Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht

# ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1299: Awb, Tracéwet; tracébesluit A12/A15 Ressen-Oudbroeken, AERIUS Calculator, rekenafstand, 25 km, rekenmodel SRM2+, combinatie twee modellen, depletie, depositiesnelheid, commissie Hordijk, Gaussisch pluimmodel, validatie, onzekerheid, Hrl, buiten 25 km/instandhoudings- en passende maatregelen tussenuitspraak na tussenuitspraak
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1331: Awb; schadevergoeding, overschrijding redelijke termijn, EVRM, bestemmingsplan “Motorcrossterrein De Prikkedam”
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1351: Awb, Wabo, Gmw; afwijzing handhavingsverzoek, overkapping, geen omgevingsvergunning, uitleg bpl, gemetselde muren, fundering, eerdere last (Rb Oost-Brabant 19/283 en 19/332)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1336: Awb, Wm; bezwaar overbrenging afvalstoffen, EVOA, kathodestraalbuizen (Cathode Ray Tubes), beeldbuizen/televisietoestellen, loodgehalte, fluorescentiepoeder, 30-dagentermijn, stangenzeef/vergunde situatie, Regeling AEEA, passende verwerking, Kra, CENELEC Standard, Wm, Bbk, schermglas/gevaarlijke afvalstof, betonblokken, einde-afvalstatus, bedrijfsafvalstoffen, BRL 5070 en BRL 9322, nuttige toepassing/verwijdering, LAP3, sectorplan 71
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1337: Awb, Wro; afwijzing tegemoetkoming in planschade, directe schade, uit te werken bestemming, taxatie, complexwaardemethode, Onteigeningswet, vergelijkingstransacties, redelijke verwachting/uit te werken bestemming, kosten bodemsanering, sloopkosten (Rb Oost-Brabant 18/1735)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1337: Awb, Wro; bpl, exploitatieplan, woningbouw, recreatiegebied, motie, natuur, Natura 2000-gebied, stikstof, referentiesituatie, bemesting/reëel en aannemelijk uitgangspunt, verkeer/heersende verkeersbeeld, AERIUS Calculator, rekenmodel SRM2+/OPS, alternatief, luchtkwaliteit, soortenbescherming, das, vleermuizen, wezel, Rode Lijst-soorten
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1352: Awb, Wro; bpl, grootschalige detailhandel, verkoop motorbrandstoffen/LPG, beperking detailhandelsmogelijkheden, gemeentelijke visie, behoefte, verkeer en parkeren, externe veiligheid, personendichtheid, groepsrisico/plaatsgebonden risico, Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico, planregel/rechtszekerheid, tussenuitspraak na eerdere uitspraak
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1355: Awb, Wro; bpl, reparatieplan, agrarisch bedrijf, voeropslag, afmetingen differentiatievlak, tussenuitspraak
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1356: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, aanleggen, afwijken bpl en milieu, biologische pluimveehouderij, hoger beroepschrift/identiteit, vormverzuim, herstelmogelijkheid artikel 6:6 Awb, volksgezondheid, endotoxinen, VGO-onderzoeken, GGD, MER/geen algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten (Rb Gelderland 19/5025)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1357: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, aanleggen, afwijken bpl en milieu, biologische pluimveehouderij, vogelgriep, voorschrift/biologische wijze houden kippen, biologische certificering, Skal (Rb Gelderland 19/5074)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1325: Awb, Wro; bpl, appartementen, maatschappelijke voorzieningen, spreekrecht raadsvergadering, strijd gemeentelijk beleid, welstandsnota, gemeentelijke Omgevingsvisie, bebouwing, parkeren, inrichting openbaar groen
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1359: Awb, Wbb; ernstige bodemverontreiniging, riool- en oppervlaktewater, PFAS/GenX, teflonpoeders, wettelijke grondslag, ernstige verontreiniging, Circulaire bodemsanering, interventiewaarden, noodzaak spoedige sanering, grondwatermonsters, analysemethoden/recente wetenschappelijke inzichten
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1347: Awb, Wro; bpl, centrum, bedrijventerrein, opslag consumentvuurwerk, evenementen, beleid/locatieprofielen, werken of werkzaamheden/planregeling rechtsonzeker, terrassen, definities, peil/maaiveld, parkeren/planregeling, afwijkingsbevoegdheden/parkeren en bouwregels, wijzigingsbevoegdheid/horeca, riolering, geluidsscherm, tussenuitspraak
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1372: Awb, Wro, Wabo; bpl, omgevingsvergunning, gecoördineerde voorbereiding, bouw- en tuinmarkt met drive-in en parkeerplaatsen, MER, m.e.r.-beoordeling, stedelijk ontwikkelingsproject, ladder voor duurzame verstedelijking, afbakening verzorgingsgebied, afstand/reistijd, harde plancapaciteit, kwalitatieve behoefte, provinciale verordening, gemeentelijk beleid, verkeersgeneratie, verkeersafwikkeling
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1365: Awb, Wro; bpl, twee vrijstaande woningen, ruimtelijke motieven, provinciale omgevingsverordening, gemeentelijk beleid, bouwen in buitengebied
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1345: Awb, Gmw; exploitatievergunning, APV, horecabedrijf met terras, bpl/horecacategorie, aanvraag/restaurant, definitie/innerlijk tegenstrijdig, verstrekken drank, woon- en leefklimaat, voorschriften vergunning (Rb Amsterdam 18/7289)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1368: Awb, Wabo, Gmw; gedeeltelijke afwijzing handhavingsverzoek, (recreatie)woning, bpl, permanente bewoning, recreatieve bewoning, vertrouwensbeginsel/evenredigheid (Rb Noord-Holland 19/2765)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1353: Awb, Wro; reactieve aanwijzing, bpl/hotel, strijd provinciale verordening/landelijk gebied, beschermen open landschap, ladder voor duurzame verstedelijking/Bro, bestaand stedelijk gebied, werkingsgebied landelijk gebied
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1333: Awb, Wro; bpl, vier woningen, bekendmaking/Wep, elektronische weg, behoefte, structuurvisie, gevolgen bomen/boomrapport, opvang hemelwater, maatregelen wateroverlast, overlast bouw/uitvoeringsaspecten, soortenbescherming, kartuizer anjer
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1334: Awb, Wro, Wabo; bpl, omgevingsvergunning, gecoördineerde voorbereiding, appartementen, ondergeschikt gebruik/normaal spraakgebruik, bouwvlak, provinciale verordening, alternatieven
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1350: Awb, Wro; bpl, bedrijventerrein, goede procesorde, ladder voor duurzame verstedelijking, onderzoeken, specifieke bedrijven/planologische mogelijkheden, provinciale verordening, stikstofonderzoek, afkapgrens 5 km, referentiesituatie, maximale planologische mogelijkheden, verkeer, tellingsmoment, kencijfers CROW, verkeersveiligheid, leefbaarheid
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1340: Awb, Wro; weigering omgevingsvergunning, bouwen en afwijken bpl, uitbreiding hotel, extra slaaprijtuig, stedenbouwkundige eenheid, verstoring zicht, groenstrook, erfpacht/gedoogverplichting/ondergrondse kabels, vertrouwensbeginsel (Rb Amsterdam 21/2142)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1358: Awb, Wro; wijzigingsplan, vakantiewoningen, botenstalling, multifunctionele ruimte, relativiteitsvereiste/Wnb, provinciale verordening, gevolgen weidevogels
