Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht

* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2700: Awb, Wro; bpl, pluimveehouderij, melkrundveehouderij, omgevingsverordening, bouwperceel, bouwvlak, voortoets, Wnb, stikstofdepositie, AERIUS-berekening, referentiesituatie, passende beoordeling
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2705: Awb; handhaving, bedrijfsruimte, recycling edelmetalen, opslag, gevaarlijke afvalstoffen, faillissement, curator, overtreder, veiligheid, (Rb Limburg 18/2583 en 18/2584)
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2674: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, logiesverblijven, arbeidsmigranten, vvgb, beleidsvisie, goede ruimtelijke ordening, landschapspark, omgevingsdialoog (Rb Zeeland-West­Brabant 20/5335)
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2698: Awb, Wro; planschade, voorlopige voorziening, schadeoorzaak, bevoegdheid, reformatio in peius, compensatie in natura (Rb Oost­Brabant19/2664)
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2673: Awb, Wro; verzoek wijziging bpl, agrarisch bouwblok, verplaatsing aspergebedrijf, motivering, natuur, vertrouwensbeginsel
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2613: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, bouwwerk, hotel, arbeidsmigranten, bibob, samenhang-vereiste (Rb Oost-Brabant 20/1578)
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2693: Awb; handhaving, Vuurwerkbesluit, toegangsdeuren, vertrouwensbeginsel (Rb Noord­Nederland 20/3672)
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2694: Awb; handhaving, erfafscheidingen, ontvankelijkheid (Rb Amsterdam 21/1138)
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2695: Awb; handhaving, afwijzing verzoek, omvang handhavingsverzoek, bouwen, strijd met bpl, overtreding, gelijkheidsbeginsel (Rb Amsterdam 21/1218)
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2677: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, dakkappellen, wijziging aanvraag, ruimtelijke uitstraling, strijd met bpl, nadere eisen (Rb Gelderland 20/6866)
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2706: Awb, Wro; bpl, woonzorgcomplex, ladder duurzame verstedelijking, stedelijke ontwikkeling, stedelijk gebied, provinciale verordening, landschappelijke inpassing, parkeerbehoefte
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2697: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, splitsenwooneenheden, strijd met bpl, gestapelde woning, beleid, woonkwaliteit (Rb Noord-Holland 21/2250)
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2688: Awb, Wro; bpl, woningen, ontsluiting, parkeerplaatse, alternatieven
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2703: Awb, Wro; bpl, woningbouw, parkeerbehoefte, verkeersveiligheid, woon- en leefklimaat
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2704: Awb; handhaving, recreatiewoning, permanente bewoning, strijd met bpl, bedrijfswoning, plantoelichting, vertrouwensbeginsel (Rb Noord­Holland 20/5809)
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2675: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, glazen dakopbouw, binnenplanse afwijking, Bor, combineren afwijkingsmogelijkheden, woon- en leefklimaat (Rb Midden-Nederland 20/3620)
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2691: Awb, Huisvestingswet; boete, omzetten van zelfstandige woonruimte, grondentrechter, overtreder, eigenaarschap (Rb Den Haag 21/770 en 21/2228)
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2678: Awb, Wro, Wabo; bpl, omgevingsvergunning, woningbouw, bodemverontreiniging, relativiteitsbeginsel, voorschriften, groene inrichting, rechtszekerheid, tussenuitspraak
* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2696Awb, Wro, Chw; bpl, woningbouw, volkstuincomplex, gemeentelijk beleid, alternatieven, vertrouwensbeginsel
* ABRvS 11 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2638: Awb, Wro; vovo, bpl, omzetting agrarische bedrijfswoning, functieveranderingsbeleid, bodemonderzoek
* ABRvS 11 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2637: Awb, Wro; vovo, bpl, algemene regels bouwen en gebruik, uniformering, Omgevingswet, winkelruimten, inperking gebruiksmogelijkheden, overgangsrecht, financieel belang
* ABRvS 11 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2636: Awb, Wm; vovo, handhaving, overbrenging afvalstoffen, EVOA, uitvoerverbod, recyclen PVC-materialen
* ABRvS 7 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2615: Awb, Wro; vovo, appartementengebouw, woon- en leefklimaat, wateroverlast, wadi, watertoets, uitzicht, privacy en bezonning, bouwhoogte, afstand, parkeeroverlast, berekening parkeerbehoefte, verkeersoverlast, verkeersstructuur, onderzoek
* Gerechtshof Amsterdam 7 juli 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1589: BW; vovo, Schiphol, maatregelen inzake geluidbelasting, Wet luchtvaart, tijdelijke gedoogsituatie, Experimenteerregeling, regels geluidsoverlast, aantal vliegbewegingen, slots, evenwichtige aanpak, Europese Geluidsverordening, exploitatiebeperking, abbb, belangenafweging, (Rb Noord-Holland C/15/337248/KG ZA 23-94 en C/15/337250/KG ZA 23-95)
* Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 7 juli 2023, ECLI:NL:OGEABES:2023:8: Awb, War BES; handhaving, preventieve last onder dwangsom, aanleggen strand, onderwaterpark, Eilandsverordening natuurbeheer Bonaire, Wet grondslagen natuurbeheer en -bescherming BES, hoogte dwangsom
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 6 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4694: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, hotel en woning, ontvankelijkheid, feitelijke werkzaamheden, gevolgen van enige betekenis, binnenplanse afwijkingsmogelijkheden, overschrijding  bouwvlak, ruimtelijke onderbouwing, molenbiotoop, Wnb, relativiteitsvereiste, welstand, parkeren
* ABRvS 6 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2594: Awb, Wro; vovo, bpl, parkeerterrein, ontsluitingsweg, belemmering agrarisch bedrijf, belangenafweging
