Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1545: Awb, Wnb; goedkeuringsbesluit faunabeheerplan, gunstige staat van instandhouding (Rb Noord-Holland 18/2001 en 18/2049)
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1544: Awb, Wro; bestemminplannen, omgevingsvergunning, gecoördineerde voorbereiding, 8 vrijstaande woningen, planbegrenzing, parkeerbehoefte, uitvoerbaarheid, ruimtelijke samenhang, verkeersonderzoek, wegprofiel, voorwaardelijke verplichtingen, geluid
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1528: Awb, Wro; bpl. actualisatie planologisch regime, bouwhoogte, gebruiksmogelijkheden, hotels, bioscoopvestigingen
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1540: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, transformeren naar zelfstandige woningen, geldende bestemmingsplan (Rb Noord-Nederland 20/2235)
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1542: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, verwijderen monumentale plafonds, toevoegen onzelfstandige eenheden, inhoud last (Rb Noord-Nederland 20/1263)
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1541: Awb, Wabo; omgevingsvergunning kap, weigering eenstammige esdoorn, verlening meerstammige esdoorn, apv, afstand tot erfgrens, belangenafweging, belangenafwegingsformulier (Rb Den Haag 19/6022 en 19/6023)
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1532, ECLI:NL:RVS:2023:1530, ECLI:NL:RVS:2023:1527, ECLI:NL:RVS:2023:1531, ECLI:NL:RVS:2023:1533 en ECLI:NL:RVS:2023:1460: Awb, Wbb; verzoek handhaving, rubbergranulaat, infillmateriaal, kunstgrasveld, artikel 13 Wbb, preventieve zorgplicht
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1529: Awb, Wabo; verzoek handhaving, crossterrein, overtreding, omvang geding, verzoek om schadevergoeding (Rb Noord-Nederland 20/2366)
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1525: Awb, Wabo; handhaving, invordering dwangsom, asbesthoudende toepassingen, aanvang totaalsanering (Rb Den Haag 19/5900)
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1523: Awb, Wro; bpl, 44 woningen, structuurvisie, passend bij omgeving, flexibiliteit, gezondheidsrisico’s vanwege veehouderijen, houtopstand, wateroverlast, wadi, klimaatadaptieve maatregelen, verkeer, parkeren, dynamische verwijzing, tussenuitspraak
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1521: Awb, KEW; verzoek handhaving, kerncentrale, financiële zekerheid, nieuwe aanvraag
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1546: Awb, Wro; verzoek wijziging bpl, woontoren, voorwaarden voor bewoners
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1543: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, drie woningen, tijdelijkheid, goede ruimtelijke ordening, vertrouwensbeginsel, gelijkheidsbeginsel, evenredigheid (Rb Noord-Holland 20/6012)
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1539: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, 27 appartementen met garage, alternatief, evenredigheid (Rb Oost‑Brabant 21/1220)
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1547: Awb, Wnb; ontheffing, das, herinrichting spoordijk, andere bevredigende oplossing, noodzaak
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1526: Awb, Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden: niet aanwijzen zwemwaterlocatie, besluit water winningsplas (Rb Oost-Brabant 21/979)
* ABRvS 19 april 2023 : Awb, TwG; mijnbouwschade, waardedaling, methode van Atlas, bevingsindicator, adresniveau (Rb Noord-Nederland 21/3043)
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1524: Awb, Wabo; handhaving, invordering dwangsom, horecabedrijf, overschrijding geluidnorm, controlerapport (Rb Amsterdam 21/3516)
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1538: Awb, Wro; bpl, 20 appartementen, uitzicht, parkeren,
* ABRvS 18 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1505: Awb, Wro; vovo, bpl verbrede reikwijdte, geluidsregels, inperking gebruiksmogelijkheden, opheffing geluidzone, geluidruimte, evenementen, belangenafweging
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 18 april 2023, ECLI:NL:CBB:2023:195: Awb, Wet Dieren, Transportverordening; boetes, pluimveebedrijf, vangletsel, rapporten NVWA, overtreding, methode vaststellen, matiging, redelijke termijn (Rb Rotterdam 19/6450, 19/6451, 19/6452, 19/6453, 19/6455 en 19/6456)
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 18 april 2023, ECLI:NL:CBB:2023:194: Awb, Wet Dieren, Transportverordening; boetes, slachthuis vangletsel, rapporten NVWA, overtreding, methode vaststellen, matiging, redelijke termijn (Rb Rotterdam 20/2040)
* Rechtbank Midden-Nederland 17 april 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1716: Awb, Participatiewet; weigering energietoeslag, beleidsregel, studenten, discriminatieverbod, legitimiteit, doelmatigheid, proportionaliteit