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1342: Awb, Wro; afwijzing aanvraag tegemoetkoming in planschade, directe schade, waardevermindering/inkomensderving, vervallen mogelijkheid detailhandel, planvergelijking, verkoop motorbrandstoffen, proceskostenveroordeling/overschrijding redelijke termijn (Rb Rotterdam 19/6650)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1341: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, slopen woning/realiseren woning, hoofdgebouw, bijbehorende bouwwerken, uitleg bpl, monumenten- en welstandscommissie, cultuurhistorische en ruimtelijke waarden, redengevende omschrijving, judiciële lus (Rb Noord-Holland 20/4872)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1364: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, dakopbouw, schaduwhinder/bezonning, lichte TNO-norm, privacy, precedentwerking, alternatief (Rb Den Haag 21/8024)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1344 en ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1346: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, permanente bewoning, strijd bpl, gedeeltelijk herstel overtreding, evenredigheid (Rb Gelderland 20/2838 en Rb Gelderland 20/2836)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1298 en ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1366: Awb, Wbb; ernstige bodemverontreiniging, spoedige sanering, instemming (deel)saneringsplan, voornemen bouw woning, verkennend bodemonderzoek, wijzigingsmelding, saneringsdoelstelling, risico op verspreiding, grondkering
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1348: Awb, Wabo, Gmw; handhaving/dwangsom, invordering, recreatiewoning, permanente bewoning, medische omstandigheden/brief psychiater, gelijkheidsbeginsel/procedure last (Rb Limburg 21/2567)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1371: Awb, Waterwet, Chw; projectplan, dijkversterking, wijziging legger, hoogwaterbeschermingsprogramma, wettelijke norm hoogwaterveiligheid, alternatief, landschapsstructuur, inpassingsmaatregelen, vermindering vrij zicht, verkeersveiligheid, beschermingszone, beperking bouw- en gebruiksmogelijkheden
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1373: Awb, Wabo; omgevingsvergunning plaatsen hekwerk, twee poorten, verschoonbaarheid termijnoverschrijding/publicatie, beginsel van formele rechtskracht (Rb Oost-Brabant 21/199)
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1349: Awb, Wro, Wabo; bpl, omgevingsvergunning, gecoördineerde voorbereiding, brandweerpost, locatiekeuze, verkeer, verkeersveiligheid, geluid, parkeren, lichthinder/uitzicht, luchtkwaliteit, waardevermindering woningen
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1335: Awb, Wro; bpl, twee woongebouwen, woningen/kantoren, parkeren, verkeer, stikstof, privacy/uitzicht, geluid/VNG-brochure, hittestress/concreetheid inrichtingsplan, wateroverlast, MER, m.e.r.-beoordeling, tussenuitspraak
* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1338: Awb, Wvw 1994; verkeersbesluit, parkeerplaatsen, betaald parkeren, termijnoverschrijding/schadevergoeding, uitspraak na judiciële lus
* Conclusie staatsraad A-G 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1367: Awb, Wabo, Omgevingswet, Wro; hoger beroepen omgevingsvergunning, bouw woontorens, bestemmingsplan verbrede reikwijdte, omgevingsplan, toetsing vergunningprocedure, exceptieve toetsing, evidentiecriterium, toetsingsintensiteit, dynamische verwijzing, beleidsregel (Rb Den Haag 21/4800)
* Rechtbank Noord-Holland 5 april 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:3010: BW; verbod vaststellen regeling/anticiperend handhaven/exploitatiebeperking kort geding, verminderen aantal vliegtuigbewegingen, Schiphol, bestuursrechtelijke rechtsbescherming, EU-Geluidsverordening, balanced approach-procedure, ministeriële regeling/onmiskenbaar onverbindend
* Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 april 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:2796: BW; verklaring voor recht, gebod/verbod en veroordeling schadevergoeding, Didam-arrest, mededingingsruimte, vernietigbaarheid, Aanbestedingswet/aanbestedingsregels, onrechtmatig handelen, rechtsverwerking, staatssteun
* Rechtbank Noord-Nederland 31 maart 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1217: Awb, Wvw 1994; verkeersbesluit, verplaatsing bushaltes, advies deskundige, verkeersveiligheid
* Rechtbank Midden-Nederland 31 maart 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1388: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, uitleg bpl/ander woongebruik, bevindingen toezichthouders, onderlinge verbondenheid, overtreding, conclusie staatsraad advocaat-generaal, functioneel daderschap, evenredigheid, hoogte dwangsom
* Rechtbank Oost-Brabant 30 maart 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:1479: Awb, Wabo; vovo en kortsluiten, omgevingsvergunning afwijken bpl, semiopenbaar zwembad, hoorplicht, parkeerplaatsen/kap groen, beplantingsplan, geluid, Activiteitenbesluit milieubeheer, stemgeluid, vergunningvoorschriften/handhaafbaarheid, openstellingsrooster
* Rechtbank Noord-Holland 30 maart 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:2970: Awb, Wabo, Gmw; vovo en kortsluiten, handhaving, dwangsom, proeverijen, verkoop wijn/limonade, strijd bpl, uitleg bpl/kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, Bor, betaling, spijzen, detailhandel
* Rechtbank Overijssel 30 maart 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1152: Awb, Wabo; vovo, afwijzing handhavingsverzoek, campingterrein, spoedeisend belang, plaatsen/gebruik chalets, uitleg bpl, taalgebruik, systematiek planregels
* Rechtbank Overijssel 30 maart 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1153: Awb, Wnb; vovo, verzoek handhavend optreden, campingterrein, spoedeisend belang, stikstof, geluid, ecologische beoordeling, AERIUS-berekeningen, referentiedatum, vergunning Wet op de openluchtrecreatie (WOR), intern salderen, kwalificerende habitatsoorten, verstoringsgevoeligheid
* Rechtbank Gelderland 30 maart 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:1770: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning afwijken bpl, gebruik zelfstandige woning, goede procesorde, uitleg bpl/bijgebouw, begrip perceel/Bor, kadastrale/feitelijke situatie, verbinding openbare weg, Bouwbesluit, parkeerplekken, vertrouwensbeginsel, gelijkheidsbeginsel, fair play, evenredigheid, zorgvuldigheidsbeginsel
* Rechtbank Oost-Brabant 30 maart 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:1462: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning bouwen, afwijken bpl en milieu, hondenfokkerij, KI-station, uitleg bpl, onlosmakelijke samenhang, Bouwbesluit, artikel 2.21 Wabo
* Rechtbank Oost-Brabant 30 maart 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:1463: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, hondenfokkerij/strijd bpl, agrarisch bedrijf, bijzondere omstandigheden, voorlopige voorziening/dierenwelzijn, nieuwe verblijfplaats honden
* Rechtbank Gelderland 30 maart 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:1781: Awb, Wabo. Gmw; exploitatievergunning, omgevingsvergunning, bakkerij/ijssalon, uitleg aanvraag, terras, Van Dale, detailhandel, geluid laden en lossen, stemgeluid, Activiteitenbesluit milieubeheer, VNG-brochure, bevoegdheidsgebrek, APV
* Gerecht 29 maart 2023, ECLI:EU:T:2023:168: beslissing commissie, REACH-verordening, registratie, dimethylether, prenatale ontwikkelingstoxiciteit, reproductietoxiciteit, kennelijke beoordelingsfout, evenredigheid
* Rechtbank Noord-Holland 29 maart 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:2836: Awb, Wob; verzoek om openbaarmaking stukken, persoonlijke beleidsopvatting, milieu-informatie
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 29 maart 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2072: Awb, Wabo; omgevingsvergunning tijdelijke woonunit, procesbelang, toekomstige besluitvorming, proceskostenvergoeding
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 29 maart 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2075: Awb, Wabo; omgevingsvergunning uitvoeren werk of werkzaamheid, aanleggen voedselbos en poel, uitleg bpl/agrarische bodemexploitatie, artikel 2.21 Wabo
* Rechtbank Overijssel 29 maart 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1138 en Rechtbank Overijssel 29 maart 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1139: Awb, Wvw 1994; verkeersbesluiten, verkeersveiligheid, advies verkeersadviseur politie, advies adviescommissie, belangen eisers
