Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht
* 27 juli 2022 (ABRvS 202200071/1/R1): Awb, Wbb, Gmw; handhaving, dwangsom, last onder bestuursdwang, invordering, verontreinigde vaatwerk en bouw- en sloopafval na brand, kostenverhaal
* 27 juli 2022 (ABRvS 202107998/1/R1): Awb, Wro; bpl, appartementen/woningen, groenstrook, parkeren/CROW
* 27 juli 2022 (ABRvS 202106635/1/R4): Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor afwijkend gebruik, woning naast paardenhouderij, afstand, woon- en leefklimaat (Rb Midden–Nederland 21/1535)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202106596/1/R4): Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, opslag materialen en parkeerterrein, Ladder (Rb Gelderland 21/3687 en 21/2427)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202106368/1/A2): Awb; verzoek om schadevergoeding, motie raad, geen besluit (Rb Noord–Holland 20/1347)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202106319/1/R4): Awb, Wro; wijzigingsplan, ontvankelijkheid
* 27 juli 2022 (ABRvS 202106151/1/R1): Awb; invordering dwangsom, gebreken aan pand, Ww/Bouwbesluit, geen bijzondere omstandigheid (Rb Amsterdam 20/5749)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202105797/1/R1): Awb, Wro; bpl, woningen, Ladder/Bro, provinciale omgevingsverordening, stikstof/referentiesituatie/verkeer, verder divers
* 27 juli 2022 (ABRvS 202105565/1/R1): Awb, Wro; bpl, hotel, Ladder/Bro, provinciale verordeningen, natuur/onderzoek/referentiesituatie, soortenbescherming
* 27 juli 2022 (ABRvS 202104907/1/R1): Awb; invordering dwangsommen, permanente bewoning recreatiewoning, controles, motivering (Rb Zeeland–West–Brabant 20/8798 en 20/8799)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202104319/1/A2): Awb; verzoek om schadevergoeding, intrekking dwangsommen, mantelzorg/recreatiewoning, strijd met bpl, gewijzigde omstandigheden (Rb Gelderland 20/4329)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202104294/1/R1): Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, verkoop van producten met psychotrope stoffen, planregels (Rb Amsterdam 19/5842)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202103884/1/R1): Awb, Waterwet; vergunning voor lozen afvalwater gronddepot, PFOS, BBT, relativiteit, ABM, waterkwaliteitsdoelstelling (Rb Den Haag 19/4626)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202103636/1/R1): Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, verbouwen kassahuisje rondvaartboten, planregels, welstand (Rb Amsterdam 20/2380)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202103295/1/R2): Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, terugbrengen pand naar oude situatie, geen vergunning, strijd met bpl (Rb Zeeland–West–Brabant 21/766 en 21/767)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202103202/1/R4): Awb, Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen, verbouwen pand voor bewoning, van rechtswege verleend, opdracht tot bekendmaking (Rb Midden–Nederland 20/4061)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202101930/1/R4): Awb, Wro; bpl, buitengebied, recreatieve voorziening, aantal bezoekers/m.e.r., verkeer, verder divers
* 27 juli 2022 (ABRvS 202101841/1/R3): Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, uitbreiding woning/schuur, ondergeschikt gebouw, planregels, bebouwingsbeeld (Rb Noord–Nederland 20/1110 en 20/1198)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202101806/1/R2): Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, staken permanente bewoning recreatiewoning, strijd met bpl, geen bijzondere omstandigheden (Rb Oost–Brabant 20/3105 en 20/2692)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202101501/1/R3): Awb, Wabo, Gmw; niet tijdig nemen besluiten, handhaving/dwangsommen, aarden wal/stalen damwand, schadevergoeding (Rb Noord–Nederland 20/180, 20/181, 20/182, 20/183)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202101446/1/R3): Awb, Wro; bpl, dorpskern, woon- en leefklimaat, geurcontour destructor, schouwwatergangen