* ABRvS 14 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1471: Awb, Wro; vovo, bpl, 49 woningen, ladder voor suurzame verstedelijking, rapport Rigo, schorsing
* ABRvS 14 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1470: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning afwijken bpl, nieuwbouw zorgwoningen, parkeren, welstand (Rb Midden-Nederland 22/1448)
* Rechtbank Oost-Brabant 14 april 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:1630: Awb, Wegenwet; onttrekking aan openbaarheid, advies
* Rechtbank Noord-Nederland 14 april 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1535: Awb, Wabo; vovo, handhaving, bouwstop, last onder dwangsom, onderscheid vergunningvrij
* Rechtbank Midden-Nederland 14 april 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1754: Awb, Wnb; natuurvergunning, extern salderen, melkveebedrijf, bedrijfswijziging, twee projecten, beleidsregels salderen, mitigerende maatregel, noodzaak passende maatregel
* Rechtbank Midden-Nederland 14 april 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1714: Awb, Wnb; positieve weigering, intern salderen, varkenshouderij, wijziging bedrijfsvoering, referentiesituatie, overgangsrecht artikel 9.4, lid 8, Wnb, milieuvergunning
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 13 april 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2526: Awb, Wabo; vovo en kortsluiten, omgevingsvergunning afwijken bpl, tijdelijke basisschool, verkeer, parkeren
* Rechtbank Gelderland 13 april 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:2083: Awb, Wabo; vovo en kortsluiten, aanvraag buiten behandeling, accommodatie voor kinderdagverblijf, strijd met bpl, uitleg planregel
* Rechtbank Noord-Nederland 13 april 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1527: Awb, Wabo; omgevingsvergunning aanleggen, vaarverbinding met pad, procesbelang, schade
* Rechtbank Limburg 13 april 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:2494: Awb, Wabo; omgevingsvergunning afwijken bpl, bed and breakfast, bijbehorende bouwwerk, hoofdgebouw, woon- en leefomgeving
* Rechtbank Overijssel 13 april 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1371: Awb, Wabo; vovo, handhaving, verlenging begunstigingstermijn, bevoegdheid, spoedeisend belang
* Rechtbank Noord-Holland 13 april 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:3426: Awb, wabo; vovo en kortsluiten, omgevingsvergunning kappen, apv, belang ontsluiting tiny houses, noodzaak aanleg weg, leefbaarheid, beeldkwaliteitsplan
* ABRvS 12 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1422: Awb, Wro; vovo, bpl, herontwikkeling, realisatie 367 woningen
* ABRvS 12 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1426: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning bouwen, afwijken bpl en monument, uitbreiden hotel/restaurant (Rb Zeeland-West-Brabant 21/2215 en 21/2320)
* ABRvS 12 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1425: Awb, Wbb; vovo, handhaving, last onder dwangsom, ernstige verontreiniging, spoedige sanering, duidelijkheid last
* ABRvS 12 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1423: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning kappen, 32 bomen, herontwikkeling plangebied (Rb Limburg 23/618 en 23/622)
* ABRvS 12 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1424: Awb, Wro; vovo, bpl, herinrichting (top)sportcomplex, evenementen, horeca, maatvoering, bouwhoogte, geluidsoverlast, akoestisch onderzoek, parkeeroverlast, verkeerskundig onderzoek
* Rechtbank Gelderland 12 april 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:2019: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, hooischuur, meidoornhaag, parkeerplaats, concreet zicht op legalisatie
* Rechtbank Gelderland 12 april 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:2014: Awb, Wabo; omgevingsvergunning aanleggen, terreinverharding, advies monumenten- en welstandscommissie, advies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, onverplicht advies, tussenuitspraak
* Rechtbank Gelderland 12 april 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:2016: Awb, Wabo; omgevingsvergunning tijdelijke parkeerplaats, permanente behoefte, advies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, onverplicht advies, tussenuitspraak
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 april 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2465: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning bouwen, afwijken bpl en uitritten, bedrijfspand, milieucategorie
* Rechtbank Amsterdam 11 april 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:2174: Awb, Wabo; maatwerkvoorschriften, geluid, café, muziek, Activiteitenbesluit