* Rechtbank Gelderland 29 maart 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:1734: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, appartementengebouw, uitleg bpl/bouwperceel, overschrijding goot- en bouwhoogte, woon- en leefklimaat, aan- en uitzicht
* Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 28 maart 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:997: BW; nakoming koopovk, schadevergoeding, Woningwet/Bouwbesluit, aanvaarding, informatieplicht (Rb Oost-Brabant 363328)
* Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28 maart 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:2624: BW; onrechtmatige daad, besluitaansprakelijkheid, bpl, causaal verband, LOG, reconstructieplan (Rb Overijssel C/08/253946 / HA ZA 20-370)
* Rechtbank Overijssel 27 maart 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1129: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, windturbine, verstrekken stukken/meetgegevens, akoestisch onderzoek, metingen/geluidvermogen, windprofielen KNMI, laagfrequent geluid, windsnelheden, Wnb/gebieds- en soortenbescherming
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 24 maart 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2023: Awb, Wabo; niet tijdig beslissen bezwaar, intrekken omgevingsvergunning, belanghebbende, rechtsgeldige wijze verdagen, belang eisers
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 24 maart 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2002: Awb, Wabo; omgevingsvergunning afwijken bpl, kampeerterrein, standplaatsen, procesbelang, inbreuk eigendomsrecht, EVRM, IVBPR, overgangsrecht, overschrijding redelijke termijn/mediation
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 23 maart 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:1945: Awb, Wabo, Hvw, Gmw; afwijzing handhavingsverzoek, onzelfstandige wooneenheden, bpl, horen in bezwaar, omzettingsvergunning/verordening, plansystematiek, huishouden, voorbereiding besluit
* Rechtbank Midden-Nederland 23 maart 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1249: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, woning, maximale bebouwingsoppervlakte, inrit, uitleg bpl/aantal woningen, gebiedsaanduiding/grondwaterbeschermingsgebied, advies
beheerder grondwaterbeschermingsgebied
# Rechtbank Den Haag 22 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:3894 en Rechtbank Den Haag 22 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:3899: Awb, Chw, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, afwijken bpl en milieu, biomassacentrale, inrichting, nabijheid, voldoende onderlinge bindingen, MER, afvalstof, RIE, thermische capaciteit, milieueffecten/andere biomassacentrale, Chw/beroepsgronden, BREF afvalverbranding, registratieverplichting, vvgb, ladder voor duurzame verstedelijking, stof, geur, luchtkwaliteit
* Rechtbank Den Haag 22 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:3882: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, afwijken bpl en milieu, biomassacentrale, belanghebbende, zicht, afstand, gevolgen van enige betekenis,
* Rechtbank Den Haag 22 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:3887: Awb, Wabo; afwijzing verzoek intrekken verleende omgevingsvergunning bouwen, biomassacentrale, belanghebbende/ruimtelijke uitstraling, belangen vergunninghouder/aanzienlijke investeringen
#
Rechtbank Den Haag 22 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:3877: Awb, Wnb; afwijzing Wnb-vergunning, biomassacentrale, stikstofdepositie, wijziging van ondergeschikte aard, één project/onlosmakelijke samenhang, salderen bpl
* Rechtbank Den Haag 22 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:3872, Rechtbank Den Haag 22 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:3874 en Rechtbank Den Haag 22 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:3875: Awb; verzoek om proceskostenveroordeling, intrekking omgevingsvergunning
* Rechtbank Midden-Nederland 22 maart 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1244: BW; kort geding, koopovereenkomst monumentaal pand, Didam-arrest, gelijkheidsbeginsel, terugwerkende kracht, mededigingsruimte, nietigheid koopovk, factsheet ministerie BZK, verbod uitvoering geven ovk
* Rechtbank Den Haag 22 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:3725: Awb, Wabo; vovo, verzoek opheffen voorlopige voorziening, bouwen bijgebouw, nadere stukken, constructieve tekeningen en berekeningen, Bouwbesluit, belang vergunninghouder
* Rechtbank Den Haag 23 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:4298: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, aanvraag niet-ontvankelijk, vervangen schuur, procesbelang, aanvullen gegevens/bescheiden, van rechtswege verleend, dwangsom, vergoeding proceskosten
* Rechtbank Amsterdam 20 maart 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:1833: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, dakterras, evident privaatrechtelijke belemmering, artikel 5:50 BW, rechtstreeks zicht, zijdelings/schuin zicht, ondoorzichtig scherm/stedenbouwkundige bezwaren
* Rechtbank Amsterdam 20 maart 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:1834: Awb, Wabo; omgevingsvergunning afwijken bpl, dakterras, evident privaatrechtelijke belemmering, artikel 5:50 BW, rechtstreeks zicht, zijdelings/schuin zicht, voorziening wegnemen belemmering
* Rechtbank Den Haag 20 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:3753: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, bouwen en handelsreclame maken, twee reclame-uitingen, artikel 4:6 Awb, gelijkheidsbeginsel, redelijke eisen van welstand, welstandsnota/reclamenota
* Rechtbank Den Haag 17 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:3176: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, innemen ligplaats, duidelijkheid last, eis/Dienstenrichtlijn en Dienstenwet, overtreder, hoogte dwangsom, duur begunstigingstermijn
* Rechtbank Midden-Nederland 16 maart 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1153: Awb, Wm; vovo en kortsluiten, handhaving, invordering, sportschool, geluid, Activiteitenbesluit milieubeheer, geluidmeting, uitleg last, bijzondere omstandigheden, treffen maatregelen, financiële situatie
* Rechtbank Den Haag 15 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:3473: Awb, Wabo; afwijzing aanvraag omgevingsvergunning, bouwen bouwwerk en uitvoeren werk, kippenschuren, stallen, bpl, zichtlijnen/openheid, advies adviescommissie, agrarische bedrijfsvoering, motiveringsgebreken
* Rechtbank Midden-Nederland 2 maart 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1040: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning bouwen, verdiepen en vergroten kelder, strijd bpl, Bouwbesluit
* Rechtbank Midden-Nederland 2 maart 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1040: Awb, Wegenwet; verkeersbesluit, weigeren onttrekken openbaarheid/parkeerplaatsen, verkeersonderzoek, parkeerdruk, ongestoord gebruik eigendom
* Rechtbank Midden-Nederland 9 februari 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:492: Awb, Wabo, Gmw; opheffen last onder dwangsom, concreet zicht op legalisatie, ontwerp-omgevingsvergunning, verkrijgen rechtskracht/spuitzoneringsonderzoek
* Rechtbank Midden-Nederland 24 januari 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1003: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, nok- en goothoogte garage, Mor/voldoende gegevens, peil/afgewerkt maaiveld, meetpunt, meting nokhoogte, binnenplanse afwijkingsbevoegdheid
* Rechtbank Noord-Holland 24 januari 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:2490: Awb, Wabo; weigering afwijken bpl, beheerderswoning, ex nunc/ex tunc, strijd bpl, recreatieve bestemming park, beleidsregels, revitaliseringsplannen, gelijkheidsbeginsel, willekeur
* Rechtbank Midden-Nederland 24 januari 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1002: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning bouwen, gebouwde recreatiewoning met berging, ontvankelijkheid, aanvraag, aangevraagde maatvoering/gerealiseerde maten, wijzigen of aanvullen gegevens, beslissen op de aanvraag

