Bij het gebruik van een verkeersmodel moeten de invoergegevens inzichtelijk zijn, zodat het onderzoek controleerbaar is.

Casus

De gemeenteraad van Alphen aan den Rijn heeft het plan ‘Parkeren Archeon en ontsluitingsweg Burggooi’ vastgesteld. Het plan voorziet in de verbreding van de bestaande entree van het Archeon, de aanpassing van het parkeerterrein en de aanleg van een verkeersveilige ontsluitingsweg. Appellante woont op een afstand van ongeveer 240 m van het plangebied. Zij vreest voor negatieve gevolgen voor de verkeersveiligheid, geluidbelasting en de parkeerdruk op de weg langs haar woning en is van mening dat het verkeersonderzoek gebreken vertoont en niet controleerbaar is.

Rechtsvraag

Is appellante belanghebbende en heeft de raad voldoende gemotiveerd dat er geen verkeers- en parkeerhinder ontstaat?

Uitspraak

Wie rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit – zoals een bestemmingsplan of een vergunning – toestaat, is in beginsel belanghebbende bij dat besluit. Het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ van de activiteit dient als correctie op dit uitgangspunt. Zonder gevolgen van enige betekenis heeft betrokkene geen persoonlijk belang bij het besluit. Hij onderscheidt zich dan onvoldoende van anderen. Om te bepalen of er gevolgen van enige betekenis voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van betrokkene zijn, wordt acht geslagen op de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (o.a. geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit die het besluit toestaat, waarbij die factoren zo nodig in onderlinge samenhang worden bezien. Ook aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen van belang zijn. Appellante is belanghebbende, omdat zij als gevolg van het nu voorliggende plan feitelijke gevolgen kan ondervinden, zoals een toename van verkeer langs haar woning.

Ter zitting heeft de raad erkend dat de gebruikte invoergegevens niet zijn overgelegd. Appellante betoogt dan ook terecht dat niet kan worden gecontroleerd of de juiste invoergegevens zijn gebruikt en of de door de raad genoemde verkeersintensiteiten juist zijn. De vaststelling van het bestemmingsplan berust op dit punt niet op een deugdelijke motivering.

De raad heeft verklaard bereid te zijn om – indien nodig – passende maatregelen te treffen om hinder als gevolg van het parkeren van bezoekers te voorkomen, zoals het invoeren van bewonersparkeren of een blauwe zone. Gelet op het voorgaande heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat ten gevolge van dit plan geen onaanvaardbare parkeerhinder zal ontstaan. In de omstandigheid dat genoemde maatregelen niet in het bestemmingsplan zijn gewaarborgd, ziet de Afdeling geen grond voor een ander oordeel. Voor dergelijke maatregelen moeten verkeersbesluiten worden genomen. De raad heeft toegezegd dat deze worden genomen indien dat nodig blijkt.

Rechtelijke Instantie : Raad van State
Datum Uitspraak : 07-04-2021
Eclinummer : ECLI:NL:RVS:2021:710
Sybren Koopmans