* Rechtbank Noord-Nederland 11 april 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1458: Awb, Wnb; omgevingsvergunning bouwen en milieu, houderij vleeskalveren en vleesvee, kalverenstal, natuurvergunning, referentiesituatie, Rav-emissiefactor, intern salderen, vereiste zekerheid
* Rechtbank Overijssel 7 april 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1275: Awb, Wabo; verzoek handhaving, geluidoverlast, versterkte muziek, horecabedrijf
* Rechtbank Noord-Nederland 7 april 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1517: Awb, Gemw; handhaving, last onder dwangsom, invordering, apv schepen, innemen ligplaats, theatervoorstellingen, deugdelijke vaststelling
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 april 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2410: Awb, Wabo; ontwerp-exploitatieplan, besluit, bezwaar niet-ontvankelijk
* Rechtbank Noord-Nederland 6 april 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1450: Awb, Wabo; omgevingsvergunning afwijken bpl, uitbreiding uitvaartcentrum, bijbehorend bouwwerk, hoofdgebouw, functionele verbondenheid
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 6 april 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2345: Awb, Wabo; verzoek om handhaving, actualisering en maatwerkvoorschriften, omgevingsvergunning milieu, scheepswerf, geluidsoverlast, Activiteitenbesluit, bevoegdheid
* Rechtbank Oost-Brabant 6 april 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:1555: Awb, Wabo, Chw; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, 25 jaar, zonnepark, omgevingsverordening, zonneladder, landbouwstructuur, landschappelijke inpassing, stikstof
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 april 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2401: Awb, Belwp; ondergrondse hoogspanningskabel, intrekking erkenning openbaar belang, belangenafweging, Europees recht, weigering concessie
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 april 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2329: Awb, Gemw, Wegenwet; verzoek handhaving, fysieke afsluiting pad, apv, openbaarheid weg, 30 jaar, getuigenverklaringen
* Rechtbank Den Haag 4 april 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:5505: Awb, Wnb; Wnb-vergunning, bouw 19 woningen, stikstofregistratiesysteem, realisatiefase
* Rechtbank Oost-Brabant 31 maart 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:1482: Awb, Wm; buitenbehandelingstelling melding plaatsing netstation, waterwingebied, omgevingsverordening, beschikking van rechtswege, hardheidsclausule, redelijke termijn
* Rechtbank Amsterdam 24 maart 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:1605: Awb, Wabo; omgevingsvergunning afwijken bpl, autolift
* Rechtbank Amsterdam 24 maart 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:1701: Awb, Waterwet; verzoek preventieve last onder dwangsom, gebruik vislood bij wedstrijden, aanvraag, besluit
* Rechtbank Den Haag 24 maart 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:5149: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning afwijken bpl, omzetten bedrijfswoning naar plattelandswoning, onderzoek woon- en leefklimaat
* Rechtbank Midden-Nederland 17 maart 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1337: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning kappen, ontgraven, belanghebbende
* Rechtbank Noord-Holland 10 maart 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:3336: Awb, Wabo; omgevingsvergunning afwijken bpl, tijdelijke paardenbak, beleidsregels
* Rechtbank Midden-Nederland 12 april 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:6361: Awb; verkeersbesluit, aanwijzing parkeerplaatsen elektrisch laden, civielrechtelijke afweging
# = betrokkenheid STAB
! = (nog) niet gepubliceerd
Bijzondere overwegingen
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1545: Awb, Wnb; goedkeuringsbesluit faunabeheerplan, gunstige staat van instandhouding (Rb Noord-Holland 18/2001 en 18/2049)
1. Deze zaak gaat over het goedkeuringsbesluit van het college over het faunabeheerplan ‘Algemene Soorten 2017-2023’ vastgesteld voor het grondgebied van de provincie Noord-Holland. De Faunabeheereenheid heeft het duurzaam beheer van in het wild levende dieren, de bestrijding van dieren die schade veroorzaken en de uitoefening van de jacht uitgewerkt in dit faunabeheerplan. De Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) vereist dat het college dit plan goedkeurt. Sommige dieren zijn in regelgeving vrijgesteld van het verbod om door mensen gedood te worden. Diersoorten kunnen landelijk of alleen provinciaal zijn vrijgesteld. De vraag die hier wordt beantwoord is of mocht worden uitgegaan van provinciale en landelijke vrijstellingen van diersoorten.