 

# = betrokkenheid STAB

! = (nog) niet gepubliceerd

Bijzondere overwegingen

# ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1299: Awb, Tracéwet; tracébesluit A12/A15 Ressen-Oudbroeken, AERIUS Calculator, rekenafstand, 25 km, rekenmodel SRM2+, combinatie twee modellen, depletie, depositiesnelheid, commissie Hordijk, Gaussisch pluimmodel, validatie, onzekerheid, Hrl, buiten 25 km/instandhoudings- en passende maatregelen tussenuitspraak na tussenuitspraak
1.3. De Afdeling komt in deze tussenuitspraak tot de conclusie dat de minister de rekenafstand van 25 km mocht toepassen. De minister heeft, onder verwijzing naar rapporten van het RIVM, TNO en een expertoordeel, deugdelijk gemotiveerd dat 25 km de grens is waarbinnen met het rekenmodel OPS nog wetenschappelijk betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan over de depositie van een individuele bron. De minister kon op basis van die rapporten concluderen dat een berekende depositiebijdrage van een project op een detailniveau van een hectare op meer dan 25 km van de emissiebron niet meer redelijkerwijs toerekenbaar is aan het project. De toepassing van een rekenafstand die gebaseerd is op de beste wetenschappelijke kennis ter zake acht de Afdeling niet in strijd met artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn
1.4. De Afdeling licht in de uitspraak vervolgens toe wat de toepassing van de rekenafstand betekent voor de beoordeling van de gevolgen van deposities die buiten de rekenafstand plaatsvinden. De deposities die buiten 25 km plaatsvinden zijn onderdeel van de totale depositie in Nederland. De overheid is verantwoordelijk voor het treffen van instandhoudings- of passende maatregelen voor het behoud of het voorkomen van verslechtering van de kwaliteit van habitattypen en leefgebieden van soorten als gevolg van de totale deposities. Dat zijn verplichtingen die voortvloeien uit artikel 6, eerste en tweede lid, van de Habitatrichtlijn. De overheid moet daar invulling aan geven. De Wet natuurbescherming biedt daarvoor verschillende instrumenten. De deposities buiten 25 km worden door de rekenafstand dus niet betrokken in een voortoets of passende beoordeling van een plan of project en worden ook niet op een andere wijze bij de verlening van een toestemming voor een plan of project betrokken…………..
1.5. De Afdeling komt in deze uitspraak verder tot de conclusie dat de minister de stikstofberekeningen voor wegverkeer mocht uitvoeren met de versie van SRM2+ die ten tijde van het TB2021 gold. De minister heeft onder verwijzing naar notities en rapporten van het RIVM en TNO deugdelijk gemotiveerd dat die versie van SRM2+ is gebaseerd op de beste wetenschappelijke kennis ter zake………

