Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht

* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3598: Awb, Wro; bpl, woningen, ontsluiting, verkeer, toename verkeersbewegingen, beoordeling gevolgen, voorbereiding, motivering, gronden overgedragen, nieuw plan in ontwikkeling
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3602: Awb, Wro; tegemoetkoming in planschade, autobedrijf, bpl, indirecte schade, vermindering hoeveelheid verkeer, omzetverlies/inkomensschade, rechtstreeks belang/afgeleid belang, peildatum/inkomensschade, geruisloos inbrengen, staking ondernemen/rechtstreeks gevolg bpl, inschakelen STAB, hoger schadebedrag/aftrek NMR (Rb Oost-Brabant 20/675)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3591: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, terras, filterinstallatie, horecabeleid, afwijken/beleidsregel, procesbelang, belanghebbende, woon- en leefklimaat, geluid/Activiteitenbesluit en VNG-brochure, toetspunt, parkeerdruk, (ontbreken) voorschriften filterinstallatie/advies bezwaarschriftencommissie (Rb Zeeland-West-Brabant 19/4862 en 19/4866)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3593: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, afwijken bpl en wijzigen rijksmonument, pakhuis/appartementen, soortenbescherming, vleermuizen, kozijnen in gevel/effecten beschermde soorten, deskundige waarnemers, batdetector, observeren juiste pand, dakrand/verblijfplaatsen einduitspraak na tussenuitspraak (Rb Noord-Nederland 20/839)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3596: Awb, Wabo; omgevingsvergunningen, plaatsen aluminium kozijnen/bijgebouw, tijdelijke bewoning bijgebouw, welstand, grondslag aanvraag verlaten, bevoegdheid, tijdelijkheid, overlast (Rb Limburg 19/2144, 19/2166, 19/3186 en 19/3190)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3600: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, aanbouw, bouwperceelsgrens/metingen Kadaster, vergunningvrij, concreet zicht op legalisering, overstek/aanbouw (Rb Zeeland-West-Brabant 20/7031)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3594: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, kamerbewoning, beheersverordening, volledige heroverweging, (toepasselijke) beleidsregels (Rb Zeeland-West-Brabant 20/4881)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3589: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, dakopbouw/overkapping, uitbouw, hoogte overkapping, definitieve geschilbeslechting, onbesproken beroepsgronden, incidenteel hoger beroep/ondersteuning principaal hoger beroep (Rb Den Haag 19/3107)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3616: Awb, Wro; bpl, woning, melkveehouderij, belemmering bedrijfsvoering, Wgv/bebouwde kom, belangenverstrengeling/structurele betrokkenheid, provinciale verordening, aantasting openheid/gewijzigde planologische inzichten
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3592: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, supermarkt, concurrentiebelang, vvgb, exceptieve toetsing/aanwijzingsbesluit, gemeentelijk beleid (Rb Noord-Nederland 19/1984, 19/1986 en 19/1994)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3590: Awb, Wro; bpl, herstellen omissie, planfiguur/verzamelplan, laden en lossen, inrit/verkeersanalyse
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3621: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, gebruik loods, bevoegdheid handhavend optreden, uitleg bpl/betekenis plantoelichting (Rb Noord-Nederland 20/3149)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3624: Awb, Wro; bpl, twee supermarkten, verschillende plannen, planregeling, planschade/financiële overwegingen, motivering wijziging standpunt, kwalitatieve behoefte, lagere vloerproductiviteit
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3607: Awb, Wabo, Gmw; afwijzing handhavingsverzoek, hekwerk, basisschool, vergunningvrij bouwen/openbaar toegankelijk gebied, wijze van meten, afzien handhavend optreden/bijzondere omstandigheden (Rb Gelderland 20/74)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3605: weigering verkeersbesluit, vrachtverkeerverbod, regionale functie weg, gemeentelijk beleid, verkeersveiligheid/verkeersongevallen, reconstructie (Rb Limburg 20/1779)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3595: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, viskwekerij, dempen sloot, aarden wal/gelijkheidsbeginsel, verschillende herstelsancties, gegraven vijvers, begunstigingstermijn, invordering, verbeuren dwangsommen, verjaring (Rb Overijssel 20/1981)
# ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3619: Awb, Wro, Waterwet; bpl, projectplan, nieuwbouw, woonbestemming, alternatieven, piping, beheerstrook, gevolgen waterhuishouding, ecologisch onderzoek/vleermuizen en uilensoorten, gedoogplicht/onteigening, vertegenwoordiging/machtiging, intrekking beroep
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3597: Awb, Wabo; aanvraag omgevingsvergunning, bouwen twee bijgebouwen, buiten behandeling stellen, Mor/gemeentelijke bouwverordening, onderzoek bodemgesteldheid, verouderde gegevens, gelijkheidsbeginsel, weigering omgevingsvergunning, uitleg bpl/gezamenlijk oppervlak bijgebouwen (Rb Overijssel 20/1987 en 21/151)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3618: Awb, Wm; aanwijzing locatie ORAC, geschiktheid, afstand, verlies parkeerplaatsen, aantasting uitzicht, aantasting boom, wortelsysteem, alternatieven, stelling parkeerdruk/(onderzoeks)gegevens, tussenuitspraak
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3613: Awb, Wro; bpl, varkenshouderij/ruimte voor ruimte woningen, plattelandswoning/burgerwoning, beperking uitbreidingsmogelijkheden/grondwerkbedrijf, vertrouwensbeginsel, provinciale verordening, verzekering landschappelijke inrichting, NNB, beschermde diersoorten, onderzoeksmethode, tussenuitspraak
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3601: Awb, Wbb; melding, sanering, niet in behandeling/gegevens onvolledig, historische verontreiniging, xyleen, vertraging verspreiding verontreiniging/kleilaag, vertrouwensbeginsel, inhoud e-mail/weerspreken inhoud
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3599: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning afwijken bpl, perenboomgaard, vvgb, bespuiten boomgaard/gezondheid, herhaling beroepsgronden rechtbank, geen aanleiding inschakelen STAB (Rb Zeeland-West-Brabant 20/6377)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3627: Awb, Wro; herziening bpl, multifunctionele nucleaire reactor, aanleg koelwatersysteem, tijdelijk bouwterrein, uitbreiding bedrijventerrein, omgevingsvergunning zonnepark, wijzigingsvoorstel niet verwerkt in elektronische plan/rechtszekerheid, partiele herziening/moederplan, maatvoeringsaanduidingen, rechtszekerheid tussenuitspraak
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3628: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, strijd bpl, recreatiewoning, uitleg planregels/bijgebouw, begrip perceel/plantoelichting, overgangsrecht, evenredigheid handhaving, strekking last/herstel situatie (Rb Gelderland 21/4466 en 21/4467)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3608: Awb, Wm, Woningwet; weigering handhaving, fontein, Bouwbesluit, geluidnormen Activiteitenbesluit milieubeheer, invulling beoordelingsruimte geluidsmeting/Handreiking meten en rekenen industrielawaai (Rb Noord-Holland 21/1888)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3623: Awb, Wabo, Gmw; afwijzing verzoek handhaving, strijd bpl, houden van dieren en het opslaan, gescheiden houden of verwerken van mest, bouwvergunning/latere vernietiging wijzigingsplan, vergunning/inwerkingtreding nieuw bpl, afwijking bpl/milieuactiviteit, beheersverordening/onverbindend (Rb Gelderland 20/6374)
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3614: Awb, Wro; bpl, woonzorgvoorziening, buurtgezondheidscentrum, vertrouwensbeginsel, inspraak, gemeentelijk beleid, woon- en leefklimaat, draagkracht, alternatieven, verkeer en parkeren, geluid, schaduwwerking, externe veiligheid/groepsrisico, luchtkwaliteit, Besluit gevoelige bestemmingen, evenredigheidsbeginsel, belanghebbende/gebruikers broedplaats/keuze moederplan