* Rechtbank Gelderland 6 juli 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:3781: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, zonnepark, vvgb, bodemverontreiniging, bevoegdheid, landschappelijke inpassing, beleid, provinciale omgevingsvisie en omgevingsverordening, behoefte, ontmanteling
* Rechtbank Noord-Holland 6 juli 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:6268: Awb; vovo, handhaving, strandpaviljoen, personeelshuisvesting, overtreder, dwangsom, gevolgen voor bedrijfsvoering, schorsing last
* Rechtbank Noord-Holland 6 juli 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:6250: Awb, Wnb; natuurvergunning, festival, Vogelrichtijngebied, passende beoordeling, broedvogels, stikstofonderzoek, contra-expertise, beoordelingsperspectief, AERIUS-berekening
* Rechtbank Gelderland 6 juli 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:3778: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, uitbreiding woning, tuinhuisje, vergunningvrij, schadevergoeding
* Rechtbank Gelderland 6 juli 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:3798: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning, legaliseren van diverse speel- en attractietoestellen op het buitenterrein
* Rechtbank Gelderland 6 juli 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:3770: Awb, Wnb; vovo, ontheffing, dassenburcht, noodopvang asielzoekers, mitigerende maatregelen
* Rechtbank Noord-Nederland 6 juli 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2748: Awb, Wabo; tijdelijke omgevingsvergunning, evenementenvergunning, Apv, concerten, verhogen geluidsniveau, inspraak, Verdrag van Aarhus, afwijzen verzoek om handhaving, Wnb, natuurtoets, woon- en leefklimaat, belangenafweging
* HvJ EU 6 juli 2023 (ECLI:EU:C:2023:546): Verdrag van Aarhus, verordening (EG) nr. 1367/2006; elektriciteitscentrale op biomassa, hogere voorziening, begrippen milieurecht en administratieve handeling, ontvankelijkheid
* HvJ EU 6 juli 2023 (ECLI:EU:C:2023:545): Richtlijn 92/43/EEG; prejudiciële verwijzing, Instandhouding natuurlijke habitats en flora en fauna, systeem strikte bescherming bepaalde diersoorten, voorwaarden voor afwijking, recht op inspraak publiek
* ABRvS 5 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2559: Awb, Wro; vovo, bpl, herontwikkeling bestaand kantoorgebouw, extra bouwlaag, motivering, woon- en leefklimaat, privacy, geluidweerkaatsing, ontbreken onderzoek, parkeeroverlast, M.e.r.-beoordeling
* ABRvS 5 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2595: Awb; vovo, Vuurwerkbesluit, ontbrandingstoestemming, concert, afsteken vuurwerk, gevolgen voor omwonenden, Wnb, theatervuurwerk
* Rechtbank Noord-Holland 5 juli 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:6196: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, strijd met bpl, hotel, uitrit, belanghebbendheid, parkeerberekening, bouwhoogte, goede ruimtelijk ordening, privaatrechtelijke belemmering
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4670: Awb, Visserijwet 1963; weigering Garnalenvergunning Visserijzone, Uitvoeringsregeling visserij, Europees recht, Wnb, exceptieve toetsing, buitenlandse vissers
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4674: Awb, Meststoffenwet; handhaving, boete, melkveebedrijf, gebruiksnormen, foutieve administratie, afmetingen mestput, tussenuitspraak
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4666: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, boomkwekerijloods, reëel agrarisch bedrijf, onderzoek
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4664: Awb; handhaving, productiebedrijf, overtreden vergunningvoorschriften, last onder dwangsom, begunstigingstermijn
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4693: Awb, Waterwet; preventieve handhaving viswedstrijd, waterschap, vislood, minimalisatieplicht ZZS, begrip lozen
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 3 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4662: Awb, Wnb; Wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden, Natura 2000-gebied, voorzetting agrarische bedrijven, habitattypen, Vogelrichtlijn, gebruik habitatkaarten
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 3 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4617: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning, houtopstand, stamomtrek
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 3 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4598: Awb; vovo, handhaving, omgevingsvergunning, kamergewijze verhuur
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 3 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4597: Awb; handhaving, illegale bewoning bedrijfswoning, bevoegdheid
* Rechtbank Den Haag 30 juni 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:9550: Awb; vovo, omgevingsvergunning, vrijstaande woning, afwijking richtafstand, tuinbouwbedrijf, gewasbeschermingsmiddelen, gebruik EFSA-model, jurisprudentie Afdeling
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 30 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4704: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, woning, afwijkende bouwhoogte, Bor, uitbreiding bijbehorende bouwwerk, beleidsregels, begrip aansluitend terrein
* Rechtbank Limburg 30 juni 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:3826: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, tijdelijke ambulancepost, relativiteitsvereiste, bedrijfsverzamelgebouw, parkeerplaatsen, groen
* Rechtbank Limburg 29 juni 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:3802: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, handhavingsverzoek, bouwwerken, bouwhoogte, overschrijding oppervlakte, afstand perceelsgrens
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 29 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4619: Awb, Meststoffenwet; boete, gebruiksnorm dierlijke meststoffen, de stikstofgebruiksnorm, onderscheid graasdieren en staldieren.
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 29 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4621: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, verbouwen/uitbreiden woning, bouwen garage/berging, kennisgeving, ontvankelijkheid
* Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 28 juni 2023, ECLI:NL:OGEAC:2023:157: Awb; aanvraag, zonnepark, opwekken elektriciteit, concessievergunning, Landsverordening Elektriciteitsconcessies
* Rechtbank Oost-Brabant 28 juni 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:3152: Awb; handhaving, afwijzing verzoek maatwerkvoorschriften, houden vogels, beslistermijn, geluid, woon- en leefklimaat, Activiteitenbesluit, geluidgrenswaarden
* Rechtbank Noord-Nederland 27 juni 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2626: Awb, Mijnbouwwet; versterking woning, Besluit versterking gebouwen Groningen, gelijkheidsbeginsel
* Rechtbank Den Haag 26 juni 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:9032: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, balkonbeglazing, bouwvlak, afwijken bpl, einduitspraak na tussenuitspraak
* Rechtbank Midden-Nederland 23 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:3014: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, dakkappellen, gebonden beschikking, nadeelcompensatie, evenredigheidsbeginsel, ontvankelijkheid
* Rechtbank Den Haag 23 juni 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:9043: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, speelautomatenhal, havengebied, motiveringsgebrek, vertrouwensbeginsel
* Rechtbank Den Haag 23 juni 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:9296: Awb, Wnb; natuurvergunning, parkeerterrein museum, Natura 2000-gebied, inspraak, relativiteitsvereiste, onderzoek effecten stikstofdepositie, referentiesituatie, korfslak
*  Rechtbank Zeeland-West-Brabant 22 juni 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4554: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning, evenement, belanghebbendheid, geluid, maatregelen
* Rechtbank Midden-Nederland 22 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2924: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, nieuwbouw appartementen, parkeerbehoefte, bestaand tekort
* Rechtbank Midden-Nederland 22 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2926: Awb. Wabo; omgevingsvergunning, dakopbouw, privaatrechtelijke belemmering, welstand, motiveringsgebrek
* Rechtbank Midden-Nederland 22 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2929: Awb, Wnb; vovo, ontheffing, afwijkend gedrag wolf, gebruik paintballgeweer
* Rechtbank Limburg 22 juni 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:3676: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, appartementengebouw, woningen, erfdienstbaarheid, evidente privaatrechtelijke belemmering, uitzicht, privacy, hemelwaterafvoer
* Rechtbank Rotterdam 15 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:6081: Awb; nadeelcompensatie, wegwerkzaamheden, restaurant, omzetdaling, compensatie, coronamaatregelen, causaal verband
* Rechtbank Den Haag 14 juni 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:9650: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, voorbelasten, archeologische waarden, stikstofdepositie, relativiteitsvereiste, soortenbescherming, ransuil
* Rechtbank Amsterdam 6 juni 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4145, Rechtbank Amsterdam 6 juni 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4141 en Rechtbank Amsterdam 6 juni 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4143: Awb, Wbr; verzorgingsplaats, plaatsen energielaadpunten, veilig gebruik, verkeersveiligheid, verkeersstromen, parkeren, Dienstenrichtlijn
* Conclusie AG Parket bij de Hoge Raad 16 juni 2023, ECLI:NL:PHR:2023:590: BW; overeenkomst, inspanningsverplichting, vaststelling bpl, uitleg overeenkomst, vernietiging door bestuursrechter, verhouding vordering overeenkomst en onrechtmatig besluit
* Rechtbank Rotterdam 5 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:4562: Awb, Wm; vovo, maatwerkvoorschrift, horecagelegenheid, geluidsbegrenzer, akoestisch onderzoek, geluidmetingen, maximale geluidniveau
* Rechtbank Midden-Nederland 2 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2831: Awb; handhaving, woning, prostitutie, strijd met bpl, APV
* Rechtbank Rotterdam 2 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:6085: Awb, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden; bestuurlijke boete, glyfosaat, slootkanten, overtreding, functioneel dader, onderzoek, definitie gebruiker
* Rechtbank Midden-Nederland 1 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2856 en Rechtbank Midden-Nederland 1 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2855: Awb; verlening zegenrecht, duurzame visserij, Uitvoeringsregeling visserij, Kaderrichtlijn Water, WMR-rapporten, Wageningen Marine Research, kritische grens, visstand, evenredigheidsbeginsel, vertrouwensbeginsel
* Rechtbank Midden-Nederland 1 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2934: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, uitbreiding hotel, bibob-onderzoek, hennepkwekerij, samenhangcriterium, zorgvuldigheid advies
* Rechtbank Noord-Holland 23 mei 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:6252: Awb, Wabo; omgevingsvergunning van rechtswege, bouw woning, bekendmaking, dwangsom
# Rechtbank Midden-Nederland 12 mei 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2170: Awb, Wro; planschade, taxatie, einduitspraak na tussenuitspraak
* Rechtbank Den Haag 9 mei 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:9664: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, wijziging gebruik pand, studentenkamers, gebruiksvoorschriften
* Rechtbank Amsterdam 14 april 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:2204: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, bouw kerk, brandveiligheid, relativiteitsvereiste, welstand, strijd met bpl, bouwhoogte, motivering, goede ruimtelijke ordening, geluid, Activiteitenbesluit, parkeerbehoefte, parkeren fietsen en scooters, nieuwbouw, herontwikkeling
* Rechtbank Midden-Nederland 4 februari 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:355: Awb, Wabo; handhaving, schuur en erfafscheiding, bouwstop, achtererfgebied, openbaar vaarwater, Bor

