Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:726: Awb, Wro; bpl, bouw woningen, aantasting privacy, herstelbesluit, einduitspraak na tussenuitspraak,
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:732: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, nieuwe rundveestal, Verordening ruimte Noord-Brabant 2017, verzoek terugkomen op tussenuitspraak, gemeentelijk ruimtelijk beleid, einduitspraak na tussenuitspraak
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:709: Awb, Wob; besluit openbaarmaking, werkwijze NVWA, geheimhouding, zwartgelakt, artikel 8:29 Awb, namen medewerkers, persoonlijke levenssfeer (Rb Limburg 19/1005)
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:722: Awb, Wro; bpl, ladder voor duurzame verstedelijking, parkeergelegenheid, oordeel in tussenuitspraak, einduitspraak na tussenuitspraak
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:731: Awb, Wabo; omgevingsvergunning voor afwijken bpl, leisure-activiteiten en horecavoorziening, beleidsregel afwijkingsmogelijkheden, verkeersveiligheid, vertrouwensbeginsel (Rb Limburg 20/3171 en 20/3451)
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:704: Awb, Wabo; handhaving, eetcafé en poppodium, Activiteitenbesluit, geluidsoverlast, overdekt terras, overtreding geluidsnormen (rechtbank Midden-Nederland 18/583)
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:736: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, vervangen kozijnen, strijd met bpl, gewoon onderhoud, aanduiding ‘beeldbepalend’, vertrouwensbeginsel, gelijkheidsbeginsel, rechtszekerheidsbeginsel, duidelijkheid last (rechtbank Den Haag 21/374 en 21/380)
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:706: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, gebruik kerkelijk centrum voor verjaardagen en jubilea, strijd met beheersverordening, bestemming ‘maatschappelijk’, overgangsrecht (Rb Midden-Nederland 20/2623)
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:705: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, legalisatie verhoging aanbouw, belangenafweging (Rb Gelderland 21/911)
# ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:725: Awb, Wabo; omgevingsvergunning kappen, 28 bomen, apv, reconstructie oever, aanhaakverplichting Wnb, vleermuizen, bever, rivierdonderpad, rivierrombout, deskundigheid STAB, belangenafweging (Rb Rotterdam 20/1153)
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:707: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, uitbreiding aantal appartementen in woongebouw, natuurcompensatie (Rb Gelderland 20/2895)
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:702: Awb, Wob; besluit openbaarmaking, uitvoeringsrichtlijn opgesteld door stichting Bloembollenkeuringsdienst, Zaaizaad- en plantgoedwet, afspraken NVWA, strafrechtelijke handhaving, interen richtlijn (Rb Oost-Brabant 21/621)
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:711: Awb, Wro; planschade, vervallen tijdelijk planologisch voordeel, rapport STAB met taxatierapport, (Rb Den Haag 19/1813)
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:713: Awb, Wro; planschade, vervallen tijdelijk planologisch voordeel (Rb Zeeland-West-Brabant 21/1100)
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:716: Awb, Wabo; handhaving, invordering, handelen in strijd met omgevingsvergunning milieu, opslag vergistingsmateriaal op buitenterrein (Rb Noord-Nederland 21/1134)
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:740: Awb, Wro; bpl, herontwikkeling terrein voormalig café, woningen, belanghebbende, relativiteitsvereiste, woon- en leefklimaat
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:717: Awb, Wro, Chw; bpl, ongebruikte mogelijkheden beperkt, artikel 15 Dienstenrichtlijn, beperking winkelvloeroppervlakte, evenredigheid, resterende exploitatiemogelijkheden, niet toestaan woningbouw op perceel, belangenafweging
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:735: Awb, Wro; wijzigingsplan, sporthotel, procesbelang, nieuw bestemmingsplan zonder wijzigingsbevoegdheid
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:739: Awb, Wabo; omgevingsvergunningen, herontwikkeling horecapand met bovenwoningen, belanghebbende, gevolgen van enige betekenis (Rb Oost-Brabant 22/278 en 22/280 )
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:720: Awb, Wegenverkeerswet 1994; verkeersbesluit, instellen parkeergelegenheid alleen voor bussen, transportbedrijf, verkeersveiligheid (Rb Amsterdam21/2769)
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:714: Awb, Wro; planschade, transformatie verzoek nadeelcompensatie, artikel 6.1, vierde lid Wro, vijfjaarstermijn (Rb Noord-Holland 21/2132)
* ABRvS 21 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:676: Awb, Wro; bpl, appartementencomplex, vovo, parkeren
* ABRvS 21 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:640: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, zomerwoning, vovo, strijd met bpl, bijgebouw, bouwkundig ondergeschikt (Rb Zeeland-West-Brabant 22/4399 en 22/2396)
