Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht

* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3470: Awb, Wro; bpl, kwaliteitsverbetering, verschuiving bouwvlak, einduitspraak na tussenuitspraak
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3471: Awb, Wnb; ontheffing, doden vossen, bescherming weidevogels, geweer, landelijke vrijstelling, faunabeheerplan (Rb Den Haag 19/374)
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3466: Awb, Wro; bpl, herstelbesluit, provinciale omgevingsverordening, inpassing woningen, einduitspraak na tussenuitspraak
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3467: Awb; handhaving, verwijdering bouwwerken, hondenclub, gebruiksovergangsrecht (Rb Oost­Brabant 19/1457 en 19/2919)
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3460: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, verbouwing bedrijfscomplex, arbeidsmigranten, beperking bedrijfsvoering en -uitbreiding, omgevingsdialoog, logies of woningen, geluidsonderzoek, parkeren, verkeer(Rb Zeeland-West­Brabant 20/9933, 20/9934, 20/9939, 20/9940)
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3482: Awb; exploitatievergunning, coffeeshop, beperking duur vergunning, Dienstenrichtlijn, woon- en leefklimaat, algemeen belang (Rb Limburg 20/1311 en 20/1312)
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3468: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, transformatie industriegebouw, woon- en werkgebied, parkeerbehoefte, invloed horecaterras, berekening oppervlakten, CROW-publicaties, parkeerruimte, parkeervraag omgeving, dubbelgebruik, parkeerdrukmeting (Rb Overijssel 19/925)
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3462: Awb, Wro; bpl, bierbrouwerij, uitbreiding, ondersteunende horeca, dag- en verblijfsrecreatie, ladder voor duurzame verstedelijking, akoestisch onderzoek, VNG-brochure, maximale representatieve bedrijfssituatie, geluidsnormen, achtergrondmuziek, geur
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3474: Awb, Wro; bpl, herziening, bouwvlak, bedrijfsbestemming, ligplaatsen, geluid, belemmering bedrijfsexploitatie
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3481: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, verbouw woning, strijdig gebruik, leefbaarheidstoets (Rb Oost­Brabant 20/1546)
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3475: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, parkeerterrein, sportcomplex, handhaving, verkeersveiligheid, Wvw, verkeersbesluit (Rb Gelderland 20/4768 en 21/3428)
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3483: Awb, Wro; bpl, woningbouw, uitzicht, privacy, behoefte, VNG-brochure, afwijkingsbevoegdheid, geluid, onderzoek, stikstof, relativiteitsbeginsel
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3477: Awb, Wro; bpl, actualisatie, reparatiebesluit, bodem, normaal onderhoud en beheer, 40 cm diepte, archeologische waarden, waterberging, tussenuitspraak
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3476: Awb, Wro; bpl, actualisatie, ontwerpplan, kamerverhuur, bed en breakfast, logiesfunctie, arbeidsmigranten, zelf in de zaak voorzien
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3478: Awb; handhaving, bedrijfswoning, gebruiksovergangsrecht, legalisatie, evenredigheidsbeginsel (Rb Zeeland­West­Brabant 21/1539)
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3465: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, bouwen, aanbouw, welstand (Rb Midden-Nederland 21/4875)
* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3469: Awb, Wro; bpl, splitsen woning
* ABRvS 12 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3445: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning, premixenfabriek, belanghebbendheid, maximale bouwhoogte, relativiteitsbeginsel, rechtszekerheidsbeginsel, open normen, evidentiecriterium, afwijkingsbevoegdheid, drempelwaarden RIE, grondstoffen dierlijke herkomst (Rb Overijssel 22/2169)
* ABRvS 12 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3432: Awb, Wro; vovo, bpl, kamerverhuur
* Rechtbank Overijssel 8 september 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:3627: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, woningbouw, parkeren, welstand, ontsluiting
* ABRvS 8 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3430: Awb, Wabo; vovo en kortsluiten, omgevingsvergunning, kappen,  monumentale bomen, herontwikkeling, woningbouw, belangenafweging
* Hoge Raad 8 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1172: BW; onrechtmatige overheidsdaad, bpl, omvang bouwperceel, vrijstelling WRO, aanvang verjaringstermijn, onrechtmatige onzelfstandige voorbereidingshandeling, schadebegroting, vrijstelling WRO, ruimtelijke onderbouwing
* Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 8 september 2023, ECLI:NL:OGEAC:2023:227: Awb; handhaving, onveilige situatie, slopen gebouw, bouw- en woningverordening, monument,  Monumentenlandsverordening, motiveringsgebrek
* Rechtbank Overijssel 8 september 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:3626: Awb; handhaving, botenhuis, vergunningplicht, legalisatie, evenredigheid
* ABRvS 7 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3410: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning, uitbreiden woning, groene opzet wijk, stedenbouwkundige beoordeling (Rb Zeeland­West­Brabant23/2586 en 23/2162)
* Rechtbank Midden-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:4559: Awb, Wnb; aanwijzingsbesluit, zeegebied De Bruine Bank, Natura 2000-gebied, Vogelrichtlijn, trekvogels, Habitatrichtlijn aanwijzingssystematiek, selectiecriteria, 1%-criterium, begrenzingscriteria, jurisprudentie HvJ EU
* Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3754, Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3753, Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3752 en Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3751: Awb, Wnb; wijziging aanwijzingsbesluit Habitatrichtlijn-gebieden, bedrijfsbelangen, relativiteitsbeginsel, afstand
* Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3681, Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3682Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3684, Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3685, Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3686, Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3690: Awb; handhaving, bouwen vlonders/terrassen, barbecue, bestemming groen, uitstraling singel, bouwwerk, vergunningvrij bouwen, openbaar toegankelijk gebied, APV
* Rechtbank Noord-Holland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:8744: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, kelder, archeologische waarden