 

# = betrokkenheid STAB

! = (nog) niet gepubliceerd

Bijzondere overwegingen

* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2700: Awb, Wro; bpl, pluimveehouderij, melkrundveehouderij, omgevingsverordening, bouwperceel, bouwvlak, voortoets, Wnb, stikstofdepositie, AERIUS-berekening, referentiesituatie, passende beoordeling

10.3.  (…)

Verder is er voor zowel de referentiesituatie als voor de beoogde situatie geen duidelijkheid verkregen over de stikstofemissie uit andere bronnen dan stallen, zoals het beweiden van vee en vervoersbewegingen. Ter zitting heeft de raad zich op het standpunt gesteld dat het onderzoeken van de stikstofemissie door beweiden van vee niet noodzakelijk was, omdat dit al aan de orde is geweest bij de vaststelling van het bestemmingsplan “2e Herziening Buitengebied Bergeijk 2017”. Dat de raad bij de vaststelling van een eerder bestemmingsplan onderzoek heeft gedaan naar het beweiden van vee, betekent echter niet dat de raad bij de vaststelling van dit plan, waarin bouwmogelijkheden voor stalruimte zijn opgenomen, niet meer hoefde te onderzoeken of de ontwikkeling die in dit plan mogelijk wordt gemaakt significante gevolgen kan hebben voor Natura 2000-gebieden. Daarbij had de raad ook onderzoek moeten doen naar de stikstofemissie van andere bronnen dan stallen.

Gelet op bovengenoemde gebreken, is de voortoets die de raad ten grondslag heeft gelegd aan het bestemmingsplan onzorgvuldig en gebaseerd op onjuiste uitgangspunten. In de voortoets is niet inzichtelijk gemaakt of op grond van objectieve gegevens significante gevolgen op voorhand kunnen worden uitgesloten.

* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2698: Awb, Wro; planschade, voorlopige voorziening, schadeoorzaak, bevoegdheid, reformatio in peius, compensatie in natura (Rb Oost­Brabant19/2664)

5.1.    De Afdeling heeft in haar uitspraak van 20 mei 2015, na vernietiging van het hier relevante plandeel, niet zelf in de zaak voorzien door met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) te bepalen dat de dubbelbestemming voor de percelen geldt en dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde plandeel. Dat de Afdeling in die uitspraak met toepassing van artikel 8:72, vijfde lid, van de Awb bij wijze van voorlopige voorziening heeft bepaald dat de dubbelbestemming voor de percelen geldt totdat een nieuw plan vastgesteld is, brengt niet met zich dat de dubbelbestemming een bepaling van een bestemmingsplan is, als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, van de Wro. Daar komt bij dat een voorlopige voorziening per definitie niet duurzaam is en dus geen voor tegemoetkoming in aanmerking komende waardevermindering kan veroorzaken.

(…)

6.1.    Uit het aanvraagformulier van 11 augustus 2016 blijkt dat [appellant] het college heeft verzocht om tegemoetkoming in de schade die hij heeft geleden door een bepaling van het nieuwe bestemmingsplan. De door [appellant] gestelde oorzaak van de schade valt onder de limitatieve opsomming van artikel 6.1, tweede lid, van de Wro. De grondslag voor vergoeding van de gestelde schade is te vinden artikel 6.1, eerste lid, van de Wro. Daarmee is de bevoegdheid van het college gegeven. Dat het nieuwe bestemmingsplan geen schade voor [appellant] heeft veroorzaakt, omdat de dubbelbestemming geen onderdeel van dat plan is, is niet van belang voor de bevoegdheid van het college. Wel kan het college dit betrekken bij de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag. De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat het college niet bevoegd was om op de aanvraag te beslissen.

