Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht

* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2497: Awb, Wnb; begrenzing ganzenfourageergebieden, motivering, redelijke termijn (Rb Noord-Nederland 18/3590)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2505: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, aanvraag buiten behandeling, geitenstallen, rechtstreekse aanspraak (Rb Oost-Brabant 20/1314)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2381: Awb, Belemmeringenwet Privaatrecht;  gedoogplicht 380 kV hoogspanningsnet, bevoegdheidsverdeling gerechtshof en bestuursrechter, overgangsperiode, minnelijk overleg
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2498: Awb, Wabo; handhaving, invordering dwangsom, permanente bewoning recreatiewoonschip, bijzondere omstandigheden (Rb Overijssel 20/1588)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2499: Awb, Wabo; verzoek handhaving, belanghebbende, uitleg bezwaarschrift (Rb Overijssel 20/1089)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2481: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, invordering, woningen in bedrijfspand (Rb Oost-Brabant 20/2155 en 20/2546)
# ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2507: Awb, Wro; bpl, 48 woningen, participatie, parkeerkencijfers, akoestisch onderzoek, relativiteit, bronvermogens, mer-beoordeling, ladder van duurzame verstedelijking, omgevingsverordening
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2509: Awb; weigering exploitatievergunning passagiersvaart, tijdelijke vergunningstop (Rb Amsterdam 19/4000)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2506: Awb; afwijzing verzoek schadevergoeding door rechtbank, exploitatievergunning passagiersvervoer, oorzakelijk verband (Rb Amsterdam 20/1086)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2478: Awb, Wro; bpl, hondenpension, voormalig agrarisch bedrijf, nut en noodzaak, geluid
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2512: Awb, Wro; bpl, drie vrijstaande woningen, structuurvisie, verkeersveiligheid
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2486: Awb, Wro; bpl, tunnel onder het spoor, omgevingsverordening, verkeersonderzoek, verkeersveiligheid, akoestisch onderzoek, bodemverontreiniging
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2378: Awb, Belemmeringenwet Privaatrecht; gedoogplicht hoogspanningsverbinding 380 kV, bevoegdheidsverdeling gerechtshof en bestuursrechter, overgangsperiode, digitale zitting, minnelijk overleg, biologisch dynamisch landbouwbedrijf, voorkomen contaminatie
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2483: Awb, Wro; bpl, uitbreiding camping
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2379: Awb, Wabo; omgevingsvergunning aanleggen, leidingtracé afvalwater, toetsingskader, alternatieven, natuur- en landschapswaarden (Rb Gelderland  20/4147 en 20/4832)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2380: Awb, Belemmeringenwet Privaatrecht; gedoogbeschikking rioolwaterpersleiding, bevoegdheidsverdeling gerechtshof en bestuursrechter, toetsingskader, belangenafweging, alternatieve route, minnelijk overleg (Rb Gelderland 20/4833)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2487: Awb, Wro; bpl, 55 woningen, stikstofdepositie, referentiesituatie, groenstructuurplan, geluid warmtepompen, wateroverlast, soortenbescherming Wnb,
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2495: Awb, Wegenverkeerswet; verzoek handhaving, vrijhouden weg, beheerder natuurgebied, bevoegdheid, verzoek verkeersbesluit (Rb Noord‑Holland 18/5511)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2494: Awb, TwG; vergoeding mijnbouwschade, ontvankelijkheid bezwaar, begroting schade, verbeteringen (Rb Noord-Nederland 21/1585)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2501: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, bewoning door meer dan één huishouden, overtreding, overtreder, zorgplicht eigenaar (Rb Zeeland-West-Brabant 20/7504 en 20/9870)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2484: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning bouwen, terrasafscheiding, splitsen dakterras, strijd met bpl (Rb Noord-Holland 20/5664)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2491: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, woning, goede ruimtelijke ordening, welstand, beoogd gebruik (Rb Zeeland‑West-Brabant 22/596, 22/597, 22/598, 22/599, 22/574 en 22/575)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2490: Awb, TwG; vergoeding waardedaling, waardedalingsgebied, mehode van Atlas, bijzondere omstandigheden (Rb Noord‑Nederland 21/3010)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2504: Awb, Wro; planschade, voorzienbaarheid (Rb Limburg 20/3520)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2502: Awb, Wro; planschade, planvergelijking, normaal maatschappelijk risico (Rb Oost-Brabant 21/1407)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2485: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en tijdelijk afwijken bpl, zonnepark, inspraak, bodemverontreiniging, milieueffectrapport, alternatieven (Rb Gelderland 20/6024)
* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2492: Awb, Wm; handhaving, spoedeisende bestuursdwang, aanbieden restafval
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 27 juni 2023, ECLI:NL:CBB:2023:326: Awb; intrekking subsidie, Besluit SDE, zwembad, productie-installatie zonthermie, pvt zonnecollectoren, pv zonnepanelen, evenredigheid
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 27 juni 2023, ECLI:NL:CBB:2023:330: Awb; vovo, invoer zemelen, slijpsel en andere resten van rijst vanuit China, gezondheidscertificaat, waarborgen tegen genetisch gemodificeerde rijst
* ABRvS 27 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2444: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, verbouw kantoorgebouw tot opvang, strijd met bpl, belangenafweging (Rb Overijssel 21/1358, 21/1366, 21/1367 en 21/1368)
* ABRvS 27 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2454: Awb, Wnb; vovo, ontheffing, beschadigen voortplantingsplaats das, clubhuis en restaurant bij golfbaan, belangenafweging
* ABRvS 27 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2455: Awb, Wro; vovo, bpl, woningbouw op terrein schoenenfabriek, cumulatieve geluidbelasting, voorwaardelijke verplichting
* ABRvS 27 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2447: Awb, Wro; vovo, bpl, uitbreiding camping, omgevingsverordening, evenementen, verkeer, uitbreidingsmogelijkheden, aanvullende regels als voorlopige voorziening
* ABRvS 26 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2445: Awb, Wro; vovo, bpl, woningen en resomeercentrum, Wet op de lijkbezorging
* ABRvS 22 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2429: Awb, Wabo; vovo, handhaving, last onder dwangsom, invordering, spoedeisend belang (Rb Midden-Nederland 22/1311 en 22/1318)
