Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht

* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2754: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, nieuwbouw distributiecentrum, exceptieve toetsing planregels, loslaten eis gebondenheid Schiphol, mogelijkheid herzien planregel, nieuwe kennis, actuele inzichten, herziening bpl in procedure (Rb Amsterdam 22/4944)
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2780: Awb, Gmw; aanwijzing gemeentelijk monument, kerk, erfgoedverordening, belangenafweging, behoud kerkgebouw en toren, ensemble, financiële belang kerkgenootschap, renovatiekosten herstel toren, constructiefouten, restlevensduur, financiële draagkracht kerkgenootschap, aanzienlijke inspanningen fondsenwerving (Rb Oost-Brabant 16/3655)
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2792: Awb, Wabo; omgevingsvergunning beperkte milieutoets, geitenhouderij, buiten behandeling stellen, uitleg planregels, grondgebonden agrarisch bedrijf, mestverwerking, ruw- en krachtvoer, intentieverklaringen, strijd bpl, m.e.r./mogelijke gezondheidseffecten (Rb Noord-Holland 19/3081 en 21/3334)
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2783: Awb, Wro; bpl, actualisatie komplannen, inpassen omgevingsvergunningen afwijken, flexibiliteit planregels, vertrouwensbeginsel, aansluiten bij vergunde situatie, waardevermindering, hoor en wederhoor, structuurvisie
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2795: Awb, Wro; bpl, kinderdagverblijf, verzoek verlengen hersteltermijn, nieuwe ontwikkelingen, wijzigen bpl, mogelijke terugkoop gronden, bindende termijn, bijzondere gevallen, verlenging termijn gerechtvaardigd
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2782: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, vrijstaande bungalow, bebouwingsoppervlakte, kelder, (ondergrondse) uitbreiding hoofdgebouw, bijbehorend bouwwerk, wijze van meten, redelijke uitleg planregels (Rb Oost-Brabant 20/3008 en 20/2985)
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2781: Awb, Wnb; tegemoetkoming in schade, ganzen, gepachte gronden, beleidsregels, mondelinge pachtovereenkomst, verlangen schriftelijke pachtovereenkomst, pachtwetgeving, beperkingen landbouwkundige mogelijkheden, voorkomen schade, maaien en beweiden, toestemming verjagen dieren, vertrouwensbeginsel (Rb Noord-Nederland 20/188)
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2784: Awb, Wnb; tegemoetkoming in schade, ganzen, meetmethode taxateurs, beleidsregel, taxatierichtlijnen faunaschade, grashoogtemeter, referentieperceel, processen-verbaal notaris, concrete aanknopingspunten twijfel, wegen laadwagen, hogere opbrengst, definitieve geschilbeslechting (Rb Noord-Nederland 20/602)
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2770: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, tijdelijke woonunit, accupunctuurpraktijk, procesbelang, herformulering voorschrift rechtbank/kortere instandhoudingstermijn, meer kosten, begrenzing instandhoudingstermijn, vergunning onherroepelijk, wettelijke termijn 10 jaar, belangen appellanten, besproken ter zitting, coronapandemie (Rb Limburg 19/3409)
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2790: Awb, Wro; bpl, veegplan, Varkens in nood, belanghebbende, gevolgen van enige betekenis, zicht, verkeersbewegingen, inspraak, stedelijk ontwikkelingsproject, landschappelijk inpassingsplan, voorwaardelijke verplichting, Natuurnetwerk Brabant, ladder voor duurzame verstedelijking, flora en fauna, passende beoordeling, Natura 2000/relativiteitsvereiste
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2779: Awb, Wabo; handhaving, bouwstop, brandcompartimentering, omgevingsvergunning opslagruimtes, overtreder, gehoor geven last, volledige heroverweging, verplichting college vaststellen overtreder, uittreksels KvK, verhaal kosten, rechthebbende, artikel 5:24 derde lid Awb (Rb Midden-Nederland 20/1647)
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2769: Awb, Wm; handhaving, dwangsom, Vuurwerkbesluit, vuurwerkevenement, aanduiding “niet geschikt voor particulier gebruik”, goede procesorde, vuurwerkartikelen van geringe afmeting, gebruiksaanwijzing, visualisatie, opheffing last/indienen verzoek minister
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2787: Awb; ligplaatsvergunning, Vob, onbepaalde tijd, gebreken totstandkoming bpl, overlast, ligplaats/varen, voorwaarde ingetreden/intrekking vergunning, overgangsregeling, ligplaatsvergunning bepaalde tijd, koppeling duur exploitatievergunningen (Rb Amsterdam 18/508 en 18/863)
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2785: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, aanlegsteiger, innemen ligplaatsen, passagiersvaartuigen, doorvaartprofiel, breedtemaat salonboten, breedte besluitvlak, stootwillen, onjuiste vaststelling besluitvlak (Rb Amsterdam 20/2880)
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2791: Awb, Wro; bpl, provinciale verordening, geitenstop, 2 km/longontsteking, voorzorg, beleidsruimte, mogelijke gezondheidsrisico’s, motivering, evenredigheid, VGO-rapporten/toepassing voorzorgsbeginsel, GGD-richtlijn
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2777: Awb, Wro; bpl, kindcentrum, basisscholen, kinderopvang, verkeer, haal- en brenggedrag, verkeerstellingen, benodigde parkeerplaatsen, privaatrechtelijke belemmering, verkeersdruk, verkeersveiligheid, VNG-brochure, tuin, kinderboerderij, relativiteitsvereiste, waardevermindering woning, alternatief
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2773: Awb, Wro, Wabo; bpl, omgevingsvergunning, gecoördineerde voorbereiding, herontwikkeling perceel, sloop bestaande bebouwing, appartementencomplex, verkeersgeneratie, CROW-publicatie 381, opstelstrook, voldoende parkeergelegenheid, bouwhoogte, uitzicht, privacy, bezonning, aanvullend bezonningsonderzoek, lichte TNO-norm, tijdsinterval metingen, optellen bezonning gevels, motiveren aanvaardbaarheid, tussenuitspraak
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2797: Awb, Wro, Wabo; bpl, omgevingsvergunning bouw logiesaccommodatie, gecoördineerde voorbereiding, huisvesten arbeidsmigranten, provinciale verordening, planregels/dynamische verwijzingen, binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, 4:84 Awb/afwijkingsmogelijkheid, reikwijdte bouwmogelijkheden onvoldoende duidelijk, bouwpercelen, bouwvlakken, reikwijdte afwijkingsbevoegdheid onvoldoende duidelijk, vernietiging volledige plan
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2786: Awb, Wro; bpl, bestaande en vergunde activiteiten, bed & breakfast, sportschool, vernietiging besluit bestuursrechter/afdeling 3.4 Awb, wezenlijk ander plan, wijzigingen/ondergeschikte aard, sportschool en restaurant, overkapping, ruimtelijke aanvaardbaarheid
* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2793: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, oprichten loods, agrarische opslag, stalling werktuigen, (ver)plaatsen van grond- en grinddepots, mandaat, strijd algemeen mandaatbesluit, niet achteraf bekrachtigd, onbevoegd genomen besluit, aangevraagd/vergund, provinciale verordening, loonwerkbedrijf, agrarisch aanverwant bedrijf, advies/niet verifieerbare gegevens, controleren/objectieve en inzichtelijke gegevens, landschappelijk en cultuurhistorische waarden, noodzaak omvang loods en depots, UNESCO-erfgoed, geluid, akoestisch onderzoek, geluidscherm, verplaatsen grondbakken/representatieve bedrijfssituatie, voorschriften ontoereikend, geluidscherm, landschappelijk inpassingsplan (Rb Noord-Holland 20/4219 en 20/4228)
* Centrale Raad van Beroep 19 juli 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1363: Awb; grote kamer, weigering terugkomen boetebesluit, 4:6 Awb, “evident-onredelijk – criterium”, oppervlakkige inhoudelijke beoordeling, summier onderzoek, onmiskenbare onjuistheid, verzoeker/aannemelijk maken, verschillende aspecten en criteria, uitdrukkelijke erkenning bestuursorgaan onjuistheid eerdere besluitvorming, uitspraak na conclusie raadsheer advocaat-generaal
* ABRvS 18 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2735: Awb, Wro; vovo, bpl, actualiseren twee bestemmingsplannen, intensieve veehouderij, stikstof, Wnb, passende beoordeling, referentiesituatie, gebruiksregel/geen toename stikstofdepositie, werking stalsysteem, Rav, geur, achtergrondbelasting
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 18 juli 2023, ECLI:NL:CBB:2023:363: Awb, Msw; bestuurlijke boete, dierlijke meststoffen, gelijkheidsbeginsel, VDM’s (Rb Oost-Brabant 19/1515)
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 18 juli 2023, ECLI:NL:CBB:2023:364: Awb, Msw; bestuurlijke boete, intermediaire onderneming en vervoerder, Uitvoeringsbesluit Msw, bemonstering zaagsel, dierlijke mest, VDM, eendaadse samenloop, overschrijding redelijke termijn (Rb Oost-Brabant 19/2914)
* College van Beroep voor het bedrijfsleven 18 juli 2023, ECLI:NL:CBB:2023:366: Awb; afwijzing aanvraag subsidie, Subsidieregeling sanering varkenshouderijen, onomkeerbare sluiting varkenshouderijlocatie, geurscore, concentratiegebied, tijdelijke leegstand, varkensziekte, Besluit emissiearme huisvesting, kortdurende leegstand/ruim een jaar leeg, vertrouwensbeginsel, toezegging, overschrijding redelijke termijn
* Rechtbank Gelderland 18 juli 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:4077: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, permanente logies voorziening tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten, belanghebbende, goede procesorde, ladder voor duurzame verstedelijking, geen nieuwe stedelijke ontwikkeling, structuurvisie, beleidsregel, voorschriften/aantal personen/verblijfsduur, onderzoeken verouderd, verkeer en parkeren, voorschrift ontsluiting/noodzaak
* Rechtbank Overijssel 18 juli 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2799: Awb, Wabo, Gmw; afwijzing handhavingsverzoek, bouwregels/serre en overkapping, aanduiding bpl, overschrijding erfgrens/privaatrechtelijke aspecten, burgerlijke rechter, motivering besluit/verwijzing advies bezwaarschriftencommissie, vergoeding proceskosten
* Rechtbank Overijssel 18 juli 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2800: Awb, Gmw; intrekken vergunning, gemeentelijke verordening, aanpassen warmteleidingen, ontwikkelen bedrijfskavels, werkgelegenheid, publieke taak, Grondwet, Gemeentewet, detournement de pouvoir, kostenverhaal/Wet ruimtelijke ordening, evenredigheid, nadeelcompensatie, schadebeperkende maatregelen
* Rechtbank Overijssel 18 juli 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2756: BW; kort geding, geur, maatregelen, beëindigen onrechtmatige situatie, (immateriële) schadevergoeding, lichaam dagvaarding, petitum, burgerlijke rechter, restrechter, omgevingsvergunningen/Wabo, bestuursrechter, niet-ontvankelijk, tekortschieten rechtsbescherming bestuursrechter
* ABRvS 14 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2726: Awb, Wnb; vovo, Wnb-vergunning, oprichten en exploiteren van een varkens- en kalverenhouderij, extern salderen, spoedeisend belang/financiële gevolgen, belangenafweging, onomkeerbare gevolgen Natura 2000-gebieden, bouwen stallen, lopende procedures (Rb Limburg 19/2260)
* ABRvS 14 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2723: Awb, Wro; vovo, bpl, verzoek opheffen voorlopige voorziening, uitbreiding bestaand recreatieterrein, belangenafweging, herstel verschillende gebreken, nieuwe akoestisch relevante activiteiten, akoestisch onderzoek
* ABRvS 14 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2721: Awb, Wabo, Gmw; vovo, handhaving, bestuursdwang, permanente bewoning recreatiewoning, strijd bpl, verzegeling, spoedeisend belang, belangenafweging, geen verblijfplaats, minderjarige kinderen, zomer- en herfstvakantie, vinden geschikte alternatieve woonruimte (Rb Gelderland 23/1160 en 23/1161)
* ABRvS 14 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2724: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, voetbalkooi, spoedeisend belang, geluid, akoestisch onderzoek, VNG-brochure/gemengd gebied, VDI richtlijn 3770, speltype “Voetbal”/Bolzplätze”, onderlinge speelafstand, geluidarme voetbalkooi, stemgeluid, voorschriften, alternatieven (Rb Den Haag 21/3577)
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 14 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:5011: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, verbouwen en uitbreiden woning, uitbreiding hoofdgebouw/aan-of uitbouw, begripsbepalingen bpl, bouwkundige ondergeschiktheid, bouwregels, zijdelingse bouwperceelgrens, privaatrechtelijke belemmering, archeologische dubbelbestemming, Natura 2000/relativiteitsvereiste, tussenuitspraak
* Rechtbank Overijssel 14 juli 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2743: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en milieu, voorschriften, op- en/of overslag containers, verplaatsen tankinstallatie, tankstation, verplaatsen puinbreker, verplichting bouwen/aanleggen voorzieningen, strijd stelsel Wabo, keuze verrichten activiteit, opleidingseisen acceptanten/asbest, acceptatie afvalstoffen/euralcodes, AV-beleid en AO/IC, slibafval, mengen/samenvoegen, LAP 3, voorschrift/geen onderdeel aanvraag, AV-beleid/ZZS, termijn, bodem, geluid, energie
* Rechtbank Gelderland 13 juli 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:3985: Awb; vovo, handhaving, kostenverhaal, bestuursdwang, goederen meegevoerd en opgeslagen, verkoop, waardering taxateur/uiteindelijke verkoopprijs, geen onderbouwing hoogte kosten, beschikbaarheid goedkoper alternatief
* Rechtbank Overijssel 13 juli 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2704: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, appartementen, strijd bpl, overtreding, artikel planregels/kennelijke verschrijving, gelijkheidsbeginsel, zicht op legalisatie, vertrouwensbeginsel/huisnummerbesluit, formulering last