* ABRvS 12 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2706: Awb, Wro; bpl, woonzorgcomplex, ladder duurzame verstedelijking, stedelijke ontwikkeling, stedelijk gebied, provinciale verordening, landschappelijke inpassing, parkeerbehoefte

4.9.    De Afdeling stelt vast dat het bestemmingsplan een woonzorgcomplex mogelijk maakt. Volgens de raad is er geen sprake van een stedelijke ontwikkeling omdat in het woonzorgcomplex afhankelijke woningen, en dus geen zelfstandige woningen worden gerealiseerd. Dit standpunt is onjuist. De ontwikkeling kan worden aangemerkt als een “andere stedelijke ontwikkeling” als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, van het Bro. Dit komt omdat het om een woonzorgcomplex gaat. Het plan voorziet daarvoor in een ruimtebeslag van ongeveer 900 m². Nog daargelaten het bouwvolume, is daarmee sprake van een voldoende substantiële ontwikkeling die stedelijk van aard is. Daarbij komt bovendien dat, zoals onder 4.6 is besproken, de planregels ook zelfstandige woningen toestaan.

* Gerechtshof Amsterdam 7 juli 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1589: BW; vovo, Schiphol, maatregelen inzake geluidbelasting, Wet luchtvaart, tijdelijke gedoogsituatie, Experimenteerregeling, regels geluidsoverlast, aantal vliegbewegingen, slots, evenwichtige aanpak, Europese Geluidsverordening, exploitatiebeperking, abbb, belangenafweging, (Rb Noord-Holland C/15/337248/KG ZA 23-94 en C/15/337250/KG ZA 23-95)

4.26 Met de voorgenomen maatregelen wordt in wezen teruggekomen op het in de jaren 2015-2022 gevoerde gedoogbeleid. Dat was, zoals terecht is aangevoerd, meer dan een ‘gewoon’ gedoogbeleid, daaraan lag immers uitgebreid overleg met allerlei belanghebbenden ten grondslag (Alderstafel). Ook aan een dergelijk beleid, in strijd met het geldende recht, kunnen belanghebbenden zoals de luchtvaartmaatschappijen slechts in zeer bijzondere omstandigheden het vertrouwen ontlenen dat dit voor onbepaalde tijd zal voortduren. Die zeer bijzondere omstandigheden ontbreken. Het was immers duidelijk, ook voor de luchtvaartmaatschappijen, dat de status van dat beleid, hoewel breed gedragen, onzeker was en dat het in werkelijkheid een illegale situatie in het leven riep die niet onbeperkt kon voortduren. Niet alleen was in 2022 de voorgenomen wetgeving – met name het nieuwe LVB – niet tot stand gekomen, maar de minister heeft – hoewel hij tot (in ieder geval) eind 2021 vasthield aan de doelstelling van verankering van het NNHS – te kennen gegeven dat het (te) lang voortduren van het anticiperend handhaven rechtens niet houdbaar zou kunnen blijken en eind 2021 is in het regeerakkoord aangekondigd dat een brede herwaardering zou plaatsvinden met betrekking tot Schiphol.

4.27 De Staat heeft terecht gewezen op het rechtsstatelijk beginsel dat hij gehouden is geldende rechtsregels te handhaven, zeker als belanghebbenden dat wensen. Vast staat dat die beginselplicht gedurende een reeks van jaren niet is nagekomen door het effectueren van het anticiperend handhaven. Zoals hiervoor onder 4.26 is genoemd was die status quo, die volgens de luchtvaartmaatschappijen bestendigd dient te worden, het gevolg van uitgebreide onderhandelingen van de minister met belanghebbenden, onder het toeziend oog van het parlement, om tegemoet te komen aan de voor omwonenden onverwacht schadelijke gevolgen van het LVB 2008. De rechtvaardiging daarvan werd gevonden in de voorziene wijziging van de regels, te weten een wijziging van de Wlv en een daarop te baseren nieuw LVB, waarvan werd voorzien dat deze per saldo 500.000 vtb’s per jaar mogelijk zouden maken. Dat perspectief is inmiddels gewijzigd. Die rechtvaardiging volstaat dus niet meer.

