Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht

Vanaf vandaag worden in de overzichten alleen nog uniform de ECLI-nummers vermeld. Ter informatie wordt u erop gewezen dat bij de selectie van uitspraken voor de overzichten vanaf nu sterker de nadruk wordt gelegd op omgevingsrechtelijke uitspraken (binnen het bestuursrecht) en de inhoudelijk relevante uitspraken. Hoewel het overzicht nooit uitputtend bedoeld is geweest en nog steeds vrijwel alle omgevingsrechtelijke uitspraken zal bevatten, kan het dus voorkomen dat u bepaalde uitspraken hierin niet meer terugziet.

* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2454: Awb, Wro; bpl en  beeldkwaliteitsplan, woningen, Chw, woon- en leefklimaat, geluid, verkeersveiligheid
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2441: Awb, Wro, Wabo; bpl en omgevingsvergunning voor bouwen, woningen, behoefte/Bro
*. ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2478: Awb, Wro; bpl, woningen op voormalige schoollocatie
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2476: Awb, Wm; aanwijzing locatie ondergrondse afvalcontainer, woon- en leefklimaat
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2450: Awb, Wro; bpl, uitbreiding trafostation, extra in- en uitrit, landschappelijke inpassing, motivering, geluid, Activiteitenbesluit, zelf in de zaak voorzien
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2472: Awb, Wm; aanwijzing locaties afvalcontainers, woon- en leefklimaat
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2455: Awb, Mbw; vaststellingbesluit, gaswinning, veiligheid/seismisch risico, monitoring, versterkingsprogramma, schade(afhandeling), divers
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2452: Awb, Wro; bpl, woningen, natuurwaarden, landschappelijke- en natuurlijke waarden, waterstructuurplan, ontsluiting
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2474: Awb, Waterwet; projectplan, verbeteren kade/waterkering, waterveiligheid (Rb Midden-Nederland 21/824)
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2447: Awb, Wm; locatie ondergrondse afvalcontainer, woon- en leefklimaat
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2456: Awb, Wro; bpl, woningen, hoogbouw/motivering, groen/bomenbeleidsplan, verkeer, parkeren, tussenuitspraak
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2448: Awb, Wnb; vergunning, bierbrouwerij, stikstof/referentiesituatie, geen toename, cumulatietoets niet nodig, geen vergunning nodig (Rb Oost-Brabant 20/3002)
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2446: Awb, Wbb; verzoek om handhaving, storten vervuilde grond in vijvers, transportbrief, onderzoeken/NEN
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2451: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, tijdelijke mantelzorgwoning, voorschrift verwijderen (Rb Gelderland 20/479)
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2464: Awb, Waterwet; verzoek om handhaving, aanhouden peil volgens peilbesluit (Rb Rotterdam 19/3587)
*. ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2477: Awb, Wbb; vaststelling bodemverontreiniging/geen noodzaak tot spoedige sanering/goedkeuring saneringsplan, toekomstige woningen, relativiteit
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2473: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, tijdelijke schuilhut, strijd met bpl, geen vergunning van rechtswege
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2468: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, verwijderen woonboot, strijd met bpl (Rb Gelderland 20/4788 en 21/1315)
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2466: Awb, Wm; handhaving, dwangsom, acceptatie van afvalstoffen, gebruikelijke benamingen en euralcodes, mogelijke geurhinder bij compostering, bevoegdheid, vovo
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2475: Awb, Wnb; verzoek om handhaving, uitvoering waterproject, Natura 2000-gebied, feitelijke gevolgen, belanghebbenden, Aarhus (Rb Overijssel 21/98 en 21/99)
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2453: Awb, Wro; bpl, woningen op voormalig bedrijventerrein, ontbreken m.e.r.-beoordelingsbesluit
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2437: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor gewijzigd gebruik, opslag van hardhout, strijd met bpl (Rb Den Haag 19/7159)
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2445: Awb, Wro; bpl, woningen, geluid van warmtepompen, Bouwbesluit, einduitspraak na eerdere tussenuitspraak, zelf in de zaak voorzien
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2440: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, woning verbouwen tot studio’s, parkeren, planregel, parkeernorm/voorschrift (Rb Overijssel 19/1605, 19/1673 en 19/1674)
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2469: Awb; preventief verzoek om handhaving, windpark, besluit, bevoegdheid (Rb Noord-Nederland 19/2468)
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2457: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, invordering, staken bewoning bedrijfswoning, glastuinbouw, strijd met bpl, evenredigheid/gezinssituatie
# ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2481: Awb, Wro; bpl, voetbalcomplex, veldbehoefte, provinciale verordening, compensatie bollengrond, spuitzone-onderzoek/gezondheidsrisico’s, windhaag, motivering, parkeren/transferium, stikstof/passende beoordeling
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2439: Awb, Wbb; verzoek om handhaving, verplaatsen grond/PFOS, ophogen zone racecircuit, zorgplicht, onderzoek/grondmonsters, bevoegdheid
# ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2465: Awb, Wro; bpl, horeca met recreatieve voorzieningen, herstelbesluit, motivering, geluid, VNG-brochure, muziekspectrum, geluid speelveld/terrassen
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2480: Awb, Wro; bpl, recreatiepark, woon- en leefklimaat, Natura 200-gebied/stikstof/Wnb/referentieperiode, provinciale omgevingsverordening, stedelijke ontwikkeling/Bro, structuurvisie, parkeren
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2442: Awb, Wnb; verzoek om (preventieve) handhaving, festivals, overtredingen, gevaarsdreiging, geen grond voor dwangsom, maaien, EU-recht (Rb Noord-Nederland 19/245)
* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2449: Awb, Wro; bpl, bedrijventerrein, ontsluiting, motivering
* ABRvS 23 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2426: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning voor aardwarmte-installatie, mijnbouwwerk, verbranden geogas, stikstof, één inrichting met kassen (Rb Overijssel 18/1939 en 21/1005)
* ABRvS 23 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2425: Awb, Wm; vovo, locatie ondergrondse containers, woon- en leefklimaat
* Rechtbank Gelderland 22 augustus 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:4935: Awb, Wabo; vovo, handhaving, bestuursdwang, staken bewoning tent, strijd met bpl, APV
* Rechtbank Noord-Nederland 19 augustus 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:2985: Awb, Wabo; tijdelijke omgevingsvergunning voor afwijken bpl, vvgb, meerdaags muziekfestival, ingrijpende aanpassing aanvraag, ontwerpbesluit en belangrijke stukken niet ter inzage gelegd, woon- en leefklimaat, ecologie
* Rechtbank Noord-Nederland 19 augustus 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:2989: Awb, Gmw; geluidsontheffing, geluidsontheffing meerdaags muziekevenement, beleidsregel geluid, muziekspectrum, APV, Nota Limburg, onduldbare hinder
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 19 augustus 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:4855: Awb, Wabo, Gmw; vovo, handhaving, dwangsom, aanleggen vergunde parkeerplaatsen
* ABRvS 19 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2407: Awb, Wro; vovo, provinciaal inpassingsplan, reconstructie provinciale weg, verkeersveiligheid, cultuurhistorische en landschappelijke waarden
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18 augustus 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:4843: Awb, Wabo; handhaving, aanbouw zonder vergunning, onderdeel hoofdgebouw, vergunningsvrij
* Rechtbank Noord-Holland 18 augustus 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:7343: Awb, Gmw; standplaatsvergunning, APV, verkoop van ijs, strijd met bpl, horeca, verkeersveiligheid
* Rechtbank Noord-Holland 18 augustus 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:7351: Awb, Awb; handhaving, verkoop van ijs, strijd met bpl, motivering
* Rechtbank Noord-Nederland 18 augustus 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:2931: Awb, Wnb; handhaving, dwangsom, invordering, geen vrijstelling herplantplicht, vellen bomen, Boswet
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 17 augustus 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:4779: Awb, Wabo, Gmw; omgevingsvergunning/dwangsom, legaliseren luifel horeca, niet vergunningsvrij/Bor, strijd met bpl, niet van rechtswege vergund
* Rechtbank Noord-Nederland 17 augustus 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:3012: Awb, TwG; mijnbouwschade, gaswinning, IMG, waardedaling, drempelwaarde
* Rechtbank Noord-Nederland 17 augustus 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:3011: Awb, TwG; mijnbouwschade, gaswinning, IMG, waardedaling
* Rechtbank Noord-Nederland 17 augustus 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:2908: Awb, Wvw 1994; vovo, verkeersbesluit, route bouwverkeer, milieugevolgen niet meegenomen
* Rechtbank Gelderland 16 augustus 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:4799: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, bijgebouw met overkapping/woonvoorzieningen, niet vergund, strijd met bpl, motivering
* Rechtbank Den Haag 16 augustus 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:8234: BW kort geding, overheidsaansprakelijkheid, aanwijzing en vrijstelling Wnb, konijn, Rode lijst, niet onmiskenbaar onrechtmatig
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 augustus 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:4750: Awb, Gmw; vovo, handhaving, dwangsom, uitstallen van voorwerpen op de openbare weg, verkeersveiligheid