* ABRvS 6 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3360: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning ontgronden, wateroverlast, agrarische gronden
* ABRvS 6 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3361: Awb, Wro; vovo, bpl, appartementengebouw, parkeren, erfdienstbaarheid, parkeerbehoefte
* ABRvS 6 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3287: Awb; vovo en kortsluiten, handhaving, hobbymatig agrarisch gebruik, bouwen zonder vergunning, grondslag dwangsom, overgangsrecht, zicht op legalisatie, evenredigheid (Rb Gelderland 22/1415)
* ABRvS 6 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3362: Awb, Wro; vovo en kortsluiten, bpl, wonen, bouwvlak, provinciale omgevingsverordening
* Rechtbank Gelderland 6 september 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:5015: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, splitsen woning, parkeernorm, EVRM, fair balance, beleidsregels
* Rechtbank Gelderland 6 september 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:5031: Awb; handhaving, permanente bewoning, vakantiepark, dienstwoning, overtreding, bijzondere omstandigheden
* Rechtbank Overijssel 6 september 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:3585: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning grondwerkzaamheden, belanghebbendheid, nabijheids- en zichtcriterium
* Rechtbank Limburg 6 september 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:5268: Awb; vovo, handhaving, verwijderen woonwagen, bijzondere omstandigheden
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 september 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6138: Awb; vovo, handhaving, interieur rijksmonument, ontvankelijkheid, vermelding postadres
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 1 september 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6128: Awb; vovo, standplaatsvergunning, foodtruck, beleidsregels, Dienstenrichtlijn, bpl, horecatandplaats, APV, geurhinder, motiveringsgebrek, VNG-brochure, welstand
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 1 september 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6117: Awb; vovo, handhaving, verwijderen dampalen
* Rechtbank Oost-Brabant 1 september 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:4284: Awb; weigering standplaatsvergunning, APV, bevoegdheid
* Rechtbank Noord-Holland 31 augustus 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:8756: Awb; handhaving, beslistermijn, verbeurde dwangsom, belanghebbende
* Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 30 augustus 2023, ECLI:NL:OGEAA:2023:189: Awb; aanlegvergunning, wegen en terreinverharding, recreatief medegebruik, natuurwaarden, ruimtelijk ontwikkelingsplan, motiveringsgebrek
* Rechtbank Limburg 30 augustus 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:5115: Awb, Wabo; geweigerde omgevingsvergunning, tuinhuis met overkapping, motiveringsgebrek, stedenbouwkundige waarden
* Rechtbank Limburg 28 augustus 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:5033: Awb; handhaving, achterstallig onderhoud, bevoegdheid, opslag, kosten
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 28 augustus 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6126: Awb, Wabo; intrekken omgevingsvergunning, kapschuur, onjuiste of onvolledige aanvraag, bouwhoogte, belangenafweging
* Rechtbank Midden-Nederland 28 augustus 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:4432: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning, bouwen woning, gebrekkige onderbouwing, kavelvaststelling, parkeerplaatsen, belangafweging
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 28 augustus 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6069: Awb, Wabo; geweigerde omgevingsvergunning, schoorsteen, ondergeschikt bouwonderdeel, bouwhoogte, landelijke karakter
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 28 augustus 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6067: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, trainingslocatie, begeleid wonen, ruimtelijke impact
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 28 augustus 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6066: Awb, Wabo; omgevingsvergunning veranderen rundveehouderij, BBT, ammoniak, geur, Wvg, fijnstof, gezondheid, aanhaking, stikstofdepositie, natuurvergunning, intern salderen
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 25 augustus 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6062: Awb; geweigerde ontheffing, gebruiksverordening, tweede woning, recreatie verblijf
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 24 augustus 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6139: Awb, Wabo; vovo, uitbreiden horeca, appartementen, vvgb, woon- en leefklimaat, parkeeroverlast
* Rechtbank Den Haag 21 augustus 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:12497: Awb, Wabo; geweigerde omgevingsvergunning, dakopbouw, motiveringsgebrek, vergelijkbare gevallen
* Rechtbank Den Haag 15 augustus 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:12496: Awb, Wabo; geweigerde omgevingsvergunning, steiger, ligplaatsenbeleid, veiligheidsstrook, bpl
* Rechtbank Den Haag 15 augustus 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:12583: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, hekwerk, belanghebbendheid, zichtcriterium
* Rechtbank Den Haag 9 augustus 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:12585: Awb, Wabp; omgevingsvergunning, garage, botenhuis, Bor, bouwhoogte, bezonningsstudie, welstand
* Rechtbank Amsterdam 8 augustus 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:5299: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning, kappen bomen, woningbouw, belangenafweging, onderzoek, groenwaarden
* Rechtbank Den Haag 17 juli 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:12880: Awb, Wabo; omgevingsvergunning appartementen en horeca-inrichting, fietsparkeren, parkeerbehoefte
* Rechtbank Limburg 13 juli 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:4962: Awb; handhaving, afwijzing verzoek, bouwen woning en appartement, afwijken bouwplan, welstandsexces, motiveringsgebrek, belanghebbendheid
# Rechtbank Rotterdam 7 juli 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:8293: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, horecaterras, binnenterrein, geluidsbelasting, Activiteitenbesluit, VNG-brochure, maatregelen, parkeren, privacy
* Rechtbank Amsterdam 10 mei 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:2922: Awb, Wabo; geweigerde omgevingsvergunning, supermarkt, biologische winkel, ruimtelijke onderbouwing