*
ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1336: Awb, Wm; bezwaar overbrenging afvalstoffen, EVOA, kathodestraalbuizen (Cathode Ray Tubes), beeldbuizen/televisietoestellen, loodgehalte, fluorescentiepoeder, 30-dagentermijn, stangenzeef/vergunde situatie, Regeling AEEA, passende verwerking, Kra, CENELEC Standard, Wm, Bbk, schermglas/gevaarlijke afvalstof, betonblokken, einde-afvalstatus, bedrijfsafvalstoffen, BRL 5070 en BRL 9322, nuttige toepassing/verwijdering, LAP3, sectorplan 71
2.2.    Ter zitting betoogde [appellante] dat, als de 30-dagen termijn is verstreken zonder dat een besluit is genomen over de geplande overbrenging, de bevoegde autoriteit van bestemming nog steeds verplicht is om een besluit te nemen. Dat besluit kan volgens [appellante] in dat geval uitsluitend een toestemming voor de geplande overbrenging inhouden. De Afdeling gaat hierin niet mee. Uit de tekst en de systematiek van de EVOA kan niet worden afgeleid dat de bevoegde autoriteit van bestemming na het ongebruikt verstrijken van de 30-dagen termijn verplicht is om toestemming te verlenen voor de geplande overbrenging. Een dergelijk gevolg is bovendien niet verenigbaar met de bedoeling van de Uniewetgever. De Afdeling wijst in dat verband op overweging 14 van de Preambule van de EVOA, waarin het belang van toezicht en controle is benadrukt. Verder volgt daaruit dat de bevoegde autoriteiten alle nodige maatregelen moeten kunnen treffen ter bescherming van de gezondheid van de mens en het milieu en daarom de mogelijkheid moeten krijgen bezwaar te maken tegen de overbrenging. Verplichte schriftelijke toestemming wegens overschrijding van de termijn voor het maken van bezwaar zou daaraan afbreuk doen.
15.1  ……..De Afdeling volgt [appellante] niet in haar betoog dat de aanwezigheid van bariumoxide en strontiumoxide in het schermglas niet relevant is voor de kwalificatie als gevaarlijke afvalstof. Weliswaar zijn deze stoffen niet opgenomen in de lijst van geharmoniseerde indeling en etikettering van gevaarlijke stoffen in tabel 3 van deel 3 van bijlage VI bij de CLP-verordening, maar de staatssecretaris heeft er terecht op gewezen dat deze stoffen op basis van zogenoemde zelfclassificatie toch moeten worden betrokken bij het bepalen van de gevaarlijke eigenschappen van het schermglas. De Afdeling wijst in dat verband op artikel 4, derde lid, van de CLP-verordening, en de Mededeling van de Commissie – Technische richtsnoeren voor de indeling van afvalstoffen (2018/C 124/01). In de RIVM-notitie is uitgegaan van de gevarenaanduidingen van bariumoxide en strontiumoxide die zijn opgenomen op de zogenoemde I&E-inventaris op de website van het Europees Agentschap voor chemische stoffen. [appellante] heeft de uitgangspunten en berekeningen in de RIVM-notitie voor het overige niet bestreden. De Afdeling gaat er daarom van uit dat het schermglas een gevaarlijke afvalstof is als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wm.
15.2. Het voorgaande betekent echter niet zonder meer dat [appellante] in strijd handelt met artikel 10.54, eerste lid, van de Wm. Daarvoor is allereerst van belang dat in artikel 18, tweede lid, van de Kaderrichtlijn een uitzondering is opgenomen op het verbod in het eerste lid op het mengen van gevaarlijke afvalstoffen. Eén van de voorwaarden voor die uitzondering komt erop neer dat het mengen is toegestaan krachtens een omgevingsvergunning. Vast staat dat het schermglas in de inrichting van [appellante] in Helmond wordt gemengd met andere stoffen om de betonblokken te maken, en dat zij daarvoor een omgevingsvergunning heeft. De staatssecretaris heeft niet onderbouwd dat [appellante] niet voldoet aan de overige voorwaarden in artikel 18, tweede lid, van de Kaderrichtlijn. Mede gelet op artikel 10.54a, tweede lid, van de Wm, kan de staatssecretaris niet worden gevolgd in zijn standpunt dat het schermglas niet mag worden gemengd.
22.1.  De Afdeling is van oordeel dat de geplande overbrengingen zijn bestemd voor nuttige toepassing in de zin van artikel 1.1, eerste lid, van de Wm, en niet voor verwijdering. Het CRT-glas wordt immers overgebracht om het schermglas terug te winnen. Deze afvalstof dient een nuttig doel door andere materialen (zand en grind) te vervangen om de betonblokken te maken. Zoals aangegeven op de kennisgevingen, vallen de beoogde handelingen met het CRT-glas onder code R5 in bijlage II bij de Kaderrichtlijn. Uit het arrest Sita EcoService Nederland B.V volgt dat de eerste handeling met de afvalstoffen – in dit geval het breken en scheiden van het CRT-glas met het oog op de nuttige toepassing van het schermglas in betonblokken – bepalend is voor de kwalificatie als nuttige toepassing of als verwijdering. Dat dit arrest is gewezen ten tijde van de voorgangers van de huidige EVOA en de huidige Kaderrichtlijn, betekent anders dan de staatssecretaris ter zitting stelde niet dat dit arrest niet meer van toepassing is. Aangezien de eerste handeling als nuttige toepassing moet worden gekwalificeerd, laat de Afdeling in het midden of de vervolgstappen voor de verwerking van het schermglas en het trechterglas moeten worden aangemerkt als nuttige toepassing.…….. De Afdeling merkt daarbij op dat, als de toepassing van schermglas in betonblokken in strijd is met (bijvoorbeeld) nationale wetgeving inzake milieubescherming, bezwaar tegen de geplande overbrengingen kan worden gemaakt op grond van artikel 12, eerste lid, onder b, van de EVOA. Zoals onder 17.3 is overwogen, heeft de staatssecretaris die bezwaargrond terecht aan de bestreden besluiten 1 en 2 ten grondslag gelegd vanwege de strijd met artikel 18, eerste lid, van het Bbk, in samenhang gelezen met BRL 9322. Dit maakt echter niet dat de overbrenging bestemd is voor verwijdering. De conclusie is dat de staatssecretaris ten onrechte aan de bestreden besluiten 1, 2 en 3 ten grondslag heeft gelegd dat de overbrengingen bestemd zijn voor verwijdering en niet voor nuttige toepassing. Het betoog is terecht voorgedragen.

* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1337: Awb, Wro; afwijzing tegemoetkoming in planschade, directe schade, uit te werken bestemming, taxatie, complexwaardemethode, Onteigeningswet, vergelijkingstransacties, redelijke verwachting/uit te werken bestemming, kosten bodemsanering, sloopkosten (Rb Oost-Brabant 18/1735)
13.2.  In een planschadegeschil is artikel 40d van de onteigeningswet niet van toepassing. In de Wro is ook niet bepaald dat planschade wordt vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 40d van de onteigeningswet. Bij het bepalen van de waarde van een onroerende zaak onder het oude planologische regime is in een planschadegeschil maatgevend welke prijs een redelijk denkend en handelend koper op de peildatum voor deze onroerende zaak zou hebben gebonden. Gelet daarop valt, zonder nadere toelichting, niet in te zien dat de uit de eigen aard van het onteigeningsrecht voortvloeiende correcties op de werkelijke waarde, als bedoeld in de artikelen 40c tot en met 40f van de onteigeningswet, in dit geval bij de begroting van de omvang van geleden planschade per de daarvoor relevante peildatum zouden moeten worden toegepast. Aangezien deze toelichting in het nader advies van de SAOZ van 5 december 2019 niet is gegeven, valt niet in te zien dat een redelijk denkend en handelend koper in dit geval op de peildatum voor gronden met een lucratieve uit te werken bestemming voor bedrijfsdoeleinden dezelfde prijs zou betalen als voor gronden met een niet-lucratieve bestemming voor groendoeleinden. De rechtbank is terecht tot hetzelfde oordeel gekomen………..
13.3.  Ter voorlichting van partijen en de rechtspraktijk merkt de Afdeling nog  het volgende op. Het vorenstaande laat onverlet dat bij de taxatie van een perceel in het kader van de begroting van planschade onder omstandigheden mee kan wegen dat dit perceel op de peildatum nog niet of niet geheel technisch bouwrijp is en dat de (toekomstige) daadwerkelijke rendabele exploitatie ervan mede afhankelijk zal zijn van voorzieningen van openbaar nut die, deels op andere percelen, nog moeten worden aangelegd. In dat geval zal de taxateur dat echter op andere wijze tot uitdrukking moeten laten komen in de taxatie van de werkelijke waarde van het perceel op de peildatum, als onderdeel van de planschadetaxatie, dan door de enkele verwijzing naar de onteigeningsrechtelijke complexbenadering.

* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1359: Awb, Wbb; ernstige bodemverontreiniging, riool- en oppervlaktewater, PFAS/GenX, teflonpoeders, wettelijke grondslag, ernstige verontreiniging, Circulaire bodemsanering, interventiewaarden, noodzaak spoedige sanering, grondwatermonsters, analysemethoden/recente wetenschappelijke inzichten
2.1. Het college heeft, op grond van artikel 37, vijfde lid, gelezen in samenhang met artikel 55b, eerste lid, van de Wbb Custom Powders, als eigenaar van de locatie, verplicht de bodem te saneren. Uit de geschiedenis en totstandkoming van de Wbb (zie de door partijen aangehaalde kamerstukken II, 1989/90, 21556, nr. 3, p. 42, 1991/92, 21556, nr. 14, p. 25 en 2003/04, 29462, nr. 3, p. 9), noch uit de systematiek van deze wet volgt dat het college in alle gevallen van verontreinigingen van ná 1986 uitsluitend toepassing mag geven aan artikel 13 van de Wbb. Dat het voor de toepassing van artikelen 29 en 37 van de Wbb relevant is wanneer de verontreiniging is ontstaan, blijkt daaruit ook niet. Uit de door Custom Powders aangehaalde uitspraak van de Afdeling van 9 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1247, volgt dat, om als historische verontreiniging te worden aangemerkt, de verontreiniging (in ieder geval ten dele) moet zijn ontstaan in de periode voorafgaand aan 1987. Uit deze uitspraak en de eveneens door Custom Powders aangehaalde uitspraak van de Afdeling van 4 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:669, kan verder worden afgeleid dat artikel 13 van de Wbb niet kan worden toegepast bij verontreinigingen die vóór 1987 zijn ontstaan. Vóór 1987 bestond de verplichting als bedoeld in artikel 13 namelijk niet, zodat het in strijd met de rechtszekerheid zou zijn om dat artikel op verontreinigingen van daarvoor toe te passen. Deze uitspraken gaan over de vraag wanneer artikel 13 van de Wbb mag worden toegepast en niet over de vraag wanneer artikel 37 van de Wbb mag worden toegepast. Ook betekenen deze uitspraken niet dat bij verontreinigingen van ná 1986 uitsluitend toepassing mag worden gegeven aan artikel 13 van de Wbb en niet aan de artikelen 29 en 37 van de Wbb. Voor verontreinigingen van na 1986 kunnen zowel artikel 13 als artikel 37 worden toegepast, waarbij van belang is dat artikel 13 alleen verplichtingen oplegt aan de vervuiler en artikel 37 een ruimer toepassingsbereik heeft en ook verplichtingen aan anderen kan opleggen. Dat is ook in deze zaak van belang omdat Custom Powders niet de overtreder van artikel 13 van de Wbb is, maar op grond van artikel 55b, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 37, vijfde lid, in haar hoedanigheid als eigenaar van de locatie, wel verantwoordelijk kan worden gesteld voor de sanering. Ook zijn de omvang en mate van verplichtingen die artikel 13 van de Wbb oplegt anders dan die op basis van artikel 37 van de Wbb kunnen worden opgelegd. Artikel 13 van de Wbb verschilt dus zowel wat betreft reikwijdte, als wat betreft de op grondslag daarvan op te leggen verplichtingen van de artikelen 29 en 37 van de Wbb, zodat toepassing van het ene artikel toepassing van de andere artikelen niet uitsluit.

* ABRvS 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1342: Awb, Wro; afwijzing aanvraag tegemoetkoming in planschade, directe schade, waardevermindering/inkomensderving, vervallen mogelijkheid detailhandel, planvergelijking, verkoop motorbrandstoffen, proceskostenveroordeling/overschrijding redelijke termijn (Rb Rotterdam 19/6650)
7.1. Bij arrest van 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:252, heeft de Hoge Raad onder 3.14.1 en 3.14.2 onder meer overwogen dat als de rechter het (hoger) beroep op zichzelf beschouwd ongegrond acht, maar wel een vergoeding voor immateriële schade wegens een overschrijding van de redelijke termijn toekent, er in het geval van voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten aanleiding is om op de voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht een veroordeling uit te spreken in de proceskosten van de belanghebbende. Als de bezwaar- en de beroepsfase tezamen zo lang hebben geduurd dat de redelijke termijn is overschreden en die overschrijding uitsluitend is toe te rekenen aan de rechter, zal de vergoeding van deze bedragen moeten plaatsvinden door de Staat der Nederlanden (het Ministerie van Justitie en Veiligheid), aldus dat arrest.
7.2. De Afdeling ziet geen aanleiding om in dit geval tot een ander oordeel te komen. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. [overledene] heeft immers kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek tot vergoeding van schade. Het betoog slaagt.