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 22 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4286: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, 10 recreatiewoningen, macgtiging, belanghebbende, strijd met bpl
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 22 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4307: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, recreatiewoning, ontvankelijkheid, bewonersgroep, belanghebbende
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 22 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4326: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, afwijken bpl en kap, 2 paviljoens met 16 woningen en parkeerkelder, geluidsoverlast
* Rechtbank Overijssel 21 juni 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2288: Awb; subsidie voor herstel schade, werkzaamheden aan kanaal Almelo-De Haandrik, schaderegeling, contra expertise, autonome schade, causaal verband, bevoegdheid burgerlijke rechter
* Rechtbank Overijssel 21 juni 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2283: Awb; subsidie voor herstel schade, werkzaamheden aan kanaal Almelo-De Haandrik, schaderegeling, contra expertise, invloedgebied, causaal verband, bevoegdheid burgerlijke rechter
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 21 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4258: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, invordering, overtreding geluidsnorm, Activiteitenbesluit
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 21 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4316: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouw en afwijken bpl, radartoren met publieksfuncties, ruimtelijke onderbouwing, Wnb, welstand
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 20 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4265: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, beroep niet tijdig beslissen, nieuwe beslistermijn
* Rechtbank Noord-Holland 20 juni 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:5643: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, bedrijfsgebouw en ondergrondse afvalcontainers, strijd met bpl
* Rechtbank Rotterdam 20 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:5136: Awb, Wet Dieren; boete,  vangletsel, rapport van bevindingen, wijze van ontstaan
* Rechtbank Rotterdam 20 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:5138: Awb, Wet Dieren; boete, slachthuis, bescherming vleestegen verontreiniging
* Rechtbank Rotterdam 20 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:5134: Awb, Wet Dieren; boete, veehouder, vervoer drachtige koe, fout nummer halsband, verwijtbaarheid
* Rechtbank Midden-Nederland 19 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2868: Awb, Wnb; verzoek handhaving, vangen en doden koninkpaarden, overtreding, verwilderde dieren, zorgplicht
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 19 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4237: Awb, Wabo; omgevingsvergunning milieu, aannemingsbedrijf, handhaafbaarheid geluidvoorschriften
* Rechtbank Rotterdam 16 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:5250: Awb, Wbr; handhaving, spoedeisende bestuursdwang, invorderingsbesluit, schade aan waterstaatswerk, akwaduct,
* Rechtbank Rotterdam 16 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:5251: Awb, Wbr; handhaving, spoedeisende bestuursdwang, invorderingsbesluit, schade aan waterstaatswerk, akwaduct, overtreder, functioneel daderschap
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 14 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4179: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, cultuurhistorische waarden, advies omgevingscommissie
* Rechtbank Den Haag 14 juni 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:8662: Awb, Wnb; vovo, weigering intrekking op basis van PAS verleende natuurvergunning, spoedeisend belang
* Rechtbank Den Haag 14 juni 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:8661: Awb, wabo; vovo, omgevingsvergunning bouwen, 32 appartementen, trillingsschade, heien, Bouwbesluit, trillingsadvies
* Rechtbank Noord-Nederland 14 juni 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2495: Awb, Wabo; vovo, afwijzing verzoek handhaving, auto over fiets- en voetpad, spoedeisend belang
* Rechtbank Noord-Nederland 14 juni 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2552: Awb, Wabo; handhaving, omgevingsvergunning, gebruik paardenbak, omheining, overgangsrecht, mestopslag, Activiteitenbesluit
* Rechtbank Noord-Nederland 12 juni 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2554: Awb, TwG; schadevergoeding, andere autonome oorzaak,
* Rechtbank Midden-Nederland 2 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2727,  ECL:NL:RBMNE:2023:2730, ECLI:NL:RBMNE:2023:2729 en ECLI:NL:RBMNE:2023:2728: Awb, Wabo; omgevingsvergunning kap, 20 bomen, woonperceel, belanghebbende, bomenverordening
* Rechtbank Midden-Nederland 1 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2679: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, intrekking, procesbelang, strijdig gebruik recreatieterrein en kantoorvilla, willekeur
* Rechtbank Midden-Nederland 31 mei 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2670: Awb, Wabo; vovo en kortsluiten, omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken bpl, verbouw kantoor naar woonruimte, belanngenafweging
* Rechtbank Amsterdam 3 mei 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:2902: Awb, Wabo; vovo, handhaving, last onder bestuursdwang, last onder dwangsom, headshopartikelen, minisupermarkt, uithangbord
* Rechtbank Noord-Holland 31 maart 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:5871 en ECLI:NL:RBNHO:2023:5870: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, restaurant met snackbar, afwijkingenbeleid, parkeren
* Rechtbank Noord-Holland 7 maart 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:5865: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl
* Rechtbank Noord-Holland 10 februari 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:2488: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, zendmast, hoogte, overgangsrecht
* Rechtbank Gelderland 13 januari 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:145: Awb, Wabo; vovo, handhaving, last onder bestuursdwang, permanente bewoning, recreatiewoning, bijzondere omstandigheden
* Rechtbank Midden-Nederland 11 november 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:6486: Awb, Wabo; handhaving, weigering omgevingsvergunning, vrijstaand bijgebouw met zadeldak
* Rechtbank Gelderland 12 augustus 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:4699: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, bewoning dienstwoning op recreatiepark, omgevingsvergunning
* Rechtbank Midden-Nederland 29 juli 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:6463: Awb, Wro; planschade, einduitspraak na tussenuitspraak, planvergelijking