Voor vrijstellingen en andere maatregelen tegen diersoorten staan eisen in wetgeving en regelgeving. (…) In deze uitspraak oordeelt de Afdeling dat hetzelfde geldt voor landelijke vrijstellingen vanwege de overeenkomsten tussen de manieren waarop de provinciale en landelijke vrijstellingen in de wet geregeld zijn. Ook is het belangrijk dat de vraag of aan de eisen uit de Wnb is voldaan aan de bestuursrechter kan worden voorgelegd. Het college moet toetsen of op het eigen grondgebied en op het moment van zijn besluitvorming aan de eisen uit de Wnb is voldaan. Dit betekent dat het college niet zomaar mag uitgaan van vrijstellingen.
De Afdeling heeft de onderbouwing voor de maatregelen en de vrijstellingen uit de besluitvorming, het faunabeheerplan, de verordening en de nota van toelichting bij het Bnb bekeken. Voor zowel de provinciaal vrijgestelde soorten als de landelijk vrijgestelde soorten geldt dat onvoldoende is onderbouwd dat aan de eisen zoals genoemd in artikel 3.3, vierde lid, van de Wnb is voldaan. De faunabeheereenheid en het college mochten daarom in dit geval niet uitgaan van de landelijke en provinciale vrijstellingen.
9.1 (…) In artikel 1.1, eerste lid, van de Wnb is “staat van instandhouding van een soort” gedefinieerd als effect van de som van de invloeden die op de betrokken soort inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de verspreiding en de grootte van de populaties van die soort op het grondgebied, bedoeld in artikel 2 van de Habitatrichtlijn.
9.2. Wat betreft het beoordelingskader in dit soort zaken, heeft het Hof in het arrest van 21 juni 2018, ECLI:EU:C:2018:477, Commissie/Malta, het volgende overwogen. De lidstaten waarborgen dat elke ingreep die de beschermde soorten raakt, slechts wordt toegestaan op basis van besluiten die steunen op een nauwkeurige en passende motivering waarin wordt verwezen naar de in artikel 9, eerste en tweede lid, van de Vogelrichtlijn vermelde redenen, voorwaarden en vereisten. Dit is voorgeschreven, omdat het hier om een uitzonderingsregeling gaat die strikt moet worden uitgelegd en volgens welke de autoriteit die het besluit neemt voor elke afwijking moet bewijzen dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan. In het arrest van 7 maart 1996, ECLI:EU:C:1996:86, Associazione Italiana per il WWF e.a., heeft het Hof overwogen dat de afwijking van de in de Vogelrichtlijn neergelegde verbodsbepalingen moet voldoen aan nauwkeurig omschreven vormvoorwaarden, die tot doel hebben de afwijkingen tot het strikt noodzakelijke te beperken. Hoewel artikel 9 van de Vogelrichtlijn een ruime afwijking van de algemene beschermingsregeling toestaat, moet het niettemin een concrete en gerichte toepassing vinden, teneinde tegemoet te komen aan nauwkeurige vereisten en specifieke situaties (vergelijk de eerdergenoemde uitspraak van de Afdeling van 2 september 2020).
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1542: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, verwijderen monumentale plafonds, toevoegen onzelfstandige eenheden, inhoud last (Rb Noord-Nederland 20/1263)
3.2 Het college stelt in het besluit van 20 mei 2019 dat, hoewel het niet mogelijk is om de monumentale elementen van de wanden en de plafonds terug te plaatsen, de Stichting desondanks, om de geconstateerde overtreding op te heffen, dient te beschikken over een in werking getreden omgevingsvergunning voor het wijzigen van een gemeentelijk monument. Dit betekent niet alleen dat de stichting een aanvraag dient in te dienen maar dat zij ook dient te beschikken over een verleende omgevingsvergunning.