* Rechtbank Gelderland 20 februari 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:792: Awb, Wabo; handhaving, bouw in afwijking van vergunning, bijzondere omstandigheden
* Rechtbank Gelderland 20 februari 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:793: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, oprichten twee woongebouwen, legalisatie, vvgb gemeenteraad, landschapsplan
* Rechtbank Midden-Nederland 17 februari 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:628: Awb, Wabo; verzoek intrekking vergunning, windturbinepark, nationaal recht
* Rechtbank Midden-Nederland 17 februari 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:627: Awb, Wabo; verzoek intrekking vergunning, windturbinepark, Nevele-arrest, Delfzijl-uitspraak, Tijdelijke overbruggingsregeling windturbineparken, SMB-richtlijn
* Rechtbank Midden-Nederland 17 februari 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:609: Awb, Wob; openbaarmaking, RIVM, Covid-19, rekenmodellen, data technische briefings
* ABRvS 17 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:635: Awb, Wrop; bpl, natuurbelevingscentrum, horecagelegenheid, vovo, VNG-brochure, geluidhinder, parkeren,
* ABRvS 16 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:632: Awb, Wro; wijzigingsplan, vovo, wijzigingsvoorwaarden
* ABRvS 15 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:574: Awb, Wro; bpl, twee landgoederen met grondgebonden woningen, vovo, Wnb, soortenbescherming, omgevingsverordening, ecologische contra‑expertise, dassen
* ABRvS 15 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:578: Awb, Wro, Chw: bpl, 307 woningen, vovo
* ABRvS 15 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:577: Awb, Wabo; omgevingsvergunning kap, apv, vovo, bomeninventarisatie, bouwplan passend in bpl, herplantplicht (Rb Midden-Nederland 22/5748 en 22/3230)
* Rechtbank Rotterdam 17 februari 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:1148: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, twee windturbines, MER, normen uit Activiteitenbesluit, Delfzijl-uitspraak
* Rechtbank Oost-Brabant 15 februari 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:603: Awb, Wabo; omgevingsvergunning milieu en bouwen, houtpelletgestookte biomassaverbrandingsinstallatie en hete-oliefornuis, m.e.r.-beoordelingsbesluit, volledigheid aanvraag, soorten biomassa, noodzaak revisievergunning, ander project dan natuurvergunning, bestaande toestand van het milieu, BBT Grote Stookinstallaties, oplegnotitie, ZZS
* Rechtbank Oost-Brabant 15 februari 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:602: Awb, Wnb: natuurvergunning, houtpelletgestookte biomassaverbrandingsinstallatie en hete-oliefornuis, één project, intern salderen, bestaande rechten, niet gebruikte natuurvergunning
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 14 februari 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:1033: Awb, Chw, Waterwet; projectplan, waterpeil, normen voor grasland
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 14 februari 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:1051: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, aanbouw achterzijde
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 14 februari 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:1066: Awb, Waterwet; handhaving, overlast van composthoop, hinderen waterloop, keur
* Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:569: Awb, Wabo; aanleg geluidswal, groenvoorziening, vergunning van rechtswege
* Rechtbank Den Haag 13 februari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:1520: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, transformatie kantoor tot 9 appartementen, vovo en kortsluiten, gemeentelijk beleid
* Rechtbank Noord-Nederland 10 februari 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:485: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, omgevingsvergunning milieu, cycloon boven shredder, vertrouwensbeginsel, persbericht
* Rechtbank Limburg 10 februari 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:1039: Awb, Wabo; intrekking omgevingsvergunning bouwen, bevoegdheid, vertrouwensbeginsel, motivering
* Rechtbank Noord-Nederland 10 februari 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:541: Awb, Wabo; omgevingsvergunning milieu en afwijken bpl, melkrundveehouderij, Wnb-vergunning
* Rechtbank Gelderland 9 februari 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:619: Awb, Wnb; natuurvergunning, Rav-emissiefactor
* Rechtbank Noord-Nederland 9 februari 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:543: Awb, Wabo; omgevingsvergunning milieu, bouwen en natuur, zeugenstal, relativiteit, vvgb, emissiefactoren Rav, rendement luchtwassers, geluid, geur, volksgezondheid, voorzorgsbeginsel, VGO-onderzoeken
* Rechtbank Den Haag 7 februari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:1495: Awb, Wabo; handhaving, procesbelang, keerwandconstructie
* Rechtbank Den Haag 7 februari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:1568: Awb, Wabo; handhaving, preventieve last onder dwangsom, gebruik garage voor zelfstandige bewoning,
