tussenuitspraak
* Rechtbank Gelderland 18 september 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:5183: Awb, Gmw; handhaving, dwangsom, geluidhinder van een jacuzzi, APV, onpartijdigheid opsteller rapport, motivering
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 15 september 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6588: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, staken recreatief nachtverblijf in aanbouw, strijd met bpl, evenredigheid, niet tijdig beslissen, dwangsom
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 15 september 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6591: Awb, Waterschapswet; handhaving, dwangsom, onttrekking water, algeheel onttrekkingsverbod, Keur, bewijslast
* Rechtbank Den Haag 14 september 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:14352, Rechtbank Den Haag 14 september 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:14348, Rechtbank Den Haag 14 september 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:14368, Rechtbank Den Haag 14 september 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:14370, Rechtbank Den Haag 14 september 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:14353, Rechtbank Den Haag 14 september 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:14355 en Rechtbank Den Haag 14 september 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:14350 : Awb, Wro; planschadebesluiten, PIP windpark, voorzienbaarheid, beoordeling geluid, motivering
* Rechtbank Midden-Nederland 14 september 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:4688: Awb, Wabo; niet tijdig bekend maken omgevingsvergunning van rechtswege, strijd met bpl, UOV van toepassing, geen vergunning van rechtswege
* Rechtbank Rotterdam 12 september 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:9192: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning voor bouwen, afwijken bpl en uitvoeren werk, tijdelijke flexwoningen, stedelijk ontwikkelingsplan, m.e.r.-plicht, ten onrechte UOV niet toegepast, ernstig gebrek
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 september 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6548: Awb, Msw; handhaving, boete, niet digitaal opgeven van de siloregistratienummers, horen
* Rechtbank Rotterdam 7 september 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:9108: Awb, Wet dieren; handhaving, boetes, bezoedelde karkassen
* Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 7 augustus 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:6677: Awb, Gmw; handhaving, bestuurlijke boete overlast openbare ruimte, verordening, huisvuil niet correct aanbieden, overtreder
* Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 3 augustus 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:6626: Awb, Gmw; handhaving, bestuurlijke boete overlast openbare ruimte, APV, niet aangelijnde hond, losrukken voor rekening en risico eigenaar

 

# = betrokkenheid STAB

! = (nog) niet gepubliceerd

Bijzondere overwegingen

* ABRvS 4 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3697: Awb, Gmw; handhaving, (spoed)bestuursdwang, in beslagname en bewaring hond na bijtincident, verhaal kosten, burgemeester geen bestuursorgaan en geen belanghebbende, ontvankelijkheid (Rb Noord-Nederland 21/112)
4.2.    Het bij de rechtbank bestreden besluit gaat over de kosten van de toegepaste bestuursdwang. Dat besluit is genomen door het college. De burgemeester was geen partij in het geding bij de rechtbank. De burgemeester kan dan ook niet worden aangemerkt als bestuursorgaan in de zin van artikel 8:104, eerste lid, van de Awb, zodat hij in zoverre aan die bepaling geen beroepsrecht kan ontlenen.

De burgemeester kan evenmin worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de artikelen 8:104, eerste lid, en artikel 1:2, van de Awb. Het belang van het kostenverhaal van de toegepaste bestuursdwang is niet een belang dat aan de burgemeester is toevertrouwd, maar aan het college. De Afdeling heeft in de onder 1 genoemde uitspraak van 19 februari 2020 overwogen dat de spoedeisende bestuursdwang is gebaseerd is op artikel 2:59 van de APV en artikel 3, derde en vierde lid, van het Protocol bijtincidenten honden (hierna: Protocol). Uit artikel 3, derde en vierde lid, van het Protocol volgt dat als de houder van een hond die als gevaarlijke hond in de zin van artikel 2:59 van de APV is aangewezen zich niet aan de daarbij gestelde voorwaarden, zoals een aanlijn- en muilkorfgebod, houdt en de hond vervolgens een nieuw bijtincident veroorzaakt, het college kan besluiten dat de hond in beslag wordt genomen. Deze situatie deed zich hier voor, waarna het college bestuursdwang heeft toegepast. De bevoegdheid tot toepassing van artikel 2.59 van de APV is per 21 juni 2019 van het college overgegaan naar de burgemeester. De bevoegdheid tot toepassing van artikel 3, derde en vierde lid, van het Protocol is echter eerst per 17 januari 2023, dus na afloop van de hogerberoepstermijn en na het nemen van de besluiten over de invordering van de kosten van bestuursdwang, overgegaan van het college naar de burgemeester. De wijzigingen van deze bepalingen hebben geen invloed op de beantwoording van de vraag of de burgemeester hoger beroep kon instellen.