* Conclusie 13 juli 2023, ECLI:EU:C:2023:595: Richtlijn 92/43/EEG; prejudiciële procedure, habitatrichtlijn, kappen bomen, brandbestrijding, preventieve beschermingsmaatregelen, projectbegrip, verband houden of nodig zijn voor beheer/instandhoudingsmaatregelen, richtlijnconforme uitlegging, orgaan staat/onjuiste omzetting, passende beoordeling, ex ante/ex post, herstel, beginsel van loyale samenwerking, milieuaansprakelijkheidsrichtlijn
* ABRvS 13 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2649: Awb, Wabo; vovo, handhaving, dwangsom, afwijzing aanvraag omgevingsvergunning, zijaanbouw, berging, Bor/planregels, belangenafweging, afbreken bebouwing, klachten omwonenden (Rb Den Haag 19/7134, 21/998 en 21/2020)
* Rechtbank Gelderland 13 juli 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:3939: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, appartementengebouw, kruimelgevallenregeling, bijbehorend bouwwerk, aantal woningen, stedelijk ontwikkelingsproject, reguliere voorbereidingsprocedure
* Rechtbank Midden-Nederland 13 juli 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:3478: Awb, Wnb; vovo, ontheffing, wolf, paintballgeweer, ordemaatregel, effecten, gevolgen inzet middel, afwijkend gedrag, spoedeisend belang
* Rechtbank Overijssel 12 juli 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2677: Awb, Wabo; aanvraag omgevingsvergunning bouwen, bedrijfswoning, van rechtswege, buiten behandeling stellen, reguliere/uitgebreide procedure, strijd bpl, overleggen ruimtelijke onderbouwing,
* Rechtbank Overijssel 12 juli 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2678: Awb; handhaving, bouwstop, dwangsom, artikel 6 EVRM, onschuldpresumptie, strafvervolging, vergunningvrij bouwen, Bor, erf/achtererfgebied, evenredigheid, gelijkheidsbeginsel
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4915: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen en afwijken bpl, overkapping ter bescherming van bijenkasten, rangorde, binnenplanse/buitenplanse afwijkingsbevoegdheid, voorbereidingsprocedure, goede ruimtelijke ordening, besluitvorming/bijenkasten, geen onderdeel aanvraag
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4914: Awb, Wabo; buiten behandeling stellen aanvraag, van kantoor naar bedrijfswoning, schriftelijke onderbouwing, aard en omvang grondgebonden agrarische bedrijf, noodzakelijk bedrijfsvoering, tijdsverloop, verschoonbaarheid
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4913: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, geschakelde verhuurbare opslagunits, limitatief-imperatief stelsel, beheersverordening, uitzicht, geluid, verkeer, grondverontreiniging, bouwwerkzaamheden
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4912: Awb, Wabo, Gmw; afwijzing handhavingsverzoek, strijd bpl, twee personenauto’s, een caravan en een trailer met boot, woonbestemming, ruimtelijke uitstraling, geen bedrijfsmatig karakter, geen overtreding
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4910: Awb, Waterwet; ambtshalve wijziging vergunning, onttrekking grondwater waterwingebied, natuurwaarden, omvang van het geding, wijziging wateronttrekking, doelen Waterwet/natuurbelang, Wnb, bestuurlijke lus, tussenuitspraak
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4960: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, twee recreatiewoningen, toetsing/digitale plankaart, analoge plankaart, bestemmingsvlakken en bouwvlakken, vaststelling/2004, analoog opgemaakt en vastgesteld, leidende plankaart, onvoldoende gedetailleerd, precieze omvang bestemmingsvlakken, mogelijk deels bouwen in andere bestemming
* Rechtbank Noord-Holland 11 juli 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:6567: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, afwijken bpl, gebruik showroom, opzegging huurovereenkomst/procesbelang, binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, detailhandel, bedrijfsactiviteiten, uitleg planregels, beleid, herontwikkeling voor woningbouw, gelijkheidsbeginsel
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4900: Awb, Gmw; afwijzing verzoek handhaving, sportaccommodatie, parkeren buiten vakken/stopverbod, Wahv, uitzicht belemmerende voertuigen, hinderlijk drankgebruik, uitbreiding verzoek na primaire besluit
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4903: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, appartementen, wijziging exploitatiebijdrage, exploitatieplan, geen jaarlijkse herziening, (eind-)afrekening, interne rekenrente
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4904: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, patiobungalow, exploitatiebijdrage, ontvankelijkheid, wijziging exploitatiebijdrage, exploitatieplan, geen jaarlijkse herziening, (eind-)afrekening, grondoppervlakte in m2, gronden buiten de aanvraag, openbare weg/toerekening aan woning, gelijkheidsbeginsel, uitgiftecategorie, interne rekenrente
* Rechtbank Limburg 11 juli 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:4044: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning afwijken bpl, toko, supermarkt, zitgelegenheid, afhalen en bezorgen, detailhandel, horeca, horecabeleid, onderling overleg, bestuurlijke lus en burgerlus, tussenuitspraak
* Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 10 juli 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:6083: BW; kort geding, turbo-spoedappel, kweker lelies, omwonenden, gewasbeschermingsmiddelen, spoedeisend belang, Wet gewasbeschermingsmiddelen, Verordening EG 1107/2009, voorzorgsbeginsel, EFSA, toelatingssysteem, Gezondheidsraad, RIVM
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 10 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4882: Awb, Wnb; vovo, afwijzing aanvraag Wnb-vergunning, transformeren twee bestaande vakantieparken, gewijzigde aanvraag, wijzigen overwegingen, proceskostenveroordeling, gedeeltelijk tegemoetgekomen beroep
* Rechtbank Overijssel 7 juli 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2606: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning oprichten bedrijfsgebouw, spoedeisend belang, termijnoverschrijding, tekst in weekblad, locatie-aanduiding, omschrijving activiteit, voorbereidingsprocedure, Verdrag van Aarhus
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4816: Awb, Wabo; weigering aanvraag omgevingsvergunning, zijdelingse uitbouw, strijd bpl, stedenbouwkundig advies, tegenadvies/twijfel zaaien, openheid, gelijkheidsbeginsel
* Rechtbank Limburg 6 juli 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:3996: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, dwangsom, strijd bpl, trekkershut/recreatiewoning, sanitaire voorzieningen, (geen) begripsbepaling, oppervlakte bouwwerk, wijze van meten
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 6 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4760 en Rechtbank Zeeland-West-Brabant 6 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4808: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouw hotel, bezwaar niet-ontvankelijk, belanghebbende, gevolgen van enige betekenis, zicht, verkeersaantrekkende werking
