Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht
# ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3735: Awb, Wro; bpl, verkeersveiligheid, voorwaardelijke verplichting, einduitspraak na tussenuitspraak
# ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3755: Awb, Wro; bpl, hogere waarden, proefdraaien vliegtuigen, vliegtuigstarts, akoestisch onderzoek, bronspectrum, laagfrequente geluidgolven, winterperiode, meethoek, dove gevel, einduitspraak na tussenuitspraak
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3751: Awb, Wro; bpl, voormalige viskwekerij, 6:13 Awb, zienswijze, verdrag van Aarhus, belanghebbende, civiele procedure, evidente privaatrechtelijke belemmering, buitenopslag, landschappelijke inpassing, stedelijke ontwikkeling, provinciale omgevingsverordening
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3629: Awb, Wro; bpl, woning in plaats van agrarische bedrijfsbebouwing, Rood-voor-Roodregeling, provinciale omgevingsverordening, stedelijke ontwikkeling, gemeentelijk beleid, richtlijn kwaliteitsimpuls
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3757: Awb, Waterwet; handhaving, dijkversterking, overtreding projectplan, ontwerphoogte, dijkovergang, belanghebbende, aangrenzend perceel, evenredigheid (Rb Limburg 19/1047)
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3764: Awb, Wro; bpl, uitbreiding bedrijfsbestemming timmerwerkplaats, zienswijze, 6:13 Awb, gemeentelijk beleid
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3729: Awb, Woningwet; handhaving, last onder dwangsom, Bouwbesluit 2012, 8:57 Awb, niet gehoord door rechtbank, belemmering vluchtroute, ontbreken rookmelder, toepasselijke NEN-norm, ontbreken deurdrangers (Rb Midden-Nederland 19/5353)
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3758 : Awb, Wro; bpl, parkeernorm, structuurvisie, einduitspraak na tussenuitspraak
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3741: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, milieu en afwijken bpl, melkrundveehouderij, grondentrechter hoger beroep, Verdrag van Aarhus, aanhaken vergunning natuur (Rb Gelderland 19/4679)
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3736: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, milieu en afwijken bpl, melkrundveehouderij, grondentrechter hoger beroep, Verdrag van Aarhus, aanhaken vergunning natuur, relativiteit (Rb Gelderland 19/4584)
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3754: Awb, Wro; bpl, lokaal bedrijventerrein, ladder voor duurzame verstedelijking, actualiteit onderzoeken, alternatieven/inbreiding, provinciale verordening romte, stedenbouwkundig plan, landschappelijke inpassing, verkeer, maatschappelijke uitvoerbaarheid, bedrijfsbelang veehouderij
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3734: Awb, Chw, Wro; bpl verbrede reikwijdte, planregels rechtsonzeker, beroepsgronden buiten beroepstermijn
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3763: Awb, Wabo; handhaving, omgevingsvergunning voor afwijken bpl, bouw in afwijking van vergunning, 7:9 Awb, horen in bezwaar, vergunning van rechtswege, wijziging palenplan, hoogte maaiveld (Rb Amsterdam 20/6810 en 21/3373)
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3733: Awb, Wro; bpl, parapluplan, grondwaterneutrale kelders, verhouding tot keur, belangenafweging, planregeling rechtsonzeker, economische uitvoerbaarheid, afwegingskader
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3739: Awb, Wro; bpl, multifunctioneel sportcomplex, situering bebouwing, verkeer, parkeren, geluidsoverlast
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3742: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, invordering, strijd met bpl, schapenboet, paddenstoelenkwekerij, maaimachine, aanhangers en opslag, bijzondere omstandigheden, draagkracht (Rb Noord-Holland 20/4707)
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3743: Awb, Wbb; ernstige bodemverontreiniging, sanering 37 Wbb, belang omwonenden, volkstuin als werkterrein
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3761: Awb, Wm; plaatsing ondergrondse perscontainer, plaagdieren, verkeersveiligheid, afstandseis, alternatieve locatie
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3746 : Awb, Wm; plaatsing ondergrondse containers, geuroverlast, privacy, buitenspelen, alternatieve locatie
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3747: Awb, Wro; bpl, 15 appartementen, verschoonbare termijnoverschrijding, niet-ontvankelijk
* Rechtbank Midden-Nederland 13 december 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:5272: Awb, Wabo; verzoek handhaving, onderhoud bosperceel, strijd met bpl