* Rechtbank Noord-Holland 15 augustus 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:7043: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken van bpl, tijdelijk plaatsen van units voor huisvesting seizoenarbeiders, woon- en leefklimaat, geluid
* Rechtbank Limburg 15 augustus 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:6242: Awb, Wabo, Gmw; vovo, handhaving, dwangsom, verwijderen observatiepost, geen vergunning, strijd met bpl, geen zicht op legalisatie
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 augustus 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:4772; Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor het plaatsen van reclame-uitingen op pand en parkeerterrein, geen strijd met bpl, welstand
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11 augustus 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:4723: Awb, Wabo; handhaving, bijbehorend bouwwerk, Bor, vergunningsvrij, geen strijd met bpl
* Rechtbank Gelderland 10 augustus 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:4648: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen, verdiepen van kelder van opslaggebouw voor biomassa, belanghebbende, andere entiteiten, ontvankelijkheid
* Rechtbank Gelderland 10 augustus 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:4649: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor afwijken bpl, buiten bouwvlak in afwijking bouwvergunning, planregels
* Rechtbank Gelderland 10 augustus 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:4651: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, bouwstop/dwangsom, schuur/bijbehorend bouwwerk/Bor, vergunningsvrij, motivering
* Rechtbank Gelderland 10 augustus 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:4665: Awb, Wnb; verzoek om intrekking vergunning, relativiteit
* Rechtbank Den Haag 9 augustus 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:8000: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en handelingen rijksmonument, verbouwing twee panden, goede ruimtelijke ordening, belang monumentenzorg
* Rechtbank Limburg 5 augustus 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:6045: Awb, Wnb; vovo, weigering ontheffing doden spreeuwen, bessenteelt, belangenafweging, lokvogels
* Rechtbank Noord-Nederland 3 augustus 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:2947: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, recreatieappartementen in bijgebouw, cultuurhistorisch ensemble, plantoelichting/samengevoegde regelingen, erfgoeddeskundige, vertrouwensbeginsel, herstel gebrek
# Rechtbank Midden-Nederland 3 augustus 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:3190: Awb, Wro; planschade, opnieuw inschakeling STAB voor vaststelling schade, tussenuitspraak
* Rechtbank Overijssel 28 juli 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:2225: Awb, Wabo, Gmw; vovo en kortsluiten, handhaving, dwangsom, verlagen stenen erfafscheiding, strijd met bpl, geen vergunning, evenredigheid
* Rechtbank Noord-Holland 28 juli 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:6561: Awb, Erfgoedwet; vovo, aanwijzing voormalig postkantoor als gemeentelijk monument, Erfgoedverordening
* Rechtbank Noord-Holland 15 juli 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:6115: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, opslagloodsen, bedrijfsmatig gebruik, geen goede ruimtelijke ordening
* Rechtbank Noord-Holland 11 juli 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:5961: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor aanleggen, invloed op fysieke leefomgeving en vvgb (Wnb), mountainbikeroute, Natura 2000-gebied, cultuurhistorische en landschapswaarden, ontheffing zandhagedis/dennenorchis, nachtelijke activiteiten
* Rechtbank Noord-Holland 6 juli 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:5949: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, pergola/zeildoek, bevoegdheid, geen overtreding
* Rechtbank Noord-Holland 27 juni 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:6200: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor afwijken bpl en maken uitweg, gewijzigde toegangsweg racecircuit, APV/provinciale wegenverordening/omgevingsverordening, verkeersveiligheid, groot maatschappelijk belang, aantal dagen
* Rechtbank Noord-Holland 7 juni 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:5954: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor verbouwen fastfoodrestaurant, geen toestemming VvE, geen belanghebbende, geen aanvraag
* Rechtbank Noord-Holland 2 juni 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:6111: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, zwembad, strijd met bpl, afstandseis
* Rechtbank Amsterdam 1 juni 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:2953: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, woningen en woontoren, Chw, parkeren, geluid
# Rechtbank Noord-Holland 8 april 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:6627: Awb, Wro; planschade, STAB, taxaties, zelf in de zaak voorzien
* Rechtbank Amsterdam 23 maart 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:2972: Awb, Wabo; handhaving, huishouden, bewoning niet in strijd met bpl