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 februari 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:811: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, garage
* Rechtbank Limburg 6 februari 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:899: Awb, Wnb; ontheffing, doden van soorten, windturbines, relativiteit
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 2 februari 2023, ECLI:NL:CBB:2023:75; Awb, Wet Dieren; handhaving, dierenhouderij, vovo, dierenwelzijn, spoedeisend belang
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 2 februari 2023, ECLI:NL:CBB:2023:76: Awb, Wet Dieren; handhaving, last onder bestuursdwang, dierenhouderij, vovo, honden in bewaring, dierenwelzijn
* Rechtbank Den Haag 2 februari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:1565: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken van bpl en monument, aanbouw aan kerk, parkeerdrukonderzoek
* Rechtbank Den Haag 2 februari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:1566: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, welstandsadvies, beperking bouwmogelijkheden
* Rechtbank Amsterdam 2 februari 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:663: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, Variable Refrigerant Flow-installatie op uitsparing aan achtergevel, welstand
* Rechtbank Midden-Nederland 2 februari 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:424: Awb, Wto; planschade, voorzienbaar, normaal maatschappelijk risico
* Rechtbank Noord-Nederland 2 februari 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:536: Awb, Msw, boetes, aangifte, niet naar waarheid ingevuld, matiging
* Rechtbank Noord-Nederland 31 januari 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:538: Awb, Wabo; omgevingsvergunning milieu, uitbreiding melkrundveehouderij, Wnb, referentiesituatie, ontbreken vvgb, Rav-emissiefactoren, AERIU-berekening
* Rechtbank Noord-Holland 26 januari 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:858: Awb, Wabo; handhaving, huisvesting arbeidsmigranten, uitleg bpl, logiesverstrekking in het kader van horecabedrijf, vertrouwensbeginsel
* Rechtbank Noord-Nederland 17 januari 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:537: Awb Wabo; handhaving, last onder dwangsom, apv, houden van bijen op dak supermarkt
* Rechtbank Noord-Nederland 12 januari 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:540: Awb, Wnb; Wnb-vergunning, positieve weigering, intern salderen, referentiesituatie, Rav-emissiefactoren, situatie ten tijde van aanvraag
* Rechtbank Midden-Nederland 23 december 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:5598: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, permanent verblijf op boot in jachthaven, strijd met bpl, bijzondere omstandigheden
* Rechtbank Oost-Brabant 14 december 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:6223: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en milieu, nieuwe stal, geluidnormen naleefbaar
* Rechtbank Oost-Brabant 30 november 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:5223: Awb, Wabo; handhaving, hobbymatig gebruik, houden en berijden paard en pony in achtertuin
* Rechtbank Gelderland 23 november 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:7454: Awb, Wnb; handhaving, last onder dwangsom, tent met zandsculpturen en opslag, Natura 2000-gebied, verbod gebruik parkeerlus, beoordeling bijzondere omstandigheden
* Rechtbank Oost-Brabant 11 november 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:4999: Awb, Waterwet; keur, nadeelcompensatieregeling, EVRM
* Rechtbank Noord-Nederland 3 november 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4131: Awb, TwG; mijnbouwschade, waardedaling woning, gelijkheidsbeginsel, einduitspraak na tussenuitspraak
* Rechtbank Oost-Brabant 30 september 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:4114: Awb, Wabo; kap 11 eiken, vovo en kortsluiten
* Rechtbank Gelderland 28 juli 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:4072: Awb, Wabo; handhaving, dierenpension
# = betrokkenheid STAB
! = (nog) niet gepubliceerd
Bijzondere overwegingen
# ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:725: Awb, Wabo; omgevingsvergunning kappen, 28 bomen, apv, reconstructie oever, aanhaakverplichting Wnb, vleermuizen, bever, rivierdonderpad, rivierrombout, deskundigheid STAB, belangenafweging (Rb Rotterdam 20/1153)
In het door de STAB in opdracht van de Afdeling uitgebrachte advies over het vóórkomen van de rivierrombout staat: “De aanwezigheid van de soort is niet vastgesteld in het gebied waar de kapvergunning voor is verleend. De soort komt wel voor in de omgeving. De oevers kunnen worden gekwalificeerd als “matig geschikt”. Het voorkomen van de soort kan niet met zekerheid worden uitgesloten, maar de omstandigheden maken niet aannemelijk dat de soort deze oever veelvuldig zal gebruiken, en dat een populatie rivierrombouten zich hier zal vestigen.”