4.28 Dat neemt niet weg dat een behoorlijk handelende overheid niet zomaar kan stoppen met een reeds jaren gevoerd beleid. Dat IATA c.s. daarvan aanzienlijk nadeel kunnen ondervinden is immers aannemelijk. Toch staat ook dat niet in de weg aan de voorgenomen maatregelen. De Staat is immers, inmiddels, van plan om deze pas per 31 maart 2024 in te voeren. Tot dan wordt het huidig beleid van het gedogen van bepaalde overtredingen voortgezet. Die overgangsperiode van negen maanden maakt de beëindiging voldoende evenwichtig, gegeven de complexe en tegenstrijdige betrokken belangen en de feitelijke situatie, en blijft binnen de grenzen van wat de Staat mag. De Staat heeft de verplichting alle belangen tegen elkaar af te wegen en heeft daarin beleidsvrijheid. Tegenover de belangen van IATA c.s. bij het voortduren van de status quo staan immers andere belangen, niet in de laatste plaats van de omwonenden. Daarbij weegt zwaar dat omwonenden nu geen beroep kunnen doen op rechtsbescherming via het bestuursrecht. In de gevallen waarin zij, via die weg, hebben geprobeerd handhaving van het geldend recht af te dwingen heeft de bestuursrechter immers, met een beroep op het bestaande beleid, die vorderingen afgewezen. Dat is een situatie die in een democratische rechtsstaat niet langer voort kan duren dan absoluut noodzakelijk als de legitimatie voor dat beleid (in de vorm van te voorziene legalisatie) is vervallen. De door de Staat genoemde periode tot 31 maart 2024 brengt voorts mee dat de luchtvaartmaatschappijen niet onevenredig benadeeld worden. Zij kunnen immers, tot op zekere hoogte, schadebeperkende maatregelen nemen. Bij deze stand van zaken zijn er dan ook onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen concluderen dat de luchtvaartmaatschappijen onevenredig zwaar worden getroffen door de voorgenomen maatregelen. Daarbij is in aanmerking genomen dat in voorkomend geval nadeelcompensatie aan de orde zou kunnen zijn.

* Rechtbank Noord-Nederland 6 juli 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2748: Awb, Wabo; tijdelijke omgevingsvergunning, evenementenvergunning, Apv, concerten, verhogen geluidsniveau, inspraak, Verdrag van Aarhus, afwijzen verzoek om handhaving, Wnb, natuurtoets, woon- en leefklimaat, belangenafweging

10.4. De voorzieningenrechter volgt het standpunt van verzoekster sub 1 dat verweerder sub 1 op grond van de Habitatrichtlijn gehouden was om de aanvraag van vergunninghouder te toetsen aan het natuurbelang (met mogelijk een passende beoordeling) evenmin. Verzoekster sub 1 beroept zich erop dat de Habitatrichtlijn rechtstreekse werking heeft en dat verweerder sub 1 de evenementenvergunning in strijd met artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn heeft verleend. De vraag naar rechtstreekse werking van een richtlijn kan alleen rijzen in gevallen van incorrecte implementatie of indien de volledige toepassing van de richtlijn niet daadwerkelijk is verzekerd. De voorzieningenrechter ziet in wat verzoekster heeft aangevoerd geen aanknopingspunt om tot dat oordeel te komen voor wat betreft de vergunningverlening voor evenementen in Groningen. Het is weliswaar juist dat in het kader van de evenementenvergunning op grond van de APVG niet wordt getoetst aan het natuurbelang (waaronder de vraag of een evenement significante effecten heeft op de beschermde waarden in een Natura 2000-gebied of op de aanwezige beschermde fauna), maar dat betekent niet dat er geen natuurtoets plaats moet vinden. Die toets moet op grond van de Wnb plaatsvinden in het kader van de beoordeling van de vraag of een ontheffing als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, artikel 3.8, eerste lid, en artikel 3.10, tweede lid, van de Wnb. Voor die beoordeling is verweerder sub 3 het bevoegde gezag. Dit stelsel acht de voorzieningenrechter op voorhand niet in strijd met artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn. De voorzieningenrechter volgt verzoekster ook niet dat met dit stelsel projecten worden onttrokken aan de natuurtoets die de Habitatrichtlijn voorschrijft. Dat in de APVG de verlening van de evenementenvergunning niet procedureel gekoppeld is aan een eventueel vereiste ontheffing op grond van de Wnb maakt dat niet anders. Gelet op voorgaande slaagt de grond van verzoekster niet dat verweerder sub 1 de aanvraag van vergunninghouder direct had moeten toetsen aan artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn. Van strijd met die bepaling is dan ook geen sprake.