* Rechtbank Den Haag 5 juli 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:8822: BW; onrechtmatig handelen, Rijkswaterstaat, opleggen last onder bestuursdwang, niet teruggeven schip, verkoop voor te lage prijs, geen aangewezen ligplaats/Scheepvaartreglement, Algemene wet bestuursrecht, bekendmaking beschikking, 5:29 lid 3 Awb, mogelijkheid schade, geen economische waarde, zelfstandig belang/verklaring voor recht, afwijzing vorderingen
* Rechtbank Oost-Brabant 5 juli 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:3260: Awb, Wabo; omgevingsvergunning zonnepark, afwijken bpl, vvgb, Chw, Micro Light Aircrafts, luchtvaartregelgeving, noodlanding, gevoel onveiligheid vliegers, behoefte duurzame energie, geluidgrenswaarden, draagvlak, provinciale verordening, reflectie geluid, Wnb, relativiteitsvereiste, bouwfase, partiele vrijstelling/uitspraak Afdeling
* Rechtbank Noord-Nederland 5 juli 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:2706: Awb, TwG, BW; mijnbouwschade, trillingen, bewijsvermoeden, adviesrapporten deskundigen, corroderend staal, geactualiseerd beoordelingskader, herstelmethode, indexatie prijspeil, wettelijke rente
* Rechtbank Limburg 4 juli 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:3904: Awb, Wabo, Gmw; afwijzing handhavingsverzoek, niet tijdig beslissen, procesbelang, starten handhavingstraject/mededeling, concreet zicht op legalisatie, ontvankelijke aanvraag omgevingsvergunning bouwen
* Rechtbank Midden-Nederland 30 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:3122: Awb, Wro; afwijzing tegemoetkoming in planschade, omgevingsvergunning negen eengezinswoningen, voorzienbaarheid, moment aankoop, verordening regels bebouwde kom, woningen, bouwverordening
* Rechtbank Rotterdam 30 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:5528: Awb, Waterwet; vovo, lozingsvergunning, IPPC-installatie, afvalwaterstromen, meetpunten, parameters, bronaanpak, BBT, ammonium-N, analysegegevens, incidenten/morsingen, seizoensafhankelijke variatie, extreme neerslag, tijdelijke lozingseis
* Rechtbank Gelderland 28 juni 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:3968: Awb, Wabo, Woningwet; afwijzing handhavingsverzoek, airco-unit, begrip “bouwwerk”, modelbouwverordening, Bor, uitstekend deel van ondergeschikte aard, geluid, Bouwbesluit 2012/moment plaatsing, APV, normen Activiteitenbesluit milieubeheer, geluidmeting, subjectieve waarneming, abbb, redelijke termijn
* Rechtbank Den Haag 28 juni 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:9601: Awb, Wabo; omgevingsvergunning van rechtswege, zonneweide, instemmen uitstel beslistermijn, uitleg mailwisseling, tijdig beslist
* Rechtbank Limburg 22 juni 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:3683: Awb; afwijzing handhavingsverzoek, airco-unit, mechanische afzuiginstallatie, procesbelang, proceskosten in bezwaarfase, aannemelijk maken schade, geluidsoverlast, horen in bezwaar
* Rechtbank Limburg 22 juni 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:3684: Awb, Wabo, Gmw; handhaving, invordering, zelfstandige woningen/strijd bpl, invorderingsbeschikking/lod, uitzonderlijke gevallen, evident geen overtreding, professioneel gemachtigde/intrekken beroep, overgangsrechtelijke aspecten/(feiten) onderzoek, controlerapport, GBA, overtreding last
* Rechtbank Rotterdam 15 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:6250: Wed, Sr; kapitein, zeeschip, Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen, kleurloos opzet, software, naleving IMDG-code, voorwaardelijk opzet, visuele of handmatige controle, geen strafrechtelijke verwijtbaarheid, AVAS, ontslag van alle rechtsvervolging
* Rechtbank Midden-Nederland 9 juni 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:3116: Awb, Wegenverkeerswet 1994; parkeerplaatsen opladen elektrische voertuigen, niet indienen zienswijze, verschoonbare reden, vakantie, belanghebbende, Varkens in nood jurisprudentie, verkeerbesluit/geen milieu en ruimtelijke ordening
* Rechtbank Amsterdam 6 juni 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4147: Awb, Wbr; vergunning, twee energielaadpunten, benzinestation, rijksweg, 6:19 Awb, besluit/nieuwe aanvraag van een andere aanvrager, intrekken Wbr-vergunning/procesbelang
* Rechtbank Amsterdam 6 juni 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4148: Awb, Wbr; vergunning, twee energielaadpunten, benzinestation, rijksweg, 6:19 Awb, verkeerssituatie, verkeerskundige analyse, ritanalyse, Dienstenrichtlijn, schaarse vergunning, transparante verdelingsprocedure
* Rechtbank Amsterdam 6 juni 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4149: Awb, Wbr; vergunning, vier energielaadpunten, benzinestation, rijksweg, concurrentieverhouding, verkeerssituatie, verkeerskundige beoordeling, weginrichting, ritanalyse, haaks parkeren, deceleratielengte, Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen, looptijd vergunning, Dienstenrichtlijn, schaarse vergunning, transparante verdelingsprocedure

# = betrokkenheid STAB
= (nog) niet gepubliceerd

Bijzondere overwegingen

* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2792:Awb, Wabo; omgevingsvergunning beperkte milieutoets, geitenhouderij, buiten behandeling stellen, uitleg planregels, grondgebonden agrarisch bedrijf, mestverwerking, ruw- en krachtvoer, intentieverklaringen, strijd bpl, m.e.r./mogelijke gezondheidseffecten (Rb Noord-Holland 19/3081 en 21/3334)
15.2. Naar het oordeel van de Afdeling is de rechtbank ten onrechte tot de conclusie gekomen dat de verklaringen voldoende grondslag bieden om te kunnen aannemen dat de geitenhouderij in overeenstemming met het plan een grondgebonden veehouderij is. De intentieverklaringen bieden niet de vereiste mate van zekerheid dat de daarin bedoelde gronden behoren tot de bedrijfsvoering van De Elsenburg en daarmee tot de grond kunnen worden gerekend als bedoeld in artikel 8 in samenhang met artikel 1.16 van de planregels. De Afdeling verwijst naar haar uitspraak van 26 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3124, onder 3.4. en 3.5. In die zaak waren overeenkomsten met akkerbouwers in de omgeving overgelegd ter onderbouwing van de beschikbaarheid van gronden voor de bedrijfsvoering. De Afdeling heeft in de genoemde uitspraak overwogen dat de overeenkomsten voldoende grondslag moeten bieden om aan te kunnen nemen dat de daarin bedoelde gronden inderdaad tot de bedrijfsvoering behoren. Daarvoor is nodig dat de overeenkomsten inzichtelijk maken dat de bedoelde gronden – wanneer zij niet in eigendom of pacht zijn bij de betreffende ondernemer – wel feitelijk worden geëxploiteerd en zodoende toch tot de bedrijfsvoering kunnen worden gerekend, voor hoe lang dat het geval is en met welke mate van zekerheid over de continuïteit. Ook afspraken die zijn neergelegd in een intentieverklaring kunnen die in het licht van de toetsing aan het bestemmingsplan van belang zijnde zekerheid in beginsel geven, mits zij voldoende concreet en uitvoerbaar zijn en voldoende specifiek zijn over de nog te sluiten overeenkomst en de continuïteit van de afspraken. De overgelegde verklaringen bieden tegen deze achtergrond in dit geval niet de vereiste mate van zekerheid.

* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2779: Awb, Wabo; handhaving, bouwstop, brandcompartimentering, omgevingsvergunning opslagruimtes, overtreder, gehoor geven last, volledige heroverweging, verplichting college vaststellen overtreder, uittreksels KvK, verhaal kosten, rechthebbende, artikel 5:24 derde lid Awb (Rb Midden-Nederland 20/1647)
4.2. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de rechtbank in overweging 11 van haar uitspraak met juistheid overwogen waarom Allsafe 1 niet als overtreder kan worden aangemerkt. Dat Allsafe 1 wel gehoor heeft gegeven aan de last, maakt niet dat zij alleen al daarom toch als overtreder kan worden aangemerkt. Verder heeft de rechtbank terecht overwogen dat het voor de hand had gelegen dat Allsafe 1 het college er in bezwaar op had kunnen wijzen dat zij geen overtreder is. Maar de rechtbank heeft daarbij terecht geoordeeld dat dit het college niet van de verplichting ontslaat om zelf vast te stellen wie als overtreder moet worden aangemerkt. In het kader van een volledige heroverweging in bezwaar had het college, bijvoorbeeld aan de hand van de gegevens in de bouwregistratie of uittreksels van de Kamer van Koophandel, moeten onderzoeken of Allsafe 1 terecht als overtreder was aangemerkt. Zo niet, dan had het college een ander als overtreder van het te handhaven voorschrift met de daaraan verbonden consequenties moeten aanwijzen en een besluit ten aanzien van die overtreder moeten nemen.
(…)
Het college kan verder niet worden gevolgd in zijn betoog dat ook als Allsafe 1 geen overtreder is, de last onder bestuursdwang terecht is opgelegd, omdat bij het opleggen van een last onder bestuursdwang het overtrederschap niet hoeft te worden aangetoond, maar alleen bij het besluiten om de kosten te verhalen. Als Allsafe 1 niet als overtreder, maar wel als “rechthebbende op het gebruik van de zaak waarop de last betrekking heeft” als bedoeld in artikel 5:24, derde lid, van de Awb, kan worden aangemerkt, dan doet zich het volgende voor. In dat geval is de bekendmaking als bedoeld in dit artikellid weliswaar in orde, maar dan zou toch kunnen worden geoordeeld dat het besluit onrechtmatig was, omdat Allsafe 1 ten onrechte is aangeschreven als overtreder. Dat het overtrederschap niet hoeft te worden bewezen, laat onverlet dat een aangeschrevene kan opkomen tegen een (onterechte) aanschrijving als overtreder. Als Allsafe 1 wel rechthebbende zou zijn als bedoeld in artikel 5:24, derde lid, van de Awb, dan doet dat niet af aan de hiervoor bedoelde onrechtmatigheid van het besluit.

* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2791: Awb, Wro; bpl, provinciale verordening, geitenstop, 2 km/longontsteking, voorzorg, beleidsruimte, mogelijke gezondheidsrisico’s, motivering, evenredigheid, VGO-rapporten/toepassing voorzorgsbeginsel, GGD-richtlijn
4.3. (…) In haar uitspraak van 23 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:556, heeft de Afdeling overwogen dat bij de beantwoording van de vraag of het bevoegd gezag uit voorzorg mag weigeren om medewerking te verlenen aan een activiteit vanwege onduidelijkheid over mogelijke gezondheidsrisico’s van die activiteit, moet worden gekeken naar het toepasselijke toetsingskader. In dit geval gaat het om de vaststelling van een bestemmingsplan. Op grond van artikel 3.1 van de Wro moet het bevoegd gezag bij de vaststelling van een plan bestemmingen aanwijzen en regels geven die het uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. Het bevoegd gezag heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. Deze geeft het bevoegd gezag de ruimte om vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s van een activiteit uit voorzorg die activiteit planologisch niet toe te laten. Anders dan De Elsenburg stelt kan de raad dus onder meer besluiten om uit voorzorg de ontwikkeling van geitenhouderijen in een plan niet langer mogelijk te maken vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 7 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2704. Daarbij blijft vereist dat het besluit berust op voldoende kennis over de relevante feiten en belangen, deugdelijk is gemotiveerd en geen onevenredige gevolgen heeft voor belanghebbenden in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Of daaraan in dit geval is voldaan, zal hierna aan de hand van de overige beroepsgronden worden beoordeeld.
5.1. Met het plan wordt het verbod op het vestigen of uitbreiden van een geitenhouderij en op de omschakeling van een bestaand agrarisch bedrijf naar een geitenhouderij geregeld. De plantoelichting sluit aan bij de toelichting op de geitenstop in de PRV. In hoofdstuk 2 van de plantoelichting is nader ingegaan op de geitenstop uit de PRV. Daarvoor is in de toelichting en de zienswijzennota naar de VGO-rapporten uit 2016, 2017 en 2018 verwezen. In geschil is welke betekenis aan die VGO-rapporten moet worden toegekend. In de uitspraken van 26 april 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1238, en van 23 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:581, heeft de Afdeling over het rapport “Veehouderij en gezondheid omwonenden (aanvullende studies)” van 16 juni 2017 en het rapport uit 2018 overwogen dat deze geen algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten over de oorzaak van gezondheidsrisico’s voor omwonenden van geitenhouderijen bevatten. Er blijkt niet van een relatie tussen longontsteking en geitenhouderijen in de omgeving. Zowel uit het rapport “Veehouderij en gezondheid omwonenden” van het RIVM uit 2016 als uit later uitgevoerd vervolgonderzoek blijkt echter wel dat omwonenden in een straal van 2 km rond geitenhouderijen een verhoogd risico op longontsteking hebben. Naar de exacte oorzaak en de vraag of dit risico zich ook voordoet in andere gebieden dan waar de onderzoeken betrekking op hebben, wordt nader onderzoek gedaan. Weliswaar stelt De Elsenburg dus terecht dat uit de onderzoeken volgt dat de oorzaken van de relatie tussen het wonen nabij een geitenhouderij en een verhoogde kans op het oplopen van een longontsteking nog niet bekend zijn en dat er momenteel nog geen bewijs is dat omwonenden gezondheidsrisico’s lopen vanwege geitenhouderijen. Maar de rapporten beschrijven wel dat er een verhoogde kans op longontsteking bestaat bij mensen die in de nabijheid van een geitenhouderij wonen. Door in het plan een geitenstop op te nemen, heeft de raad toepassing gegeven aan het voorzorgsbeginsel. Daarbij heeft de raad in de afweging betrokken dat nog geen causaal verband is gevonden tussen een longontsteking en geitenhouderijen in de omgeving. Maar hij acht de mogelijke risico’s te groot en heeft besloten een geitenhouderij binnen een straal van 2 km volledig uit te sluiten. In diverse uitspraken heeft de Afdeling al geoordeeld (bijvoorbeeld de uitspraak van 27 oktober 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2396) dat de genoemde VGO-rapporten in het planologische spoor voldoende grondslag bieden om toepassing te geven aan het voorzorgsbeginsel. Er bestaat ook in dit geval geen aanleiding voor het oordeel dat de raad het plan niet op deze rapporten heeft mogen baseren.