De Afdeling stelt voorop dat zij de kanttekeningen die de stichting heeft geplaatst bij het onderzoek waarop het NWC-rapport 2019 is gebaseerd, niet deelt. De Afdeling ziet daarin onvoldoende grond gelegen om te twijfelen aan de juistheid van de in op pagina 9 van het NWC-rapport 2020 neergelegde stelling dat het onderzoek naar de rivierrombout heeft plaatsgevonden overeenkomstig de daarvoor in literatuur vermelde methode van inventarisaties van libellen. Hierbij wordt aangetekend dat in paragraaf 3.2 van het NWC-rapport 2020 staat dat als onderzoeksmethode is gehanteerd de destijds geldende versie van de protocollen van de Vlinderstichting.
Ook de opvatting van de stichting dat de opstellers van het STAB-advies niet deskundig zijn en dat zij, met uitzondering van enkele documenten die in de voetnoten van het STAB-advies staan vermeld, ten onrechte geen externe deskundigen hebben geraadpleegd, onderschrijft de Afdeling niet. Hieraan staat in de weg dat de stichting haar stelling alleen maar doet steunen op de verwijzing naar de inhoud van de in haar opdracht opgestelde overgelegde rapporten. In de inhoud van die rapporten die gaan over het al dan niet vóórkomen van de rivierrombout in het Wantij, een stelling waarvan de juistheid hierna onder 4.4 wordt besproken, ziet de Afdeling niet geconcretiseerd waarom moet worden getwijfeld aan de deskundigheid van de onderzoekers van de STAB.
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:717: Awb, Wro, Chw; bpl, ongebruikte mogelijkheden beperkt, artikel 15 Dienstenrichtlijn, beperking winkelvloeroppervlakte, evenredigheid, resterende exploitatiemogelijkheden, niet toestaan woningbouw op perceel, belangenafweging
In artikel 8.4 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze luidt als volgt: “Ter plaatse van de aanduiding ‘wetgevingszone – wijzigingsgebied’ kunnen burgemeester en wethouders het maximaal toegestane winkelvloeroppervlakte (wvo) van 12000 m2 verminderen tot maximaal 8000 m2, met dien verstande dat:
- het gebruik van een deel van het gebouw ten behoeve van detailhandel gedurende een periode van minimaal 3 jaar is gestaakt en
- een verleende, maar nog niet benutte, omgevingsvergunning voor het (ver)bouwen van een winkel voor dat deel van het gebouw is ingetrokken.”
De Afdeling is van oordeel dat de beperking van de toegestane oppervlakte aan detailhandel in artikel 8.1.1, aanhef en onder a, van de planregels voldoet aan het vereiste van evenredigheid in artikel 15, derde lid, onder c, van de Dienstenrichtlijn. De raad heeft deugdelijk onderbouwd dat deze beperking geschikt is om het hiervoor genoemde doel te bereiken en niet verder gaat dan nodig is. Het memo van BRO bevat daartoe een analyse met specifieke gegevens. In het memo is geconstateerd dat de leegstand in Heerlen-stad fors is. Volgens het memo staat 20,5% van de wvo leeg. Het betreft ruim 170 panden, met een totaal oppervlak van 32.500 m² wvo. Van dit leegstaande winkelvloeroppervlak ligt circa 86% in de binnenstad van Heerlen. (…)
Het betoog slaagt in zoverre niet.