13.3. De voorzieningenrechter overweegt dat niet in algemene zin is aan te geven welke besluiten “Aarhus-besluiten” zijn en dus in een concreet geval onder de werkingssfeer van artikel 6 van het Verdrag vallen. Het gaat om besluiten over het al dan niet toestaan van activiteiten vermeld in bijlage I bij het verdrag (artikel 6, eerste lid, onder a) en om besluiten over niet in bijlage I vermelde activiteiten die een aanzienlijk effect op het milieu kunnen hebben (artikel 6, eerste lid, onder b). Onder de in artikel 6, eerste lid, onder b, van het Verdrag van Aarhus genoemde categorie vallen andere besluiten (dan in bijlage I van het verdrag) over activiteiten die aanzienlijke gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om besluiten waarvoor een passende beoordeling moet worden gemaakt vanwege de ligging nabij een Natura 2000-gebied, of besluiten waarin rechtstreeks werkende Unierechtelijke voorschriften op milieugebied worden toegepast (vgl. AbRvS, 14 april 2021, ECLINL:RVS:2021:786). De voorzieningenrechter ziet geen grond voor het oordeel dat inspraak voor een ieder had moeten worden geboden. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat de in dit geval vergunde activiteit niet onder het bereik van artikel 6, eerste lid, van het Verdrag valt. Zo hoeft verweerder sub 2 voor de omgevingsvergunning geen milieueffectrapport op te stellen. Het tijdelijke gebruik van het Evenemententerrein van het Stadspark te Groningen is ook geen activiteit die in andere categorieën van bijlage I wordt genoemd, zoals industriële en chemische industrieën. Verder is de voorzieningenrechter voorlopig van oordeel dat dit kortdurende gebruik op grond van de verleende tijdelijke omgevingsvergunning geen activiteit is met aanzienlijke gevolgen voor het milieu. Er ligt bijvoorbeeld geen Natura 2000-gebied dichtbij het Stadspark te Groningen en er zijn evenmin rechtstreeks werkende Europese regels van toepassing. Gelet hierop is de voorzieningenrechter voorlopig van oordeel dat de vergunde tijdelijke activiteit niet onder de werkingssfeer van het Verdrag van Aarhus valt. Dit verdrag is daarom in deze zaak niet van toepassing. Het stellen van prejudiciële vragen acht de voorzieningenrechter niet nodig. Omdat het Verdrag van Aarhus niet van toepassing is op het bestreden besluit II, kan van strijd met dit verdrag geen sprake zijn. De in dit kader aangevoerde gronden van verzoekster sub 1 slagen niet.

* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4670: Awb, Visserijwet 1963; weigering Garnalenvergunning Visserijzone, Uitvoeringsregeling visserij, Europees recht, Wnb, exceptieve toetsing, buitenlandse vissers

8.3. De rechtbank ziet geen aanleiding om artikel 70, derde lid, onder a, van de UV onverbindend te verklaren of buiten toepassing te laten. Dit artikel is naar het oordeel van de rechtbank niet evident in strijd met Europees recht, meer in het bijzonder het bepaalde in de artikelen 26 en 28 tot en met 37 van het VWEU en het bepaalde in artikel 15 van het Europese Handvest.

De door de gemachtigde van eiseres genoemde artikelen uit het VWEU zien op de interne markt in de Unie, waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd en op de douane-unie. In artikel 15 van het Europese Handvest is het recht neergelegd om te werken en een vrijelijk gekozen beroep uit te oefenen.

De regel die is gesteld in artikel 70, derde lid, onder a, van de UV vindt zijn wettelijke grondslag in artikel 4, eerste lid, van de Visserijwet 1963 (de Visserijwet). Op grond van dat artikel kunnen in het belang van de zeevisserij (ook in de visserijzone) regels worden gesteld die strekken tot instandhouding dan wel uitbreiding van de visvoorraden in die wateren onderscheidenlijk tot een beperking van de vangstcapaciteit. Bij het stellen van die regels mag blijkens dat artikel ook rekening worden gehouden met de belangen van de natuurbescherming.

* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4693: Awb, Waterwet; preventieve handhaving viswedstrijd, waterschap, vislood, minimalisatieplicht ZZS, begrip lozen

8.3. Naar het oordeel van de rechtbank is bij het vissen met vislood sprake van een vergunningplichtige lozing als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, Waterwet. De wetgever heeft dit ook met zoveel woorden erkend in de toelichting bij het Besluit van 3 juli 2018, houdende regels over activiteiten in de fysieke leefomgeving (Besluit activiteiten leefomgeving; Bal),4 waar is overwogen dat voor de potentieel minst bezwaarlijke lozingen alleen is gekozen voor de specifieke zorgplicht, terwijl voor het aanwijzen van vergunningplichten is uitgegaan van de systematiek «algemene regels, tenzij». Hierdoor wordt volgens deze toelichting het gedogen beëindigd van lozingen die niet vanuit uitstroomvoorzieningen plaatsvinden, zoals het gebruik van vislood of het schoonmaken van pleziervaartuigen in het water, die voorheen formeel vergunningplichtig waren, maar waarvoor nooit vergunningen werden aangevraagd of verleend, aldus de wetgever. Aangezien het Bal nog niet in werking is getreden, geldt op dit moment voor het gebruik van vislood een vergunningplicht op grond van artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet.