 

# = betrokkenheid STAB

! = (nog) niet gepubliceerd

Bijzondere overwegingen

* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2505: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, aanvraag buiten behandeling, geitenstallen, rechtstreekse aanspraak (Rb Oost-Brabant 20/1314)
5.1 Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, bijvoorbeeld in de uitspraak van 4 november 2020, (ECLI:NL:RVS:2020:2619), dient bij het nemen van een besluit op de aanvraag in beginsel het recht te worden toegepast zoals dat op dat moment geldt. Bij wijze van uitzondering moet het college het ten tijde van het indienen van een aanvraag om vergunning nog wél, maar ten tijde van het besluit daarop, niet meer geldende recht toepassen, maar uitsluitend als ten tijde van het indienen van de aanvraag sprake was van een rechtstreekse aanspraak op het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor bouwen. Dat is het geval als het bouwplan in overeenstemming was met het toen geldende bestemmingsplan en de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en op dat moment geen voorbereidingsbesluit van kracht was, dan wel een ontwerp voor een nieuw bestemmingsplan ter inzage was gelegd, waarmee dat bouwplan niet in overeenstemming was. Naar het oordeel van de Afdeling is geen sprake van een rechtstreekse aanspraak als gebruik moet worden gemaakt van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid of een ontheffing moet worden gevraagd.