* 27 juli 2022 (ABRvS 202100540/1/R3): Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor omzetten bedrijfswoning naar plattelandswoning, belanghebbende, gevolgen voor glastuinbouw (Rb Den Haag 19/6745)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202100186/1/R3 en 202100187/1/R3): Awb, Wro, WGH; bpl/HGW industrielawaai, woon- en leefklimaat, woningen voorheen op gezoneerd terrein, LPG/veiligheidsrisico’s, geur, stof, Activiteitenbesluit
* 27 juli 2022 (ABRvS 202100024/2/R3): Awb, Wro; bpl, herstelbesluit, archeologie
# 27 juli 2022 (ABRvS 202006367/1/R4): Awb, Wro; bpl, buitengebied, permanente bewoning recreatiewoningen, artillerie schietkamp, geluid, beleidsnota, woon- en leefklimaat
* 27 juli 2022 (ABRvS 202005969/1/R3): Awb, Wro; bpl, aanleg van fiets- en voetgangersverbinding, verkeersveiligheid, verkeersonderzoek/-model/MCA
* 27 juli 2022 (ABRvS 202005329/1/R4): Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, mesttransporten, overlast/aantallen (Rb Oost–Brabant 19/3250, 19/3251, 19/3253)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202004926/1/R4): Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen , afwijken bpl, milieu, bioraffinage, belanghebbenden, wijziging aanvraag, m.e.r.-plicht/geïntegreerde chemische installatie/STAB (Rb Limburg 18/1220 en 18/1224)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202003115/1/R2): Awb, Wabo; handhaving, inwoning/toerit kapschuur (Rb Limburg 19/1251)
* 27 juli 2022 (ABRvS 202001586/1/R4): Awb, Wro; bpl, buitengebied, spuitzone, verkeersveiligheid/opslag diermeel/nevenactiviteit, motivering
* 25 juli 2022 (ABRvS 202100544/2/R2): Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning voor slopen, bouwen, aanpassen monument en afwijken bpl, hotel, vormvrije m.e.r.-beoordeling, Ladder/Bro, provinciale verordening, privaatrechtelijke belemmering, woon- en leefklimaat, geluid, laden en lossen, parkeren (Rb Limburg 19/3292)
* 25 juli 2022 (ABRvS 202202633/2/R1): Awb, Wro; vovo, bpl, appartementencomplex, woon- en leefklimaat, grondbeleid, parkeren
* 25 juli 2022 (Rb Overijssel ZWO 21/1200): Awb; invordering dwangsom, kansspelautomaten in poolcafé, strijd met Wok/APV, kelder onderdeel horeca-inrichting
* 25 juli 2022 (Rb Overijssel ZWO 21/1201): Awb; invordering dwangsom, overtreding sluitingstijden poolcafé
* 25 juli 2022 (Rb Overijssel ZWO 21/1210 en ZWO 21/1295): Awb, Wm; maatwerkvoorschrift geluid, metaal- en kabelbedrijf, afzonderlijke inrichtingen, woningen op gezoneerd industrieterrein, geluidsruimte
* 22 juli 2022 (Rb Rotterdam ROT 19/3236): Awb, Wabo; handhaving, afwijking omgevingsvergunning, garage/berging met prieel, wijziging van niet-ingrijpende aard, vergunningsvrij, motivering, zicht op legalisatie
* 22 juli 2022 (Rb Midden-Nederland UTR 22/2459): Awb; niet tijdig beslissen, bijzonder geval, langdurig uitblijven van een groot aantal besluiten, na vele eerdere uitspraken en rechterlijke dwangsommen, niet werkende financiële prikkel, lang onrechtmatig handelen overheidsorgaan, oproepen wethouder, maatwerk en vinger aan de pols
* 22 juli 2022 (Rb Zeeland-West-Brabant BRE 20/6838 WET): Awb, Msw; handhaving, boete, overschrijding gebruiksnormen, motivering
* 22 juli 2022 (Rb Zeeland-West-Brabant BRE 20/6501 WABOA): Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, uitbreiding koelcel/berging en afvoerpijp, brasserie, geluid, geur, motivering
* 21 juli 2022 (ABRvS 202101599/2/R2): Awb, Wro, Wabo; vovo, bpl en omgevingsvergunning voor bouwen, woningen, woon- en leefklimaat, openbaar groen
* 21 juli 2022 (ABRvS 202107922/3/R4): Awb, Wro; vovo, bpl, woningen, te verlenen omgevingsvergunning/Tegelen, belangenafweging
* 21 juli 2022 (ABRvS 202202958/2/R1): Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, uitbreiding supermarkt/bakkerij, Bor/bijbehorend bouwwerk, verkeer en parkeren (Rb Zeeland–West–Brabant 22/1130, 22/905, 22/1131 en 22/928)
* 21 juli 2022 (Rb Overijssel AWB 22/873 en 874): Awb; vovo en kortsluiten, invordering dwangsom, verwijderen chalet, strijd met bpl en geen Wabo-vergunning, eerdere beroepsprocedure