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3612: Awb, Wro; bpl, gedetailleerdheid plan, woningbouw, ladder voor duurzame verstedelijking, behoefte woningen/aanbod, actuele en concrete gegevens, herbegrenzingsbesluit buiten toepassing laten/ontbreken motivering, provinciale verordening, beschermde diersoorten, onderzoeksmethode, grondwaterbeschermingsgebied, stikstofonderzoek, bouw- en gebruiksfase
* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3532: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning plaatsen parasols, drijvend terras, spoedeisend belang, op en dicht klappen/bezwaarlijk en bewerkelijk, onomkeerbare situatie (Rb Zeeland-West-Brabant 22/607, 22/608, 22/609, 22/610 en 22/611)
* ABRvS 6 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3568: Awb, Wabo, Gmw; vovo en kortsluiten, handhaving, dwangsom, erfafscheiding, voorgevelgebied, strijd bpl, overgangsrecht (Rb Den Haag 20/5644)
* Conclusie advocaat-generaal P.J. Wattel 6 december 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:2623; rechtens onaantastbaar geworden boetebesluiten, formele rechtskracht, evident onredelijk, criminal charge, sanctiebesluiten, artikel 4:6 Awb
* Rechtbank Midden-Nederland 6 december 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:5140: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, appartementen/kantoorruimte, relativiteitsvereiste, vvgb, stedenbouwkundig plan, beeldkwaliteitsplan, belangenafweging
* Rechtbank Midden-Nederland 6 december 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:5094: Awb, Wabo; omgevingsvergunning wijzigen rijksmonument, buitenschilderwerk, antraciet (Ral 7016), advies monumentencommissie, redengevende omschrijving, historische foto’s, lichte/witte kleur, willekeur, handhavend optreden
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 6 december 2022, ECLI:NL:CBB:2022:788: Awb, Msw; verzoek herziening bestuurlijke boete, nieuw gebleken feit, veranderde omstandigheid, toepassing marges, EVRM/eerlijk proces, evident onredelijk, rechtszekerheid, formele rechtskracht (Rb Midden-Nederland 20/1188)
* Rechtbank Gelderland 5 december 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:6746: Awb, Wabo, Gmw; vovo, handhaving, dwangsom, huisvesting/caravans, overtreding, concreet zicht op legalisatie, bijzondere omstandigheden, vertrouwensbeginsel, begunstigingstermijn
* ABRvS 5 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3536: Awb, Wro; vovo, bpl, onbemand tankstation, verkoop motorbrandstoffen zonder LPG, oplaadpunten/elektrische voertuigen, verkeer, verkeersopstoppingen, milieuzonering, behoefte/duurzame ontwrichting, mondelinge toelichting zienswijze
# Rechtbank Noord-Nederland 2 december 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4563: Awb, Wm; handhaving, dwangsom, covergistingsinstallatie, Activiteitenbesluit, doelvoorschrift, overgangsrecht, maatwerkvoorschrift, juridische grondslag/last, bijzondere omstandigheid/afzien invordering
* ABRvS 2 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3544, ABRvS 2 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3543, ABRvS 2 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3542, ABRvS 2 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3541, ABRvS 2 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3540, ABRvS 2 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3539, ABRvS 2 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3538 en ABRvS 2 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3537: Awb, Wnb; vovo, handhaving, bemesten, referentiesituatie, vergunning/melding, planologisch regime, wat is vergund/feitelijke benutting (Rb Overijssel 20/188, 20/187, 20/185, 20/184, 19/1159 en 20/183, 20/182 en 20/181 en 20/180 en 21/1424)
* ABRvS 2 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3523: Awb, Wm; vovo, preventieve handhaving, Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen, statiegeld, opschorting opgelegde lasten/rechtsgevolg, bevoegdheidsgrondslag, IT-problemen/tekort hardware, statiegeldsysteem/fasering, handmatig innemen
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7264: Awb, Msw; bestuurlijke boete, fosfaatgebruiksnorm, bevoegdheid, bewijslastverdeling, best beschikbare gegevens/gemiddelden mestafvoer, verwijtbaarheid, hoogte van de boete, zorgvuldigheidsbeginsel, overschrijden redelijke termijn/matigen boete
* Rechtbank Noord-Nederland 1 december 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4575: Awb, TwG, BW; mijnbouwschade, ontvankelijkheid, bewijsvermoeden niet van toepassing, bijzonder kwetsbaar object, causaliteit, paneladvies
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 1 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7263: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, strijd bpl, obstacle run, opschorten begunstigingstermijn, motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel, proceskosten
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 1 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7224: Awb, Wabo, Gmw; vovo en kortsluiten, handhaving, dwangsom, permanente bewoning, concreet zicht op legalisering/moties Tweede Kamer, vertrouwensbeginsel/concrete toezegging, rechtsongelijkheid, willekeur, alternatieve woonruimte/woningnood
* Rechtbank Oost-Brabant 1 december 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:5241: Awb, Wabo; omgevingsvergunningen zonneparken, bouwen, afwijken bpl en uitvoeren werk of werkzaamheid, vvgb, periode terinzagelegging, aanbestedingsplichtige activiteit/Aanbestedingswet 2012, tender, toedeling schaarse rechten, alternatief
* Rechtbank Overijssel 1 december 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:3615: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning bouwen, afwijken bpl, uitrit en uitvoeren van een werk, appartementen, parkeerbehoefte, antikraak/ontbreken bestaande parkeersituatie, ruimtelijke onderbouwing, welstand
* ABRvS 1 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3533: Awb, Wabo; vovo en kortsluiten, omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, woningen/commerciële ruimte, digitaal loket/indieners beroep, belanghebbende, gecoördineerde voorbereiding, zienswijze/Varkens in nood, hoogbouw, gemeentelijk beleid, gebiedspaspoort, participatie, beschoeiing/vergunningvrij, palenplan, bouwveiligheidsplan
* Rechtbank Limburg 30 november 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:9474: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, invordering, chalet, formulering last/herstelmaatregelen, hoogte dwangsom/evenredigheid, invordering dwangsom, bijzondere omstandigheden
* Rechtbank Amsterdam 30 november 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:7090: BW; privaatrechtelijke bestemmingswijziging, misbruik van recht, parkeernormen/gemeentelijk parkeerbeleid, zelfbouwkavel, publiekrechtelijke toestemmingen, erfpacht, onaanvaardbare doorkruising, omgevingsrecht/erfpachtvoorwaarden, omzettingsvergunning, leefbaarheidstoets/(fiets)parkeerbeleid, vertrouwens- en evenredigheidsbeginsel
* Rechtbank Den Haag 30 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12628, Rechtbank Den Haag 30 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12635 en Rechtbank Den Haag 30 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12653: BW; Eemshavencentrale, Amercentrale, MPP3-centrale (Maasvlakte), onrechtmatige daad, Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie, strijd artikel 1 EP EVRM en artikel 17 EU Handvest, toetsing wetgeving in formele zin/artikel 94 Grondwet, begrip “possessions”, fair balance, aard en ernst inbreuk/de facto onteigening, voorzienbaarheid/Nederlandse klimaatbeleid, alternatieven/biomassa, doelmatigheid, compensatie
* Rechtbank Midden-Nederland 30 november 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:4992: BW; kort geding, verkoop percelen door gemeente, kinderdagverblijf, Didam-arrest, rechtsverwerking, vestigen erfdienstbaarheid/bereikbaarheid parkeerplaatsen, separaat aanbieden, mededingingsruimte, (stuklopen) onderhandelingen, belangenafweging