5.3 Het voorgaande betekent dat het college het ten tijde van het indienen van de aanvraag om vergunning nog wél, maar ten tijde van het besluit daarop, niet meer geldende bestemmingsplan “Gemert-Bakel buitengebied 2010” niet behoefde toe te passen omdat ten tijde van het indienen van de aanvraag er geen rechtstreekse aanspraak was op het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor bouwen op grond van dit bestemmingsplan. Tussen partijen staat vast dat de aanvraag in strijd was met het ten tijde van het nemen van het besluit van 31 maart 2020 geldend.e bestemmingsplan “Gemert-Bakel buitengebied 2017”. Het college heeft verder besloten geen toepassing te geven aan artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3°, van de Wabo. Gelet hierop heeft het college in zijn besluit van 31 maart 2020 de omgevingsvergunning voor het bouwplan op juiste gronden geweigerd. De rechtbank heeft dat niet onderkend.

* ABRvS 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2501: Awb, Wabo; handhaving, last onder dwangsom, bewoning door meer dan één huishouden, overtreding, overtreder, zorgplicht eigenaar (Rb Zeeland-West-Brabant 20/7504 en 20/9870)
5.1 De Afdeling is in haar uitspraken van 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2067 en ECLI:NL:RVS:2023:2071, ingegaan op de vereisten voor functioneel daderschap. Uit deze uitspraken valt af te leiden dat als overtreder kan worden aangemerkt degene in wiens machtssfeer de fysieke handelingen liggen waardoor de overtreding is begaan en die voorts die handelingen heeft aanvaard of in het algemeen placht te aanvaarden. Van dit laatste is in beginsel reeds sprake als de overtreder is tekortgeschoten in dat wat redelijkerwijs van hem verwacht mocht worden om wederrechtelijke handelingen te voorkomen.

De Afdeling stelt vast dat [appellant] eigenaar is van de woning. De overtreding houdt direct verband met de wijze waarop de woning wordt gebruikt. Een woningeigenaar kan in de regel beschikken over de wijze van gebruik van zijn woning, ook als hij deze heeft verhuurd. Dat kan hij bijvoorbeeld doen door in een contract bepalingen daarover op te nemen. [appellant] had als eigenaar van de woning in dit opzicht beschikkingsmacht over het gebruik van de woning.

Naar het oordeel van de Afdeling heeft [appellant] het wederrechtelijke gebruik van de woning aanvaard door niet de zorg te betrachten die in redelijkheid van hem kon worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging. [appellant] wist dat de horecaondernemer, met wie hij een huurovereenkomst sloot, niet zelf in de woning zou gaan wonen. In de huurovereenkomst was bepaald dat de huurder de woning in zal zetten voor gebruik door personeel van zijn bedrijf, waarbij de bedrijfsleider van de horecagelegenheid de constante hoofdbewoner zal zijn. De woning was ook volgens [appellant] geschikt voor bewoning door meerdere huishoudens. Aannemelijk is dat [appellant] wist of kon weten dat de woning zou worden gebruikt voor de huisvesting van seizoenarbeiders. De stelling van [appellant] dat er geen risico op herhaalde overtreding was omdat hij na het besluit van 16 januari 2020 de huurovereenkomst heeft beëindigd en deze vervolgens heeft aangepast in die zin dat (onder)verhuur en/of het laten logeren van seizoenarbeiders zonder zijn (schriftelijke) toestemming niet is toegestaan, volgt de Afdeling niet. Hij is de woning blijven verhuren aan een horecaondernemer die er niet zelf ging wonen. Onder deze omstandigheden had het op de weg van [appellant] gelegen om in het kader van zijn zorgplicht toe te zien op het feitelijke gebruik van de woning. [appellant] had aangekondigde bezoeken kunnen (laten) brengen aan de woning en met de toestemming van de huurders de woning kunnen controleren (vergelijk bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 9 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2192, onder 6.2.). Gelet hierop is de stelling van [appellant] dat hij de woning niet kan controleren niet juist. Door geen toezicht te houden heeft hij bewust het risico genomen dat hij niet wist op welke wijze de woning werd gebruikt en in zoverre onder de gegeven omstandigheden het wederrechtelijke gebruik aanvaard. De omstandigheid dat door inschrijving in de BRP binnen de gemeente bekend was dat meerdere personen op het adres woonden, betekent ook niet dat [appellant] zelf niet meer de vereiste zorg behoefde te betrachten. Het college was niet gehouden om [appellant] uit eigen beweging over deze inschrijvingen te informeren. De rechtbank heeft dus terecht geoordeeld dat [appellant] als overtreder kan worden aangemerkt.