* Conclusie staatsraad A-G 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1367: Awb, Wabo, Omgevingswet, Wro; hoger beroepen omgevingsvergunning, bouw woontorens, bestemmingsplan verbrede reikwijdte, omgevingsplan, toetsing vergunningprocedure, exceptieve toetsing, evidentiecriterium, toetsingsintensiteit, dynamische verwijzing, beleidsregel (Rb Den Haag 21/4800)
10.     Gelet op het voorgaande concludeer ik over de aan mij voorgelegde vragen als volgt.
Voor het loslaten van het evidentiecriterium is gelet op de ratio achter dat criterium en de wijze waarop de toetsing in het vernietigingsberoep plaatsvindt, alleen aanleiding in het geval van de exceptieve toetsing van een planregel met daarin een dynamische verwijzing naar een posterieure planologische beleidsregel.
Feitelijke ontwikkelingen die passen binnen de grenzen van planregels met open normen, geven geen aanleiding om de toepassing van het evidentiecriterium los te laten. Het afschaffen van de actualisatieplicht maakt dat niet anders. De Wro voorziet in de mogelijkheid om de mate van detaillering van planregels, nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, via een verzoek tot herziening van het plan aan een rechtmatigheidstoets door de bestuursrechter te onderwerpen. Bij die toetsing geldt dezelfde toetsingsmaatstaf als bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Aannemelijk is dat deze mogelijkheid onder vigeur van de Omgevingswet blijft bestaan.
Beleidsregels kunnen alleen exceptief worden getoetst. Het is van belang om nauwkeurig vast te stellen of een beweerde onrechtmatigheid alleen de inhoud van de planologische beleidsregel betreft of ook de planregel waarin naar de desbetreffende beleidsregel is verwezen. Voor zover de beleidsregel fungeert als verlengde normstelling ten opzichte van de planregel, is een toetsingsmaatstaf die gelijk is aan de rechterlijke toetsing van een planregel, gerechtvaardigd………..
Bij de exceptieve toetsing van een planregel met daarin een dynamische verwijzing naar een posterieure beleidsregel, moet dezelfde toetsingsmaatstaf worden gehanteerd als in een vernietigingsberoep ten aanzien van dat type planregel wordt gehanteerd. Alleen dan wordt voorkomen dat door het vaststellen van een posterieure beleidsregel, een deel van de rechterlijke toetsing die in het vernietigingsberoep is geborgd, ontbreekt.

*
Rechtbank Oost-Brabant 30 maart 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:1462: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning bouwen, afwijken bpl en milieu, hondenfokkerij, KI-station, uitleg bpl, onlosmakelijke samenhang, Bouwbesluit, artikel 2.21 Wabo
10.5. Het college heeft geen toepassing gegeven aan artikel 2.21 van de Wabo, omdat volgens hem voor zowel de onderdelen van de aanvraag die betrekking hebben op de hondenfokkerij als de onderdelen van de aanvraag die betrekking hebben op de varkenstak een omgevingsvergunning noodzakelijk is voor het afwijken van het bestemmingsplan en voor het veranderen van een inrichting. De ene tak kan niet zonder de andere tak worden beoordeeld, aldus het college. De rechtbank kan het college in dit standpunt niet volgen. De aanvraag bestaat, voor zover bij bespreking van deze grond van belang, uit een hondenfokkerij en het wijzigen van de stallen 4 en 5 door het toevoegen van luchtwassers die worden gebruikt voor de varkenstak. Anders dan in de uitspraak van de Afdeling van 23 maart 2016 waar het college naar verwijst, zijn dit op zichzelf staande activiteiten. Deze zijn niet onlosmakelijk met elkaar verbonden in de zin van artikel 2.7 van de Wabo, omdat deze fysiek van elkaar te onderscheiden zijn. Het college heeft aan het feit dat de aanvraag bestaat uit de activiteiten a, c en e van artikel 2.1, eerste lid, van de Wabo, ten onrechte de conclusie verbonden dat de aangevraagde activiteiten onlosmakelijk met elkaar samenhangen. Anders dan het college tijdens de zitting heeft gesteld, is voor de uitleg van het begrip onlosmakelijke samenhang evenmin leidend of de diverse activiteiten waaruit de aanvraag bestaat, voor de beoordeling van de verschillende milieuaspecten niet los van elkaar kunnen worden beoordeeld. Nu het college dit niet heeft onderkend, is het bestreden besluit in zoverre in strijd met artikel 3:46 van de Awb niet voorzien van een deugdelijke motivering. Deze beroepsgrond slaagt.

* Rechtbank Amsterdam 20 maart 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:1833: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, dakterras, evident privaatrechtelijke belemmering, artikel 5:50 BW, rechtstreeks zicht, zijdelings/schuin zicht, ondoorzichtig scherm/stedenbouwkundige bezwaren
9. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling is voor het oordeel van de bestuursrechter dat een privaatrechtelijke belemmering aan de verlening in de weg staat, slechts aanleiding wanneer deze een evident karakter heeft. De burgerlijk rechter is immers de eerst aangewezene om de vraag te beantwoorden of een privaatrechtelijke belemmering in de weg staat aan de uitvoering van een activiteit. De bestuursrechter dient derhalve te toetsen of op grond van artikel 5:50 van het BW een evidente privaatrechtelijke belemmering moet worden aangenomen.4
12. ……..De rechtbank stelt vast dat uit zowel civielrechtelijke als bestuursrechtelijke rechtspraak, niet eenduidig is op te maken of een dergelijke zichtlijn moet worden opgevat als ‘rechtstreeks zicht’ of als ‘zijdelings/schuin zicht’. Onduidelijk is of alleen rechtdoor kijken (ooghoogte) onder ‘rechtstreeks zicht’ valt en naar beneden kijken altijd leidt tot ‘zijdelings/schuin zicht’. Verder wordt in de rechtspraak verschillend geoordeeld over het opleveren van een evident privaatrechtelijke belemmering, indien sprake is van ‘zijdelings/schuin zicht’ en of het uitmaakt dat vanaf de zijkant van het dakterras recht naar beneden op het naburige erf wordt gekeken. De rechtbank zoekt zoveel mogelijk aansluiting bij uitspraken van het hoogste bestuursrechtcollege, de Afdeling. Eiseres heeft gewezen op een uitspraak van de Afdeling van 22 april 20205. In die uitspraak stelt de Afdeling vast dat vanaf de korte zijde van het (in die zaak) gewenste balkon rechtstreeks zicht is op het naburige erf. Omdat de korte zijde van het balkon rechtstreeks uitkijkt op dat erf, volgt de Afdeling niet de stelling van het college dat er om een hoekje moet worden gekeken en een kwartslag moet worden gedraaid om zicht te hebben op het erf. De rechtbank is van oordeel dat zich hier een vergelijkbare situatie voordoet en sluit daarom bij deze uitspraak aan. Concreet betekent dit dat de rechtbank van oordeel is dat vanaf het dakterras rechtstreeks zicht is op de tuin van eiseres en dat daarom, in lijn met de uitspraak van de Afdeling van 22 april 2020, ook in dit geval sprake is van een evident privaatrechtelijke belemmering.