* Gerecht EU 30 november 2022, ECLI:EU:T:2022:728: besluit Commissie, klacht lidstaat, staatssteun kernreactoren, verenigbaarheid met Unierecht, Euratom verdrag, milieubescherming, evenredigheid
* Rechtbank Midden-Nederland 30 november 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:5007: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, steiger, standaard dieptemaat, kajaks/subboards, belangenafweging, privacy, precedentwerking, welstandsadvies, gelijkheidsbeginsel
* Rechtbank Midden-Nederland 30 november 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:4991: Awb, Wnb; vovo, ontheffing, paintballgeweer/wolf, noodzaak, zenderen wolf, andere bevredigende oplossing, risico op verwonding, gunstige staat van instandhouding
* Rechtbank Limburg 30 november 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:9718: Awb, Wabo, Gmw, Wm; vovo, handhaving, dwangsom, geluidoverlast vogels, APV, strijd bpl, Activiteitenbesluit milieubeheer, spoedeisend belang, verbeuren dwangsommen/financieel belang, vogels zitten binnen/norm 40 dB, evident onrechtmatig besluit
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 29 november 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7210: Awb, Wegenverkeerswet 1994; verkeersbesluit, eenrichtingsverkeer, plaatsen bebording, BABW/verplicht advies korpschef, handhaving, tussenuitspraak
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 29 november 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7205: Awb, Woningwet, Wabo, Gmw; verzoek handhavend optreden, airco-unit, Bouwbesluit 2012, APV, moment indienen verzoek/moment aanbrengen installatie, bouwwerk, uitleg bpl, vergunningvrij, dB/dB(A), menselijk gehoor, NSG-curve/Vercammen-curve, laagfrequent geluid
* Rechtbank Oost-Brabant 29 november 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:5205: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, aanbieden parkeergelegenheid, valetservice, gewijzigde bedrijfsvoering, uitleg bpl, vertrouwensbeginsel, verzwaring last, hoogte dwangsom/per overtreder, exceptieve toetsing/strijd Unierecht, overtreder, evenredigheid last, begunstigingstermijn
#
Rechtbank Overijssel 29 november 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:3581: Awb, Wabo; omgevingsvergunning afwijken bpl, gebruik sportkantine als café, uitgangspunten akoestisch onderzoek, grenswaarden Activiteitenbesluit, indirecte hinder/Schrikkelcirculaire, bronvermogen, stemgeluid, worstcasebezetting terras, maximale geluidniveaus, richtafstand/VNG-handreiking
* Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 29 november 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:4107: BW; onrechtmatige daad, kweken bomen, hevige regenval, natuurgebied/vrij hoge grondwaterstand, beverdammen/afwateringssloot, gevaarzetting, zorgplicht, causaal verband
* Rechtbank Limburg 29 november 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:9459: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, bestuursdwang, bijgebouw/erfafscheiding, overtreding, uitleg bpl/voorgevel, concreet zicht op legalisatie, evenredigheid, gelijkheidsbeginsel
* Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28 november 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10172: Gmw, WED; bestuurlijke boete, overtreding gemeentelijke afvalstoffenverordening, overtreding, afvalcontainer vol, melding maken gemeente, klachtenprocedure, gelijkheidsbeginsel
* Rechtbank Gelderland 28 november 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:6568: Awb, Msw; boete, transport dierlijke meststoffen, overtreding/mestmonsters, analytische tests RIKILT, kunstmestkorrels, mineralengehalten mest, VDM, rekenmethode/factor 0,3, medeplegen/bewuste en nauwe samenwerking, matiging boete, overschrijding redelijke termijn
* Rechtbank Overijssel 28 november 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:3561: Awb, Wabo, Gmw; vovo, handhaving, dwangsom, bruiloften, feesten en partijen, bijgebouw/overkapping, uitleg planregels, aanvragen omgevingsvergunningen/beoordeling ex tunc, belangenafweging
! # Rechtbank Amsterdam 25 november 2022, AMS 19/4976; Awb, Woningwet, Wabo; verzoek handhaving, uitvoeren in afwijking van omgevingsvergunning, Bouwbesluit, toegangsopbouw/hoger dan vergund, intrekkingsverzoek, dakhelling/hellingshoek, verhoging dakvlak, constructieve veiligheid/draagconstructie, relativiteitsvereiste, uitbreiden handhavingsverzoek, vooringenomenheid
* Rechtbank Rotterdam 25 november 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:10517: Awb, Wm; handhaving, dwangsom, LPG tankstation, overtreding Activiteitenregeling, incident/calamiteit, LPG-veiligheidsblad, overtreder, drijver inrichting, andere vennootschappen/zodanige nauwe verwevenheid, concernstructuur, overtreding/controle, sanctiestrategie/interventiematrix, ernst overtreding, kwalificatie gedrag
* Rechtbank Gelderland 25 november 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:6664: Awb, Wabo; afwijzing aanvraag omgevingsvergunning, afwijken bpl, tuincentrum/trays blikjes frisdank, uitleg bpl, detailhandelsvisie
* Rechtbank Gelderland 25 november 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:6555: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, invordering, bouwstop, aanpassingen bouwplan/bouwtekeningen, vergunningvrij/verandering bouwwerk, woning/artikel 5 bijlage II Bor, overtreding bouwstop, verstrekkendheid last, reformatio in peius, preventieve last onder dwangsom/klaarblijkelijke dreiging
* Conclusie A-G bij HvJEU 24 november 2022, ECLI:EU:C:2022:930: Richtlijn 2011/92/EU; prejudiciële vragen, drempelwaarden of criteria, stadsontwikkelingsproject, UNESCO/werelderfgoed, nationale regeling/milieubeoordeling afhankelijk stelt van bereiken van drempelwaarden voor oppervlaktegebruik en brutovloeroppervlak
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 24 november 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7106: Awb, Wabo; omgevingsvergunning afwijken bpl, verbouwen schuur, verkoop, workshopruimte/vergaderruimte, parkeren, uitwegvergunning/APV, onlosmakelijkheid
* Rechtbank Den Haag 23 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12495: Awb; handhavingsverzoek, niet tijdig beslissen, besluit/ontbreken rechtsmiddelenclausule
* Rechtbank Limburg 23 november 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:9294: Awb, Wnb; vovo en kortsluiten, ontheffing, soortenbescherming, slopen kerkgebouw, gewone dwergvleermuis, andere bevredigende oplossing, alternatief plan, herbestemming kerk/(geen) reële optie, belang uitvoering/mate van aantasting
* Rechtbank Rotterdam 22 november 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:10020: Awb, Gmw; exploitatievergunning, horecavergunning, restaurant, belanghebbende, gelegenheid reageren advies DCMR, herroepen primair besluit/toevoegen wezenlijk element, vergunningvoorschriften/ondersteunende karakter horeca, bpl, sluitingstijden
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 22 november 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:6940: Awb, Wabo; vovo, weigering omgevingsvergunning, realiseren achteruitgang, spoedeisend belang, voorlopige toestemming realiseren/te vergaande maatregel
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 22 november 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:6938: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning padelbanen, spoedeisend belang, aanvullend voorschrift/financieel geschil, onomkeerbare situatie, faillissement/acute financiële nood, opzeggen lidmaatschap, ledenstop/wachtlijst, parkeernorm, ontheffing/aanvullend voorschrift
* Rechtbank Limburg 18 november 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:9159: Awb; nadeelcompensatie, Regeling nadeelcompensatie Provincie Limburg, (actieve) voorzienbaarheid, investeringsbeslissing, rechtsopvolging onder algemene verkrijging, (fiscaal) geruisloze inbreng, ontwerp inpassingsplan, “doorklikken”/inwinnen informatie, beginselen van behoorlijk bestuur, voorschot