* ABRvS 9 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3657: Awb, Wro; bpl, omgevingsvergunning, zeven woningen, vovo, parkeren, peil
* Rechtbank Noord-Nederland 9 december 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4618 en ECLI:NLRBNNE:4617; Awb, TwG; mijnbouwactiviteiten, fysieke schade woning, bewijsvermoeden, motivering, zelf in de zaak voorzien
* Rechtbank Limburg 8 december 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:9766: Awb, Wabo; gedoogbesluit, crisisopvanglocatie asielzoekers, afwijken bpl, belangenafweging
* ABRvS 8 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3647: Awb, Wro; bpl, paardenhouderij, vovo, vertrouwensbeginsel, beperking bedrijfsvoering, gebruik gewasbeschermingsmiddelen, VNG-brochure, lichtmasten, onomkeerbare situatie
* Rechtbank Gelderland 8 december 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:6827: Awb, Natuurschoonwet 1928; wijziging rangschikking, vertrouwensbeginsel, maatwerk
* Rechtbank Noord-Nederland 8 december 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4644: Awb, TwG; mijnbouwschade, termijnoverschrijding beroep, bewijsvermoeden, zetting, tussenuitspraak
* Rechtbank Noord-Nederland 7 december 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4619: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, uitbreiden woning, vovo, aan- of uitbouw, evidente privaatrechtelijke belemmering
* Rechtbank Noord-Nederland 7 december 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4620: Wabo; omgevingsvergunning voor afwijken bpl, zes recreatiewoningen, vovo, vvgb
* Rechtbank Noord-Nederland 7 december 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4616 en ECLI:NL:RBNNE:2022:4615 Awb : Awb, TwG; mijnbouwschade, waardedaling, erfpachter, blooteigenaar, overeenkomst
* Rechtbank Oost-Brabant 7 december 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:5345: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en milieu, verzoek intrekking, windpark, vovo, belangenafweging
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7451: Awb, Wabo; omgevingsvergunning afwijken bpl, uitbreiding balkon, westand
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7448: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, berging, vergunningsvrij bouwen, vertrouwensbeginsel
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 6 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7374: Awb, Waterschapswet; handhaving, last onder bestuursdwang, dempen oppervlaktewaterlichaam, afzien van toepassing
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7245: omgevingsvergunning bouwen, padelbanen, vovo, Activiteitenbesluit, toetsingskader
* Rechtbank Limburg 2 december 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:9570: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor slopen, bouwen en afwijken bpl, herbouw of nieuwbouw, woningsplitsing
* Rechtbank Limburg 2 december 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:9566: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, tunnelkassen en pomphuis, strijd met bpl, gebruiksregels, bouwregels, vertrouwensbeginsel
* Rechtbank Den Haag 1 december 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:13364: Awb, Wvg; voorkeursrecht, glastuinbouwgebied, bouw woningen, bevoegdheid, discretionaire bevoegdheid, evenredigheidsbeginsel
* Rechtbank Den Haag 1 december 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:13366: Awb, Wvg; voorkeursrecht, glastuinbouwgebied, bouw woningen, discretionaire bevoegdheid, artikel 1 EVRM, proportionaliteitsbeginsel
* Rechtbank Limburg 1 december 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:9520: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, 13 woningen, vovo, vvgb
* Rechtbank Noord-Nederland 1 december 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4582: Awb, TwG; mijnbouwschade, termijnoverschrijding indienen beroepschrift, bevoegdheid, eerder gemelde schade, hardheidsclausule, bewijsvermoeden
* Rechtbank Oost-Brabant 1 december 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:5232: Awb, Wnb; besluit, rechtskarakter positieve weigering, bestuurlijk rechtsoordeel
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 1 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7396: Awb, Wabo; omgevingsvergunning inrit, apv, verkeersveilig
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 1 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7398: Awb, Wabo; handhaving, klimtoestellen, obstacle run, strijd met bpl,
* Rechtbank Oost-Brabant 30 november 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:5221: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, vleesvarkensstal, stalderen, ontbreken omgevingsvergunning milieu