# = betrokkenheid STAB

!  = (nog) niet gepubliceerd

Vanaf vandaag worden in de overzichten alleen nog uniform de ECLI-nummers vermeld. Ter informatie wordt u erop gewezen dat bij de selectie van uitspraken voor de overzichten vanaf nu sterker de nadruk wordt gelegd op omgevingsrechtelijke uitspraken (binnen het bestuursrecht) en de inhoudelijk relevante uitspraken. Hoewel het overzicht nooit uitputtend bedoeld is geweest en nog steeds vrijwel alle omgevingsrechtelijke uitspraken zal bevatten, kan het dus voorkomen dat u bepaalde uitspraken hierin niet meer terugziet.

 

* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2453: Awb, Wro; bpl, woningen op voormalig bedrijventerrein, ontbreken m.e.r.-beoordelingsbesluit
6.5.    In de uitspraken van 26 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3131, overweging 3.5, en 15 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1513, overweging 11.5, heeft de Afdeling een schending van paragraaf 7.6 van de Wet milieubeheer vanwege het ontbreken van een (tijdig genomen) m.e.r.-beoordelingsbesluit gepasseerd met toepassing van artikel 6:22 van de Awb, omdat in die gevallen belanghebbenden daardoor niet waren benadeeld. Benadeling van belanghebbenden was toen niet aan de orde, omdat in die zaken uitsluitend de beroepsgrond naar voren was gebracht dat een (tijdig genomen) m.e.r.-beoordelingsbesluit ontbrak. In die zaken waren geen inhoudelijke beroepsgronden naar voren gebracht tegen de verrichte vormvrije m.e.r.-beoordeling.

In de eerdergenoemde uitspraak van 9 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2298, overweging 8, heeft de Afdeling een schending van paragraaf 7.6 van de Wet milieubeheer vanwege het ontbreken van een (tijdig genomen) m.e.r.-beoordelingsbesluit niet gepasseerd met toepassing van artikel 6:22 van de Awb. De Afdeling heeft daartoe overwogen dat, gelet op de inhoudelijke beroepsgronden die in die zaak waren aangevoerd, niet aannemelijk is dat belanghebbenden door het ontbreken van een m.e.r.-beoordelingsbesluit niet zijn benadeeld.

6.6.    [appellant sub 2] en anderen hebben in dit geval inhoudelijke beroepsgronden naar voren gebracht tegen de verrichte vormvrije m.e.r.-beoordeling. Zo hebben zij betoogd dat ten onrechte geen milieueffectrapport is opgesteld. Volgens hen is er sprake van ernstige bodemverontreiniging en een spoedeisende sanering, waardoor er sprake is van belangrijke ernstige gevolgen voor het milieu. Gelet op deze inhoudelijke beroepsgronden is het aannemelijk dat [appellant sub 2] en anderen door het ontbreken van een tijdig genomen m.e.r.-beoordelingsbesluit zijn benadeeld. De Afdeling ziet daarom in dit geval geen mogelijkheid om het ontbreken van het m.e.r.-beoordelingsbesluit te passeren met toepassing van artikel 6:22 van de Awb.
6.7
Op 27 mei 2021 heeft de raad (naar aanleiding van een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling) een m.e.r.-beoordelingsbesluit genomen. Dit is net als het besluit van 15 december 2020 een expliciet besluit dat geen milieueffectrapport hoeft te worden gemaakt. Ook in dit besluit ontbreekt evenwel een onderbouwing van dat besluit en wordt alleen verwezen naar het eerdere besluit van 26 mei 2020. Het besluit van 26 mei 2020 is echter, zoals hiervoor vermeld, niet in enige vorm kenbaar.