* Rechtbank Den Haag 17 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12188: Awb, Wabo; omgevingsvergunning afwijken bpl, appartementen, vvgb/motie, strijd gebruiksregels/bouwregels, omgevingsvergunning bouwen, overschrijding maximale bouwhoogte, bezonning/lichte TNO-norm, privacy, stedenbouwkundige beoordeling, verkeer en parkeren
* Rechtbank Den Haag 17 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12192: Awb, Wabo; omgevingsvergunning afwijken bpl, strijd gebruiksregels/bouwregels, omgevingsvergunning bouwen, overschrijding maximale bouwhoogte, privacy, bezonning/lichte TNO-norm, verkeer en parkeren
* Rechtbank Oost-Brabant 17 november 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:5075: Awb, Waterwet; projectplan, bescherming overstromingen, klimaatrobuuste inrichting, goede ruimtelijke ordening, nulsituatie, belangenafweging, evenredigheid
* Rechtbank Den Haag 16 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12383: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, bed & breakfast, invulling beleidsruimte/gemeentelijke beleidsnotitie, kleinschalige activiteit/ondergeschikt aan wonen, afwijken beleid
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 november 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:6788: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning bouw woning met uitrit, verklaring vergunninghouder/spoedeisend belang
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 14 november 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:6770: Awb, Wabo, Gmw; vovo, handhaving, dwangsom, kamerverhuur, strijd bpl, proces-verbaal/aanvulling motivering in bezwaar, vertrouwensbeginsel/toezegging, hoogte dwangsom
* Rechtbank Rotterdam 10 november 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:9645: Awb, Wm; vovo en gedeeltelijk kortsluiten, verzoek handhaving/Activiteitenbesluit, tuincentrum, niet tijdig beslissen, meetrapport/waarschuwing, terugverwijzing/6:20 lid 4 Awb, maatwerkvoorschriften, inrichting/gezamenlijk vermogen 150 kW, handhavingsbeleid/sanctiematrix, klachten, hoogte overschrijding, verzwarende omstandigheden
* Rechtbank Den Haag 7 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12382: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, dakopbouw, Bouwbesluit 2012/constructieberekeningen, funderings- en bodemopbouw, welstandsadvies/dakhelling, afwijking bpl/geen stedenbouwkundige bezwaren
* Rechtbank Den Haag 7 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12452: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en omgevingsplanactiviteit (afwijken bpl), verkeersgeneratie en -afwikkeling, kruispuntberekeningen, bezonning, gemeentelijk bezonningsbeleid, belendende percelen/uitleg planregels, bebouwingspercentage, stroomvoorziening/trafohuisje, bedrijfsvoering/milieuruimte
* Rechtbank Den Haag 7 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12451: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, plaatsen hekwerk, gebruik parkeerterrein, vrees toekomstig gebruik, omvang geding
* Rechtbank Den Haag 2 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12379: Awb, Wabo; omgevingsvergunning afwijken bpl, pastoriewoning/woningverhuur particulieren, uitleg bpl, bewoning door pastoor, (geen) strijd bpl/overgangsrecht, belangenafweging, financiële situatie
* Rechtbank Gelderland 17 oktober 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:6134: Awb, Wabo, Gmw; vovo en kortsluiten, handhaving, dwangsom, bevoegdheid nemen besluit/mandaatregeling, concreet zicht op legalisering/motie, vertrouwensbeginsel, begunstigingstermijn, evenredigheid, détournement de pouvoir, willekeur, gemeentelijk beleid, zorgvuldige voorbereiding
* Rechtbank Midden-Nederland 7 juli 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:2627: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, erker, binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, woon- en leefmilieu, verzoek om schadevergoeding
* Rechtbank Midden-Nederland 3 juni 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:2634: Awb, Wabo; wijziging omgevingsvergunning, loodsen, procesbelang, griffierecht, onlosmakelijke samenhang, belanghebbende, wijziging gevels, zicht, geluidoverlast, hoorplicht
* Rechtbank Midden-Nederland 11 april 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1360: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, agrarisch bedrijf, loon- en verhuurbedrijf, uitleg bpl, scheidingswanden/vergunningvrij bouwen, overgangsrecht, zicht op legalisatie, gelijkheidsbeginsel, bijzondere omstandigheden, formulering last
* Rechtbank Midden-Nederland 11 april 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1367: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, terugbrengen aantal woningen, uitleg vergunning, aanvraag/onderdeel vergunning, (niet) tijdelijk verleend, geen overtreding
* Rechtbank Midden-Nederland 24 juni 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:2946: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, woning, welstand, witte kleur, beeldregieboek, welstandsadvies, gelijkheidsbeginsel, wijziging van ondergeschikte aard
* Rechtbank Midden-Nederland 26 mei 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:2949: Awb, Wabo; omgevingsvergunning van rechtswege, recreatiewoning, kruimelgevallenregeling, binnen of buiten bebouwde kom, overwegende woon- en verblijffunctie, aaneengesloten concentratie van gebouwen, voorbereidingsprocedure
* Rechtbank Midden-Nederland 13 mei 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:2778: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, afwijken bpl en wijzigen gemeentelijk monument, opbouw, binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, mogelijkheden bpl, zadelkap/schildkap, zichtlijnen, privacy, algemene beginselen van behoorlijk bestuur, einduitspraak na tussenuitspraak
* Rechtbank Den Haag 3 maart 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:1418: Awb; handhavingsverzoek, niet tijdig beslissen, besluit/ontbreken rechtsmiddelenclausule

# = betrokkenheid STAB

! = (nog) niet gepubliceerd

Bijzondere overwegingen

* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3602: Awb, Wro; tegemoetkoming in planschade, autobedrijf, bpl, indirecte schade, vermindering hoeveelheid verkeer, omzetverlies/inkomensschade, rechtstreeks belang/afgeleid belang, peildatum/inkomensschade, geruisloos inbrengen, staking ondernemen/rechtstreeks gevolg bpl, inschakelen STAB, hoger schadebedrag/aftrek NMR (Rb Oost-Brabant 20/675)
12.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (zie de overzichtsuitspraak van de Afdeling van 28 september 2016 onder 4.2, ECLI:NL:RVS:2016:2582), heeft de datum waarop het gestelde schadeveroorzakende besluit in werking is getreden te gelden als peildatum voor het antwoord op de vraag of ten gevolge van een onherroepelijk geworden besluit als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, van de Wro schade is geleden. [appellant sub 3B] exploiteerde op de peildatum 24 augustus 2017 het autobedrijf. [appellant sub 3B] heeft gesteld dat als gevolg van het nieuwe bestemmingsplan de omzet van het autobedrijf zal dalen, waardoor hij schade bestaande uit inkomensderving zal lijden. Hij heeft tevens gesteld dat als gevolg van het bestemmingsplan het autobedrijf moest worden gestaakt, waardoor hij van het bestemmingsplan ook liquidatieschade zal lijden. Gelet hierop was [appellant sub 3B] belanghebbende bij de aanvraag om een tegemoetkoming in planschade. Hij mocht dan ook bezwaar maken tegen het afwijzende besluit van het college van 20 augustus 2019 op zijn verzoek om een tegemoetkoming in planschade. [appellante sub 3A] was op de peildatum enig aandeelhouder van [appellante sub 1] en had als zodanig een afgeleid belang bij de aanvraag om een tegemoetkoming in planschade. [appellante sub 3A] heeft echter gesteld dat zij op de peildatum eigenaar was van voorraden van het autobedrijf, dat deze voorraden door de staking van het autobedrijf in waarde zijn gedaald en dat de staking van het autobedrijf het gevolg is van het nieuwe bestemmingsplan, waardoor zij liquidatieschade lijdt. Gelet hierop had [appellante sub 3A] een rechtstreeks belang bij de aanvraag om een tegemoetkoming in planschade en mocht zij tegen het afwijzende besluit van 20 augustus 2019 bezwaar maken.