Maar de Afdeling is van oordeel dat de wijzigingsbevoegdheid in artikel 8.4 van de planregels niet voldoet aan het vereiste van evenredigheid in artikel 15, derde lid, onder c, van de Dienstenrichtlijn. De raad heeft niet deugdelijk onderbouwd dat deze wijzigingsbevoegdheid geschikt is om het hiervoor genoemde doel te bereiken en niet verder gaat dan nodig is. In de Structuurvisie Ruimtelijke Economie Zuid-Limburg van december 2017 wordt op pagina 22 bij een boodschappencentrum een indicatieve omvang van 2.000 tot 8.000 m2 wvo genoemd. Dat is geen analyse met specifieke gegevens. Ook het memo van BRO bevat die analyse niet. De analyse in het memo van BRO is toegespitst op de beperking van maximaal 12.000 m2 wvo in artikel 8.1.1, aanhef en onder a, van de planregels en niet op de in de wijzigingsbevoegdheid genoemde 8.000 m2 wvo. In het memo wordt juist geconstateerd dat een winkelprogramma van maximaal 12.000 m² wvo voor winkelcentrum ‘t Loon goed aansluit bij het profiel van een wijkcentrum en het economisch draagvlak in Heerlen. Volgens het memo hebben wijkcentra op basis van de zogenoemde benchmark doorgaans minder dan 10.000 m² wvo winkelaanbod, maar is enige marge in het maximale programma aan detailhandel in winkelcentrum in ’t Loon te verantwoorden om eventuele dynamiek te kunnen opvangen.
Het betoog slaagt in zoverre.* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:711: Awb, Wro; planschade, vervallen tijdelijk planologisch voordeel, rapport STAB met taxatierapport, (Rb Den Haag 19/1813)
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling wordt geen tegemoetkoming in planschade toegekend bij het ongedaan maken van na de verwerving van een onroerende zaak genoten planologisch voordeel. In de schriftelijke uiteenzetting heeft het college een beroep gedaan op deze rechtspraak.
Bij uitspraak van 16 november 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:3295) heeft de Afdeling, ter verduidelijking van deze rechtspraak, overwogen dat bij het bepalen van een tegemoetkoming in planschade in beginsel geen rekening wordt gehouden met een voor de aanvrager, in vergelijking met het ten tijde van de verkrijging van de onroerende zaak geldende planologische regime, voordelige, na de datum van verwerving daarvan door de aanvrager in werking getreden, wijziging van het planologische regime, die ongedaan wordt gemaakt door het beweerdelijk schade veroorzakende besluit.
Het door [appellant] gestelde nadeel bestaat uit het vervallen van het met het bestemmingsplan 2 ontstane planologische voordeel van de uit te werken bestemmingen voor een bedrijvenpark of voor een groenzone en woondoeleinden van delen van de percelen. In zijn betoog is, gelet op het volgende, geen grond te vinden voor het oordeel dat in dit geval bij het bepalen van de tegemoetkoming in planschade ten onrechte geen rekening is gehouden met de gestelde schade als gevolg van dit nadeel.
Niet in geschil is dat [appellant] bij de aankoop van de percelen geen hogere prijs dan de marktwaarde voor gronden met een agrarische bestemming heeft betaald. Dat [appellant] de waardevermeerdering van delen van de percelen na de inwerkingtreding van bestemmingsplan 2 niet te gelde heeft gemaakt, door middel van de verkoop van de percelen, is geen reden om dit voordeel buiten beschouwing te laten. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat, naar hij heeft gesteld, maar het college gemotiveerd heeft betwist, de gemeente de verkoop heeft geblokkeerd. [appellant] had de percelen van de hand kunnen doen. Hij heeft er kennelijk voor gekozen om dat niet te doen. De gevolgen hiervan liggen in zijn risicosfeer.
* ABRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:714: Awb, Wro; planschade, transformatie verzoek nadeelcompensatie, artikel 6.1, vierde lid Wro, vijfjaarstermijn (Rb Noord-Holland 21/2132)
Naar het oordeel van de Afdeling heeft [appellant] aannemelijk gemaakt dat, mede gelet op de onduidelijkheid over de juridische grondslag van de vaststelling van het peil van de bouw van Bijduinhof op 3,42 m boven NAP, hij op 15 juni 2017 niet wist of redelijkerwijs kon weten dat dit peil mogelijk is gemaakt door het bestemmingsplan 2012. Verder is niet gebleken dat het college in de gegeven omstandigheden als gevolg van het verlopen van de vijfjaarstermijn wegens bewijsproblemen of andere problemen niet meer in staat is om de aanvraag adequaat te beoordelen. Dat brengt met zich dat het beroep van het college op de vijfjaarstermijn in dit uitzonderlijke geval onaanvaardbaar is en dat het college de aanvraag om tegemoetkoming in planschade als gevolg van het bestemmingsplan 2012 ten onrechte op grond van artikel 6.1, vierde lid, van de Wro heeft afgewezen.
* Rechtbank Rotterdam 17 februari 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:1148: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, twee windturbines, MER, normen uit Activiteitenbesluit, Delfzijl-uitspraak
Volgens eisers volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 30 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1395, dat de windturbinenormen voor geluid, slagschaduw en veiligheid uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling milieubeheer niet mogen worden toegepast zolang daarvoor geen plan-MER is gemaakt.
Het college betoogt dat uit de uitspraak van de Afdeling niet volgt dat de normen uit het Activiteitenbesluit in dit geval onverbindend zijn. Dat geldt alleen in het geval van een windturbinepark van drie of meer windturbines.
Bij de beoordeling van de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de binnenplanse afwijking en bij de toetsing aan artikel 15.2 van de planregels is het college uitgegaan van de normen voor geluid, slagschaduw en veiligheid uit het Activiteitenbesluit. Het college wijst er terecht op dat deze normen volgens de uitspraak van de Afdeling van 30 juni 2021 niet in algemene zin onverbindend zijn, maar alleen buiten toepassing moeten worden gelaten voor windturbineparken van drie of meer windturbines. In dit geval gaat het slechts om twee windturbines, zodat het college kon uitgaan van de normen uit het Activiteitenbesluit. De beroepsgrond slaagt niet.
* Rechtbank Midden-Nederland 17 februari 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:627: Awb, Wabo; intrekking vergunning, windturbinepark, Nevele-arrest, Delfzijl-uitspraak, Tijdelijke overbruggingsregeling windturbineparken, SMB-richtlijn
Anders dan het college en SwifterwinT – en in afwijking van het oordeel van de rechtbank Oost-Brabant – oordeelt de rechtbank dat er in deze situatie onder omstandigheden een Unierechtelijke verplichting kán bestaan om een eerder voor een windpark verleende en in rechte vaststaande omgevingsvergunning op te schorten of in te trekken. Dat is aan de orde als het opschorten of intrekken van een vergunning moet worden aangemerkt als “noodzakelijke bijzondere maatregel” om de onwettige gevolgen van de schending van het Unierecht ongedaan te maken, in de zin van overweging 82 van het Nevele-arrest. In overweging 83 van dat arrest wordt die maatregel nadrukkelijk genoemd. Uit de bewoordingen van het Hof van Justitie moet worden afgeleid dat het opschorten of intrekken van een vergunning een maatregel is die, al dan niet tijdelijk, kan worden getroffen naast het opschorten of nietig verklaren van de windturbinebepalingen zelf.
De tijdelijke overbruggingsregeling is in strijd met de SMB-richtlijn
(…) De regering heeft als reactie in de toelichting bij de regeling gesteld dat de tijdelijke overbruggingsregeling niet beoogt om een kaderstellend karakter te hebben, zodat de regeling geen plan of programma als bedoeld in de SMB-richtlijn is en er dus geen plan-MER hoeft te worden verricht.