De Afdeling overweegt dat, gelet op het bepaalde in artikel 5:31d, aanhef en onder a, van de Awb, een last onder dwangsom moet strekken tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken van een overtreding. Het enkel aanvragen van een vergunning kan deze overtreding in ieder geval niet geheel of gedeeltelijk ongedaan maken. Om te kunnen voldoen aan de in dit geval opgelegde last is de Stichting daarmee afhankelijk van de verlening van de vergunning door het bestuursorgaan binnen de gestelde begunstigingstermijn. En dat terwijl niet duidelijk is of die vergunning uiteindelijk zal kunnen worden verleend. Het college mocht deze last daarom niet opleggen aan de Stichting.
* ABRvS 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1529: Awb, Wabo; verzoek handhaving, crossterrein, overtreding, omvang geding, verzoek om schadevergoeding (Rb Noord-Nederland 20/2366)
3. [appellant A] en [appellant B] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het repareren, prepareren en testen van crossmotoren in overeenstemming is met de bestemming “Wonen”. [appellant A] en [appellant B] voeren hiertoe aan dat de rechtbank ten onrechte aansluiting heeft gezocht bij de uitspraak van de Afdeling van 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:418.
3.1. De Afdeling zal ambtshalve beoordelen of de rechtbank buiten de omvang van het geding is getreden. De Afdeling overweegt dat de reikwijdte van een handhavingsverzoek na het primaire besluit niet meer kan worden uitgebreid (vgl. bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 7 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:712). De inhoud van het verzoek is bepalend voor de omvang van het geding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de activiteiten waarop het handhavingsverzoek zag zijn beëindigd, en dat de waarschuwingsbrief effect heeft gehad. Dit is in hoger beroep niet bestreden: op de zitting hebben [appellant A] en [appellant B] bevestigd dat het motorcrossen op het perceel en de Oosterholtsweg na de waarschuwingsbrief was gestopt.
Bij de rechtbank is vervolgens door [appellant A] en [appellant B] om een oordeel gevraagd over andere activiteiten die nog wel plaatsvinden op het perceel, zoals het poetsen, testen en repareren van de crossmotoren. Of deze activiteiten in overeenstemming zijn met het bestemmingsplan valt naar het oordeel van de Afdeling echter buiten het omvang van het geding. Zoals hierboven overwogen bepaalt het handhavingsverzoek de omvang van het geding. Daarin ging het nog over de activiteit motorcrossen, namelijk het gebruiken van het perceel en de Oosterholtsweg als crossbaan. De activiteiten waar het in de beroepsfase bij de rechtbank over ging zijn niet genoemd in het handhavingsverzoek, en het college had hier nog geen oordeel over gegeven. Deze activiteiten vallen daarom buiten de omvang van het geding en de rechtbank had hier geen oordeel over mogen geven. Artikel 8:69, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bepaalt weliswaar dat uitspraak wordt gedaan op de grondslag van het beroepschrift, de overgelegde stukken, het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting, maar hierbij is het uitgangspunt dat dit alles moet blijven binnen de grenzen van het besluit dat aan de bestuursrechter is voorgelegd (vgl. bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 12 mei 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:1939, onder 4.1).
De rechtbank is in strijd met artikel 8:69, eerste lid, van de Awb buiten de omvang van het geding getreden, de rechtbank had de beroepsgrond dat overige activiteiten rond het motorcrossen op het perceel in strijd zijn met de bestemming “Wonen” buiten beschouwing moeten laten. Omdat deze hogerberoepsgrond op hetzelfde betrekking heeft zal de Afdeling deze hogerberoepsgrond buiten beschouwing laten.