* Rechtbank Den Haag 29 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12724: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, monument, antenne-installatie op dak, gezondheidsaspecten, exceptieve toetsing bestemmingsplan, hogere regelgeving
* Rechtbank Overijssel 29 november 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:3580: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, verbouw van pand tot vijf appartementen, parkeerbehoefte, openbaarheid CROW-normen, tussenuitspraak
* Rechtbank Oost-Brabant 24 november 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:5159: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouw, milieu en natuur, vvgb, ammoniakemissie, controlevoorschriften, geluid, einduitspraak na tussenuitspraak
* Conclusie AG HvJ EU 17 november 2022 (ECLI:EU:C:2022:904): Richtlijn bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen; prejudiciële vragen, voorrang toegang elektriciteitsnet, elektriciteitsopwekkingsinstallatie uit gemengd afval met biologisch afbreekbare fractie
* Rechtbank Noord-Holland 9 november 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:9794: Awb, Wabo omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, reddingspost reddingsbrigade, goede ruimtelijke ordening, alternatieve locatie, belangenafweging
* Rechtbank Noord-Holland 9 november 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:9793: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, reddingspost reddingsbrigade, stedelijke ontwikkeling, goede ruimtelijke ordening, alternatieve locatie, belangenafweging
* Rechtbank Midden-Nederland 2 november 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:5271: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, wijziging kozijnen monument, vovo en kortsluiten, bijzondere omstandigheden, lastgeving, tussenuitspraak
* Rechtbank Noord-Holland 21 oktober 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:9267: Awb, Wabo; omgevingsvergunning milieu, milieuneutrale wijziging, wijziging regels berekening risicocontour
* Rechtbank Noord-Holland 21 oktober 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:9266: Awb, Wabo; handhaving, Bevi
* Rechtbank Amsterdam 30 september 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:5719: Awb; verzoek handhaving, apv, geluidhinder, recreatiesteiger, vovo, inkorten steiger
* Rechtbank Midden-Nederland 26 juli 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:3040: Awb; standplaatsvergunning, strijd met bpl
* Rechtbank Midden-Nederland 7 april 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1540: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, uitbreiding hoveniersbedrijf, vovo en kortsluiten, kruimelgevallenregeling, bebouwde kom, beleidsregels, geluid, verkeer
* Rechtbank Midden-Nederland 2 maart 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1778: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, dakterras en splitsen woning, vovo en kortsluiten, onlosmakelijke samenhang
* Rechtbank Midden-Nederland 28 juli 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:3524: Awb; tijdelijke vergunning uitbreiden terras, corona, vovo, geluidsoverlast, belangenafweging
* Rechtbank Midden-Nederland 21 juli 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:2885: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, ontvankelijkheid, belanghebbende, afstand
* Rechtbank Midden-Nederland 20 juli 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:3338: Awb; standplaatsenvergunning, exceptieve toetsing beleidsregel, branchering, maximumstelsel, Dienstenrichtlijn
* Rechtbank Midden-Nederland 30 juni 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:3380: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, dakopbouw, bijzondere bouwlaag
* Rechtbank Midden-Nederland 8 juni 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:2982: Awb, Wabo; verzoek maatwerkvoorschriften, lichthinder tennisbaan, discomfort glare, einduitspraak na tussenuitspraak
# = betrokkenheid STAB
! = (nog) niet gepubliceerd
Bijzondere overwegingen
# ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3755: Awb, Wro; bpl, hogere waarden, proefdraaien vliegtuigen, vliegtuigstarts, akoestisch onderzoek, bronspectrum, laagfrequente geluidgolven, winterperiode, meethoek, dove gevel, einduitspraak na tussenuitspraak
De Afdeling was in de tussenuitspraak van oordeel dat in de berekeningen over het proefdraaigeluid ten onrechte niet is gerekend met een hard bodemgebied. Verder was de Afdeling van oordeel dat het onderzoek wat betreft grondgeluid niet zorgvuldig was, omdat geen metingen zijn gedaan in de winterperiode. De Afdeling heeft de raad in de tussenuitspraak opgedragen deze gebreken te herstellen en aan de hand van de nieuwe onderzoeken te beoordelen of sprake is van een goed woon- en leefklimaat bij de voorziene woningen.