  1. In geschil is of het gebruik als supermarkt door [supermarktketen 1] past binnen de in 2015 aan [supermarktketen 2] verleende omgevingsvergunning.

* Rechtbank Noord-Holland 20 april 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:8766: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, omzetten vluchtweg, afmetingen bouwvlak, meettool ruimtelijke plannen, GmlViewer

 

# = betrokkenheid STAB

! = (nog) niet gepubliceerd

Bijzondere overwegingen

* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3471: Awb, Wnb; ontheffing, doden vossen, bescherming weidevogels, geweer, landelijke vrijstelling, faunabeheerplan (Rb Den Haag 19/374)

10.2.2. Omdat artikel 3.17 verwijst naar artikel 3.10, tweede lid, en artikel 3.8, vijfde lid, van de Wnb, moet bij de verlening van de ontheffing aan de voorwaarden van de twee laatstgenoemde artikelen worden voldaan. Dit betekent dat de ontheffing slechts kan worden verleend als er geen andere bevredigende oplossing is om de vos te bestrijden, de ontheffing nodig is in het belang van de bescherming van de weidevogels en andere bodembroedende vogels en de ontheffing geen afbreuk doet aan het streven om de vos in zijn natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan. Anders dan de Faunabeheereenheid heeft aangevoerd, heeft de rechtbank, in navolging van het college, terecht aan deze voorwaarden getoetst.
11.1.  Dat een blijvende verlaging van de populatie van de vos geen doel is van het faunabeheerplan, betekent niet dat het college daarom geen ontheffing op grond van artikel 3,17, eerste lid, van de Wnb kon verlenen.
De tekst van dit artikel biedt geen grond voor het oordeel dat een ontheffing alleen kan worden verleend voor het blijvend verlagen van de populatie van een diersoort. Dat blijkt ook niet uit de hiervoor genoemde toelichting op dit artikel.