* Rechtbank Gelderland 12 april 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:2014: Awb, Wabo; omgevingsvergunning aanleggen, terreinverharding, advies monumenten- en welstandscommissie, advies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, onverplicht advies, tussenuitspraak
9. De monumenten- en welstandscommissie heeft op 20 februari 2019 een positief advies uitgebracht voor de verharding van terrein en gedeeltelijke ophoging met menggranulaat, waarbij als toplaag grind wordt aangebracht. (…)
9.1. Op 21 mei 2019 is op verzoek van het college een advies uitgebracht door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De RCE heeft een negatief advies uitgebracht voor het aanbrengen van terreinverharding in de vorm van menggranulaat. (…)
9.2. Gelet op deze tegenstrijdige adviezen heeft het college een interne memo laten opstellen door een beleidsmedewerker monumentenzorg om de adviezen tegen elkaar af te wegen. (…)
De beleidsmedewerker concludeert dat vanuit het oogpunt van cultuurhistorie het advies van de monumentencommissie kan worden gevolgd en niet het advies van de RCE. Het college heeft deze memo ten grondslag gelegd aan zijn besluit om de omgevingsvergunning te verlenen.
9.3. Eisers volgen dit standpunt van het college niet. Volgens hen heeft het college ten onrechte het RCE-advies over het wijzigen van de contouren en de ondergrond van de terp niet betrokken bij de besluitvorming. In ieder geval had het college zwaarder gewicht moeten toekennen aan het advies van de RCE.
9.4. De rechtbank beoordeelt of het college de adviezen op de juiste manier bij het besluit heeft betrokken. Daarbij laat de rechtbank buiten beschouwing dat het college achteraf van mening is dat het ten onrechte de RCE heeft gevraagd om een advies. Wat hiervan zij, het college heeft de RCE gevraagd om een advies uit te brengen. Het kan dit advies niet terzijde schuiven om de enkele reden dat het onverplicht is gevraagd. Uit de rechtspraak van de Afdeling volgt evenwel dat het een bestuursorgaan vrij staat om van het advies van een door hem geraadpleegde deskundige af te wijken, indien het dit advies of onderdelen ervan onjuist acht. Afwijking dient echter, al dan niet op basis van een ander deskundigenadvies, deugdelijk gemotiveerd te worden.
9.5 De rechtbank is van oordeel dat het college in dit geval onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het meer gewicht toekent aan het advies van de monumentencommissie dan aan het advies van de RCE. De reden daarvan is dat in het advies van de RCE uitdrukkelijk en gemotiveerd staat dat en waarom het aanbrengen van menggranulaat op het historisch waardevolle erf het beschermd dorpsgezicht verstoort. Dit komt door de schaal waarop het menggranulaat is uitgevoerd en doordat de contouren en de ondergrond van de terp worden gewijzigd. In het advies van de monumentencommissie is wel de vraag gesteld of de contouren van de terp niet worden verstoord. Deze vraag beantwoord de monumentencommissie echter niet.
In de interne memo van 11 juni 2020 wordt daar niet op ingegaan. De beleidsmedewerker schrijft alleen over hoe grind vroeger werd toegepast maar heeft in het advies niet betrokken wat de impact is van het wijzigen van de contouren en ondergrond van de terp.
De conclusie is dat de monumentencommissie wel positief adviseert, maar dit advies niet onderbouwt. De RCE heeft wel gemotiveerd waarom de aangevraagde verharding niet passend is en dat het wenselijk is dat gras het uitgangspunt is. In de memo van 11 juni 2020 is ook op dit punt onvoldoende gemotiveerd waarom van het advies van de RCE kan worden afgeweken.
* Rechtbank Noord-Nederland 11 april 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1458: Awb, Wnb; omgevingsvergunning bouwen en milieu, houderij vleeskalveren en vleesvee, kalverenstal, natuurvergunning, referentiesituatie, Rav-emissiefactor, intern salderen, vereiste zekerheid
6.3. De AbRvS heeft eerder in een uitspraak van 7 september 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2557) overwogen dat verschillende onderzoeken concrete aanknopingspunten bevatten dat de Rav-emissiefactoren voor emissiearme stallen de werkelijke ammoniakemissie van deze stalsystemen waarschijnlijk onderschatten. De AbRvS verwijst daarvoor onder meer naar het rapport ‘Stikstofverlies uit opgeslagen mest’ van het CBS van oktober 2019 en het daarop gebaseerde advies van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) van 18 juni 2020. De AbRvS heeft over de emissiefactor voor het stalsysteem dat in de hiervoor genoemde zaak aan de orde was (Rav-code A1.13) geoordeeld dat de vereiste zekerheid over de reductie van ammoniakuitstoot ontbrak.