Het voorgaande betekent dat de raad en het college weliswaar op verschillende momenten een m.e.r.-beoordelingsbesluit hebben genomen of beoogd hebben te nemen en daarin al dan niet naar een aanmeldnotitie of een eerder besluit hebben verwezen, maar een inhoudelijk, gemotiveerd en expliciet m.e.r.-beoordelingsbesluit ontbreekt. Daarmee heeft de raad naar het oordeel van de Afdeling onvoldoende inzichtelijk gemaakt in hoeverre een integrale beoordeling van de mogelijke nadelige gevolgen van het project voor het milieu heeft plaatsgevonden en hoe rekening is gehouden met de relevante criteria van bijlage III bij Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten. In de motivering van het m.e.r.-beoordelingsbesluit dient het bevoegd gezag ook te verwijzen naar deze relevante criteria, zo vereist paragraaf 7.6 van de Wet milieubeheer.

Onder deze omstandigheden bestaat geen aanleiding te onderzoeken of de rechtsgevolgen van het besluit waarbij het bestemmingsplan is vastgesteld in stand kunnen worden gelaten.

* ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2457: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, invordering, staken bewoning bedrijfswoning, glastuinbouw, strijd met bpl, evenredigheid/gezinssituatie
7.2.    De Afdeling stelt vast dat [appellant] en zijn gezin, waaronder zijn thuiswonende kinderen, hun hoofdverblijf hebben in de woning aan de [locatie] te Maasland. De opgelegde last onder dwangsom strekt ertoe deze bewoning te beëindigen. Dat maakt dat de belangen van zowel [appellant] als zijn gezin een rol moeten spelen in de afweging die het college gemaakt heeft. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 2 februari 2022, onder 7.10 (ECLI:NL:RVS:2022:285), speelt de aard en het gewicht van de met het besluit te dienen doelen en de aard van de hierbij betrokken belangen en de mate waarin deze belangen door het betrokken besluit worden geraakt een rol in de belangenafweging die het college dient te maken.

De Afdeling volgt het standpunt van [appellant] dat het college het besluit op bezwaar op dit punt onvoldoende heeft gemotiveerd. De Afdeling is onduidelijk welk gewicht het college aan de belangen van [appellant] en in het bijzonder de individuele gezinsleden, waaronder zijn destijds minderjarige kinderen, heeft toegekend en op grond van welke overwegingen het college het algemeen belang bij handhavend optreden zwaarwegender heeft geacht. Zo gaat het besluit op bezwaar niet in op de belangen van [appellant] en zijn gezin bij het behouden van hun woning en hoe die belangen zich volgens het college verhouden tot het belang dat is gelegen bij handhaving van het bestemmingsplan. [appellant] betoogt terecht dat uit het besluit op bezwaar niet blijkt op welke wijze het college de feiten en omstandigheden in kaart heeft gebracht en de belangen van [appellant] heeft betrokken in de besluitvorming. De Afdeling acht hierbij relevant dat het moeten beëindigen van de bewoning van de woning aan de [locatie] verstrekkende gevolgen heeft voor [appellant] en zijn gezin. De Afdeling concludeert dat het college in zoverre in strijd heeft gehandeld met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb. De rechtbank heeft dit niet onderkend.

Het betoog slaagt.

#
ABRvS 24 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2481: Awb, Wro; bpl, voetbalcomplex, veldbehoefte, provinciale verordening, compensatie bollengrond, spuitzone-onderzoek/gezondheidsrisico’s, windhaag, motivering, parkeren/transferium, stikstof/passende beoordeling
13.3.4.         Met betrekking tot de bescherming van de tennisvelden overweegt de Afdeling dat in het rapport van De Omgevingsjurist is vermeld dat om eventuele drift of andere kansen op aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen op de tennisbanen zoveel als mogelijk uit te sluiten, wordt geadviseerd om de al bestaande groene houtwal waar nodig aan te planten of op te vullen met in de winter groenblijvende beplanting.

Uit de voorwaardelijke verplichting neergelegd in artikel 3.3.2, onder a, van de planregels en de verbeelding volgt dat op grond van het voorliggende plan alleen aan de oostzijde van het tenniscomplex de aanleg van een haag met een beoogde driftreductie van 75% is verzekerd. Aan de overige zijden van het tenniscomplex is geen driftreducerende haag voorgeschreven. Voor zover in het rapport van De Omgevingsjurist is vermeld dat de dominante windrichting uit het noorden of noordoosten komt, en de raad op grond daarvan geen beschermde hagen nodig heeft geacht aan de andere zijden, overweegt de Afdeling dat niet is uitgesloten dat ook in periodes van het jaar waarin bestrijdingsmiddelen worden gespoten, de wind uit andere richtingen dan noord(oost) komt. De raad heeft niet inzichtelijk gemaakt waarom desondanks aan de andere zijden van het tenniscomplex geen bescherming tegen de drift van die bestrijdingsmiddelen nodig is. Voorts voorziet het geldende bestemmingsplan voor het tenniscomplex niet in een instandhoudingsplicht voor de nu aanwezige houtopstanden. Het vellen van bomen en dergelijke is in dit geval ook niet aan een omgevingsvergunningsplicht gebonden.