15. In de uitspraak van 20 september 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2553, waarnaar [appellant sub 3B] heeft verwezen, heeft de Afdeling onder 19.2 onder verwijzing naar de overzichtsuitspraak van 28 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2582, overwogen dat de datum waarop het gestelde schadeveroorzakende besluit in werking is getreden heeft te gelden als peildatum voor het antwoord op de vraag of ten gevolge van een onherroepelijk geworden besluit als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, van de Wro schade is geleden. Voor de stelling dat dit anders zou zijn voor schade in de vorm van inkomensderving dan voor schade in de vorm van waardevermindering van een onroerende zaak en dat alleen sprake kan zijn van inkomensderving in geval van een feitelijke wijziging van de situatie, biedt de Wro geen aanknopingspunten. Een dergelijke lezing is ook niet te verenigen met artikel 6.1, eerste lid, van de Wro, op basis waarvan niet alleen geleden, maar ook nog te lijden schade voor tegemoetkoming in aanmerking komt, noch met het vierde lid van deze bepaling, waarin is neergelegd dat een aanvraag voor een tegemoetkoming in schade binnen vijf jaar na het onherroepelijk worden van de gestelde schadeoorzaak moet zijn ingediend. Bovendien past een dergelijke lezing niet bij het in de jurisprudentie van de Afdeling geformuleerde uitgangspunt dat bij berekening van de omvang van de inkomensschade mag worden betrokken dat een onderneming na de inwerkingtreding van de schadeveroorzakende planologische maatregel nog geruime tijd op dezelfde wijze geëxploiteerd kon worden en daarmee eenzelfde inkomen gegenereerd kon worden als voorafgaand aan de inwerkingtreding van die maatregel. Uit deze uitspraak volgt dat van een planologisch besluit vanaf de datum waarop het in werking is getreden planschade in de vorm van inkomensderving kan worden geleden. Uit de uitspraak volgt ook dat bij het bepalen van de hoogte van de schade bestaande uit inkomensderving van belang is of, en zo ja hoe lang, de onderneming na de peildatum nog kon worden voortgezet met dezelfde inkomsten als voor de inwerkingtreding van het nieuwe planologische besluit.
16. Partijen hebben verder terecht aangevoerd dat de Afdeling heeft aanvaard dat actieve risicoaanvaarding niet mag worden tegengeworpen bij rechtsopvolging onder algemene titel en daarmee gelijk te stellen wijzen van verkrijging (zie de overzichtsuitspraak van 28 september 2016 onder 5.31, ECLI:NL:RVS:2016:2582). Daarbij heeft de Afdeling de geruisloze inbreng van een onderneming in een vennootschap, waarbij sprake is van dezelfde entiteit waarvan slechts de rechtsvorm is gewijzigd, aanvaard als een met rechtsopvolging onder algemene titel gelijk te stellen wijze van verkrijging (zie de uitspraken van 13 juli 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BR1423, en 7 september 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BR6919).
17. Hoewel het college in deze zaak geen actieve risicoaanvaarding heeft tegengeworpen, is de overeenkomst van deze zaak met de zaken in de hiervoor aangehaalde uitspraken uit 2011 wel dat [appellant sub 3B] op 27 juni 2018 zijn eenmanszaak geruisloos heeft ingebracht in de vennootschap [appellante sub 1], waarbij alleen de rechtsvorm van het autobedrijf wijzigde, terwijl het autobedrijf feitelijk ongewijzigd werd voortgezet. Aangezien de inbreng na de peildatum heeft plaatsgevonden, kan in beginsel zowel [appellant sub 3B] als [appellante sub 1] van het nieuwe bestemmingsplan planschade bestaande uit inkomensderving door vermindering van omzet lijden. Tot 27 juni 2018 komt een eventuele tegemoetkoming in planschade bestaande uit inkomensderving door vermindering van omzet toe aan [appellant sub 3B] persoonlijk en daarna aan [appellante sub 1], zodat zowel voor [appellant sub 3B] als voor [appellante sub 1] de hoogte van de planschade bestaande uit inkomensderving door vermindering van de omzet moet worden vastgesteld. Zoals hiervoor is overwogen, is daarbij mede van belang de periode dat het autobedrijf na de peildatum kon worden voortgezet met dezelfde inkomsten als voor de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan. De Afdeling volgt dus niet het betoog van [appellant sub 3B] en [appellante sub 3A], dat alleen [appellant sub 3B] planschade bestaande uit inkomensderving door vermindering van de omzet kan lijden van het nieuwe bestemmingsplan omdat [appellant sub 3B] op de peildatum eigenaar was van het autobedrijf. Daarvoor is mede van belang dat het door [appellant sub 3B] voorgestane uitgangspunt zou kunnen leiden tot de ongewenste situatie dat [appellant sub 3B] schade vergoed zou krijgen die hij niet lijdt en ook niet kan lijden.

* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3627: Awb, Wro; herziening bpl, multifunctionele nucleaire reactor, aanleg koelwatersysteem, tijdelijk bouwterrein, uitbreiding bedrijventerrein, omgevingsvergunning zonnepark, wijzigingsvoorstel niet verwerkt in elektronische plan/rechtszekerheid, partiele herziening/moederplan, maatvoeringsaanduidingen, rechtszekerheid tussenuitspraak
Bij een partiële herziening van een bestemmingsplan waarmee alleen de planregels worden gewijzigd, is het uit een oogpunt van rechtszekerheid onwenselijk om in de planregels een voorschrift op te nemen waarin de betekenis aan de aanduiding op de verbeelding wordt ontnomen zonder een dergelijke wijziging vervolgens te verwerken op de verbeelding. Weliswaar zijn de regels van de partiële herziening van het moederplan en het plan “Pallas-plot” in overeenstemming met elkaar en met de nota van zienswijzen behorend bij het besluit van 2 november 2021, maar de regels van de partiële herziening van het moederplan en de nog steeds geldende, ongewijzigde verbeelding van het moederplan spreken elkaar tegen wat betreft de geldende maatvoeringsaanduidingen. De conclusie is dat de partiële herziening in zoverre niet in overeenstemming is met de rechtszekerheid. De Afdeling hecht eraan te overwegen dat dit anders ligt in een situatie waarbij een aanduiding op de verbeelding niet wordt verklaard in de planregels. In dat geval komt de aanduiding geen betekenis toe (vergelijk bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 10 augustus 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BR4625) en kan deze niet tot verwarring aanleiding geven. Een dergelijke situatie is hier niet aan de orde.

* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3623: Awb, Wabo, Gmw; afwijzing verzoek handhaving, strijd bpl, houden van dieren en het opslaan, gescheiden houden of verwerken van mest, bouwvergunning/latere vernietiging wijzigingsplan, vergunning/inwerkingtreding nieuw bpl, afwijking bpl/milieuactiviteit, beheersverordening/onverbindend (Rb Gelderland 20/6374)
3.3. Ten tijde van de verlening van die vergunning gold het wijzigingsplan. Om de inwerkingtreding van het wijzigingsplan te voorkomen en dus rechtsbescherming te krijgen, kon een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend. Dat heeft [appellant] ook gedaan, maar dat verzoek is, zoals onder 1 is overwogen, afgewezen. Als gevolg daarvan is het wijzigingsplan in werking getreden en moest de aanvraag van de bouw van de stallen, inclusief het beoogde gebruik van de stallen, worden getoetst aan het wijzigingsplan. Omdat de stallen en het beoogde gebruik daarvan in overeenstemming waren met het wijzigingsplan, heeft het college de bouwvergunning verleend. Dat het wijzigingsplan later alsnog is vernietigd door de Afdeling, leidt er niet toe dat die vergunning alsnog ongeldig is geworden (zie onder 3.1). De rechtszekerheid van de vergunninghouder, [partij], maakt dat ondanks dat het bestemmingsplan “Doetinchem Buitengebied 2000, herziening 2002” na de onherroepelijke vergunningverlening is herleefd en het met de aanvraag beoogde gebruik van de stallen daarmee in strijd is, dat dat gebruik van die vergunning  toegestaan blijft. De verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 24 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4439, en van 25 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2820, leidt niet tot een ander oordeel. Die uitspraken gaan over de situatie waarin na de verlening van een vergunning een nieuw bestemmingsplan in werking is getreden. In die situatie wordt het toegestane gebruik bepaald door het nieuwe bestemmingsplan. Een vergunning die vóór inwerkingtreding van dat nieuwe bestemmingsplan is verleend, geeft geen zelfstandige toestemming om van dat nieuwe bestemmingsplan af te wijken. Dat gebruik kan wel vallen onder het overgangsrecht van het nieuwe bestemmingsplan. De situatie in deze zaak is een andere, omdat in deze zaak geen sprake is van een nieuw bestemmingsplan, maar van een oud bestemmingsplan dat door de vernietiging van het wijzigingsplan is herleefd. Het betoog faalt in zoverre.
5.3. De beheersverordening en de daaraan voorafgaande beheersverordening “Landelijk gebied – 2020” zijn vastgesteld na de vernietiging van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan “Buitengebied 2012” en na het besluit op bezwaar van 29 oktober 2020. Het doel van de verordeningen is blijkens de toelichting daarbij het vastleggen van de bestaande ruimtelijke structuur in een eenduidig juridisch-planologisch kader.
5.4. Niet in geschil is dat het bestaande gebruik van het perceel voor het scheiden en bewerken van mest door middel van een mestscheider en de opslag van mest buiten daarvoor vergunde bouwwerken in strijd was met het aan de beheersverordeningen voorafgaande bestemmingsplan “Doetinchem Buitengebied 2000, herziening 2002”. Zoals hiervoor is overwogen, was er geen omgevingsvergunning verleend die toestemming gaf om van dat bestemmingsplan af te wijken.
Weliswaar kan bij een beheersverordening ook feitelijk bestaand gebruik, dat in strijd was met het voorheen geldende planologische regime, worden toegestaan, maar dat laat onverlet dat aan de vaststelling van een beheersverordening een deugdelijke planologische afweging ten grondslag dient te liggen. Dat geldt te meer voor zover met een beheersverordening illegaal bestaand gebruik, dan wel planologisch niet volledig gereguleerd gebruik, wordt toegestaan (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 27 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3569, onder 4.2). Uit de beheersverordening noch uit de toelichting daarbij blijkt dat een dergelijke planologische afweging plaats heeft gevonden voor het alsnog legaliseren van het bestaande gebruik.
5.5. Het voorgaande betekent dat de beheersverordening voor het perceel onverbindend is, voor zover die het scheiden en bewerken van mest door middel van een mestscheider en de opslag van mest buiten daarvoor vergunde bouwwerken toestaat. Het college stelt zich in zoverre dan ook ten onrechte op het standpunt dat de beheersverordening toestemming geeft voor het gebruik waarop het verzoek om handhaving ziet.

* ABRvS 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3607: Awb, Wabo, Gmw; afwijzing handhavingsverzoek, hekwerk, basisschool, vergunningvrij bouwen/openbaar toegankelijk gebied, wijze van meten, afzien handhavend optreden/bijzondere omstandigheden (Rb Gelderland 20/74)
3.2. Uit de nota van toelichting bij het Bor (nota van toelichting, blz. 137; Stb. 2010, 143) blijkt dat met ‘toegankelijk’ wordt bedoeld dat het gebied geschikt moet zijn om te betreden. In de nota van toelichting wordt een voorbeeld gegeven over openbare groenstroken: “Stroken restgroen die niet bedoeld zijn om te betreden, zijn niet toegankelijk en kunnen in de zin van deze regeling dan ook niet aangemerkt worden als «openbaar toegankelijk gebied»”. Daaruit valt af te leiden dat de wetgever de bedoeling van gebieden ook van belang acht voor de vraag of deze gebieden zijn aan te merken als toegankelijk.
3.4. De Afdeling oordeelt dat het schoolplein niet kan worden aangemerkt als een openbaar toegankelijk gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is in de zin van artikel 2, onderdeel 12 van Bijlage II van het Bor. Daartoe acht de Afdeling van betekenis dat het plein in een functionele relatie staat met de basisschool, omringd is door een combinatie van een muurtje, een hekwerk en een poort en er een bord hangt waarop staat dat het schoolplein is bedoeld is voor het gebruik van schoolgaande kinderen tot 17:00 uur. Het is voor een ieder kenbaar dat de basisschool zich het recht heeft voorbehouden om derden de toegang tot het schoolplein te ontzeggen en dat het schoolplein niet bedoeld is om voor een ieder toegankelijk te zijn. Dat komt door de omheining en het bord en door de inherente karakteristieke eigenschappen van een schoolplein. Dat in de praktijk mensen het bord negeren, doet hier niet aan af. Het feit dat het schoolplein wordt gebruikt door deelnemers aan repetities van een zangkoor, doet hier ook niet aan af. Voor dit gebruik heeft de basisschool toestemming gegeven. Het schoolplein mag alleen gebruikt worden voor gebruik waarvoor de basisschool toestemming heeft gegeven. ………….