6.4. De rechtbank ziet geen aanleiding daarover anders te oordelen in deze zaak. De rechtbank betrekt daarbij dat het in deze zaak gaat om een voor de stallen C en G vergund stalsysteem met een voorlopige emissiefactor. Deze voorlopige emissiefactor is per 20 juli 2018 van toepassing voor het stalsysteem met de Rav-code A4.8.8 Voor dit stalsysteem was ten tijde van het bestreden besluit nog geen definitieve emissiefactor vastgesteld. Op zitting heeft het college toegelicht dat er wel een voorstel is geweest om bijlage 1 van de Rav te wijzigen en daarin een definitieve emissiefactor van 2,7 kg NH3 per dierplaats per jaar vast te stellen voor dit stalsysteem, maar dat dit (nog) niet definitief is vastgesteld. De precieze ammoniakreductie die met dit stalsysteem kan worden gerealiseerd is daarmee nog niet zeker. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat met de toepassing van de Rav-emissiefactor voor het stalsysteem met Rav-code A4.8 de emissie uit de stallen C en G niet met de vereiste zekerheid kan worden vastgesteld.
* Rechtbank Midden-Nederland 14 april 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:1714: Awb, Wnb; positieve weigering, intern salderen, varkenshouderij, wijziging bedrijfsvoering, referentiesituatie, overgangsrecht artikel 9.4, lid 8, Wnb, milieuvergunning
12. Artikel 9.4, achtste lid, van de Wnb bevat een uitzondering op de vergunningplicht. Het gaat om een overgangsrechtelijke bepaling. Uit de Memorie van Toelichting bij dit artikel volgt dat de implementatie van de Habitatrichtlijn met de wijzigingen van de Natuurbeschermingswet 1998 per 1 oktober 2005 en 1 februari 2009 is gecomplementeerd en sindsdien voorziet in een zelfstandig regime ter toetsing van projecten en andere handelingen aan de vereisten van artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn. Tot die tijd werd de toetsing van projecten en handelingen aan de vereisten van artikel 6 van de Habitatrichtlijn zoveel mogelijk verricht bij het nemen van andere besluiten die voorzagen in de autorisatie van het project of de handeling, bijvoorbeeld milieu(revisie)vergunningen, vrijstellingen op grond van artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening, bestemmingsplannen en ontgrondingenvergunningen. Dit op basis van een zogenoemde richtlijnconforme interpretatie van de rechtstreeks werkende onderdelen van artikel 6 van de Habitatrichtlijn. De Memorie van Toelichting vermeldt verder dat het voorgestelde achtste lid regelt dat deze projecten en handelingen niet nogmaals aan de vereisten van de Habitatrichtlijn hoeven te worden getoetst.6
- 13. In artikel 9.4, achtste lid, van de Wnb staat een aantal voorwaarden waaraan een besluit moet voldoen om onder deze bepaling te vallen. Ten eerste moet het besluit op grond waarvan het project of de andere handeling is toegestaan zijn genomen vóór 1 februari 2009. Ten tweede moet dit besluit berusten op een andere wettelijke grondslag dan artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998. Ten derde moet bij dit besluit artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn in acht zijn genomen. Als aan deze voorwaarden is voldaan, dan is een uitzondering op de natuurvergunningplicht aan de orde en kan het andere besluit gelijkgesteld worden met een natuurvergunning, waarmee intern gesaldeerd kan worden.