De raad heeft naar aanleiding van de tussenuitspraak aanvullend akoestisch onderzoek laten verrichten door Royal HaskoningDHV (hierna: Royal Haskoning) en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (hierna: NLR). De raad heeft naar aanleiding daarvan in het tweede herstelbesluit het plan gewijzigd vastgesteld door daarin te bepalen dat op meer locaties een zogenoemde dove gevel moet worden gerealiseerd dan in het oorspronkelijke plan was voorzien.
De kwestie van de meethoek
De STAB heeft op de tweede zitting toegelicht dat de woningen in het plangebied onder een hoek van 149 tot 180 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan komen te liggen. Onder een hoek van 149 tot 165 graden bieden kantoren en een hotel dat in eigendom is van Corendon afscherming tegen het grondgeluid. Volgens de STAB maakt het voor de geluidbelasting uit onder welke hoek de woningen ten opzichte van de Aalsmeerbaan komen te liggen. Volgens de STAB kan het verschil in geluidbelasting tussen een hoek van 180 graden en een hoek van 160 graden ongeveer 2,5 dB bedragen.
De Afdeling is van oordeel dat het onderzoek van NLR van maart 2021 niet deugdelijk is. De Afdeling ziet in wat KLM heeft aangevoerd aanleiding om te twijfelen aan de representativiteit van de resultaten van dit onderzoek. In het onderzoek is gemeten onder een hoek van 180 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan, terwijl een deel van de woningen onder een kleinere hoek dan 180 graden ten opzichte van de Aalsmeerbaan komt te liggen. Zoals onder 17 is overwogen, heeft de STAB op de tweede zitting toegelicht dat het verschil in geluidbelasting tussen een hoek van 180 graden en een hoek van 160 graden ongeveer 2,5 dB kan bedragen.
Het nieuwe onderzoek van NLR heeft deze twijfel niet weggenomen
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3733: Awb, Wro; bpl, parapluplan, grondwaterneutrale kelders, verhouding tot keur, belangenafweging, planregeling rechtsonzeker, economische uitvoerbaarheid, afwegingskader
De Afdeling stelt voorop dat een bestemmingsplan en een keur van een waterschap verschillende doeleinden dienen. Een bestemmingsplan heeft een goede ruimtelijke ordening ten doel en coördineert verschillende belangen tot een geheel dat een grotere waarde vertegenwoordigt dan het dienen van de belangen afzonderlijk. Een keur van een waterschap heeft de waterstaatkundige verzorging van een bepaald gebied ten doel, waaronder de zorg voor de waterhuishouding (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 17 december 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AO0291, onder 2.12.3). De Afdeling is van oordeel dat de raad in het kader van een goede ruimtelijke ordening de onderhavige planregeling mag treffen naast wat al in de Keur van AGV is geregeld. De Keur van AGV overlapt het parapluplan niet één op één. Het parapluplan dient ruimere belangen dan de Keur van AGV. Het gaat in het plan om ruimtelijke belangen, niet om louter waterstaatkundige belangen. De Afdeling licht dit oordeel als volgt toe (…)
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3757: Awb, Waterwet; handhaving, dijkversterking, overtreding projectplan, ontwerphoogte, dijkovergang, belanghebbende, aangrenzend perceel, evenredigheid (Rb Limburg 19/1047)
Uit de tekening behorend bij het projectplan blijkt dat de dijkovergang op de Kampweg, gelegen bij dijkpaal 59.001, een ontwerphoogte heeft van 15,45 m boven NAP. De Afdeling stelt verder vast dat in de tekst van het projectplan noch in de betreffende tekening is geregeld dat de dijkovergang met een overhoogte wordt aangelegd. Nu de dijkovergang niet op 15,45 m boven NAP, maar 38 cm hoger is aangelegd, en die overhoogte niet is geregeld in het projectplan, is de aanleg of wijziging van de dijkovergang niet geschied overeenkomstig het projectplan. Gelet hierop heeft de beheerder artikel 5.4 van de Waterwet overtreden.