De rechtbank oordeelt dat het standpunt van de regering onjuist is. In overweging 43 van de Delfzijl-uitspraak heeft de Afdeling (bestuursrechtspraak) overwogen dat er bij de vraag of iets een kader vormt voor de toekenning van toekomstige vergunningen geen doorslaggevende betekenis kan toekomen aan het gegeven nationaalrechtelijke juridische kader, vanwege de Unierechtelijke duiding die het Hof van Justitie hieraan heeft gegeven in het Nevele-arrest. De Afdeling heeft geoordeeld dat het feit dat de windturbinebepalingen naar nationaal recht geen wettelijk toetsingskader vormen voor de vaststelling van bestemmingsplannen voor windturbineparken niet bepalend is. De Afdeling stelt verder vast dat de windturbinebepalingen voor de vaststelling van bestemmingsplannen weliswaar niet een wettelijk voorgeschreven toetsingskader zijn, maar dat deze bepalingen de planwetgever beperken. Het gaat er daarbij om dat het die planwetgever niet is toegestaan om bestemmingsplannen vast te stellen waarvan realisatie zich niet verdraagt met de windturbinebepalingen: de uitvoerbaarheid van het plan is dan namelijk niet verzekerd. Al daarom zijn de windturbinebepalingen naar het oordeel van de Afdeling relevant voor toekomstige vergunningen in de zin van de SMB-richtlijn.
Deze overwegingen gelden ook voor de normen uit de tijdelijke overbruggingsregeling. Sinds de inwerkingtreding van die regeling hebben die normen immers de functie van de windturbinebepalingen overgenomen en zolang de regeling geldt, beperken zij de planwetgever net zo goed. Dat dit door de regering niet wordt beoogd, kan aan het oordeel van de Afdeling, dat weer is gebaseerd op het oordeel van het Hof van Justitie, niet afdoen. De rechtbank is daarom van oordeel dat de tijdelijke overbruggingsregeling in strijd is met de SMB-richtlijn, omdat voor de daarin opgenomen normen geen milieubeoordeling is verricht. Het college kan in zoverre daarom niet naar deze regeling verwijzen als doeltreffende maatregel om alsnog te motiveren dat de omgevingsvergunningen van Windplan Blauw niet hoeven te worden opgeschort of ingetrokken.
* Rechtbank Oost-Brabant 15 februari 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:602: Awb, Wnb: natuurvergunning, houtpelletgestookte biomassaverbrandingsinstallatie en hete-oliefornuis, één project, intern salderen, bestaande rechten, niet gebruikte natuurvergunning
Volgens de rechtbank maakt de BVI geen onderdeel uit van het project SABIC. SABIC heeft de BVI namelijk niet nodig om te voorzien in de benodigde stoom voor de installaties binnen haar project. Er zijn andere manieren om hierin te voorzien, waaronder de huidige aanwezige Cogen2-installatie die bovendien feitelijk veel minder stikstof uitstoot. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het de uitdrukkelijke bedoeling van SABIC is om beide installaties naast elkaar in werking te hebben in de situatie dat de BVI wordt opgestart en (naar de rechtbank aanneemt) wordt uitgeprobeerd, omdat SABIC de zekerheid moet hebben dat zij de benodigde hoeveelheid stoom kan betrekken. Daarnaast zijn andere methodes van stoomopwekking (via een elektrische installatie of waterstof gestookte installatie) niet onmogelijk. De BVI wordt ook gebruikt om te voorzien in de behoefte aan stoom van een ander bedrijf, namelijk Cargill. Hieruit leidt de rechtbank af dat SABIC dus niet de volledige capaciteit van de BVI nodig heeft. De rechtbank ziet verder dat er een zekere ruimtelijke scheiding is tussen de BVI en de overige installaties van SABIC. Anders dan de thans aanwezige Cogen2-installatie zal de BVI op enige afstand komen te liggen van de installaties van SABIC. De rechtbank is daarom van oordeel dat de BVI niet onlosmakelijk samenhangt met SABIC en dat de BVI en de huidige installaties van SABIC niet één project in de zin van de Wet natuurbescherming vormen.
De BVI is wel voorzien op een plek binnen de grenzen van de inrichting van SABIC (zoals vergund in de revisievergunning van 2002). De locatie van de BVI ligt binnen de rood omlijnde begrenzing van het in 2016 vergunde project. Omdat sprake van een ander project kan er volgens de rechtbank desondanks niet intern worden gesaldeerd met de natuurvergunning uit 2016. Wel zou door middel van externe saldering een natuurvergunning kunnen worden verleend. Het college heeft externe saldering niet ten grondslag gelegd aan het bestreden besluit en dus ook niet onderbouwd dat externe saldering in overeenstemming is met de regels over externe saldering in artikel 2.7 van de Beleidsregel. Deze beroepsgrond slaagt en het bestreden besluit is genomen in strijd met artikel 2.7, tweede en derde lid, van de Wnb.