* 20 juli 2022 (Rb Limburg ROE 22/1231): Awb, Wabo, Gmw; vovo, handhaving, dwangsom, verwijderen verblijfsaccommodaties of aanpassen, planregels/bouwvlak, oplossing
* 20 juli 2022 (Rb Zeeland-West-Brabant BRE 21/1644 OPIUMW): Awb, Opiumwet, Gmw; handhaving, dwangsom, hennepkwekerij, evenredigheid
* 19 juli 2022 (Rb Den Haag SGR AWB 21/5637, SGR 21/3437 en SGR 21/4800): Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, woontoren met detailhandel en parkeergarage, Chw, belanghebbende, bpl met verbrede reikwijdte, hoogteaccent, motivering, stikstof/relativiteit, verkeer, parkeren, tussenuitspraak
* 19 juli 2022 (Gerecht in eerste aanleg van Curaçao CUR202202242): BW; kortgeding, raffinaderij, , luchtkwaliteit Curaçao benedenwinds, verwijzing naar normen in ministeriele regeling uit 2020 niet afdoende, onthouden van strijdige handelingen
* 19 juli 2022 (CBb 22/1134 en 22/1082): Awb, Wet dieren; vovo, honden uit buitenland in quarantaine, gevaar voor de insleep en verspreiding van rabiës in Nederland, geen chip/paspoort, niet vergelijkbaar met eerder geval
* 19 juli 2022 (Rb Noord-Holland HAA 21/1886): Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, woning, planregel, afstand bouwvlak tot zijdelingse perceelsgrens, afstand woningen
* 18 juli 2022 (Rb Oost-Brabant SHE 21/970): Awb, Wabo, Nbw; verzoek om handhaving, ammoniakemissie veehouderij, handhavingsbeleid, waarschuwing
* 15 juli 2022 (Rb Zeeland-West-Brabant BRE 21/4093): Awb, Msw; handhaving, boete, gebruiksnorm mest, intrekking derogatievergunning, bevoegdheid rechtbank, hoogte boete disproportioneel
* 15 juli 2022 (Rb Rotterdam ROT 20/6762): Awb, Wet dieren; handhaving, boete, vervoer dier met ernstig open wond
* 15 juli 2022 (Rb Rotterdam ROT 20/6703): Awb, Wet dieren; handhaving, boete, slachthuis, bezoedeld karkas en handelingen daarmee, onduidelijkheid
* 15 juli 2022 (Rb Noord-Nederland LEE 21/2480): Awb, Mbw; mijnbouwschade, gaswinning, bewijsvermoeden, gelijkheidsbeginsel, correcte berekening schades
* 14 juli 2022 (Rb Den Haag SGR 22/2983 en 22/2984): Awb, Wabo, Gmw; vovo en kortsluiten, handhaving, dwangsom, dakopbouw niet cf. vergunning
* 14 juli 2022 (Rb Limburg ROE 22/1421 en ROE 22/1422): Awb, Wabo, Gmw; vovo, handhaving, dwangsom, verwijderen aanhangers van perceel, strijd met bpl,
* 13 juli 2022 (Rb Noord-Nederland LEE 20/1258 en LEE 20/3068 en LEE 21/3041): Awb, Mbw; mijnbouwschade, gaswinning, adviesrapport, schades, herstelkosten
* 13 juli 2022 (Rb Gelderland ARN 22/2898 en 22/2899): Awb, Wabo; vovo en kortsluiten, handhaving, dwangsom, overtreding milieuvergunning, inname afwijkend kabelschroot, bevoegdheid, motivering
* 11 juli 2022 (Rb Oost-Brabant SHE 21/2764): Awb, Wabo; verzoek om intrekking omgevingsvergunning windpark, Nevele-arrest, normen/SMB-richtlijn, vergunning is geen plan of programma, OBM aan de orde
# 8 juli 2022 (Rb Oost-Brabant SHE 21/2308): Awb, Wnb; handhaving, windturbines, dreigende overtreding, vleermuisprotocol
* 8 juli 2022 (Rb Zeeland-West-Brabant BRE 22/3245 OPIUMW VV): Awb, Opiumwet, Gmw; vovo, handhaving, sluiting woning, drugs, evenredigheid
* 7 juli 2022 (Rb Limburg ROE 22/1154 en ROE 22/1155): Awb, Opiumwet, Gmw; vovo en kortsluiten, handhaving, sluiting woning, hennepkwekerij, evenredigheid
* 7 juli 2022 (Rb Gelderland C/05/404532 / KG ZA 22-166): BW; kort geding, burengeschil, plaatsen zonwering op balkon, onrechtmatige hinder
* 6 juli 2022 (Rb Zeeland-West-Brabant BRE 22/2744 GEMWT VV): Awb, Wabo, Gmw; vovo, handhaving, verwijderen obstaclerun, geen vergunning, strijd met bpl, belanghebbende, begunstigingstermijn
* 5 juli 2022 (Rb Zeeland-West-Brabant BRE 22/2698 OPIUMW VV): Awb, Opiumwet, Gmw; vovo, handhaving, sluiting woning, drugs, bevoegdheid, evenredigheid
* 24 juni 2022 (Rb Den Haag SGR 18/8391, 19/5017, 19/7270 en 19/7271): Awb, Wabo, Hvw, Gmw; handhaving, dwangsom, invordering, staken short stay en prostitutie, geen vergunning, strijd met bpl, huisvestingsverordening, motivering, EVRM