* ABRvS 26 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2445: Awb, Wro; vovo, bpl, woningen en resomeercentrum, Wet op de lijkbezorging
5. Sormac B.V. en anderen betogen allereerst dat het plan ten onrechte de bouw voor een resomeercentrum mogelijk maakt, omdat dit in strijd is met de Wlb [Wet op de lijkbezorging]. Weliswaar is het kabinet van plan om resomeren toe te gaan staan, maar op dit moment is dat nog niet gebeurd. Volgens Sormac B.V. en anderen mag een bestemmingsplan geen ontwikkeling mogelijk maken die in strijd is met de wet.

5.1. De gronden in het noordoostelijk deel van het plangebied hebben de bestemming “Maatschappelijk” met als functieaanduiding “specifieke vorm van maatschappelijk – resomeercentrum”. De raad maakt in dit bestemmingsplan een resomeercentrum planologisch mogelijk, terwijl resomeren niet is toegestaan in de Wlb. Naar voorlopig oordeel mag een bestemmingsplan geen ontwikkeling mogelijk maken die op basis van huidige regelgeving niet is toegestaan. De voorzieningenrechter twijfelt daarom over de vraag of het bestemmingsplan in de bodemprocedure in stand zal blijven en zal het bestemmingsplan schorsen voor zover dit betrekking heeft op de functieaanduiding “specifieke vorm van maatschappelijk – resomeercentrum”.

* Rechtbank Overijssel 21 juni 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2283: Awb; subsidie voor herstel schade, werkzaamheden aan kanaal, schaderegeling, contra expertise, autonome schade, invloedgebied, causaal verband, bevoegdheid burgerlijke rechter

7.2 Eiser stelt zich primair op het standpunt dat de rechtbank, gelet op de inhoud van deze bepaling, voor een geclaimde schade allereerst dient te beoordelen of hij recht heeft op schadevergoeding. Want als dat het geval is heeft hij geen recht op subsidie. Daarbij zou de rechtbank dan voor de desbetreffende schades inhoudelijk moeten toetsen of verweerder terecht geen causaal verband heeft aangenomen tussen een schade en de aan het kanaal verrichte werkzaamheden.

7.3 De rechtbank kan eiser daarin niet volgen. Zij begrijpt dat dit een essentieel punt uit het beroep van eiser is en dat bij hem het beeld heerst dat zijn volledige schade geheel het gevolg is van de werkzaamheden van de provincie. Als eiser daarover echter een rechterlijk oordeel wil, moet hij zich wenden tot de burgerlijke rechter. Het is uiteindelijk aan de burgerlijke rechter om te oordelen over de vraag of eiser voor zijn volledige schade recht heeft op schadevergoeding als gevolg van de werkzaamheden van de provincie. Bij de beantwoording van die vraag zal doorslaggevend zijn of er – civielrechtelijk gezien – een causaal verband bestaat tussen alle door eiser geleden schade en de werkzaamheden.

7.4 In dit geval heeft verweerder geconcludeerd dat eiser voor een deel van de door hem geclaimde schades geen aanspraak kan maken op schadevergoeding. Dat geldt voor de schades aan de woonkamer, schuur en garage van eiser. Daarom is zijn verzoek om schadevergoeding voor die schades aangemerkt als subsidieaanvraag. Bij het bestreden besluit heeft verweerder beslist op dit verzoek om subsidie. De bestuursrechter is bevoegd om te oordelen over besluiten om wel of geen subsidie te verlenen.

7.5 Gelet op deze bevoegdheidsverdeling zal de rechtbank niet inhoudelijk beoordelen of er een causaal verband bestaat tussen de schade aan de woonkamer, schuur en garage van eiser en de werkzaamheden van de provincie.