De conclusie is dat voor de burgemeester geen hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak open stond.

* ABRvS 29 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3631: Awb; vovo, invordering dwangsommen, verwijderen bouwwerken, verjaring, bevoegdheid (Rb Zeeland-West-Brabant 23/426 en 23/428)
5.1.    De voorzieningenrechter stelt vast dat uit overweging 11.3 van de uitspraak van de rechtbank van 8 april 2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:6302, kan worden afgeleid dat het college de last heeft opgeschort tot 6 weken nadat op het beroep van [verzoeker] is beslist. Dit is ook door het college bevestigd in het besluit op bezwaar van 30 november 2022, waarin staat dat het college de toenmalige gemachtigde van [verzoeker] telefonisch op de hoogte heeft gesteld dat de begunstigingstermijn conform het toen geldende beleid is opgeschort tot zes weken na de uitspraak van de rechtbank en dat er bij e-mail van 9 april 2018 ook schriftelijk aan deze gemachtigde is medegedeeld dat het college bereid is om de begunstigingstermijn op te schorten.

Gelet hierop eindigde de begunstigingstermijn naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter 6 weken na de uitspraak van de rechtbank van 8 april 2019, te weten op 20 mei 2019. Aangezien de begunstigingstermijn ten tijde van het verzoek van 21 mei 2019 al was verstreken, kon deze niet meer worden verlengd. Dit betekent dat de dwangsommen van rechtswege vanaf 21 mei 2019 zijn gaan verbeuren en tien weken later, op 30 juli 2019, waren volgelopen. Op grond van artikel 5:35 van de Awb, zoals dat destijds luidde, verjaart de bevoegdheid tot invordering van een verbeurde dwangsom door verloop van een jaar na de dag waarop zij is verbeurd. Omdat de verjaring niet is gestuit als bedoeld in artikelen 4:105 en 4:106 van de Awb of is verlengd als bedoeld in artikel 4:111 van de Awb, was de bevoegdheid om in te vorderen naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter ten tijde van het besluit van 22 december 2021 al verjaard, zodat het college niet bevoegd was om dat besluit te nemen.

* ABRvS 27 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3584: Awb, Wabo; vovo en kortsluiten, omgevingsvergunning voor bouwen, woningen, bergingen, niet alle behorend tot één bouwperceel, strijd met bpl, motivering (Rb Oost-Brabant 22/1366 en 22/1466)
3.3.    Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, bijvoorbeeld in de uitspraak van 26 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:254, is bij de vaststelling van de omvang van een bouwperceel de actuele situatie bepalend, waarbij in beginsel wordt uitgegaan van kadastrale percelen.

3.4.    Anders dan de rechtbank is de voorzieningenrechter van de Afdeling van oordeel dat het perceel aan de Iepenlaan en het perceel aan de Zeven Eikenlaan samen niet één bouwperceel vormen als bedoeld in artikel 1.18 van de planregels. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient artikel 1.18 van de planregels zo te worden begrepen dat een bouwperceel een aaneengesloten stuk grond is, waarop op grond van de planregels van het bestemmingsplan “Iepenlaan 4, Veghel” een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. Omdat het perceel aan de Zeven Eikenlaan niet behoort tot het plangebied van het bestemmingsplan “Iepenlaan 4, Veghel” en de planregels van dat bestemmingsplan daarom ook niet van toepassing zijn op dat perceel, staan die planregels niet een bij elkaar behorende bebouwing toe op het perceel aan de Zeven Eikenlaan. Kortom, omdat er een ander bestemmingsplan van toepassing is op het perceel aan de Zeven Eikenlaan, kunnen dat perceel en het perceel aan de Iepenlaan niet samen als één bouwperceel als bedoeld in artikel 1.18 van de planregels worden aangemerkt.

