Weigeren om emissiegrenswaarden voor gO.2 (pentaan) via maatwerkvoorschrift niet van toepassing te verklaren.

Casus

Bij de productie van isolatiepanelen komen pentaandampen vrij. Deze vallen onder stofklasse gO.2. Het productieproces van de panelen vindt plaats in bedrijfshallen. De lucht uit deze bedrijfshallen wordt door middel van puntafzuigingen afgevoerd via het dak. Tussen partijen is niet in geschil dat de emissie van pentaan hoger is dan de grenswaarde voor gO.2 in tabel 2.5 bij artikel 2.5 van het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm).

Verweerder heeft geweigerd om een maatwerkvoorschrift voor de inrichting te stellen, inhoudende dat de emissiegrenswaarden voor gO.2 voor de inrichting niet van toepassing worden verklaard.

Rechtsvraag

Heeft verweerder de nabehandeling door middel van een RTO/naverbrander als beste beschikbare techniek (BBT) kunnen beschouwen?

Uitspraak

Binnen de inrichting moet ten minste de BBT voor de inrichting worden toegepast (artikel 2.7, derde lid, van het Abm). De BBT staat normaliter in BBT-conclusies. Als er geen BBT-conclusies zijn of als hierin niet alle mogelijke milieueffecten worden behandeld, dan stelt verweerder zelf vast wat BBT is (artikel 5.4, tweede lid, van het Besluit omgevingsrecht (Bor)).

Als verweerder zelf BBT gaat vaststellen, dan moet hij rekening houden met een aantal omstandigheden. Een van die omstandigheden is het bestaan van vergelijkbare processen, apparaten of wijzen van bedrijfsvoering die met succes in de praktijk zijn beproefd.

Anders dan verweerder en STAB is de rechtbank van oordeel dat het niet zo is dat er bij eiseres 2 helemaal niets gebeurt om pentaanemissie naar de buitenlucht te voorkomen. Het productieproces vindt plaats in een hal en de daarbij vrijkomende pentaan wordt afgezogen via het dak. Dat, op zichzelf bezien, is in ieder geval meer dan niets: het productieproces had ook buiten kunnen plaatsvinden, waardoor de pentaan direct in de buitenlucht terecht komt.

De rechtbank is van oordeel dat verweerder de nabehandeling door middel van een RTO/naverbrander als een BBT heeft kunnen beschouwen die eiseres 2 in haar bedrijf kan toepassen. Door deze nabehandeling kan de pentaanemissie worden beperkt tot de grenswaarde in tabel 2.5 bij artikel 2.5 van het Abm. Dit wordt door eiseres 2 niet betwist. Eiseres 2 stelt dat in haar geval de inzet van een RTO/naverbrander geen BBT is, omdat het netto effect van deze inzet niets oplevert voor het milieu maar alleen maar leidt tot een toename van CO2-emissies. De rechtbank is echter van oordeel dat eiseres 2 hierbij te kort door de bocht gaat.

Rechtelijke Instantie : Rechtbank Oost-Brabant
Datum Uitspraak : 28-12-2021
Eclinummer : ECLI:NL:RBOBR:2021:6693
Gijs Rurup