De rechtbank zal bij de beoordeling van het beroep en de vraag of het bestreden besluit in stand kan blijven uitgaan van de conclusie van verweerder dat eiser voor de schade aan zijn woonkamer, schuur en garage geen aanspraak heeft op schadevergoeding. En voorts dat de schademelding van 10 september 2019 op grond van artikel 3.1, eerste lid, van de Schaderegeling voor die schades moet worden gezien als een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 1.5, onder a en/of b van de Schaderegeling.

* Rechtbank Midden-Nederland 19 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2868: Awb, Wnb; verzoek handhaving, vangen en doden koninkpaarden, overtreding, verwilderde dieren, zorgplicht
15. Stamina voert aan dat het vangen en elders laten doden van konikpaarden zonder de vereiste opdracht in de zin van artikel 3.18, vierde lid, van de Wnb plaatsvindt. Volgens Stamina vallen konikpaarden als ‘in het wild levende dieren’ onder het beschermingsbereik van de Wnb. De rechtbank legt hierna uit waarom zij het niet met Stamina eens is.

  1. De rechtbank stelt voorop dat het konikpaard niet beschermd wordt door specifieke verbodsbepalingen uit de Wnb. Het is geen in het wild levende soort uit de Habitatrichtlijn, het Verdrag van Bern of het Verdrag van Bonn die op grond van artikel 3.5 wordt beschermd en het konikpaard staat ook niet op de lijst met diersoorten die behoort bij artikel 3.10. In de Wet natuurbescherming. Ook in andere wetten staat geen verbod om konikpaarden te vangen of te doden.
  2. Artikel 3.18, vierde lid, van de Wnb geeft gedeputeerde staten de bevoegdheid om een opdracht te verlenen om de omvang van de populaties van dieren te beperken die zijn aan te merken als exoten of verwilderde dieren.
  3. In de Wnb is geen definitie opgenomen van ‘verwilderde dieren’. In de wetsgeschiedenis staat over verwilderde dieren dat dit voorheen gehouden dieren zijn die structureel niet meer onder de beschikkingsmacht van de eigenaar vallen, of hun nakomelingen. Verwilderde dieren moeten worden onderscheiden van dieren die ontsnapt zijn. Naar het oordeel van de rechtbank zijn konikpaarden aan te merken als verwilderde dieren. De konikpaarden in de Oostvaardersplassen vallen niet onder de beschikkingsmacht van Staatsbosbeheer of van iemand anders. Ze leven niet van nature in het wild en het zijn nakomelingen van konikpaarden die als gehouden dieren onder de beschikkingsmacht van hun eigenaar vielen, totdat zij in het gebied werden gelaten.
  4. Omdat konikpaarden verwilderde dieren zijn in de zin van artikel 3.18, vierde lid, van de Wnb, vallen zij onder de reikwijdte van deze bepaling en kunnen gedeputeerde staten een opdracht verlenen voor het terugbrengen van de populatie konikpaarden. Hierdoor kan in het midden blijven of de konikpaarden ook als exoten in de zin van deze bepaling kunnen worden aangemerkt.

 

  1. De rechtbank overweegt dat de zorgplicht uit de Wet natuurbescherming een open norm is. Dat neemt niet weg dat het niet naleven van de zorgplicht een overtreding oplevert, waartegen handhavend kan worden opgetreden. De aard van de zorgplicht als open norm brengt naar het oordeel van de rechtbank met zich mee dat een overtreding zich slechts kan voordoen in gevallen waarin ernstige nadelige gevolgen voor de in artikel 1.11, eerste lid, van de Wnb genoemde gebieden en soorten optreden of acuut dreigen op te treden, terwijl de Wnb er niet op andere wijze in voorziet om die gevolgen te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Voor de invulling van de reikwijdte van de zorgplicht uit de Wnb sluit de rechtbank aldus aan bij de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de zorgplicht uit artikel 1.1.a, van de Wet milieubeheer.
  2. Bij de beoordeling van de vraag of de zorgplicht is geschonden, hanteren gedeputeerde staten het uitgangspunt van onnodig lijden van konikpaarden. De rechtbank vindt dit een redelijk criterium om te beoordelen of sprake is van het optreden of acuut dreigend optreden van ernstige nadelige gevolgen voor deze in het wild levende dieren. De rechtbank is het vervolgens ook met gedeputeerde staten eens dat de manier waarop de konikpaarden door Staatsbosbeheer worden gevangen in overeenstemming is met de zorgplicht. Van lijden of onnodig lijden is geen sprake. De konikpaarden lopen immers zelf de vangweide en de vangkraal in. De reikwijdte van de zorgplicht stopt hier en strekt zich niet uit tot het afvoeren en doden in het slachthuis. Als de konikpaarden eenmaal zijn gevangen, dan zijn het geen in het wild levende dieren meer, maar komen ze onder structurele beschikkingsmacht van Staatsbosbeheer. De konikpaarden worden dan gehouden dieren in de zin van de Wet Dieren. De beroepsgrond slaagt niet.