In het betoog van het dagelijks bestuur ziet de Afdeling geen aanleiding voor een andersluidend oordeel. De rijbaan maakt onderdeel uit van het waterstaatwerk en derhalve doet de verleende omgevingsvergunning voor de rijbaan er niet aan af dat het waterstaatwerk in strijd met het projectplan met een hogere hoogte dan 15,45 m boven NAP is aangelegd. Over de overhoogte vanwege zetting en klink overweegt de Afdeling dat vanwege de rechtszekerheid voor belanghebbenden, de mate van flexibiliteit bij de uitvoering in een projectplan toereikend moet worden omschreven in het projectplan (vergelijk de uitspraak van 1 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1561). Door de overhoogte in het geheel niet te regelen en vervolgens de dijkovergang hoger dan 15,45 m boven NAP aan te leggen vanwege zetting en klink heeft het dagelijks bestuur in strijd met het projectplan gehandeld.
Naar het oordeel van de Afdeling heeft het dagelijks bestuur het standpunt dat handhavend optreden onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen doelen onvoldoende onderbouwd. De overtreding is niet van geringe aard of ernst. De omstandigheid dat handhavend optreden mogelijk financiële gevolgen heeft biedt bovendien geen grond voor het oordeel dat dit optreden zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen, dat het bestuursorgaan daarvan om die reden behoort af te zien. Van overige bijzondere omstandigheden op grond waarvan het college van handhavend optreden had moeten afzien, is niet gebleken, temeer niet nu niet valt in te zien waarom de overhoogte ter legalisering niet alsnog kan worden opgenomen in het projectplan.
* ABRvS 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3751: Awb, Wro; bpl, voormalige viskwekerij, 6:13 Awb, zienswijze, verdrag van Aarhus, belanghebbende, civiele procedure, evidente privaatrechtelijke belemmering, buitenopslag, landschappelijke inpassing, stedelijke ontwikkeling, provinciale omgevingsverordening
(…) Dit betekent dus dat bij omgevingsrechtelijke besluiten die zijn voorbereid met afdeling 3.4 van de Awb, artikel 6:13 van de Awb alleen nog wordt tegengeworpen aan niet-belanghebbenden die verwijtbaar geen zienswijze naar voren hebben gebracht over het ontwerpbesluit. Voor het antwoord op de vraag of de beroepen van de hiervoor genoemde personen ontvankelijk zijn, is dus beslissend of zij belanghebbenden zijn.
* Rechtbank Noord-Nederland 8 december 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4644: Awb, TwG; mijnbouwschade, termijnoverschrijding beroep, bewijsvermoeden, zetting, tussenuitspraak
Eiseres heeft één dag te laat beroep ingesteld. Bij brief van 30 augustus 2021 is door mr. van der Vorst uitgelegd waarom dit niet aan haar is toe te rekenen. De daarbij geschetste medische problematiek komt ook terug in het door eiseres al op 19 september 2019 geschreven mailbericht. Gelet hierop, alsmede de door mr. van der Vorst genoemde uitspraak van 12 mei 2021 (ECLI:NL:RBNNE:2021:1833), ziet de rechtbank voldoende grond de termijnoverschrijding van één dag verschoonbaar te achten. Het beroep is ontvankelijk.