*
Rechtbank Midden-Nederland 24 januari 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1002: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning bouwen, gebouwde recreatiewoning met berging, ontvankelijkheid, aanvraag, aangevraagde maatvoering/gerealiseerde maten, wijzigen of aanvullen gegevens, beslissen op de aanvraag
4. De rechtbank stelt vast dat de aanvraag ziet op een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen.5De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft vaker overwogen dat in het stelsel van de Wabo alleen een beslissing over de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen mogelijk is op grond van een daartoe strekkende aanvraag. Uitgangspunt van de Wabo is dat het de aanvrager is die bepaalt voor welke activiteiten hij een aanvraag indient en dus wat de omvang van het project is.6 Voor het antwoord op de vraag welke maten het college bij de beoordeling van de aanvraag moest hanteren, is daarom de aanvraag en de daarin opgenomen maatvoering bepalend. Dit is niet anders voor een aanvraag om een omgevingsvergunning ter legalisering van een al uitgevoerd bouwplan.7
5. De rechtbank stelt vast dat uit de tekeningen behorende bij de aanvraag van 13 april 2021 is af te leiden dat de inhoud van de recreatiewoning met berging 245 m³ bedraagt, de goothoogte 3,345 meter en de bouwhoogte 5,35 meter. Deze maatvoering is daarmee de omvang van het bouwplan waarop de aanvraag ziet die het college had moeten beoordelen. Het college heeft de recreatiewoning met berging echter zelf opgemeten en in het controlerapport van 20 oktober 2021 geconcludeerd dat de opgegeven maatvoering in de tekeningen bij de aanvraag niet overeenkomt met de feitelijke situatie. Er bestond echter geen ruimte voor het college om af te wijken van de hoofdregel van de Wabo dat het college moet beslissen op een aanvraag. Of de gehanteerde maatvoering in de bouwtekening bij de aanvraag al dan niet in overeenstemming is met de werkelijke maten, is in het kader van de vergunningverlening niet van belang omdat, zoals gezegd, de aanvraag en de daarin gehanteerde maatvoering bepalend zijn. Ook het geschil tussen partijen over de hoogte van het maaiveld is om die reden niet relevant in het kader van de vergunningverlening. Als blijkt dat eiser in afwijking van de verleende omgevingsvergunning heeft gebouwd, dan is dat een kwestie van handhaving die in deze procedure niet aan de orde kan komen.
6. Om deze reden mocht het college ook alleen beoordelen of er voldoende gegevens en stukken bij de aanvraag waren ingediend om een besluit op de door eiser ingediende aanvraag te nemen. Het was niet aan het college om te beoordelen of een andersluidende aanvraag had moeten worden ingediend. Als het college van mening was dat de tekeningen bij de aanvraag niet juist waren, wat eiser ook niet ontkent, dan had het op de weg van het college gelegen om eiser te verzoeken zijn aanvraag te wijzigen of aan te vullen. Eiser heeft ter zitting aangegeven dat hij in de bezwaarfase een wijziging op de aanvraag heeft gedaan. De rechtbank heeft in het dossier geen gewijzigde aanvraag aangetroffen en gaat ervan uit dat eiser doelt op de door hem in bezwaar ingebrachte aangepaste tekening, die volgens hem wel de juiste maatvoering bevat. Als eiser zijn aanvraag had gewijzigd, had het college kunnen beoordelen of die aangepaste aanvraag een wijziging van ondergeschikte aard is. In dat geval had het college vervolgens de aangepaste bouwtekening bij de beoordeling van het bezwaar moeten betrekken. Op de zitting heeft het college toegelicht dat niet is uitgegaan van de maatvoering op de door eiser in bezwaar overgelegde tekening, omdat die maatvoering nog steeds afwijkt van de werkelijke maten zoals die uit het controlerapport van 20 oktober 2021 volgen. Deze feitelijke maatvoering was uiteindelijk leidend voor het college. Verder had het college er geen vertrouwen in dat eiser een nieuwe bouwtekening zou inbrengen die wel in overeenstemming zou zijn met de werkelijke maten. Dit is echter geen omstandigheid die bij de vergunningverlening in deze zaak een rol kan spelen. Zoals de rechtbank hiervoor al heeft overwogen, kan het college handhavend optreden tegen de feitelijke situatie als deze afwijkt van de aanvraag en dus ook als de feitelijke maatvoering ten onrechte niet als uitgangspunt is genomen.

# = betrokkenheid STAB

= (nog) niet gepubliceerd

Samenvattingen van jurisprudentie op STAB-site
Op de website van STAB wordt recente jurisprudentie ook samengevat.
De volgende uitspraken zijn deze week nieuw geplaatst:

Rb Den Haag 16 maart 2023, omgevingsvergunning milieu, voorwaarden voor ambtshalve wijziging, toepassen voorzorgsbeginsel, wetenschappelijke risico-evaluatie
ABRvS 15 maart 2023, planschade, nieuwe agrarische bedrijfsbebouwing nabij overbelaste stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden niet met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitgesloten
Rb Den Haag 17 februari 2023, verzoek maatwerkvoorschriften, kampvuur bij scoutingterrein, verbranden van afvalstoffen, houder, zich ontdoen van, Handreiking onbehandeld hout