* Rechtbank Rotterdam 16 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:5251: Awb, Wbr; handhaving, spoedeisende bestuursdwang, invorderingsbesluit, schade aan waterstaatswerk, akwaduct, overtreder, functioneel daderschap
3.3 De rechtbank begrijp het standpunt van de minister zo dat de overtreding mede aan DR BV als dader toegerekend moet worden. Gelet op de uitspraak van de Afdeling van

31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2067 moet ook voor herstelsancties worden aangesloten bij de strafrechtelijke criteria voor functioneel daderschap. De uitspraak van de Afdeling van 26 juni 2019 is met deze nieuwe jurisprudentielijn niet in overeenstemming en mist daarom relevantie. Wat betreft de strafrechtelijke criteria voor het daderschap van rechtspersonen wijst de Afdeling in de uitspraak van 31 mei 2023 op de criteria die zijn geformuleerd in het arrest van de Hoge Raad van 21 oktober 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF7938 (Drijfmest-arrest), zoals verduidelijkt in het arrest van 26 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:733. In zijn arrest van 26 april 2016 heeft de Hoge Raad overwogen:

“In zijn arrest van 21 oktober 2003 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een rechtspersoon kan worden aangemerkt als dader van een strafbaar feit indien de desbetreffende gedraging redelijkerwijs aan die rechtspersoon kan worden toegerekend. Die toerekening is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waartoe mede behoort de aard van de (verboden) gedraging. Een belangrijk oriëntatiepunt bij de toerekening is of de gedraging heeft plaatsgevonden dan wel is verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Een dergelijke gedraging kan in beginsel worden toegerekend aan de rechtspersoon. Van een gedraging in de sfeer van de rechtspersoon kan sprake zijn indien zich een of meer van de navolgende omstandigheden voordoen:

  1. a) het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon,
  2. b) de gedraging past in de normale bedrijfsvoering of taakuitoefening van de rechtspersoon,
  3. c) de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf of in diens taakuitoefening,
    d) de rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard, waarbij onder bedoeld aanvaarden mede begrepen is het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging.”

3.4. In dit geval is de overtreding fysiek gepleegd door Selecta. Anders dan verweerder in het bestreden besluit heeft aangenomen, zijn de raamovereenkomst en de projectovereenkomst niet tussen DR BV en Selecta gesloten maar tussen DRGI BV en Selecta. DR BV is dan ook geen opdrachtgever voor de werkzaamheden die Selecta heeft uitgevoerd. Selecta was daarmee niet werkzaam ten behoeve van DR BV.

DR BV is een holdingmaatschappij die zich niet bezighoudt met operationele activiteiten; de door Selecta uitgevoerde gestuurde boring past daarmee niet in de normale bedrijfsvoering of taakuitoefening van de rechtspersoon en is ook niet dienstig in het door de holding uitgeoefende bedrijf of in diens taakuitoefening.

DR BV is bestuurder en enig aandeelhouder van DRGI BV. Maar dat enkele feit is onvoldoende voor de conclusie dat voldaan is aan het criterium onder d. Van enige betrokkenheid van DR BV bij de door Selecta gepleegde overtreding blijkt niet en evenmin blijkt dat DR BV het handelen van Selecta heeft aanvaard of daarvan op de hoogte was en onvoldoende zorg heeft betracht om dat handelen te voorkomen.

De rechtbank concludeert in het licht hiervan en nu er geen andere feiten of omstandigheden door de minister zijn gesteld die tot een andere conclusie dwingen, dat het handelen van Selecta redelijkerwijs niet kan worden toegerekend aan DR BV.

 

# = betrokkenheid STAB

= (nog) niet gepubliceerd