(…)
De rechtbank concludeert dat de milieuvergunning geen aanknopingspunten biedt voor het oordeel dat bij de verlening van de milieuvergunning artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn in acht is genomen. De rechtbank is het met MOB eens dat niet is gebleken van een toetsing aan dit artikel. Daarom kan de milieuvergunning niet worden aangemerkt als een ander besluit in de zin van artikel 9.4, achtste lid, van de Wnb. Het gevolg hiervan is dat de milieuvergunning niet gebruikt kan worden voor intern salderen. Gelet op deze uitkomst komt de rechtbank niet toe aan de vraag of artikel 9.4, achtste lid, van de Wnb zo uitgelegd moet worden dat ook een besluit met een niet correcte of volledige toetsing aan de eisen uit artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn onder artikel 9.4, achtste lid, van de Wnb geschaard kan worden.* Rechtbank Den Haag 4 april 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:5505: Awb, Wnb; Wnb-vergunning, bouw 19 woningen, stikstofregistratiesysteem, realisatiefase
8.2 Vast staat dat verweerder er bij de verlening van de vergunning vanuit is gegaan dat het bouwplan in de realisatiefase zorgt voor een maximale tijdelijke bijdrage aan stikstofdepositie van 1,75 mol/ha/jaar. Verweerder heeft voor deze stikstofdepositie gebruik gemaakt van de depositieruimte in het SSRS die is ontstaan door de landelijke snelheidsverlaging. Voor de drie hexagonen waarvoor geen depositieruimte beschikbaar is, heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat de zekerheid is verkregen dat de natuurlijk kenmerken van het Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen niet worden aangetast.
8.3. De rechtbank ziet in dit geval aanleiding om bij de beroepsgronden die betrekking hebben op stikstofdepositie, met toepassing van artikel 8:69, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht ambtshalve de rechtsgronden aan te vullen. De rechtbank zal in dit kader de rechtsgeldigheid beoordelen van de algemeen verbindende voorschriften die aan de orde zijn (in dit geval: artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rnb) in het licht van hogere regels, in dit geval de Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (Habitatrichtlijn).
8.4. Uit de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 22 april 2022 (ECLI:NL:RBNHO:2022:3375) volgt dat de rapporten “Ecologische beoordeling snelheidsverlaging Rijkssnelwegen” van Tauw BV van 16 maart 2020 en “Nadere ecologische beoordeling stikstofeffecten snelheidsverlaging” van TAUW, Witteveen+Bos, Sweco en BügelHajema van 14 juli 2020 ten grondslag liggen aan artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rnb, zoals deze gold ten tijde van het bestreden besluit. Uit deze rapporten blijkt volgens die uitspraak dat niet kan worden uitgesloten dat de maatregel van het verlagen van de maximumsnelheid op rijkswegen naar 100 km/uur de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden aantast. In deze uitspraak overwoog de rechtbank ook dat op grond van artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn is vereist dat zekerheid is verkregen dat een plan of project, zoals de snelheidsverlaging, de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden niet zal aantasten.
8.5 De rechtbank Noord-Holland concludeert in de uitspraak van 22 april 2022 dat nu niet is uitgesloten dat door de snelheidsmaatregel de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden worden aangetast, artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rnb, waarin de snelheidsverlaging tot 100 km/uur als bronmaatregel is opgenomen, in strijd is met artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn. De depositieruimte die door de snelheidsverlaging wordt gecreëerd, is volgens de rechtbank Noord-Holland dan ook ten onrechte in het SSRS opgenomen en artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rnb moet wegens strijd met artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn onverbindend worden verklaard.
8.6 De rechtbank volgt dit oordeel van de rechtbank Noord-Holland. Dit betekent dat verweerder reeds hierom de depositieruimte die door de snelheidsverlaging is gecreëerd niet heeft mogen inzetten ter saldering van de door het bouwplan veroorzaakte stikstofdepositie en reeds daarom niet heeft kunnen concluderen dat de zekerheid bestaat dat het bouwplan de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen niet zal aantasten. Dat is gelet op artikel 2.8, derde lid, van de Wnb wel vereist om een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb te kunnen verlenen.
Samenvattingen van jurisprudentie op STAB-site
Op de website van STAB wordt recente jurisprudentie ook samengevat.
De volgende uitspraken zijn deze week nieuw geplaatst:
ABRvS 5 april 2023, tracébesluit, rekenafstand AERIUS Calculator, SRM2+-model, OPS, Gaussisch pluimmodel, beste wetenschappelijke kennis
ABRvS 5 april 2023, bestemmingsplan, vormvrije m.e.r.-beoordeling, integrale beoordeling, criteria bijlage III bij de m.e.r.-richtlijn
ABRvS 15 maart 2023, bestemmingsplan, beoordelen windklimaat op horecaterrassen, NEN 8100