* ABRvS 19 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2773: Awb, Wro, Wabo; bpl, omgevingsvergunning, gecoördineerde voorbereiding, herontwikkeling perceel, sloop bestaande bebouwing, appartementencomplex, verkeersgeneratie, CROW-publicatie 381, opstelstrook, voldoende parkeergelegenheid, bouwhoogte, uitzicht, privacy, bezonning, aanvullend bezonningsonderzoek, lichte TNO-norm, tijdsinterval metingen, optellen bezonning gevels, motiveren aanvaardbaarheid, tussenuitspraak
14.1.4.  Wat [appellant sub 1] heeft aangevoerd over het optellen van de bezonning van de voor- en achtergevel van zijn woning geeft de Afdeling aanleiding om te oordelen dat aan de aanvullende bezonningsstudie zodanige gebreken of leemten in kennis kleven dat de raad zich daarop niet had mogen baseren. In de aanvullende bezonningsstudie is de bezonning van de voor- en achter(zij)gevel van de woning van [appellant sub 1] bij elkaar opgeteld. De raad heeft echter niet onderbouwd dat dit een algemeen aanvaarde wijze van toepassing van de lichte TNO-norm is. De verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 23 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:576, door [partij] maakt dit niet anders, omdat in dat geval de bezonning is beoordeeld aan de hand van de bezonningsnorm van TNO (RIS170509) en niet aan de hand van de lichte TNO-norm. Gelet hierop ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit is genomen in strijd met artikel 3:2 van de Awb. Het betoog slaagt.

* Conclusie 13 juli 2023, ECLI:EU:C:2023:595: Richtlijn 92/43/EEG; prejudiciële procedure, habitatrichtlijn, kappen bomen, brandbestrijding, preventieve beschermingsmaatregelen, projectbegrip, verband houden of nodig zijn voor beheer/instandhoudingsmaatregelen, richtlijnconforme uitlegging, orgaan staat/onjuiste omzetting, passende beoordeling, ex ante/ex post, herstel, beginsel van loyale samenwerking, milieuaansprakelijkheidsrichtlijn
37. Preventieve maatregelen ter voorkoming of ter bestrijding van branden kunnen in de zin van artikel 6, lid 3, eerste volzin, van de habitatrichtlijn verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een beschermingszone. Branden kunnen immers gevolgen hebben voor beschermde habitats en dus voor de instandhoudingsdoelstellingen van dat gebied.(16) Dienovereenkomstig bevatten volgens het verzoek om een prejudiciële beslissing zowel het beschermingsplan als het Letse besluit nr. 478(17) indirecte verwijzingen naar de noodzaak van beschermingsmaatregelen tegen brand en brandbestrijdingsmaatregelen in de betrokken beschermingszone.
38. Hieruit volgt echter niet dat alle preventieve brandbeschermingsmaatregelen of althans de litigieuze maatregelen noodzakelijkerwijs direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van het gebied. Dit blijkt reeds uit het feit dat branden ook een onderdeel kunnen zijn van de natuurlijke ontwikkeling van bepaalde beschermde habitattypen en voor bepaalde soorten dus zelfs noodzakelijk kunnen zijn.(18) De milieubeschermingsautoriteit heeft dit in haar betoog eveneens benadrukt.
40. In welke mate het kappen van bomen om natuurwegen in een beschermingszone te onderhouden of aan te leggen, gevolgen heeft voor dat gebied, hangt voornamelijk af van de locatie van de gekapte bomen, in het bijzonder van de vraag of aldaar beschermde habitattypen of soorten worden getroffen, alsook van het soort bomen en de toestand daarvan.
41. Maar zelfs wanneer daardoor afbreuk wordt gedaan aan bepaalde instandhoudingsdoelstellingen van de beschermingszone, is het mogelijk dat de lidstaat meer belang hecht aan de brandbescherming. Krachtens artikel 4, lid 4, van de habitatrichtlijn moet de lidstaat namelijk prioriteiten vaststellen en dus met name bij conflicten tussen verschillende doeleinden een beslissing nemen.(21) Een belangenafweging die uitvalt in het voordeel van preventieve brandbeschermingsmaatregelen, zou gerechtvaardigd zijn wanneer het risico op toekomstige aantasting van het gebied door branden zwaarder weegt dan het feit dat de betrokken maatregelen afbreuk doen aan bepaalde instandhoudingsdoelstellingen.
42. Die belangenafweging veronderstelt echter dat ten volle rekening wordt gehouden met de betrokken instandhoudingsdoelstellingen. Algemene bestuurlijke bevoegdheden voor de brandbescherming of het bosbeheer houden dus nog niet de bevoegdheid in om preventieve brandbeschermingsmaatregelen als instandhoudingsmaatregelen voor een Natura 2000-gebied vast te stellen. Ook een onderneming die het gebied economisch exploiteert, kan daarover niet beslissen. De belangenafweging valt veeleer onder de verantwoordelijkheid van de instanties die krachtens het recht van de lidstaat bevoegd zijn voor de bescherming van het gebied, dat wil zeggen voor de vaststelling van instandhoudingsdoelstellingen en –maatregelen krachtens artikel 4, lid 4, en artikel 6, lid 1, van de habitatrichtlijn.
43. Preventieve maatregelen op grond van algemene wettelijke voorschriften inzake brandbescherming of daarop gebaseerde brandbeschermingsplannen kunnen derhalve alleen direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een beschermingszone in de zin van artikel 6, lid 3, eerste volzin, van de habitatrichtlijn wanneer zij tevens deel uitmaken van de krachtens artikel 4, lid 4, en artikel 6, lid 1, vastgestelde instandhoudingsmaatregelen. Preventieve brandbeschermingsmaatregelen die niet aan deze voorwaarde voldoen en afbreuk zouden kunnen doen aan de instandhoudingsdoelstellingen van het gebied, moeten daarentegen worden onderworpen aan een in artikel 6, lid 3, eerste volzin, bedoelde passende beoordeling van de gevolgen voor het gebied.
53. Artikel 6, lid 3, van de habitatrichtlijn voorziet niet in een dergelijke voortijdige uitvoering van maatregelen. Volgens de bewoordingen van deze bepaling moet de passende beoordeling veeleer vóór de betrokken maatregel plaatsvinden.(29) Het Hof noemt de beoordeling dan ook een beoordeling ex ante.(30)
54. Deze volgorde is noodzakelijk om vóór de uitvoering van de betrokken maatregel zoveel mogelijk te achterhalen of en, in voorkomend geval, in welke mate hij negatieve gevolgen heeft voor de beschermingszone. Met een beoordeling achteraf kunnen vanzelfsprekend geen negatieve gevolgen worden voorkomen. Zonder een grondige inventarisatie vóór de gevolgen zich voordoen zal het bovendien regelmatig moeilijk zijn om de oorspronkelijke toestand van het gebied en de omvang van eventuele negatieve gevolgen onomstotelijk vast te stellen.
55. Daarom is het in beginsel niet toegestaan om te beginnen met de uitvoering van een beoordelingsplichtige maatregel voordat de beoordeling van de gevolgen ervan voor het gebied is voltooid. Dit geldt des te meer voor de voortzetting van een maatregel waarvan de uitvoering reeds was aangevat in strijd met de verplichting om de gevolgen ervan voor het gebied te beoordelen.
56. Evenwel zijn er verschillende soorten gevaren denkbaar die in het licht van de bovengenoemde rechtspraak over de handhaving van vergunningen(31) mogelijkerwijs een uitzondering op de beoordeling ex ante rechtvaardigen.