Anders dan de Stichtingen betogen, handelt de Faunabeheereenheid bij de bestrijding van de vos overeenkomstig het vastgestelde en goedgekeurde faunabeheerplan. De ontheffing is verleend voor de bestrijding van de vos in het belang van de weidevogels en andere bodembroedende vogels in bepaalde gebieden. Ook het faunabeheerplan gaat uit van een plaatselijke verlaging van de vossenstand in het belang van de weidevogels en andere bodembroeders. Dat is beschreven in hoofdstuk 8 van het faunabeheerplan. Zowel de ontheffing als het faunabeheerplan gaan dus uit van een beperking van de omvang van de populatie vossen in bepaalde gebieden in het belang van weidevogels en andere bodembroeders.
13.5.  Volgens het advies van Mulder is afschot buiten de periode februari tot en met mei/juni niet effectief omdat dit alleen de natuurlijke sterfte vervangt. Gedode vossen zullen binnen enkele dagen worden vervangen door jonge zwervende vossen zonder territorium die anders een natuurlijke dood sterven omdat zij voortdurend worden weggejaagd.

De Afdeling is van oordeel dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat, gelet op dit advies, het college niet duidelijk heeft gemaakt waarom ontheffing is verleend voor een jaarlijkse periode van december tot en met juni. Het college heeft de gekozen periode in het besluit van 27 december 2018 gemotiveerd door verwijzing naar paragraaf 3.5 en hoofdstuk 8 van het faunabeheerplan. Het college heeft toegelicht dat, zoals ook in het faunabeheerplan is beschreven, verlaging van de vossenstand tijd kost en dat niet elke nacht kan worden opgetreden. De vos is een slim dier en de effectiviteit van het optreden wordt verhoogd als er ruime perioden tussen de acties zitten. De vos kiest vanaf 1 december zijn territorium en wordt dan beter zichtbaar. Dit is daarom een goede datum om met afschot te starten. Het college heeft ter zitting bij de Afdeling nog toegelicht dat de vos in de winter gemakkelijker kan worden bestreden dan in de lente omdat de natuurlijke begroeiing dan lager is. Ook is het van belang om de vos te bestrijden voordat de vogels in de lente gaan broeden.

(…)

13.6.  Anders dan de stichtingen hebben gesteld, hoeft het college niet per gebied aannemelijk te maken dat de ontheffing noodzakelijk is. Zoals het college op de zitting heeft toegelicht, is de ontheffing verleend voor gebieden in en rond de leefgebieden voor weidevogels. De vos is, zoals ook in het faunabeheerplan is beschreven, mobiel en kan zich op korte termijn over aanzienlijke afstand verplaatsen. Dit betekent dat de vos in en rond alle aangewezen leefgebieden voor weidevogels kan voorkomen.

13.7.  De conclusie is dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het college onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt waarom de verleende ontheffing noodzakelijk is en dat het college het effect van een groter afschot van vossen op de stand van bodembroeders nader had moeten onderbouwen. Ook heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat het college niet duidelijk heeft gemaakt waarom de ontheffing is verleend voor een jaarlijkse periode van 1 december tot 1 juni.

 

* ABRvS 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3460: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, verbouwing bedrijfscomplex, arbeidsmigranten, beperking bedrijfsvoering en -uitbreiding, omgevingsdialoog, logies of woningen, geluidsonderzoek, parkeren, verkeer(Rb Zeeland-West­Brabant 20/9933, 20/9934, 20/9939, 20/9940)

  1. AGM betoogt dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft overwogen dat niet is na te gaan of PWT en Albel zijn uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst. AGM voert aan dat een informatiebijeenkomst heeft plaatsgevonden en dat die door diverse omwonenden is bezocht. Daardoor is het niet aannemelijk dat PWT en Albel geen uitnodiging hebben gehad. Verder wijst AGM erop dat gelet op de uitspraak van de Afdeling van 6 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:315, het bieden van inspraak geen onderdeel is van de bestemmingsplanprocedure die de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) regelen.