* 23 juni 2022 (Rb Zeeland-West-Brabant BRE 22/3125 WABO VV): Awb, Wabo; vovo, niet tijdig beslissen op verzoek omgevingsvergunning bouwen, garage, bouwstop * 9 juni 2022 (Rb Rotterdam ROT 21/769): Awb, Wet dieren; handhaving, boete, verontreinigde varkenskarkassen, werkwijze/motivering
* 3 juni 2022 (Rb Rotterdam 83/166418-21): WSr, WED, Wm; illegale verkoop professioneel vuurwerk, Vuurwerkbesluit
* 20 mei 2022 (Rb Noord-Holland HAA 21/1879): Awb, Wvw 1994; verkeersbesluit, herinrichting weg/breedte fietspaden, CROW, verkeerveiligheid
* 26 april 2022 (Hof Den Haag 200.288.063/01): BW; vordering tot vergoeding van aardbevingschade, gederfde huurinkomsten, ontvankelijkheid
* 16 maart 2022 (Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba AUA202200151): Lar; bestuursdwang, verwijdering van het gebouwde in afwijking van de verleende bouwvergunning, strijd met ROPV en Bwb
* 25 januari 2022 (Rb Limburg ROE 21/3353): Awb, Opiumwet, Gmw; vovo, sluiting lokalen, hennepplanten, noodzaak, motivering
* 3 november 2021 (Rb Midden-Nederland UTR 20/4777): Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen, dakterras, strijd met bpl, bouwovergangsrecht
* 28 oktober 2021 (Rb Midden-Nederland UTR 21/3891 en UTR 21/3892): Awb; vovo en kortsluiten, afgeven van een verklaring van geen bedenkingen door de gemeenteraad, staat geen beroep open, bevoegdheid rechtbank
* 27 oktober 2021 (Rb Midden-Nederland UTR 21/2008): Awb; geen aanvraag Wabo-vergunning, bouwplan niet te verwezenlijken, geen besluit, bevoegdheid rechtbank
* 26 oktober 2021 (Rb Midden-Nederland UTR 20/4489): Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor gewijzigd gebruik, , aansluiten woning op waterleiding en elektriciteitsnet met gestuurde boring, natuur/quickscan/vvgb
* 25 oktober 2021 (Rb Midden-Nederland UTR 20/4172): Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, plaatsen van geluidswal (greenwall) en toegangspoort, planregels
* 27 september 2021 (Rb Midden-Nederland UTR 21/2113 en UTR 21/2117): Awb; verzoek om dwangsommen in te vorderen, bevoegdheid, verjaring
* 23 september 2021 (Rb Midden-Nederland UTR 19/2595, UTR 19/2597, UTR 19/2598, UTR 19/2599, UTR 19/2600, UTR 19/2601, UTR 19/2604, UTR 19/2605, UTR 19/2606 en UTR 19/2608-E): Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor plaatsing digitale reclamevitrines in binnenstad, einduitspraak na eerdere tussenuitspraak
* 31 augustus 2021 (Rb Midden-Nederland UTR 21/3154): Awb; vovo, verzoek om bouwstop, geen besluit, ontvankelijkheid
# = betrokkenheid STAB
! = (nog) niet gepubliceerd
Bijzondere overwegingen
# 27 juli 2022 (ABRvS 202006367/1/R4): Awb, Wro; bpl, buitengebied, permanente bewoning recreatiewoningen, artillerie schietkamp, geluid, beleidsnota, woon- en leefklimaat
3.3. Niet in geschil is dat, indien door de minister een vergunning aangevraagd wordt voor een uitbreiding of wijziging van het ASK, voor de staatssecretaris de beleidsregel 2016 en de daarin opgenomen beoordelingsmaat Bs,dan leidend zijn voor de beoordeling van die aanvraag. Gelet hierop en op het feit dat uit het deskundigenbericht blijkt dat de beleidsregel 2016 een beter beeld geeft van de geluidsbelasting van het ASK dan de beleidsnota 2013 en gebaseerd is op de meest recente milieuhygiënische inzichten, had de raad de beleidsregel 2016 moeten betrekken bij zijn beoordeling. De stelling van de raad dat hij niet beschikte over de voor de nieuwe rekenwijze benodigde gegevens, leidt niet tot een ander oordeel. De raad heeft bij de voorbereiding van dit plan geen contact gezocht met de minister om die gegevens te krijgen. Dat had hij gelet op artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) wel moeten doen. De minister heeft te kennen gegeven dat hij de benodigde gegevens desgevraagd zou hebben verstrekt. Er bestaat geen aanleiding om daaraan te twijfelen. In zoverre is de situatie in deze zaak ook anders dan die in de zaak die heeft geleid tot de hiervoor genoemde uitspraak van 28 augustus 2019. De conclusie is dan ook dat de raad ten onrechte de beleidsregel 2016 niet bij de beoordeling heeft betrokken.