Over de bouwmogelijkheden op het tenniscomplex overweegt de Afdeling dat artikel 17.2.1, onder b, van de betreffende planregels in samenhang met de verbeelding het mogelijk maakt gebouwen tot een hoogte van zeven meter op te richten tot aan de perceelsgrens. Uit de planregels volgt, anders dan de raad meent, niet dat de hoogte van (overkapte) tribunes is beperkt tot drie meter. Het is derhalve niet zeker of de 2,5 meter hoge haag aan de oostzijde van het tenniscomplex afdoende bescherming zal bieden aan gebruikers van de eventuele tribunes langs het tenniscomplex tegen de blootstelling aan drift.

Het voorgaande leidt de Afdeling tot de conclusie dat de raad onvoldoende heeft gemotiveerd dat de gebruikers van de tennisvelden voldoende zijn beschermd tegen de gevolgen van drift van gewasbeschermingsmiddelen en dat dientengevolge geen onaanvaardbare beperkingen voor de bollentelers zullen optreden.

13.3.5.         Met betrekking tot de bescherming van de bezoekers van de voetbalvelden overweegt de Afdeling dat in het rapport van SPA ook aan de zuidwestzijde van het nieuwe voetbalcomplex een driftwerende haag is aangegeven. De gronden direct grenzend aan die kant van het voetbalcomplex hebben in het plan de bestemming “Natuur” gekregen, zijn vier tot zes meter breed en zijn niet voorzien van een functieaanduiding voor een windhaag. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat de gronden naast die strook grond waarop bollen geteeld kunnen worden hier niet direct grenzen aan gronden met de bestemming “Sport”. De raad wijst er op dat daartussen een stuk grond met een woonbestemming ligt. Er is daarom geen driftwerende haag nodig geacht, aldus de raad. Het voorgaande neemt naar het oordeel van de Afdeling niet weg dat op korte afstand ten zuidwesten van het nieuwe voetbalcomplex bollenteeltgronden liggen waar gewasbeschermingsmiddelen kunnen worden toegepast zonder dat er sprake is van enige driftreductie in noordoostelijke richting. De gronden met de bestemming “Sport” mogen op deze locatie dus ook zonder de aanwezigheid van een driftwerende voorziening in gebruik worden genomen. De raad heeft niet overtuigend gemotiveerd waarom dit deel van het sportcomplex afdoende is beschermd tegen de blootstelling aan drift.

Met betrekking tot de toegestane bouwhoogten op het voetbalcomplex overweegt de Afdeling dat alleen in het aangegeven bouwvlak gebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd. Daar waar het bouwvlak op een afstand van minder dan 50 meter van bollengronden ligt, zijn op de verbeelding de functieaanduidingen “specifieke vorm van sport – clubgebouw” en “specifieke vorm van sport – tribune uitgesloten” opgenomen. Het bestemmingsplan voorziet dus niet in rechtstreekse bouwmogelijkheden waardoor personen zich in gebouwen of onder overkappingen kunnen bevinden waarbij zij eventueel gezondheidsrisico’s lopen vanwege het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op de bollengronden. Buiten het bouwvlak mogen echter gelet op de artikelen 6.2.2, onder c en d, van de planregels, overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, tot een hoogte van drie meter en een oppervlakte van maximaal 15 m2 worden gebouwd. Door deze bouwmogelijkheid is het mogelijk om een kleine onoverdekte (sta)tribune te bouwen op een afstand van minder dan 50 meter van de bollengronden. In het deskundigenbericht is vermeld dat daardoor personen op die tribune niet beschermd worden door de driftwerende hagen. Het bestreden besluit geeft er geen blijk van dat de raad zich hiervan rekenschap heeft gegeven. Evenmin geeft het bestreden besluit er blijk van dat de raad zich rekenschap heeft gegeven van de mogelijkheid die de artikelen 6.3.1 en 19 en 20 van de planregels biedt om hogere tribunes te bouwen. De betogen slagen.