Nu er geen sprake is van één bouwperceel kunnen 14 van de 29 bergingen van het bergingenblok niet worden aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk. Deze bergingen zijn namelijk bedoeld voor de woningen van het appartementencomplex dat Stichting Area beoogt te realiseren op het perceel aan de Zeven Eikenlaan en daarom niet functioneel ondergeschikt aan het hoofdgebouw van het perceel aan de Iepenlaan. Dit betekent dat de omgevingsvergunning van 17 november 2021 in strijd met het bestemmingsplan “Iepenlaan 4, Veghel” is verleend. Dit heeft de rechtbank niet onderkend.

Het betoog slaagt.

* Rechtbank Rotterdam 27 september 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:8987: BW; tussenvonnis, uitstoot van PFOA (lozingen) in een bepaalde periode onrechtmatig, doorkruisingsleer, zorgplicht, aansprakelijkheid schade, GenX, uitstoot PFOA na 2 maart 1998 in eindvonnis
6.7.    De uitstoot van PFOA naar de lucht heeft grotendeels plaatsgevonden vóór de inwerkingtreding van artikel 6:175 BW op 1 februari 1995. Wat betreft de periode tot 1 februari 1995 kan dus alleen artikel 6:162 BW / artikel 1401 BW (oud) (onrechtmatige daad) als grondslag dienen voor de door de Gemeenten primair gestelde aansprakelijkheid (zie 5.1 en het tussenvonnis van 21 september 2022). Om deze reden zal de rechtbank als eerste onderzoeken of de uitstoot van PFOA over de gehele periode een (algemene) onrechtmatige daad oplevert. Indien nodig, zal later beoordeeld worden of er (ook), gedurende een deel van de periode, in strijd met (het bijzondere) artikel 6:175 BW is gehandeld.

Omdat Chemours c.s. bij wijze van verweer aanvoeren dat de verleende vergunningen hen vrijwaren voor alle aanspraken van de Gemeenten, zal de rechtbank dat verweer eerst bespreken. Daarbij geldt als uitgangspunt dat tussen partijen vaststaat dat Du Pont (oud) en nu Chemours steeds beschikten over vergunningen voor hun uitstoot en dat zij zich wat betreft de emissies naar de lucht steeds aan (de voorwaarden van) die vergunningen hebben gehouden.

Vrijwaart de vergunning?

6.8.      De vraag of en in hoeverre een door de overheid verstrekte vergunning invloed heeft op de beoordeling van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad van degene die overeenkomstig de hem verstrekte vergunning handelt, maar daarbij schade of hinder toebrengt aan derden, hangt af van de aard van de vergunning, het belang dat wordt nagestreefd met de regeling waarop de vergunning berust en de (andere) omstandigheden van het geval (Hoge Raad 10 maart 1972, ECLI:NL:HR:1972:AC1311). De vergunninghouder mag er in het algemeen op vertrouwen dat de vergunning overeenkomstig de wet is verleend, dat de overeenkomstig de wet in aanmerking te nemen belangen door de vergunningverlenende instantie volledig en op juiste wijze zijn afgewogen en dat hij gerechtigd is om van die vergunning gebruik te maken.

6.9.     Wel wordt dan verondersteld dat de vergunninghouder met betrekking tot de vergunde activiteit bij de vergunningsaanvraag alle relevante informatie waarover hij beschikt of redelijkerwijs kan beschikken met het bevoegd gezag deelt. Voor Chemours c.s. geldt dit uitgangspunt des te meer, omdat het gaat om stoffen die in de fabriek worden gebruikt bij de vervaardiging van Teflon en Du Pont VS Teflon zelf heeft ontwikkeld. Gelet hierop mag van Du Pont (oud) en Chemours worden verwacht dat zij bij uitstek deskundig zijn wat betreft het productieproces en de daarbij gebruikte of vrijkomende stoffen. De kennisvoorsprong die Du Pont (oud) en Chemours hadden (en hebben), brengt een extra verantwoordelijkheid mee om het bevoegd gezag over alle relevante informatie (in voorkomend geval ook tussentijds) te informeren, zeker wanneer het publiek belang in het geding is.
(……….)
6.17.     Gelet op het voorgaande wordt geoordeeld dat Du Pont (oud) van 1 juli 1984 tot in ieder geval 2 maart 1998 aan het bevoegd gezag onvoldoende informatie heeft verschaft over de negatieve eigenschappen van PFOA. Daarom mocht zij niet aannemen dat de overeenkomstig de wet in aanmerking te nemen belangen door de vergunningverlenende instantie volledig en op juiste wijze waren of zouden worden afgewogen. De Pont (oud) heeft het bevoegd gezag daartoe niet in staat gesteld, hoewel zij dat wel had kunnen (en moeten) doen. Dit betekent dat de in deze periode verleende vergunningen haar niet vrijwaren van aansprakelijkheid. Wat betreft de periode vanaf 2 maart 1998 kan dit nog niet definitief worden vastgesteld (zie ook onder 6.23 en 6.23.1).