5.4. De Afdeling stelt vast dat het hekwerk is gebouwd, omdat spelende kinderen op het schoolplein overlast creëerden bij [appellant]. Deze overlast bestond er onder meer uit dat ballen in de tuin van [appellant] terecht kwamen. De overlast heeft tot ontevredenheid geleid bij [appellant]. Daarop heeft [appellant] versterkt prikkeldraad geplaatst, zodat kinderen en ballen niet in zijn tuin zouden komen……… Gelet op het feit dat het hekwerk de kinderen die op het schoolplein spelen meer veiligheid biedt dan het voorheen bestaande prikkeldraad, het hekwerk de overlast van de kinderen voor [appellant] beperkt, de hoogteoverschrijding klein is en de hoogteoverschrijding er alleen is vanwege het plaatselijk aflopend schoolplein in verband met de afwatering oordeelt de Afdeling dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college zich op het standpunt heeft mogen stellen dat van handhaving mocht worden afgezien wegens bijzondere omstandigheden.

* Rechtbank Den Haag 30 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12628, Rechtbank Den Haag 30 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12635 en Rechtbank Den Haag 30 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12653: BW; Eemshavencentrale, Amercentrale, MPP3-centrale (Maasvlakte), onrechtmatige daad, Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie, strijd artikel 1 EP EVRM en artikel 17 EU Handvest, toetsing wetgeving in formele zin/artikel 94 Grondwet, begrip possessions, fair balance, aard en ernst inbreuk/de facto onteigening, voorzienbaarheid/Nederlandse klimaatbeleid, alternatieven/biomassa, doelmatigheid, compensatie
Toetsing formele wet aan artikel 1 EP EVRM
5.5.De Wvk is een wet in formele zin. Het in artikel 94 van de Grondwet bepaalde brengt mee dat de rechtbank in deze procedure toetst of de Wvk verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van internationale volkenrechtelijke organisaties. Artikel 1 EP EVRM betreft een ieder verbindende verdragsbepaling. Indien de Wvk in strijd is met artikel 1 EP EVRM, zoals RWE stelt, dan heeft dat tot gevolg dat het uitvaardigen en handhaven van de Wvk jegens haar onrechtmatig is en de Staat verplicht is tot betaling van schadevergoeding, mits aan de overige voorwaarden voor aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad is voldaan. Bij de uitleg die de rechtbank aan artikel 1 EP EVRM geeft, zal zij zich richten naar de gevestigde rechtspraak van het Europese Hof van de Rechten van de Mens (hierna: EHRM). De rechtbank zal bij de beoordeling van de vraag of de Wvk onverenigbaar is met artikel 1 EP EVRM, geen uitleg geven aan deze verdragsbepaling die afwijkt van of RWE een verdergaande bescherming biedt dan volgt uit de gevestigde rechtspraak van het EVRM over deze bepaling.
5.10.De rechtbank ziet dit anders. De onderneming van RWE (de Eemshavencentrale) bestaat, zo blijkt uit de gedingstukken, onder meer uit een langdurig erfpachtrecht op grond (met koopoptie), bedrijfsgebouwen, productie-units, inventaris, voorraden, vergunningen e.d. en de daarin besloten liggende verdiencapaciteit. Deze onderneming als geheel is aan te merken als eigendom in de zin van artikel 1 EP EVRM. Die onderneming is, zo begrijpt de rechtbank het standpunt van RWE, door (het bekend worden van) het toekomstige verbod om met kolen elektriciteit op te wekken, op 10 oktober 2017 een bedrag van € 1,462 miljard minder waard geworden. Dat bij de berekening van die (gestelde) waardevermindering gederfde of te derven inkomsten worden betrokken die (mogelijk) zelf niet als “possessions” zijn aan te merken, betekent niet dat RWE geen economisch belang heeft in haar onderneming dat onder de bescherming van artikel 1 EP EVRM valt. De rechtbank verwerpt het verweer van de Staat op dit punt.
5.15.3.Onder verwijzing naar rechtspraak van het EHRM heeft de Hoge Raad de te hanteren maatstaf als volgt samengevat: “Om vast te stellen of sprake is van een de facto onteigening van een onderneming, moet bezien worden wat het werkelijke effect op de onderneming als geheel is van de maatregel waarover wordt geklaagd; indien de maatregel leidt tot beëindiging van de onderneming maar de rechthebbende enig economisch belang of een zinvolle gebruiksmogelijkheid behoudt bij (activa van) de onderneming, is geen sprake van een de facto onteigening van de onderneming.”
Op basis van deze (strenge) maatstaf is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een de facto onteigening. Na ommekomst van de overgangsperiode houdt RWE immers de volledige beschikking over al haar door de maatregel getroffen eigendommen. Het blijft voor haar mogelijk om met de Eemshavencentrale elektriciteit op te wekken, zij het met de beperking dat zij daarvoor geen kolen mag gebruiken. Dat dat, ook in 2030, alleen maar rendabel met kolen kan, acht de rechtbank niet aangetoond. …………..Uit het voorgaande volgt dat er geen aanleiding is om de beperking in het gebruik van (activa van) de Eemhavencentrale die uit de Wvk voortvloeit, aan te merken als of gelijk te stellen aan een de facto onteigening.

* Rechtbank Midden-Nederland 30 november 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:4991: Awb, Wnb; vovo, ontheffing, paintballgeweer/wolf, noodzaak, zenderen wolf, andere bevredigende oplossing, risico op verwonding, gunstige staat van instandhouding
Is er geen andere bevredigende oplossing?
18. De voorzieningenrechter vindt de verleende ontheffing ook op dit punt onvoldoende gemotiveerd. In de ontheffing zelf is alleen de mogelijkheid van het gebruik van een zender met voorafgaande verdoving beschreven. Verder wordt opgemerkt dat uit de hiervoor vermelde onderzoeken blijkt dat alternatieve middelen niet voorhanden zijn, omdat deze voor de wolf te ingrijpend zijn dan wel niet het gewenste effect hebben en om praktische redenen niet uitvoerbaar zijn (bijvoorbeeld rubber hagel, rubber kogel, beanbags, pepperspray of gebruik van de katapult). Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de Faunabescherming terecht aangevoerd dat het college te weinig onderzoek heeft gedaan naar mogelijkheden waarbij bij wijze van spreken niet de mens maar juist de wolf beschermd wordt. ………
19. Het paintballgeweer zelf is ook onderdeel van discussie tussen partijen omdat het in Nederland niet eerder is ingezet met het doel opzettelijk een dier te verstoren en daarmee een min of meer experimenteel middel is. Het college heeft gesteld dat het middel niet wordt ingezet met het doel het doden of verwonden van de wolf en dat er geen aanwijzingen zijn dat het gebruik ervan de wolf zou verwonden. Het college heeft ter informatie een brochure over het toegestane paintballgeweer en een advies van de werkgroep internationaal recht en conventioneel wapengebruik overgelegd. De voorzieningenrechter stelt vast dat beide stukken zien op de inzet van het wapen bij oproerbestrijding en dergelijke en niet met een dier als doelwit, zodat hieruit niet kan worden afgeleid wat het effect op de wolf zal zijn. Of een jonge wolf met verfmarkering en die mogelijk naar verf ruikt de roedel zal verontrusten of verstoren, zoals de Faunabescherming stelt, is eveneens niet duidelijk. Tijdens de zitting heeft het college toegelicht dat hierover wel gesprekken zijn gevoerd met deskundigen. Informatie over deze deskundigen en hun advisering ontbreekt echter in de stukken zodat de voorzieningenrechter dat niet kan meenemen in haar beoordeling. Het college heeft over de praktische uitvoering, zoals de minimale en maximale schietafstand, de veiligheid van toezichthouders en anderen, de uitvoerbaarheid van het middel en het beoogd effect, gewezen op een interne werkinstructie. Deze instructie zit niet bij de stukken en is evenmin gekoppeld aan de ontheffing. En ook bij dit punt is onduidelijk hoe een toezichthouder inschat of en op welk moment een wolf zodanig afwijkend gedrag vertoont dat ingrijpen met het paintballgeweer noodzakelijk is. Dat het paintballgeweer met een minimaal risico op verwonding aan de huid of intern letsel bij de wolf kan worden ingezet. vindt de voorzieningenrechter bij deze stand van zaken dan ook allerminst aangetoond.