2.1.  De Afdeling overweegt dat de gevolgde procedure voor het verlenen van de vergunning niet vereist dat een omgevingsdialoog voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning wordt gevoerd. De Afdeling is ook niet gebleken dat gemeentelijk beleid of een gemeentelijke verordening daartoe verplicht. De voorzieningenrechter heeft dit niet onderkend.
4.   AGM betoogt dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat in de omgevingsvergunning onvoldoende is verzekerd dat wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder sprake is van logies.
Volgens haar is dat wel het geval, aangezien de vergunning is aangevraagd en verleend ten behoeve van een logiesfunctie voor arbeidsmigranten. Bovendien is op de aanvraag duidelijk gemaakt dat het gebouw voor overige gebruiksfuncties en niet voor wonen wordt gebruikt of mag worden gebruikt. Tot slot betoogt AGM dat de voorzieningenrechter dit gebrek zelf voorziend had kunnen aanpassen.

4.1.  De voorzieningenrechter heeft terecht overwogen dat uit de aanvraag niet blijkt hoe lang de arbeidsmigranten mogen verblijven in de logies. Daarom zijn uit een oogpunt van rechtszekerheid nadere voorschriften nodig om te waarborgen dat de logies tijdelijk van aard blijven (vergelijk de uitspraak van 9 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2206, onder 7.2-7.3). Verder bestaat er geen plicht voor de voorzieningenrechter om zelf voorziend het voorschrift aan te passen. Het betoog slaagt niet.

* Hoge Raad 8 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1172: BW; onrechtmatige overheidsdaad, bpl, omvang bouwperceel, vrijstelling WRO, aanvang verjaringstermijn, onrechtmatige onzelfstandige voorbereidingshandeling, schadebegroting, vrijstelling WRO, ruimtelijke onderbouwing

3.1.4 (…)

Thans wordt de verjaring van een rechtsvordering wegens een onrechtmatig besluit en van een rechtsvordering wegens een onrechtmatige voorbereidingshandeling geregeld door art. 3:310 BW. Het eerste lid van die bepaling houdt in, voor zover hier van belang, dat de rechtsvordering verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. De verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW begint pas te lopen op de dag na die waarop de benadeelde daadwerkelijk in staat is een rechtsvordering tot vergoeding van de door hem geleden schade in te stellen. Daarvan zal sprake zijn als de benadeelde voldoende zekerheid – die niet een absolute zekerheid behoeft te zijn – heeft verkregen dat schade is veroorzaakt door tekortschietend of foutief handelen van de betrokken persoon.

Art. 8:88 Awb houdt in dat de bestuursrechter bevoegd is op verzoek van een belanghebbende een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die de belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van, voor zover hier van belang, een onrechtmatig besluit of een andere onrechtmatige handeling ter voorbereiding van een onrechtmatig besluit. Art. 8:93 Awb verklaart art. 3:310 BW van overeenkomstige toepassing op deze verzoeken om schadevergoeding, met dien verstande dat de verjaringstermijn niet eerder aanvangt dan de dag na die waarop de vernietiging van het schadeveroorzakende besluit onherroepelijk is geworden, of het bestuursorgaan de onrechtmatigheid van het besluit heeft erkend. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de wetgever aansluiting heeft beoogd te zoeken bij de civielrechtelijke verjaringsregels.
3.1.5 Mede gelet op het belang van de rechtseenheid bij toepassing van art. 3:310 lid 1 BW in gevallen waarin de bestuursrechter en de civiele rechter elk bevoegd kunnen zijn om te oordelen over (een gedeelte van) dezelfde schade, moet worden aangenomen dat de verjaringstermijn van een rechtsvordering tot vergoeding van schade als gevolg van een onrechtmatig besluit van een bestuursorgaan niet eerder aanvangt dan de dag na die waarop de vernietiging van het schadeveroorzakende besluit onherroepelijk is geworden of het bestuursorgaan de onrechtmatigheid van het besluit heeft erkend.