(…)

8.5. De rechtbank oordeelt dat de HSV met het organiseren van een sportviswedstrijd zelf geen stoffen in een oppervlaktewaterlichaam brengt en dat zij derhalve ook niet gehouden was voor het organiseren van de viswedstrijd op 20 oktober 2019 een vergunning aan te vragen op grond van artikel 6.2, eerste lid van de Waterwet. Door geen vergunning aan te vragen, heeft de HSV dus niet in strijd met dit artikel gehandeld. Nu geen overtreding van artikel 6.2 van de Waterwet kan worden vastgesteld, was de minister niet bevoegd om handhavend op te treden jegens de HSV op basis van deze bepaling.

8.6. De rechtbank oordeelt dat de sportvissers die deelnemen aan een viswedstrijd wel kunnen worden aangemerkt als degenen die stoffen in een oppervlaktewaterlichaam brengen, wanneer zij gebruik maken van vislood. Dat betekent dat een sportvisser in dat geval een vergunning dient aan te vragen als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet. Dat betekent ook dat de minister in beginsel bevoegd was om handhavend op te treden tegen de aan de viswedstrijd van 20 oktober 2019 deelnemende sportvissers, wanneer en voor zover zij vislood hebben gebruikt. (…)

  1. Ten aanzien van artikel 6.8 van de Waterwet overweegt de rechtbank als volgt. Dit artikel richt zich tot diegene die handelingen verricht of nalaat en die weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen of het nalaten daarvan de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam kan worden verontreinigd of aangetast. Diegene is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd om die verontreiniging of aantasting te voorkomen, dan wel indien die verontreiniging of aantasting zich voordoet, de verontreiniging of de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken. Anders dan de minister, is de rechtbank van oordeel dat dit artikel zich wel richt tot een HSV. Van een HSV die een viswedstrijd organiseert kan redelijkerwijs verwacht worden het vissen met vislood te verbieden, omdat daarvan bekend is dat dit de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam kan verontreinigen of aantasten. Derhalve kan de minister handhavend optreden tegen een HSV die nalaat maatregelen te treffen om het vissen met vislood tijdens een door deze HSV georganiseerde viswedstrijd. Dat geldt ook voor de sportvisser die tijdens een viswedstrijd met vislood vist. Het had derhalve op de weg van de minister gelegen om, na ontvangst van het handhavingsverzoek, bij de HSV navraag te doen over het gebruik van vislood tijdens deze viswedstrijd en waar nodig het wedstrijdreglement op te vragen, op grond van de hem toekomende toezichtbevoegdheden.

* Rechtbank Rotterdam 2 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:6085: Awb, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden; bestuurlijke boete, glyfosaat, slootkanten, overtreding, functioneel dader, onderzoek, definitie gebruiker 

5.4. De rechtbank volgt verweerder niet in zijn standpunt dat eiser als functioneel dader en daarmee als overtreder kan worden aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat de definitie van gebruiker in artikel 1, eerste lid, van de Wgb overeenkomt met de definitie van overtreder in artikel 5:1, tweede lid, van de Awb. Verweerder lijkt ten onrechte te zijn uitgegaan van een risicoaansprakelijkheid van eiser als eigenaar van het perceel waarop de werkzame stof is aangetroffen. In artikel 1, tweede lid, van de Wgb, waar verweerder naar heeft verwezen, is – samengevat – gesteld dat onder “gebruiken” mede wordt verstaan “de aanwezigheid van” (een werkzame stof). Deze bepaling dient echter niet om de reikwijdte van het begrip gebruiker en daarmee overtreder te bepalen, maar om te voorkomen dat het verbod op het gebruik van niet toegelaten gewasbeschermingsmiddelen niet gehandhaafd zou kunnen worden, omdat niet kan worden vastgesteld welk middel – de exacte merknaam – gebruikt is (uitspraak van de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam van 14 april 2011, ECLI:NL:RBROT:2011:BQ1524).

Niet in geschil is dat eiser de betreffende strook op zijn perceel [perceelnummer 2] langs het oppervlaktewater niet zelf met glyfosaat heeft bespoten. Het enkele feit dat eiser eigenaar is van dat perceel acht de rechtbank in dit geval onvoldoende om hem als functioneel dader aan te merken. (…)


Samenvattingen van jurisprudentie op STAB-site

Op de website van STAB wordt recente jurisprudentie ook samengevat.
De volgende uitspraken zijn deze week nieuw geplaatst:

ABRvS 21 juni 2023: besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan na tussenuitspraak van de Afdeling, rechtszekerheidsgebrek vanwege een verkeerde digitale versie van de verbeelding, dit gebrek wordt niet hersteld door het plaatsen van de juiste verbeelding op “www.ruimtelijkeplannen.nl”, opnieuw vaststellen digitale verbeelding
ABRvS 5 juli 2023: verzoek herziening inpassingsplan voor een windpark, Nevele-arrest, beoordeling aan de hand van de in het Kühne & Heitz-arrest vermelde criteria, niet voldaan aan deze cumulatieve criteria
ABRvS 5 juli 2023: Wnb-vergunning circuit, referentiesituatie, revisievergunning, artikel 6 van de Habitatrichtlijn, stikstofdepositie

# = betrokkenheid STAB

= (nog) niet gepubliceerd