57. Een dergelijke uitzondering lijkt met name aangewezen in het geval van daadwerkelijke en actuele gevaren zoals brand of overstroming. Zij is ook denkbaar in het geval van imminente gevaren die weliswaar nog niet actueel zijn, maar zich hoogstwaarschijnlijk in de nabije toekomst zullen voordoen. Een dergelijke waarschijnlijkheid kan bijvoorbeeld blijken uit de weersvoorspelling of uit het feit dat er stroomopwaarts reeds een aanzienlijke hoeveelheid neerslag is gevallen, die vervolgens stroomafwaarts tot een overstroming zal leiden.

*
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4904: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, patiobungalow, exploitatiebijdrage, ontvankelijkheid, wijziging exploitatiebijdrage, exploitatieplan, geen jaarlijkse herziening, (eind-)afrekening, grondoppervlakte in m2, gronden buiten de aanvraag, openbare
weg/toerekening aan woning, gelijkheidsbeginsel, uitgiftecategorie, interne rekenrente
10.3. De rechtbank stelt vast dat de exploitatiebijdrage wordt berekend door een verdeling naar uitgiftecategorieën, een basiseenheid per uitgiftecategorie en het totaal aantal gewogen eenheden per eigendom dan te vermenigvuldigen met het verhaalbare bedrag per gewogen eenheid. Het ruimtegebruik per eigenaar is de basis voor de bepaling van het aantal gewogen eenheden per uitgiftecategorie. In dit geval is het grondoppervlakte in m2 de eenheid waarmee wordt gerekend. Gelet op artikel 6.19 van de Wro dient de exploitatiebijdrage per omgevingsvergunning te worden berekend aan de hand van de in de vergunningaanvraag opgenomen gronden. Uit de tekst van dit artikel en de parlementaire geschiedenis2 blijkt dat de wetgever heeft willen voorkomen dat een vergunninghouder kostenverhaal deels zou kunnen ontlopen door een deel van voor wonen bestemde gronden, zoals de tuin, buiten een vergunningaanvraag te houden. Gelet hierop zal de rechtbank beoordelen of de percelen A 6153 en A 6156, die niet tot de vergunningaanvragen behoren, toch ten behoeve van de berekening van de exploitatiebijdragen aan de vergunningen moeten worden toegerekend.
Voor perceel A 6156 geldt dat de rechtbank van oordeel is dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat dat perceel zal worden gebruikt ten behoeve van de beide woningen. Het perceel heeft immers een woonbestemming gekregen en ligt aansluitend aan de twee door eisers te realiseren woningen. Een ander gebruik dan tuin ten behoeve van de woningen is niet eenvoudig denkbaar en eisers hebben ook niet aangegeven hoe die gronden dan gebruikt zullen gaan worden. De rechtbank ziet dan ook geen reden om dit perceel buiten de berekening van de bijdragen te houden en evenmin voor de stelling van eisers dat de bijdragen met 1/3 zouden moeten worden gekort. Voor perceel A 6153 geldt dat daar de [adres] is gerealiseerd. Het gaat daarbij weliswaar om een doodlopende weg, die voornamelijk door de bewoners van de twee woningen zal worden gebruikt, maar het is wel een voor het openbaar verkeer openstaande weg. Of de weg een openbare weg in de zin van de Wegenwet is, is naar het oordeel van de rechtbank niet relevant. Bepalend is of dit perceel aan de omgevingsvergunningen voor de bouw van de twee woningen moet worden toegerekend. Daarvoor ziet de rechtbank geen reden: de weg is door iedereen te gebruiken en is niet exclusief voor eisers of door hen aan te wijzen personen. In zoverre onderscheidt de weg zich ook van bijvoorbeeld een oprit naar een garage bij een woning: die oprit is wel alleen door de bewoner te gebruiken en maakt dan ook onderdeel uit van het bouwperceel. Bij de waardering van dat perceel zal de oprit dan ook meetellen, maar dat geldt niet voor de toegangsweg naar die oprit.

* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4903: Awb, Wabo; omgevingsvergunning bouwen, appartementen, wijziging exploitatiebijdrage, exploitatieplan, geen jaarlijkse herziening, (eind-)afrekening, interne rekenrente
5.2 Eiseres heeft aangevoerd dat dit exploitatieplan in strijd met artikel 6.15 van de Wro niet ten minste een keer per jaar is herzien. De rechtbank stelt vast dat ten tijde van het bestreden besluit nog geen herzieningen van het exploitatieplan zijn vastgesteld, terwijl uit artikel 6.15 van de Wro voortvloeit dat het plan inmiddels al ten minste 3 keer had moeten worden herzien. Deze tekortkoming van de gemeenteraad heeft geen gevolgen voor de exploitatiebijdrage en ook niet voor de toetsingsgrondslag van die bijdrage; bij gebreke van een herziening, dient het college die bijdrage te baseren op het eerder genoemde exploitatieplan.
5.3 Dat betekent wel dat de exploitatiebijdrage moet worden gebaseerd op een verouderd plan, met in dit geval ook een niet-actueel stedenbouwkundig verkavelingsplan. De afwijkingen die hierdoor ontstaan, kunnen worden hersteld. Nadat het exploitatieplan geheel is uitgevoerd, dient verweerder immers een (eind-)afrekening van het exploitatieplan vast te stellen, waarbij de exploitatiebijdrage wordt herberekend. Eiseres heeft er echter op gewezen dat uit artikel 6.20, derde lid van de Wro voortvloeit dat als die herberekening leidt tot een lagere bijdrage slechts tot terugbetaling door de gemeente wordt overgegaan als het verschil meer dan 5% bedraagt en dat de terugbetaling dan ook slechts het gedeelte groter dan 5% betreft. Dat betekent dat eiseres door het niet tijdig herzien van het exploitatieplan kan worden benadeeld. De rechtbank is van oordeel dat dit van verweerder vergt dat hij de exploitatiebijdrage met grote zorgvuldigheid dient vast te stellen en dat hij bij twijfel in het voordeel van eiseres dient te beslissen.

* Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 10 juli 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:6083: BW; kort geding, turbo-spoedappel, kweker lelies, omwonenden, gewasbeschermingsmiddelen, spoedeisend belang, Wet gewasbeschermingsmiddelen, Verordening EG 1107/2009, voorzorgsbeginsel, EFSA, toelatingssysteem, Gezondheidsraad, RIVM
3.15. Het hof acht aannemelijk dat onder meer artikel 4 en 21 van de verordening de uitwerking vormen van het door de Europese wetgever in acht genomen voorzorgsbeginsel. Dat betekent echter niet dat de norm om het voorzorgsbeginsel toe te passen, die ook tot de nationale rechters als organen van de lidstaten is gericht, geen ruimte zou geven aan de Nederlandse (kort geding)rechter om onder omstandigheden een verbod uit te spreken op het gebruik van toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. Het voorzorgsbeginsel brengt anderzijds niet mee dat elk risico moet worden uitgesloten. Het hof verwijst naar artikel 7 van Verordening 178/2002 tot onder meer de oprichting van EFSA5 (…) Artikel 4 van Verordening 178/2002 brengt mee dat artikel 7 van toepassing is op de goedkeuring van werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen en de intrekking daarvan, voor zover die worden gebruikt voor de teelt van levensmiddelen. Het lijkt erop dat alle gewasbeschermingsmiddelen die de maatschap voor de lelieteelt gebruikt ook voor de levensmiddelenteelt worden gebruikt. Voor zover het zou gaan om gewasbeschermingsmiddelen die alleen in de sierteelt worden gebruikt, vormen de artikelen 1 lid 4 van Verordening 1107/2009 en 191 lid 2 Werkingsverdrag de basis voor toepassing van het voorzorgsbeginsel.