Omdat een onzelfstandige voorbereidingshandeling deelt in de onrechtmatigheid van het daaropvolgende besluit heeft hetzelfde te gelden voor de verjaring van een rechtsvordering wegens een onrechtmatige onzelfstandige voorbereidingshandeling, zoals in dit geval het verstrekken van onjuiste inlichtingen.


*
Rechtbank Midden-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:4559: Awb, Wnb; aanwijzingsbesluit, zeegebied De Bruine Bank, Natura 2000-gebied, Vogelrichtlijn, trekvogels, Habitatrichtlijn aanwijzingssystematiek, selectiecriteria, 1%-criterium, begrenzingscriteria, jurisprudentie HvJ EU

  1. De rechtbank moet de juridische vraag beantwoorden of de minister, zoals de Vogelbescherming meent, aan het begrip “geregeld voorkomende trekvogels” uit artikel 4, tweede lid, van de Vogelrichtlijn een te beperkte uitleg geeft door de systematiek uit de Nota van Antwoord te volgen.
  2. De minister mag alleen ornithologische (dat wil zeggen: vogelkundige) criteria toepassen om de vraag te beantwoorden welke gebieden het meest geschikt lijken om als speciale beschermingszone te worden aangewezen voor de instandhouding van de soorten die de Vogelrichtlijn beschermt. De rechtbank stelt voorop dat het 1%-criterium en het 0,1%-criterium dergelijke ornithologische criteria zijn. De criteria zijn ontleend aan de IBA-lijst en de Wetlands-Conventie, die beide tot stand zijn gekomen vanuit internationale deskundigheid op het gebied van vogels en watervogels. Dat is door de Vogelbescherming op zichzelf niet betwist, en zij heeft ook geen wetenschappelijk tegenbewijs overgelegd waaruit volgt dat de gehanteerde criteria niet als ornithologische vergelijkingsmaatstaf kunnen worden gebruikt bij de selectie en begrenzing van speciale beschermingszones. Het 1%-criterium en het 0,1%-criterium geven weliswaar begrenzingen in een relatieve vorm ten opzichte van de voorkomende vogelsoorten, maar dat is op zichzelf onvoldoende om te kunnen zeggen dat de criteria niet ornithologisch van aard zijn.
  3. De keuze van de minister om het 1%-criterium en het 0,1%-criterium toe te passen om te bepalen welke gebieden het meest geschikt zijn voor de instandhouding van de soorten die de Vogelrichtlijn beschermt, valt binnen de beoordelingsmarge die Nederland als lidstaat heeft. De rechtbank oordeelt dat de minister onder afweging van de betrokken belangen in redelijkheid deze criteria uit de Nota van Antwoord heeft mogen toepassen. Op basis daarvan is de Bruine Bank en de begrenzing daarvan als speciale beschermingszone geselecteerd en aangewezen.
  4. Bij de Nederlandse implementatie van de Vogelrichtlijn heeft de wetgever ervoor gekozen om de instandhoudingsdoelstellingen in het aanwijzingsbesluit op te nemen. De rechtbank oordeelt dat de identificatie van de soorten die de minister beoogt te beschermen met het aanwijzingsbesluit zo een onbetwistbare dwingende vorm heeft in de zin van de rechtspraak van het Hof van Justitie. De verdere juridische bescherming van aangewezen gebieden wordt in Nederland vervolgens gevormd door de wettelijke bepalingen over Natura 2000-gebieden in hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming. Belangrijke beschermingsinstrumenten daarvan zijn de verplichting om voor de Bruine Bank instandhoudingsmaatregelen (artikel 2.2, eerste lid) en passende maatregelen (artikel 2.2, tweede lid) te treffen en om een beheerplan vast te stellen (artikel 2.3). Omdat Rijkswaterstaat beheerder is van de exclusieve economische zone van de Noordzee is de Minister van Infrastructuur en Waterstaat het bevoegd gezag voor deze maatregelen. Als gevolg van de aanwijzing van de Bruine Bank geldt daarnaast het verbodsstelsel voor projecten met significante gevolgen voor de gebieden (artikel 2.7, tweede lid) en de verplichting tot een passende beoordeling van plannen en projecten (artikel 2.8). Vanaf 1 januari 2024 gaat deze wijze van juridische bescherming op vergelijkbare wijze over in het stelsel van de Omgevingswet.
  5. Op deze wijze geeft Nederland uitvoering aan de verplichting die de lidstaten hebben om aan de speciale beschermingszones een juridische beschermingsstatus te verlenen. De bepalingen in de Wet natuurbescherming bevatten immers verplichtingen tot positieve maatregelen voor de instandhouding en de verbetering van de staat van het gebied en het aan de instandhoudingsdoelstellingen gekoppelde verbodsstelsel ziet op de verplichting om te vermijden dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in die zones verslechtert en er significante storende factoren optreden voor de soorten waarvoor die zones zijn aangewezen. Hiermee heeft Nederland verplichtingen geïmplementeerd die ten aanzien van vogelsoorten voortvloeien uit artikel 4, eerste en tweede lid, van de Vogelrichtlijn (instandhoudingsmaatregelen) en uit artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn (passende maatregelen en passende beoordeling plannen en projecten). De keuze die de Nederlandse wetgever heeft gemaakt past binnen de bevoegdheid die de lidstaten hebben om bij de uitvoering van de Vogelrichtlijn de vorm en middelen te kiezen om het met de richtlijn beoogde resultaat te bereiken. De rechtbank oordeelt dat uit de Vogelrichtlijn en uit de rechtspraak van het Hof van Justitie niet volgt dat lidstaten (verdergaande) bescherming moeten bieden aan “geregeld voorkomende trekvogels” op de wijze waarop de Vogelbescherming betoogt.