Aan het primaire besluit is het adviesrapport van Lubbers van 31 oktober 2019 ten grondslag gelegd. De zetting wordt volgens dat advies veroorzaakt door een matige draagkracht van de fundatie en een niet draagkrachtige ondergrond, waarbij er wegens een groot hoogteverschil zand wordt weggedrukt. Verder versterken de droge zomers volgens dat advies het inklinken van de ondergrond. In een door G. Haanstra, van 10BE, op
4 februari 2021 opgesteld addendum is overwogen dat verschilzettingen ontstaan door variaties in de grondwaterspiegel en is gewezen op droge zomers.
In het beroepschrift is er (op blz. 59-60), onder verwijzing naar het deskundigenbericht van Meiborg van 6 september 2020 (blz. 8), op gewezen dat een funderingsonderzoek en een draagkrachtberekening ontbreekt. Verder is in het beroepschrift (op blz. 28) verwezen naar een passage, waarin door Meiborg naar voren is gebracht dat gegevens die de gestelde inklinking kunnen veroorzaken (zoals een grondwaterstandsverlaging) ontbreken (blz. 7).
De rechtbank volgt verweerder niet in het standpunt dat op basis van de door Lubbers en Haanstra gegeven motivering de conclusie kan worden getrokken dat schades 6, 21, 22 en 26 uitsluitend kunnen worden toegerekend aan een autonome zetting. (…)
Het bestreden besluit heeft aan het primaire besluit, middels het advies van de bezwaaradviescommissie van 23 februari 2021, toegevoegd dat de ter plaatse opgetreden trillingen geen zettingen en/of verdichting van de ondergrond kan hebben veroorzaakt.
In het advies is gerefereerd aan het advies van ir. P.C. van Staalduinen en ing. H.J. Everts van 23 oktober 2020. Volledigheidshalve merkt de rechtbank (zoals ook verweerder doet in het verweerschrift) op dat het advies is aangepast op 16 december 2020 (vgl. de uitspraak van deze rechtbank van 29 juni 2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:2840). In deze versie is gesteld dat in alle gevallen een oorzaak voor het ontstaan van de schade moet worden aangetoond. Dit geldt ook in geval de trillingssnelheid geringer is dan de in de notitie geformuleerde grenzen (vgl. de uitspraak van deze rechtbank van 10 december 2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:5492).
Gelet op het voorgaande heeft verweerder bij het nemen van het besluit niet van de daarvoor uitgebrachte adviezen kunnen uitgaan. Het bestreden besluit is genomen in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Bij brief van 1 november 2022 heeft verweerder gewezen op de uitspraken van de ABRvS waarin is geoordeeld dat verweerder in uitgangspunt in de gelegenheid moet worden gesteld om het bewijsvermoeden alsnog te weerleggen, behoudens het geval dat aangenomen moet worden dat dit niet mogelijk is. Verweerder doelt hierbij op § 94 van de uitspraak van 8 juni 2022:
“De bestuursrechter beoordeelt aan de hand van de aangevoerde gronden of het bewijsvermoeden evident en aantoonbaar is weerlegd en dus of het Instituut aan zijn bewijslast heeft voldaan en zijn besluitvorming op de adviezen mocht baseren. Bij onvoldoende zekerheid of vanwege het verloop van de procedure, kan de bestuursrechter partijen in de gelegenheid stellen nader bewijs te leveren. Ook kan de bestuursrechter een externe deskundige inschakelen om zich te laten voorlichten over de vraag of het Instituut aan zijn bewijslast heeft voldaan. (…) Omgekeerd zal de bestuursrechter ook het Instituut geen gelegenheid bieden nader bewijs aan te dragen, als met voldoende zekerheid vaststaat dat het Instituut niet zal slagen in de weerlegging van het bewijsvermoeden (…).”
De rechtbank ziet geen aanleiding om, zoals door verweerder ter zitting voorgesteld, een externe deskundige in te schakelen om zich te laten voorlichten over de vraag of verweerder aan zijn bewijslast heeft voldaan. Die vraag is hiervoor namelijk reeds ontkennend beantwoord. De getrokken conclusies zijn veelal niet van een gedegen onderbouwing voorzien.