* Rechtbank Oost-Brabant 29 november 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:5205: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, aanbieden parkeergelegenheid, valetservice, gewijzigde bedrijfsvoering, uitleg bpl, vertrouwensbeginsel, verzwaring last, hoogte dwangsom/per overtreder, exceptieve toetsing/strijd Unierecht, overtreder, evenredigheid last, begunstigingstermijn
32. De rechtbank is van oordeel dat het college bij de vaststelling van de hoogte van de dwangsommen rekening heeft mogen houden met het feit dat er andere parkeerterreinen zijn die door ParkValet B.V. en EazzyPark B.V. worden gebruikt om auto’s van klanten te parkeren en met de daarmee gegenereerde inkomsten. De opgelegde dwangsom is, gelet hierop, op zich niet te hoog vastgesteld. De last dient blijkens de stukken en het verhandelde ter zitting echter zo te worden begrepen dat er per constatering één dwangsom van € 10.000,00 wordt verbeurd door elke eiser afzonderlijk, met een maximum van € 120.000,00. De insteek van de last is derhalve niet geweest dat als een eenmaal verbeurde dwangsom door een van de overtreders wordt betaald, hiermee bevrijdend is betaald voor de overige aangeschreven overtreders. Het college heeft terecht gesteld dat in algemene zin geldt dat in een last niet hoeft te worden vermeld dat de ene overtreder bevrijdend kan betalen voor de andere. De last resulteert bij constatering van twaalf overtredingen in dit geval echter in een verbeurte van een maximum dwangsom van in totaal € 480.000,00.De rechtbank acht de besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom in zoverre onevenredig en in strijd met artikel 3:4, tweede lid, van de Awb en met 5:32b, derde lid, van de Awb. Weliswaar is sprake van afzonderlijke overtreders, maar tussen eisers 1 zit een zeer grote onderlinge verwevenheid. GVMT Holding B.V. is bestuurder van GVMP Holding B.V. en deze laatste is enig aandeelhouder en bestuurder van FlexOffice B.V., Parkvalet B.V. en EazzyPark B.V. Het voordeel dat wordt verkregen door de illegale activiteiten ter plaatse wordt daarmee niet behaald door elke partij afzonderlijk. Het betoog slaagt.

* Rechtbank Rotterdam 25 november 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:10517: Awb, Wm; handhaving, dwangsom, LPG tankstation, overtreding Activiteitenregeling, incident/calamiteit, LPG-veiligheidsblad, overtreder, drijver inrichting, andere vennootschappen/zodanige nauwe verwevenheid, concernstructuur, overtreding/controle, sanctiestrategie/interventiematrix, ernst overtreding, kwalificatie gedrag
7.3. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (onder meer de uitspraak van 15 oktober 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BF8999) is gelet op artikel 5:1, tweede lid, van de Awb de overtreder degene die het desbetreffende wettelijke voorschrift daadwerkelijk schendt. Dat is in de eerste plaats degene die de verboden handeling fysiek verricht. Daarnaast kan in bepaalde gevallen degene die de overtreding niet zelf feitelijk begaat, doch aan wie de handeling is toe te rekenen, voor de overtreding verantwoordelijk worden gehouden en derhalve als overtreder worden aangemerkt. Dit kan het geval zijn bij feitelijk leidinggeven aan de verboden gedraging. Van feitelijk leidinggeven kan ook sprake zijn wanneer een bestuurder op de hoogte is van de betrokken gedraging en daaraan – hoewel hij dit had kunnen doen – geen einde heeft gemaakt (vergelijk de arresten van de Hoge Raad van 20 november 1984, ECLI:NL:PHR1984:AC8601, NJ 1985/355, en van 16 december 1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC9607, NJ 1987/321). De feitelijk leidinggevende wordt in dat geval als overtreder aangemerkt.
7.4. De overtreden normen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling zijn gericht tot de drijver van de inrichting. Niet in geschil is dat [naam eiser 1] als exploitant van het tankstation drijver van de inrichting is en dus in ieder geval als overtreder kan worden beschouwd.
7.5. De rechtbank is van oordeel dat er tussen [naam eiser 1] en de drie andere vennootschappen een zodanig nauwe verwevenheid bestaat dat ook die vennootschappen als overtreder kunnen worden aangemerkt. [naam eiser 1] heeft als enig bestuurder [naam eiser 2] en die vennootschap wordt op haar beurt bestuurd door [naam eiser 3] en [naam eiser 4] . [naam eiser 3] en [naam eiser 4] hebben elk één natuurlijke persoon als bestuurder. [naam eiser 1] en [naam eiser 2] hebben dezelfde rechtspersoon, [naam bedrijf 1] , als enig aandeelhouder; deze drie vennootschappen zijn bovendien gevestigd op hetzelfde adres. Gelet op deze concernstructuur waarbij uiteindelijk de twee natuurlijke personen die bestuurder zijn van [naam eiser 3] en [naam eiser 4] het in deze rechtspersonen voor het zeggen hebben, is sprake van een zodanige invloed van de drie eerder genoemde vennootschappen op het bestuur en de zeggenschap over de rechtspersoon die de overtredingen heeft gepleegd, namelijk [naam eiser 1] , dat nauwe verwevenheid kan worden aangenomen.
De rechtbank ziet in de nauwe verwevenheid tussen de rechtspersonen voldoende reden om de vennootschappen [naam eiser 2] , [naam eiser 3] en [naam eiser 4] als overtreder aan te merken. Daarom hoeft niet nader te worden ingegaan op de vraag of al deze rechtspersonen feitelijk leiding hebben gegeven aan de rechtspersoon die de overtredingen heeft gepleegd.

Samenvattingen van jurisprudentie op STAB-site
Op de website van STAB wordt recente jurisprudentie ook samengevat.
De volgende uitspraken zijn deze week nieuw geplaatst:
ABRvS 16 november 2022 Planschade, bij het vaststellen van planschade hoeft in beginsel geen rekening te worden gehouden met tijdelijk genoten voordeel.
ABRvS 2 november 2022 Inpassingsplan, partiële bouwvrijstelling Wnb buiten toepassing gelaten omdat onderliggende maatregelen niet daadwerkelijk zijn uitgevoerd en de verwachte voordelen daarmee niet vaststaan.
ABRvS 9 november 2022 Bestemmingsplan, toetsing van regeling voor evenementen.