*
Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3754, Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3753, Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3752 en Rechtbank Noord-Nederland 7 september 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:3751: Awb, Wnb; wijziging aanwijzingsbesluit Habitatrichtlijn-gebieden, bedrijfsbelangen, relativiteitsbeginsel, afstand

5.3. De rechtbank stelt vast dat de hierboven beschreven jurisprudentie ziet op de situatie dat door het bevoegd gezag toestemming wordt verleend voor een project dat gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied. In het onderhavige beroep staat echter een besluit ter discussie dat de status van het Natura 2000-gebied zelf wijzigt. Daarbij handelt het daarom niet om de vraag of degene die in zijn belang geraakt wordt door een project zich kan beroepen op de gevolgen die dat project heeft voor het Natura 2000-gebied maar handelt zich om de vraag of degene die door de wijziging van de te beschermen waarden in een Natura 2000-gebied mogelijk in zijn belang wordt getroffen en of diegene door de Wnb ook in die (bedrijfs)belangen wordt beschermd.

5.3.1. De rechtbank stelt voorop dat de hierboven beschreven jurisprudentie ook in deze situatie relevant is. Het valt immers niet goed in te zien waarom een derde buiten (de nabijheid van) een Natura 2000-gebied bij een besluit dat ziet op een project dat nadelige gevolgen voor een Natura 2000-gebied kan hebben, zich niet kan beroepen op de bepalingen die zien op de bescherming van die natuurbelangen, zich daar wel op zou kunnen beroepen indien de natuurwaarden van het Natura 2000-gebied zelf worden gewijzigd. Het gaat immers in beide situaties om de bescherming van dezelfde natuurbelangen. Dat zou slechts anders zijn indien uit de betrokken wetgeving, de Wnb, zoals die moet worden begrepen tegen de achtergrond van de Habitatrichtlijn, uitdrukkelijk zou blijken dat bij de wijziging van de natuurwaarden van een Natura 2000-gebied de belangen van derden die hun bedrijf of eigendom buiten (de nabijheid van) een Natura 2000-gebied hebben, moeten worden afgewogen tegen de natuurbelangen die met het betrokken besluit worden gediend.