De rechtbank zal verweerder, gelet op de hiervoor aangehaalde uitspraak van de ABRvS, wel in de gelegenheid stellen nader bewijs te leveren.
* Rechtbank Oost-Brabant 1 december 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:5232: Awb, Wnb; besluit, rechtskarakter positieve weigering, bestuurlijk rechtsoordeel
De rechtbank stelt voorop dat op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming alleen een vergunningplicht bestaat voor projecten die significante gevolgen kunnen hebben voor een Natura 2000-gebied. Tot 1 januari 2020 bestond ook een vergunningplicht voor projecten die wel enige verslechterende, maar geen significante gevolgen kunnen hebben. De vergunningplicht voor die projecten is echter door een wetswijziging komen te vervallen. Sinds die datum is geen vergunning meer nodig als sprake is van een wijziging of uitbreiding van een project die niet leidt tot een toename van de stikstofdepositie ten opzichte van de referentiesituatie (intern salderen).
Eisers hebben een natuurvergunning aangevraagd voor het exploiteren van een pluimveehouderij met 68.000 vleeskuikens. Er is gebruik gemaakt van intern salderen. Vaststaat dat ten opzichte van de referentiesituatie geen sprake is van een toename van de stikstofdepositie op de betrokken Natura 2000-gebieden. Het is uitgesloten dat de gevraagde activiteiten, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen, significante gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden. Dat betekent dat eisers geen natuurvergunning nodig hebben voor deze activiteiten. Het college heeft daarom terecht geweigerd om een natuurvergunning te verlenen.
Eisers stellen terecht dat het project in de aanvraag duidelijk is omschreven, dat zij alle informatie hebben aangeleverd die van hen verwacht mocht worden en dat het besluit is voorzien van tekeningen en berekeningen. Dat betekent naar het oordeel van de rechtbank echter niet dat de positieve weigering kan worden omgezet in een toestemmingsbesluit. Het is niet mogelijk om toestemming te geven voor een project dat op grond van de wet zonder toestemmingsbesluit mag worden uitgevoerd. Als volgens de wet geen toestemming nodig is, is er voor het college geen enkele aanleiding om een toestemmingsbesluit te geven. Dan moet het college de toestemming weigeren.
De rechtbank volgt eisers ook niet in de stelling dat de positieve weigering moet worden gelijkgesteld met een natuurvergunning. Zoals gezegd mag het project op grond van de wet worden uitgevoerd. Het college is dan ook niet bevoegd om op grond van artikel 5.3, eerste lid, van de Wet natuurbescherming voorschriften aan de positieve weigering te verbinden. Het college is evenmin bevoegd om de positieve weigering op grond van artikel 5.3, tweede lid, van de Wet natuurbescherming onder beperkingen te verlenen. Deze bepalingen bieden niet de mogelijkheid om voorschriften of beperkingen te verbinden aan een project dat op grond van de wet mag worden uitgevoerd. Daarbij komt nog dat een natuurvergunning tot een nieuwe referentiesituatie zou leiden. Een positieve weigering doet dat niet. Er zijn dus belangrijke verschillen tussen een natuurvergunning en een positieve weigering.
* Rechtbank Overijssel 29 november 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:3580: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, verbouw van pand tot vijf appartementen, parkeerbehoefte, openbaarheid CROW-normen, tussenuitspraak
Heeft verweerder de parkeerbehoefte juist vastgesteld?
De rechtbank overweegt dat uit jurisprudentie van de Afdeling blijkt dat het opnemen van een verwijzing naar de parkeercijfers uit de CROW, als wijze van normering ter bepaling van “voldoende parkeergelegenheid”, niet rechtsonzeker is. In dit geval is in het bestemmingsplan voor het bepalen van “voldoende parkeergelegenheid” verwezen naar de Regeling en bevat de Regeling een verdere verwijzing naar de parkeerkencijfers uit de CROW. Ook dat acht de rechtbank op zichzelf beschouwd niet in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. De rechtbank volgt eiser daarom niet in zijn stelling dat de CROW-normen niet aan de vastgestelde parkeerbehoefte ten grondslag mogen worden gelegd of dat de Regeling in dit geval buiten toepassing moet blijven.