Conclusie gevolgen voor de gezondheid

13.4.  Het voorgaande leidt de Afdeling tot de slotsom dat de raad het plan voor zover het de gevolgen van de verspreiding van drift betreft, onvoldoende zorgvuldig heeft voorbereid en onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de gevolgen van de drift aanvaardbaar kunnen worden geacht.

*
Rechtbank Noord-Nederland 19 augustus 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:2985: Awb, Wabo; tijdelijke omgevingsvergunning voor afwijken bpl, vvgb, meerdaags muziekfestival, ingrijpende aanpassing aanvraag, ontwerpbesluit en belangrijke stukken niet ter inzage gelegd, woon- en leefklimaat
4.1.    De rechtbank stelt vast dat verweerder met een beroep op artikel 8:51a en 6:19 Awb aan de rechtbank een herstelbesluit heeft doen toekomen waarbij de bestreden omgevingsvergunning is gewijzigd en aangepast aan een eveneens gewijzigde geluidsontheffing die door verweerder is vastgesteld. De rechtbank constateert dat er door de rechtbank geen toepassing is gegeven en in deze uitspraak ook niet zal worden geven aan artikel 8:51a Awb (de bestuurlijke lus). Hieruit volgt dat verweerder niet door de rechtbank in de gelegenheid is gesteld om een herstelbesluit te nemen.

De rechtbank constateert voorts dat uit artikel 6:19 Awb voortvloeit dat een dergelijk besluit in beginsel van rechtswege onderdeel uitmaakt van het onderhavige beroep. De rechtbank constateert echter ook dat de betrokken herstelbesluiten zijn ingediend ná de sluiting van het onderzoek zodat de rechtbank deze besluiten op grond van artikel 8:69 Awb niet in de beoordeling van het beroep kan betrekken.

4.2.    De rechtbank is op grond van artikel 8:68 Awb bevoegd om het onderzoek te heropenen indien hij van oordeel is dat onderzoek niet volledig is geweest. De rechtbank heeft van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt omdat naar het oordeel van de rechtbank de beginselen van een goede procesorde in deze bijzondere situatie daaraan in de weg staan. De rechtbank neemt daarbij in overweging dat verweerder, gezien de zeer lange besluitvormingsperiode, ruim de gelegenheid heeft gehad om een goed besluit te nemen. Voorts zou heropening van het onderzoek met zich mee brengen dat er naar het oordeel van de rechtbank niet meer tijdig op de beroepen van eiseres en eiser zal kunnen worden besloten zonder dat daarbij de mogelijkheden van eiseres en eiser om hun gronden tegen de nieuwe besluiten nader te onderbouwen en ter zitting te bespreken, ernstig worden ingeperkt. Tot slot merkt de rechtbank op dat ook voor de rechtbank de mogelijkheden om tijdig de herstelbesluiten te beoordelen te beperkt is. De rechtbank zal daarom het onderzoek niet heropenen en de herstelbesluiten en de reacties van eiseres en eiser daarom niet in de beoordeling van dit beroep betrekken.

* Rechtbank Noord-Nederland 19 augustus 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:2989: Awb, Gmw; geluidsontheffing, geluidsontheffing meerdaags muziekevenement, beleidsregel geluid, muziekspectrum, APV, Nota Limburg, onduldbare hinder
5.1.    De rechtbank stelt voorts vast dat de geluidsontheffing is verleend door B&W Leeuwarden op grondslag van de APV Leeuwarden. In de APV regelt de gemeente Leeuwarden onder andere zaken op het gebied van openbare orde en veiligheid in de breedste zin van het woord. In dit geval woont eiser niet binnen het grondgebied van de gemeente Leeuwarden. De rechtbank ziet echter geen grondslag voor de conclusie dat eiser geen beroep op deze geluidsontheffing zou mogen doen, enkel vanwege het feit dat hij buiten de gemeente Leeuwarden woont. Niet in geschil is dat ter plaatse van de woning van eiser geluid van het festival wordt waargenomen.