* Rechtbank Noord-Nederland 26 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3935: Awb, Wm; verzoek om handhaving, windturbinepark, geluid, mogelijk veranderen geluidniveau in de loop der jaren, alleen rekenen niet correct, metingen omgevingsdienst, finale beslechting
6.3.     De rechtbank overweegt dat het college na ontvangst van het verzoek om handhaving, een controlebezoek heeft uitgevoerd bij derde-partij en bij derde-partij de gegevens heeft opgevraagd over de emissieterm LE over het kalenderjaar 2020. De emissieterm is het jaargemiddelde geluidsvermogen dat door een windturbine wordt uitgestraald per octaafband i per beoordelingsperiode.

In het door derde-partij overgelegde rapport van LBP/SIGHT, is de emissieterm LE voor 2020 berekend op 96 dB(A) in de dag-, avond- en nachtperiode. Aan de hand van die emissieterm LE is de geluidoverdracht naar de woningen in de omgeving berekend. Bij alle in de berekening opgenomen woningen is een geluidniveau lager dan 47 Lden en 41 dB Lnight berekend. Eisers woning is niet in de berekening opgenomen maar omdat bij nabijgelegen woningen ruim voldaan kan worden, heeft het college de conclusie getrokken dat ook bij de woning van eiser kan worden voldaan.

In het rapport heeft LBP/SIGHT gerekend met de geluidsspecificaties voor dit type windturbines afkomstig uit een rapport uit 1997. Het college en derde-partij hebben op de zitting aangegeven niet zeker te weten of het bronvermogen van een windturbine tijdens de levensduur van een windturbine gelijk blijft of wijzigt. Zij gaan ervan uit dat met goed onderhoud, de kans op toename van het bronvermogen klein is. Ten aanzien van het onderhoud gaat het college uit van de verklaringen van derde-partij dat er regulier onderhoud wordt gepleegd. Het college heeft geen informatie aan de rechtbank overgelegd waaruit het onderhoud van de windturbines blijkt.

Het college heeft op de zitting toegelicht dat het uitvoeren van metingen van het brongeluid bij een windturbine vrijwel onmogelijk is omdat metingen moeten plaatsvinden bij bepaalde weersomstandigheden en de andere windturbines uit moeten worden gezet om stoorgeluid te voorkomen.

6.4.      De rechtbank is van oordeel dat het college, gelet op de bevindingen van eiser en de leeftijd van de windturbines, niet heeft kunnen volstaan met het enkele berekenen van geluidwaarden. De rechtbank acht de kans aanwezig dat windturbines na ruim 20 jaar gebruik, een ander geluidsniveau produceren dan in de specificatie van vóór de ingebruikname is opgenomen. Het meten van het brongeluid van een windturbine is wellicht lastig, maar het college had door het uitvoeren van een meting aan de gevel van eiser, een indicatie kunnen krijgen van de juistheid van de door LBP/SIGHT berekende aannames en de door eiser gemeten waarden.

Door in het geheel geen geluidmetingen te verrichten, is het besluit van 25 november 2021 onzorgvuldig voorbereid. Het bestreden besluit is daarom in strijd met artikel 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Deze beroepsgrond van eiser slaagt.

* Rechtbank Oost-Brabant 21 september 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:4636: Awb, Waterwet; ambtshalve wijzigen vergunning, onttrekking grondwater, belanghebbende, verontreiniging, beheersen kwaliteit grondwater, motivering
8.3      De rechtbank stelt voorop dat in deze zaak alleen ter beoordeling staat op welke wijze het college gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om de voorschriften of beperkingen, die zijn verbonden aan de eerder aan vergunninghoudster verleende vergunning voor de onttrekking van grondwater, te wijzigen of aan te vullen.