(…)
De rechtbank Oost-Brabant is van oordeel dat alleen mag worden vergeleken met bestaande rechten die daadwerkelijk worden gebruikt of kunnen worden gebruikt zonder dat hier een nieuwe omgevings- of natuurvergunning voor nodig is. ‘Bestaande rechten’ die je niet zomaar kunt gebruiken zonder een toestemming, mag je alleen gebruiken als je aantoont dat Natura 2000-gebieden door de verandering van het project niet (verder) in de problemen komen en de herstelmaatregelen die worden getroffen om Natura 2000-gebieden te redden niet voor niets zijn. De gevolgen van het gebruik van die ‘bestaande rechten’ voor Natura 2000-gebieden zijn immers nooit passend (ecologisch) beoordeeld, niet bij de aanwijzing van het gebied en ook niet daarna. Als het is niet is onderzocht, weet je ook niet wat er gebeurt als er wel daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van die slapende ‘bestaande rechten’. Deze onderzoeksplicht volgt niet uit de Wnb maar wel uit artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn en de rechtspraak van het HvJ EU. Anders is het dweilen met de kraan open en wordt iedere vorm van herstel van de natuur belemmerd door de feitelijke toename met nieuwe stikstofdeposities zonder dat we weten wat de gevolgen zijn.
(…)
De rechtbank concludeert het volgende: SABIC maakt al langere tijd geen volledig gebruik van haar natuurvergunning uit 2016 en de daarin genoemde emissieruimte. De Cogen2 heeft al jarenlang een stikstofemissie van (maximaal) 40.000 kg per jaar. Nu vraagt SABIC een natuurvergunning voor een andere installatie met een veel hogere stikstofemissie van 110.250 kg per jaar en een ammoniakemissie van 3.308 kg per jaar met een beroep op haar bestaande rechten. Dit kan volgens de rechtbank niet om de volgende redenen:
– In de natuurvergunning uit 2016 is de stikstofemissieruimte verkeerd bepaald.
– Als SABIC de natuurvergunning uit 2016 volledig wil gaan gebruiken, heeft zij een nieuwe omgevingsvergunning nodig.
– De gevolgen van de stikstofdepositie vanwege SABIC voor de omliggende Natura 2000-gebieden zijn nooit onderzocht.
– Het college heeft meerdere mogelijkheden en voldoende aanleiding om de ‘bestaande rechten’ van SABIC in te perken tot de feitelijke emissies van SABIC.
– Het college kan dit niet rechtbreien met een verwijzing naar haar stikstofmaatregelen in de BOS [Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof] omdat die niet effectief zijn en omdat het onlogisch is dat anderen maatregelen moeten treffen en SABIC niet.
* Rechtbank Limburg 10 februari 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:1039: Awb, Wabo; intrekking omgevingsvergunning bouwen, bevoegdheid, vertrouwensbeginsel, motivering
Uit het voorgaande volgt dat eiser op grond van de e-mail van 21 september 2017 en de brief van 7 augustus 2019 erop heeft mogen vertrouwen dat verweerder niet tot intrekking van de omgevings(bouw)vergunning zou overgaan. Het feit dat tot begin oktober 2019 geruime tijd geen bouwwerkzaamheden hebben plaatsgevonden doet daaraan niets af. Door de e-mail van 15 oktober 2019 kon eiser er echter vanaf dat moment niet meer (zonder meer) van uitgaan dat de bouwvergunning niet zou worden ingetrokken.
Samenvattingen van jurisprudentie op STAB-site
Op de website van STAB wordt recente jurisprudentie ook samengevat.
De volgende uitspraken zijn deze week nieuw geplaatst:
ABRvS 1 februari 2023 Planschade, normaal maatschappelijk risico, gelijkheidsbeginsel, uitwerkingsplan versus bestemmingsplan, inbreiding versus uitbreiding
Rb Gelderland 24 januari 2023 Verzoek om intrekking Wnb-vergunning, toetsing aan de hand van criteria uit Logtsebaan-uitspraak
ABRvS 1 februari 2023 Bestemmingsplan, stiltegebied, belangenafweging