Het betoog slaagt.
* 27 juli 2022 (ABRvS 202004926/1/R4): Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen , afwijken bpl, milieu, bioraffinage, belanghebbenden, wijziging aanvraag, m.e.r.-plicht/geïntegreerde chemische installatie/STAB (Rb Limburg 18/1220 en 18/1224)
5.2. Om een installatie aan te merken als een geïntegreerde chemische installatie als bedoeld in categorie C21.6 moet aan vier cumulatieve vereisten zijn voldaan. Anders dan de rechtbank, is de Afdeling van oordeel dat de vergunde inrichting aan alle vier vereisten voldoet. De Afdeling licht dat hieronder toe, per vereiste en aan de hand van de uiteenzettingen van appellanten, het college en RMS.
……………………………………………………
5.7. De conclusie is dat de door RMS op te richten inrichting moet worden aangemerkt als een geïntegreerde chemische installatie, als bedoeld in categorie 21.6 van onderdeel C van de bijlage bij het Besluit mer. Dat betekent dat voorafgaand aan de aanvraag om omgevingsvergunning een milieueffectrapport had moeten worden gemaakt. Nu geen milieueffectrapport is gemaakt, had het college de aanvraag buiten behandeling moeten laten. Door, ondanks het ontbreken van een milieueffectrapport, een inhoudelijke beslissing te nemen op de aanvraag, heeft het college in strijd gehandeld met artikel 7.28, eerste lid, van de Wet milieubeheer. De rechtbank heeft dit niet onderkend.
Het betoog slaagt.
* 27 juli 2022 (ABRvS 202103884/1/R1): Awb, Waterwet; vergunning voor lozen afvalwater gronddepot, PFOS, BBT, relativiteit, ABM, waterkwaliteitsdoelstelling (Rb Den Haag 19/4626)
7.2. Ingevolge artikel 6.26, eerste lid, aanhef en onder a, van de Waterwet in samenhang met artikel 2.14, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo, moet het college bij de beslissing op de vergunningaanvraag in acht nemen dat BBT moeten worden toegepast.
De Afdeling ziet geen grond voor het oordeel dat het college de lozingsvergunning alleen had mogen verlenen, als het daaraan een voorschrift zou hebben verbonden dat ertoe strekt dat de lozing in het geheel geen PFOS mag bevatten, dus een nul-emissie. Dat een wettelijke lozingsnorm voor het lozen in de poldersloot ontbreekt, leidt niet tot dat oordeel. Uit het door RichPort en andere in dit verband genoemde rapport Milieukwaliteitswaarden voor PFOS van het RIVM kan ook niet worden geconcludeerd dat er een noodzaak is tot het verplichten van een nul-emissie bij lozingen. RichPort en andere hebben verder ook niet geconcretiseerd wat de juridische basis is van de door hen bepleite verplichte nul-emissie.
De Afdeling ziet ook geen grond voor het oordeel dat de toepassing van BBT er in dit geval toe dwingt dat het college voorschriften aan de vergunning verbindt, zodat emissie van PFOS in de poldersloot in het geheel wordt voorkomen. Nog daargelaten of in dit geval een nul-emissie te bereiken is door in de vergunning aanvullende maatregelen voor te schrijven, hoeft niet altijd de meest vergaande techniek te worden toegepast. Uit artikel 1.1, eerste lid, van de Wabo in samenhang met de Waterwet volgt dat onder BBT moeten worden verstaan de meest doeltreffende technieken om emissies te voorkomen of te beperken, die economisch en technisch haalbaar zijn in de bedrijfstak waartoe het betrokken bedrijf behoort. Dat betekent dat bij de toepassing van BBT rekening gehouden mag worden met de kosten en baten van een techniek. Een lozingseis mag met andere woorden worden afgestemd op een kosteneffectieve BBT.