Naar het oordeel van de rechtbank moet verweerder dan echter bij de beoordeling van een concrete aanvraag voor een omgevingsvergunning wel inzichtelijk maken op basis van welke delen uit de CROW of met toepassing van welke cijfers uit de CROW in het individuele geval de parkeerbehoefte wordt bepaald. Dat heeft verweerder in dit geval niet gedaan. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser terecht aangevoerd dat onvoldoende duidelijk is of de berekening uit het parkeeradvies van 23 juli 2021 klopt, omdat de gebruikte CROW-normen niet openbaar toegankelijk zijn en verweerder die ook niet heeft overgelegd of anderszins toegankelijk heeft gemaakt (door hier bijvoorbeeld passages uit te citeren). Hierdoor is niet duidelijk en kan niet worden gecontroleerd of de gehanteerde parkeerkengetallen en aanwezigheidspercentages juist zijn, of met een maatgevend moment gerekend moet worden en zo ja, of het maatgevende moment in de nieuwe situatie juist is vastgesteld. Dit alles kan uit de Regeling namelijk niet worden afgeleid en dient derhalve in het bestreden besluit duidelijk te worden gemaakt. Weliswaar is bij het parkeeradvies van 23 juli 2021 een parkeerbalans gevoegd, maar uit alleen die balans kan niet worden opgemaakt of bij het vaststellen van de parkeerbehoefte de juiste cijfers zijn gehanteerd en of het maatgevende moment juist is vastgesteld. Verder kan uit het bestreden besluit en het daaraan ten grondslag liggende parkeeradvies ook niet worden afgeleid of verweerder de parkeerkencijfers uit de CROW juist heeft toegepast en in hoeverre die cijfers verweerder binnen een bepaalde bandbreedte ruimte laten om nadere keuzes te maken. Niet duidelijk is of verweerder parkeerkencijfers en aanwezigheidspercentages heeft gebruikt die door de CROW (dwingend) worden voorgeschreven of dat verweerder hierin zelf keuzes heeft gemaakt.
STAB verzorgt de jurisprudentie voor STAB OGR updates
Kees-Jan Mensinga, adviseur bij STAB (geluidsdeskundige), heeft een annotatie geschreven naar aanleiding van de uitspraak van de afdeling van 16 november 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:3320). In de uitspraak komt onder andere de vraag aan de orde of in het akoestisch onderzoek terecht is aangenomen dat bij het berekenen van de geluidbelasting voor een rotonde geen optrektoeslag voor wegverkeer hoeft te worden toegepast. In zijn noot gaat hij nader in op het toepassen van de optrektoeslag bij het modelleren van een rotonde of een verkeersdrempel in een geluidrekenmodel.
Julian Kramer, advocaat bij Pels Rijcken, heeft een annotatie geschreven bij de uitspraak van de Afdeling van 24 augustus 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2475). Appellanten hebben in hoger beroep gesteld dat zij belanghebbende zijn bij een project in een Natura 2000-gebied omdat zij op korte afstand van dit natuurgebied wonen. In zijn noot gaat hij in op het onderscheid tussen belanghebbendheid enerzijds en relativiteit anderzijds en wat dit kan betekenen voor het afstandscriterium.
Samenvattingen van jurisprudentie op STAB-site
Op de website van STAB wordt recente jurisprudentie ook samengevat.
De volgende uitspraken zijn deze week nieuw geplaatst:
HvJ EU 17 november 2022 Prejudiciële beslissing, Kaderrichtlijn afvalstoffen, nationale criteria mogen niet in de weg staan aan de doelstelling van een EU-richtlijn
Rb Oost-Brabant 21 november 2022 Handhaving, schrootverwerker, overschrijden opslagcapaciteit, evenredigheid
Rb Oost-Brabant 29 november 2022 Handhaving, tekortkoming afvalstoffenadministratie, bevoegdheid rechtbank, evenredigheid