3.18. Op basis van deze onderbouwing, waar de maatschap onvoldoende tegenin heeft gebracht, acht het hof aannemelijk dat op dit moment nog niet goed getest wordt of kan worden of het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel een verhoogd risico op neurodegeneratieve ziektes met zich brengt. In zoverre lijkt het in Verordening EG 1107/2009 en de Wgb neergelegde stelsel van toezicht op de toelating en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dus onvolkomen te zijn en geen zekerheid te bieden op de afwezigheid van een verhoogd risico op neurodegeneratieve ziekten voor omwonenden. Het voorzorgsbeginsel brengt dan ook mee dat beperkende maatregelen zouden kunnen worden getroffen.
3.19. Desondanks bestaat er naar het oordeel van het hof in dit geval geen aanleiding om de maatschap het gebruik van alle bestaande gewasbeschermingsmiddelen op de bewuste percelen voor het jaar 2023 te verbieden, al dan niet op grond van het voorzorgsbeginsel.
3.20. Daarbij laat het hof meewegen dat de maatschap aannemelijk heeft gemaakt veel te doen om de gevolgen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor de omwonenden te beperken. Het hof noemt de volgende maatregelen (…)
3.21. Daarnaast laat het hof meewegen dat zowel de Gezondheidsraad als het RIVM na recent onderzoek niet tot ingrijpen (een verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen) heeft geadviseerd. (…)
3.22. Dat de omwonenden een grote hoeveelheid onderzoeken hebben overgelegd uit veelal andere landen, die dienen ter onderbouwing van het verband tussen gewasbeschermingsmiddelen en neurodegeneratieve ziekten, kan niet tot een ander oordeel leiden. Een groot deel van die onderzoeken ziet op de gezondheidseffecten op de gebruikers van de gewasbeschermingsmiddelen (en niet op omwonenden), vaak zijn ze van (veel) langer geleden en zien ze op gewasbeschermingsmiddelen die al verboden zijn en bovendien zien ze ook op andere toepassingswijzen (bijvoorbeeld zonder driftreductie van 99%). In ieder geval hebben de omwonenden, in het licht van voormelde rapporten van de Gezondheidsraad en het RIVM, niet gemotiveerd gesteld en blijkt ook uit de door hen overgelegde literatuur niet dat voortzetting van het bespuiten van de lelies (met de onder 3.20 genoemde maatregelen) met de middelen die de maatschap voor deze teelt nog wil gebruiken (waarover hieronder meer), een zodanig gevaar voor hun gezondheid vormt dat, ook wanneer het voorzorgsbeginsel in aanmerking wordt genomen, voortzetting onrechtmatig is. Daarom zal het gevraagde verbod om enig gewasbeschermingsmiddel te gebruiken, worden afgewezen.

* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 juli 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:4816: Awb, Wabo; weigering aanvraag omgevingsvergunning, zijdelingse uitbouw, strijd bpl, stedenbouwkundig advies, tegenadvies/twijfel zaaien, openheid, gelijkheidsbeginsel
10. Op grond van artikel 6, tweede lid, van het EVRM wordt een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan. Deze onschuldpresumptie brengt volgens de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) mee dat het publieke organen en autoriteiten niet is toegestaan om na een strafrechtelijke vrijspraak in een bestuursrechtelijke procedure alsnog twijfels te uiten over de onschuld van een betrokkene ten aanzien van het feit waarvoor hij is vrijgesproken. Voor een geslaagd beroep op dit aspect van de onschuldpresumptie dient de betrokkene te stellen en te bewijzen dat een voldoende verband (‘link’) bestaat tussen de strafrechtelijke procedure en de latere bejegening door een bestuurlijke autoriteit of de latere gerechtelijke procedure. Zo’n verband is bijvoorbeeld aanwezig als die latere procedure een onderzoek vereist van de uitkomst van de eerdere strafrechtelijke procedure, in het bijzonder in een geval waarin die latere procedure de rechter dwingt tot een onderzoek van een strafrechtelijk oordeel, tot een heroverweging of beoordeling van het bewijs in het strafrechtelijke dossier, tot een oordeel over de deelname van de belanghebbende aan de gebeurtenissen die hebben geleid tot de eerdere ‘criminal charge’, of tot een oordeel over de bestaande aanwijzingen van mogelijke schuld van de belanghebbende.1 Uit de rechtspraak van het EHRM volgt verder dat het feit dat een verband als hiervoor is vastgesteld op zichzelf niet voldoende is voor de conclusie dat het oordeel van de strafrechter eraan in de weg staat dat in een latere bestuursrechtelijke procedure de gedragingen waarvan de betrokkene is vrijgesproken – als gevolg van minder strenge bewijsregels of op grond van aanvullend bewijs – bewezen worden verklaard. Daarbij is wel van belang dat de rechterlijke autoriteiten door hun optreden, de motivering van hun beslissing of de door hen gebruikte bewoordingen geen twijfel dienen te doen ontstaan over de juistheid van de vrijspraak van wat de betrokkene in de strafzaak werd verweten.2
11. (…)
12. In het verweerschrift heeft verweerder zich nog op het standpunt gesteld dat de eigen verantwoordelijkheid van verweerder bij het opleggen van handhavingsmaatregelen niet afhankelijk is van de met strafvervolging en strafoplegging belaste organen. Gelet op wat de rechtbank hiervoor heeft overwogen, is dat standpunt onjuist.
13. De rechtbank is echter van oordeel dat dit motiveringsgebrek gepasseerd kan worden met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Naar het oordeel van de rechtbank is het bestreden besluit niet in strijd met artikel 6 van het EVRM. Uit de overgelegde processen-verbaal van de politierechter blijkt dat eisers zijn vrijgesproken. De politierechter heeft daarbij overwogen dat er een bestuursrechtelijke procedure loopt met vragen die voor hem ook relevant zijn in de zaak, dat hij wel kan komen tot wettig bewijs maar de overtuiging mist dat eisers strafbaar hebben gehandeld. Hij heeft daar onvoldoende beeld en duidelijkheid over en acht de vervolging enigszins prematuur. Weliswaar is sprake van een link tussen de strafrechtelijke procedure en het bestreden besluit, omdat hieraan hetzelfde feitencomplex ten grondslag ligt, maar dat is onvoldoende voor de conclusie dat het bestreden besluit in strijd is met artikel 6 van het EVRM. Gelet op de inhoud van de processen-verbaal worden met het bestreden besluit geen twijfels geuit over de juistheid van de vrijspraak van eisers.

 

# = betrokkenheid STAB
= (nog) niet gepubliceerd