5.4. De rechtbank overweegt dat, gelet op de inhoud en de doelstelling van de Habitatrichtlijn, onder meer blijkend uit de considerans en artikel 2, eerste lid, die richtlijn als beschermingsdoel heeft het in stand houden van habitats en soorten in gebieden die deel uitmaken van Natura 2000 en dat de Habitatrichtlijn aldus beoogt een algemeen belang, te weten de natuur, te beschermen. Niets in de bepalingen van de Habitatrichtlijn wijst erop dat de richtlijn de strekking heeft rechten of belangen van particulieren of ondernemingen te beschermen. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat niet alleen een uitdrukkelijke bepaling waarin rechten aan particulieren of ondernemingen worden verleend, ontbreekt, maar dat particulieren en ondernemingen in het geheel niet worden genoemd in de bepalingen, laat staan als houders van rechten of als adressanten van de bepalingen van de richtlijn (vgl. AbRvS, 11 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2706).

(…)

Uit de voorgaande overwegingen volgt dat particulieren en ondernemingen niet onder de (personele) beschermingsomvang van de Habitatrichtlijn vallen. Om die reden kent de Habitatrichtlijn hun geen rechten toe die zij voor de rechter zouden moeten kunnen afdwingen. Het al dan niet tegenwerpen van het relativiteitsvereiste aan hen is naar het oordeel van de rechtbank niet in strijd met het Unierecht (vgl. AbRvS, 18 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1296).

5.4.2. Uit bovenstaande overwegingen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat ook in een situatie als de onderhavige waarin het bestreden besluit niet ziet op een project dat gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied maar op de wijziging van de natuurwaarden van een Natura 2000-gebied, de belangen van een derde die zijn bedrijf buiten de nabijheid van een Natura 2000-gebied uitoefent, niet worden beschermd door de bepalingen van de Wnb zoals die moeten worden begrepen tegen de achtergrond van de Habitatrichtlijn. Ook in de jurisprudentie van de AbRvS die wel ziet op vergelijkbare besluiten waarbij een Natura 2000-gebied wordt aangewezen of de natuurwaarden van een dergelijk gebied worden gewijzigd, ziet de rechtbank geen aanknopingspunten voor een andersluidend oordeel (vgl. AbRvS, 30 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3655 en AbRvS, 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3839).

* Rechtbank Noord-Holland 20 april 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:8766: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, omzetten vluchtweg, afmetingen bouwvlak, meettool ruimtelijke plannen, GmlViewer
7.2.1 De rechtbank stelt vast dat tussen partijen in geschil is welke diepte het bouwvlak heeft dat een bouwhoogte van 12 meter mogelijk maakt. Niet is in geschil dat het elektronisch vastgestelde bestemmingsplan zoals dat is geplaatst op de website www.ruimtelijkeplannen.nl doorslaggevend is. De door eisers zelf uitgevoerde meting kan reeds daarom niet worden gevolgd. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat de meettool op de website www.ruimtelijkeplannen.nl onvoldoende nauwkeurig is om de exacte afmeting van een bouwvlak vast te stellen. Onder die omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verweerder niet onzorgvuldig heeft gehandeld door het bouwvlak op het digitale plan dat op www.ruimtelijkeplannen.nl is geplaatst (het Gml-bestand) te meten met de GmlViewer nu met deze tool nauwkeuriger kan worden gemeten omdat de meetpunten in deze tool exact kunnen worden bepaald. Verweerder heeft daarbij in het verweerschrift en ter zitting afdoende toegelicht dat de cirkels op de afbeelding uit GmlViewer handmatig zijn toegevoegd door de ambtenaar die de meting heeft verricht om aan te geven dat daarin het vertrek- en eindpunt van de meting liggen. De cirkels houden op verder geen verband met de uitgevoerde meting.


Samenvattingen van jurisprudentie op STAB-site

Op de website van STAB wordt recente jurisprudentie ook samengevat.
De volgende uitspraken zijn deze week nieuw geplaatst:

ABRvS 16 augustus 2023 inpassingsplan en omgevingsvergunningen Porthos-project, onderscheid voortoets en passende beoordeling, ondanks bestaande overschrijding van KDW blijkt uit de voortoets voldoende dat er op voorhand geen significante gevolgen optreden voor de habitatkwaliteit van Natura 2000-gebieden

ABRvS 30 augustus 2023 omgevingsvergunning voor biomassacentrale, MER-plicht, begrip ‘afvalstoffen’ in de MER-richtlijn, Kaderrichtlijn afvalstoffen, verbranden houtresten en houtpellets