* 25 juli 2022 (Rb Overijssel ZWO 21/1210 en ZWO 21/1295): Awb, Wm; maatwerkvoorschrift geluid, metaal- en kabelbedrijf, afzonderlijke inrichtingen, woningen op gezoneerd industrieterrein, geluidsruimte
6.3.3 Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen, liggen de woningen van eisers op een gezoneerd industrieterrein. Daarom zijn deze woningen niet beschermd tegen geluid. De wetgever heeft er namelijk uitdrukkelijk en consequent voor gekozen om te bepalen dat voor woningen op een gezoneerd industrieterrein geen geluidgrenswaarden gelden. Dergelijke industrieterreinen zijn bedoeld voor het vestigen van zogenoemde grote lawaaimakers en met het oog daarop is in de Wgh een specifieke wettelijke regeling opgenomen voor bescherming van uitsluitend woningen die buiten het industrieterrein liggen. Met het oog op de bijzondere aard van dergelijke industrieterreinen – specifiek bedoeld voor vestiging van bedrijven die een (zeer) hoog geluidniveau op het bedrijfsterrein kunnen meebrengen – heeft de wetgever het in het belang van de bescherming van het milieu niet nodig geacht om woningen op het gezoneerde industrieterrein een specifieke bescherming tegen geluid te geven. In wat eisers hebben aangevoerd ziet de rechtbank geen aanleiding om te oordelen dat de uitkomsten van het geluidsonderzoek van 2019, waarop verweerder het maatwerkvoorschrift heeft gebaseerd, niet juist zijn. In dit geluidsonderzoek is uitgegaan van de informatie over de activiteiten die is aangeleverd bij de melding. Voor zover het recyclebedrijf andere activiteiten verricht dan de activiteiten die bij deze melding zijn aangegeven en daardoor meer geluid wordt geproduceerd dan waarvan in het geluidsonderzoek van 2019 is uitgegaan, kunnen eisers verweerder verzoeken om daartegen handhavend op te treden.
De rechtbank volgt eisers niet in hun betoog dat het recyclebedrijf zijn activiteiten niet (meer) kan uitvoeren overeenkomstig de gegevens die bij de melding zijn aangeleverd en waarvan in het geluidsrapport van 2019 is uitgegaan. Verweerder heeft de omgevingsvergunning van het recyclebedrijf voor het bouwen van een bedrijfspand en het plaatsen van een geluidswand weliswaar ingetrokken, maar de voorzieningenrechter heeft het intrekkingsbesluit in de eerder genoemde uitspraak van 17 maart 2022 geschorst. Daarom moet (in ieder geval voorlopig) worden uitgegaan van deze omgevingsvergunning.
De eisen die in het Bouwbesluit 2012 zijn gesteld over de binnenwaarden hebben betrekking op de bouw van woningen. Deze eisen zijn niet van toepassing bij het opleggen van een maatwerkvoorschrift voor het aspect geluid aan een bedrijf.
Verder geeft wat eisers hebben aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan verweerders standpunt dat het maatwerkvoorschrift hun woningen voor wat betreft het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau meer bescherming biedt dan de normen die zijn neergelegd in artikel 2.17, derde lid, van het Abm. Ook geeft wat eisers hebben aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan verweerders standpunt dat het maximale geluidsniveau ter plaatse van hun woningen – uitgaande van de bij de melding verstrekte gegevens – niet hoger is dan de normen die zijn neergelegd in artikel 2.17, derde lid, van het Abm.
* 22 juli 2022 (Rb Midden-Nederland UTR 22/2459): Awb; niet tijdig beslissen, bijzonder geval, langdurig uitblijven van een groot aantal besluiten, na vele eerdere uitspraken en rechterlijke dwangsommen, niet werkende financiële prikkel, lang onrechtmatig handelen overheidsorgaan, oproepen wethouder, maatwerk en vinger aan de pols
Beroep vanwege niet tijdig beslissen, bijzonder geval in de zin van art. 8:55d lid 3 Awb. Er is sprake van het langdurig uitblijven van een groot aantal besluiten, na vele eerdere uitspraken en rechterlijke dwangsommen. In afwijking van de reguliere behandeling is deze zaak verwezen naar een meervoudige kamer en op zitting behandeld. De verantwoordelijk wethouder is daarbij opgeroepen om verplicht aanwezig te zijn. Door de eerder opgelegde dwangsommen komt een groot bedrag aan gemeenschapsgeld bij een enkele burger terecht, terwijl deze financiële prikkel niet heeft gewerkt. Dit geeft de rechtbank een ongemakkelijk gevoel. Als een overheidsorgaan zo lang onrechtmatig handelt, en als zelfs grote geldbedragen niet helpen om dat onrechtmatige handelen te stoppen, wat helpt dan wel? De rechtbank wil regie houden op het proces en past maatwerk toe bij het bepalen van een nadere beslistermijn en bij het beslissen over nadere dwangsommen.