In artikel 6.22, eerste lid, van de Waterwet is bepaald dat het bevoegd gezag een vergunning en de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen kan wijzigen of aanvullen. In het derde lid, aanhef en onder b, van dit artikel is bepaald dat het bevoegd gezag de vergunning geheel of gedeeltelijk moet intrekken, indien zich omstandigheden of feiten voordoen, waardoor de handeling of handelingen waarvoor de vergunning is verleend niet langer toelaatbaar worden geacht met het oog op de in de artikelen 2.1 en 6.11 bedoelde doelstellingen en belangen.

De rechtbank leidt uit het samenstel van deze bepalingen af dat het bevoegd gezag niet tot intrekking van de vergunning overgaat, als een oplossing langs de weg van het wijzigen of aanvullen van voorschriften of beperkingen mogelijk is. Zie in die zin ook de Nota van toelichting bij – toen nog – artikel 6.15 van de Waterwet. Dit betekent dat het bevoegd gezag, ook als het voornemens is om toepassing te geven aan artikel 6.22, eerste lid, van de Waterwet, moet bezien of er omstandigheden of feiten zijn die maken dat de handeling(en) waarvoor de vergunning is verleend niet langer toelaatbaar kunnen worden geacht. In dit verband acht de rechtbank relevant dat, zoals het college zelf heeft overwogen, in de vergunning uit 1985 staat dat de aanpak van de sanering van de bodem- en grondwaterverontreinigingen, in het kader van de Interimwet bodemsanering aanstaande was, maar ten tijde van het nemen van het bestreden besluit nog steeds geen grondige sanering had plaatsgevonden en het beheersen van de kwaliteit van het grondwater een steeds groter probleem is geworden. De rechtbank is van oordeel dat dit een omstandigheid is die van invloed kan zijn op de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem, waarnaar het college nader onderzoek had moeten doen, temeer omdat, zoals de rechtbank hiervoor al heeft overwogen niet op voorhand kan worden uitgesloten dat, door de beperking van een onttrekking uit een bepaald grondwaterpakket, wijzigingen plaatsvinden in grondwaterstromingen die invloed kunnen hebben op de verspreiding van een aanwezige grondwaterverontreiniging. De omstandigheid dat de aanpak van de grondwaterverontreiniging volgens het college de verantwoordelijkheid van eiseressen is, verandert hieraan niets.

Dit betoog van eiseressen slaagt.

STAB verzorgt de jurisprudentie voor STAB OGR updates

Berthy van den Broek, senior legal consultant bij RoyalHaskoningDHV en geassocieerd medewerker bij het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law van de Universiteit Utrecht, schreef een annotatie bij de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 16 augustus 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:3132). In deze uitspraak over nadeelcompensatie bepaalt de Afdeling dat niet voorzienbaar was dat in een straat bushaltes zouden worden geplaatst. De publicatie over de herinrichting van een andere straat, die 500 meter verderop ligt, acht de Afdeling daarvoor niet voldoende. In de noot wordt stilgestaan bij de jurisprudentie over voorzienbaarheid en meer specifiek, de inhoud van de bekendmaking van en de berichtgeving over beleidsvoornemens. Verder wordt ingegaan op de rol van deskundigen bij de beoordeling van voorzienbaarheid, ook onder het nieuwe nadeelcompensatiestelsel (Omgevingswet en Algemene wet bestuursrecht). In de noot wordt er op gewezen dat bestuursorganen kunnen voorkomen dat schadevergoedingen moeten worden uitgekeerd door de voorzienbaarheid van ontwikkelingen te verbeteren.

Samenvattingen van jurisprudentie op STAB-site

Op de website van STAB wordt recente jurisprudentie ook samengevat.
De volgende uitspraken zijn deze week nieuw geplaatst:

ABRvS 6 september 2023 Bestemmingsplan verbrede reikwijdte, exceptieve toetsing,  conclusie staatsraad A-G, evidentiecriterium, beleidsregels, gevolgen onverbindendheid
ABRvS 19 juli 2023 Omgevingsvergunning, grondgebonden agrarisch bedrijf, intentieverklaringen onvoldoende concreet