5.2.    Ook de stelling dat eiser buiten de kring van personen bevindt die naar objectieve maatstaven zouden kunnen lijden onder onduldbare hinder, zoals door verweerder is betoogd, wil niet zeggen dat eiser niet in zijn belangen wordt beschermd. De rechtbank merkt daarbij op dat de geluidsgrenzen die door verweerder voor dit festival worden getrokken, liggen op de grens van wat als onduldbare hinder wordt aanvaard, zoals bijvoorbeeld in de Nota Limburg is neergelegd. Derhalve zijn deze geluidsgrenzen ook van invloed op de mate van hinder die eiser ondervindt. Daarbij merkt de rechtbank op dat de bevoegdheid van artikel 4:6 APV niet slechts is gegeven om onduldbare hinder te voorkomen, maar in zijn algemeenheid een bevoegdheid betreft om ontheffing te verlenen op het verbod op het ten gehore brengen van versterkte muziek.

6.3.    De rechtbank constateert dat verweerder bij de voorgeschreven normering enkel is uitgegaan van geluidsniveaus zoals deze worden veroorzaakt binnen het house-spectrum. In eerdere procedures, zoals blijkt uit de uitspraken van de rechtbank van 17 juli 2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:3198, en de (AbRS) van 19 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1038, is echter vastgesteld dat voor een worst-case benadering in de normering bij het onderhavige festival uitgegaan moet worden van het ultra-bass spectrum. Ter zitting is met verweerder vastgesteld dat in het rapport van DGMR niet wordt geadviseerd om enkel te normeren op het house-spectrum. Verweerder heeft weliswaar ook aangegeven dat spectrumonafhankelijk wordt genormeerd. Deze stelling wordt echter niet ondersteund door de rapportage van de onafhankelijke deskundige. De enkele stelling van verweerder zelf heeft onvoldoende bewijskracht om daarmee het bestreden besluit te kunnen dragen. Derhalve staat niet vast dat de toegestane geluidsniveaus niet tot onduldbare hinder zullen leiden.

* Rechtbank Noord-Holland 18 augustus 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:7343: Awb, Gmw; standplaatsvergunning, APV, verkoop van ijs, strijd met bpl, horeca, verkeersveiligheid
6.5    De rechtbank overweegt dat de bedrijfsvoering van derde-partij moet worden gekwalificeerd als een horecabedrijf als bedoeld in artikel 1.68 van de planregels. Onder een horecabedrijf moet, voor zover van belang, worden verstaan een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt. Niet in geschil is dat derde-partij bedrijfsmatig etenswaren verstrekt. Derde-partij heeft toegelicht dat zij bij de gemeente een aantal boomstronken mocht uitkiezen, die de gemeente vervolgens aan de overkant van het fietspad heeft neergelegd. Derde-partij legt kleedjes op de boomstammen, zodat haar klanten daar kunnen zitten en andere voorbijgangers daar niet uitgebreid gaan picknicken. In de winter neemt derde-partij een aantal van de boomstammen mee naar huis, zodat deze langer meegaan. Het gaat om 9 boomstammen en per boomstam zijn er 4 zitplaatsen. Derde-partij heeft, gelet op deze toelichting, 36 zitplaatsen gecreëerd ten behoeve van haar onderneming. Gelet op het aantal zitplaatsen en de locatie daarvan, is niet aannemelijk dat deze zijn gecreëerd om tijdens het wachten op de bestelling plaats te nemen. Derde-partij heeft ook niet weersproken dat zij door deze zitplaatsen klanten de gelegenheid biedt om het ijs ter plaatse te nuttigen. De stelling van verweerder dat alleen sprake is van een horecabedrijf als vanuit een gebouw eten of drinken wordt verstrekt volgt de rechtbank niet, omdat deze uitleg niet volgt uit artikel 1.68 van de planregels. Nu derde-partij bedrijfsmatig ijs verkoopt en zij haar klanten de gelegenheid biedt om het ter plaatse te nuttigen, is er sprake van een horecabedrijf. Gelet op de op de verbeelding aangegeven bestemming en de daarbij behorende planregels is het gebruik van de locatie ten behoeve van een horecabedrijf niet toegestaan. De bedrijfsvoering van derde-partij op de locatie is daarom in strijd met het bestemmingsplan.

Dit betekent dat de weigeringsgrond genoemd in artikel 5:18, tweede lid, aanhef en onder a, van de APV zich in dit geval voor doet. Verweerder zal daarom moeten motiveren of, en zo ja, waarom hij ondanks een met het bestemmingsplan strijdige situatie toch bereid is de gevraagde standplaatsvergunning te verlenen. De enkele stelling van verweerder dat geen sprake is van een absolute weigeringsgrond is hiervoor onvoldoende.