* 19 juli 2022 (Gerecht in eerste aanleg van Curaçao CUR202202242): BW; kortgeding, raffinaderij, , luchtkwaliteit Curaçao benedenwinds, verwijzing naar normen in ministeriele regeling uit 2020 niet afdoende, onthouden van strijdige handelingen
4.8. Deze door het hof geplaatste kanttekeningen bij de Regeling staan er naar voorlopig oordeel van het gerecht aan in de weg dat de normstelling in de Regeling kan worden aangemerkt als een deugdelijk normenstelsel in de zin van de verklaring voor recht en veroordeling in het bodemvonnis en in de zin van artikel 8 EVRM. In het bijzonder het feit dat de wetgever (regering en parlement) het normenkader niet heeft vastgesteld en het feit dat de normen in de Regeling (dus) op elk moment en zonder raadpleging en inbreng van de Staten door de Minister kunnen worden opgeschort, verlengd, afgezwakt of anderszins gewijzigd, maakt de Regeling vanuit formeelrechtelijk oogpunt gebrekkig. De Regeling is geen waarborg tegen hernieuwd onrechtmatig handelen van het Land zoals in het bodemvonnis vastgesteld, en biedt de benedenwindse bewoners geen adequate bescherming tegen gezondheidsschade en tegen een hernieuwde schending van artikel 8 EVRM.
4.9. Voor de beoordeling in dit kort geding is echter prangender dat de Regeling voor de komende jaren voor zwaveldioxide en fijnstof slechts voorziet in jaargemiddelde grenswaardes. Dag-grenswaardes komen pas in beeld per 1 januari 2025 (SO2) en 1 januari 2035 (PM10). Daarmee zou voor de komende jaren de deur weer worden opengezet voor bovenmatige verontreiniging waarvan in het verleden steevast sprake is geweest en waarvan in het bodemvonnis is vastgesteld dat het Land daarmee jegens de benedenwindse bewoners inbreuk maakte op artikel 8 EVRM en onrechtmatig handelde. Zoals ook uit de in dit geding overgelegde stukken van onder meer de WHO blijkt, zijn dagnormen van belang om gezondheidsschade te voorkomen (‘pollutants apply over different periods of time because there are different health impacts depending on the exposure time’). Jaarnormen bieden geen afdoende bescherming tegen veelvuldige, grove en risicovolle overschrijdingen van internationaal aanvaarde dagnormen, en zeker niet als de jaarnormen zelf al zeer zwak zijn (80 µg/m3 voor zwaveldioxide), en, zoals in het bodemvonnis is geoordeeld ‘al lange tijd op geen enkele wijze hetgeen internationaal maximaal aanvaardbaar wordt geacht’ weerspiegelen.
4.10. Op grond van het voorgaande kan de Regeling naar het voorlopig oordeel van het gerecht op zowel formeelrechtelijke als materieelrechtelijke gronden in redelijkheid niet worden aangemerkt als een deugdelijke normstelling in de zin van artikel 8 EVRM en daarmee als alternatief voor de WHO-normen, een en ander zoals bedoeld in rechtsoverweging 3.36 van het vonnis van het hof en in het dictum van de door het hof bevestigde uitspraak. Als het Land de Regeling als leidend zou blijven beschouwen na ingebruikname van de raffinaderij, zou het Land (voor zover sprake zou zijn van overschrijding van de WHO-normen) naar voorshands oordeel van het gerecht in strijd handelen met de tegen het Land uitgesproken veroordeling om overschrijdingen van luchtkwaliteitsnormen te voorkomen.
* 18 juli 2022 (Rb Oost-Brabant SHE 21/970): Awb, Wabo, Nbw; verzoek om handhaving, ammoniakemissie veehouderij, handhavingsbeleid, waarschuwing
Tussen partijen is in geschil of verweerder in dit geval heeft kunnen volstaan met het geven van een waarschuwing aan derde-partij en om die reden het verzoek om handhaving heeft kunnen afwijzen. De landelijke handhavingsstrategie is niet onrechtmatig. Wel had verweerder aan eiseres duidelijkheid moeten geven over de vraag of verweerder al dan niet tot handhaving zou overgaan. Uit een oogpunt van rechtsbescherming en proceseconomie had het in de rede gelegen de beslistermijn met betrekking tot het handhavingsverzoek te verlengen, waardoor het besluit op het handhavingsverzoek parallel had kunnen lopen met het besluit om al dan niet handhavend op te treden richting derde-partij. Indien het bevoegd gezag, zoals in dit geval, na het geven van een waarschuwing niet overgaat tot handhavend optreden, om welke reden dan ook, kan dit tot gevolg hebben dat de verzoeker tot handhaving zich genoodzaakt voelt om een hernieuwd verzoek tot handhaving in te dienen, waarna opnieuw een hele handhavingsprocedure begint. Dat is in dit geval ook gebeurd en leidt in deze zaak tot een stapeling van handhavingsverzoeken en handhavingstrajecten. Dit is niet efficiënt en is onnodig belastend voor alle partijen
* 11 juli 2022 (Rb Oost-Brabant SHE 21/2764): Awb, Wabo; verzoek om intrekking omgevingsvergunning windpark, Nevele-arrest, normen/SMB-richtlijn, vergunning is geen plan of programma, OBM aan de orde.
8.4. Het voorgaande neemt niet weg dat er bij de verlening van de omgevingsvergunning vanuit is gegaan dat vergunninghoudster zich bij de bouw en het gebruik van het windturbinepark moet houden aan de voor haar rechtstreeks werkende windturbinebepalingen. Vergunninghoudster mag niet in strijd handelen met die bepalingen. Sinds het Nevele-arrest en de Windpark Delfzijluitspraak is het echter de vraag of het windturbinepark door middel van handhaving zou kunnen worden gedwongen om zich te houden aan bepalingen die in strijd zijn met het Unierecht. De windturbinebepalingen moeten ten aanzien van windparken immers buiten toepassing worden gelaten wegens strijd met het Unierecht. Er is een rechtsvacuüm ontstaan met betrekking tot de windturbinenormen voor bestaande windparken.
8.5. Naar het oordeel van de rechtbank verplicht het Unierecht het college er niet toe om dit rechtsvacuüm op te lossen door de omgevingsvergunning in te trekken. Op grond van het beginsel van de loyale samenwerking in artikel 4, derde lid, van het VEU zijn lidstaten verplicht om de onwettige gevolgen van een schending van het Unierecht ongedaan te maken. De lidstaten hebben vrijheid bij de wijze waarop zij deze verplichting invullen. Het college heeft er terecht op gewezen dat het niet bevoegd is om de strijdigheid met het Unierecht op te heffen. Ten tijde van het bestreden besluit was bekend dat het Rijk een plan-MER laat opstellen met het oog op nieuwe, nog op te stellen regels voor windturbineparken. Ook was ten tijde van het bestreden besluit bekend dat er in afwachting van die nieuwe regels een tijdelijke overbruggingsregeling zou komen met tijdelijke milieuregels voor bestaande windturbineparken.17 Daarmee zou het rechtsvacuüm ongedaan worden gemaakt. Het college heeft er ook terecht op gewezen dat het uitgangspunt in het Europese recht is dat de rechtszekerheid van degene die een onherroepelijke vergunning heeft, moet worden beschermd. In de arresten die eiseres noemt zijn uitzonderingen aan de orde waarin toch kan (of moet) worden teruggekomen op een definitief geworden besluit. Die arresten hebben echter betrekking op besluiten die zelf in strijd zijn met het Unierecht. Dat is hier niet aan de orde omdat de omgevingsvergunning zelf niet in strijd is met het Unierecht. Het college is terecht tot de conclusie gekomen dat het Unierecht niet vereist dat de omgevingsvergunning wordt ingetrokken.
11.1. De rechtbank stelt voorop dat het beroep in deze zaak niet gericht is tegen de omgevingsvergunning. Eiseres heeft daar destijds al beroep tegen ingesteld bij de rechtbank en de Afdeling. Met de uitspraak van de Afdeling van 7 augustus 201918 heeft de omgevingsvergunning formele rechtskracht gekregen. Een verzoek tot intrekking kan er niet toe strekken om de rechtmatigheid van de omgevingsvergunning opnieuw ter discussie te stellen. Zoals al eerder is overwogen, is de bevoegdheid van het college tot intrekking van de omgevingsvergunning beperkt tot de in artikel 2.33 van de Wabo genoemde gronden. De rechtbank houdt het er met het college voor dat eiseres een beroep wil doen op de intrekkingsgrond in artikel 2.33, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo. Op grond van deze bepaling trekt het bevoegd gezag de omgevingsvergunning in voor zover de inrichting ontoelaatbaar nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt en toepassing van artikel 2.31 daarvoor redelijkerwijs geen oplossing biedt.
11.2. Deze intrekkingsgrond is hier naar het oordeel van de rechtbank niet van toepassing. De intrekkingsgrond is alleen van toepassing op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste en derde lid, van de Wabo. Dat is een inrichting waarvoor een omgevingsvergunning milieu in de zin van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo nodig is. Dat is een inrichting type C in de zin van het Activiteitenbesluit. Het windturbinepark De Rietvelden is een inrichting type B in de zin van het Activiteitenbesluit. Daarom is voor het windpark geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder e, van de Wabo vereist. Voor het windpark is op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i, van de Wabo een OBM verleend. Daar geldt deze intrekkingsgrond niet voor.