Weekoverzicht uitspraken omgevingsrecht
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3859 : Awb; handhaving; bedrijfsgebouw, wonen, overgangsrecht, onderbreking (Rb Gelderland 19/4666)
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3844: Awb, Wro; bpl, hoogbouw, wonen, kantoren, woon- en leefklimaat, plangrens, m.e.r.-beoordeling, ladder voor duurzame verstedelijking, akoestisch onderzoek, railverkeer, reflectie, geluidhinder, cumulatie, bezonning, Provenierswijkregel, Haagse norm, windhinder, wateroverlast, beschermde soorten, Wnb, vleermuisprotocol, bomen, externe veiligheid, woninggrootte
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3846: Awb; schadevergoeding, redelijke termijn
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3839: Awb, Wbb; handhaving, weigering verzoek, rubbergranulaat, kunstgrasvelden, bodemvervuiling, dubbele zorgplicht, waarschuwing, Landelijke Handhavingsstrategie
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3845: Awb, Wro, Wnb; bpl, woning, herstelbesluit, gebiedsbescherming, natuurtoets, stikstof, verkeersbewegingen, uitstoot gasloze woning, instructie gegevensinvoer AERIUS Calculator 2021, provinciale verordening, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, soortenbescherming
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3840: Awb; handhaving, recreatiewoning, permanente bewoning, overgangsrecht, recreatief nachtverblijf, medische situatie corona-uitbraak (Rb Zeeland-WestBrabant 21/962)
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3838: Awb, Wabo; omgevingsvergunning van rechtswege, bekendmaking, woning, welstand, aanvraag (Rb NoordNederland 21/3071)
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3841: Awb, Wbb; handhaving, bodemverontreiniging, rubbergranulaat, kunstgrasvelden, repressieve zorgplicht
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3860: Awb; handhaving, champignonkwekerij, groenstrook, mobiele transportband, evenredigheid (Rb OostBrabant 21/2387 en 21/3046)
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3843: Awb, Wro; bpl, veegplan, bijgebouw, verdichting, belangenafweging
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3781: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, losstaande garage/berging, vergunning van rechtswege, bereikbaarheid via elektronische weg (Rb NoordHolland 21/3729)
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3852: Awb, Wro; bpl, hotel, appartementen, woon- en leefklimaat, privacy, lichthinder, verkeersintensiteit, verkeersgeluid
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3857: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, aantal scootmobielbergingen, hoorzitting, weigeringsgronden (Rb Den Haag 20/7340)
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3855: Awb, Wro; bpl, onbemand tankstation, oplaadpunten, verkeerskundig onderzoek, verkeersveiligheid, milieuzonering, VNG-brochure, relativiteitsvereiste, behoefte, DPO
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3856: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, belanghebbendheid, procesbelang, transformatie kantoorgebouw, woningen, commerciële plint, ontwrichting voorzieningenniveau, (Rb Den Haag 21/6625)
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3837: Awb; handhaving, supermarkt, geluidhinder, geluidsonderzoeken (Rb Zeeland-WestBrabant 21/1691)
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3849: Awb, WVW 1994; afwijzing verzoek verkeersbesluit, verkeersoverlast, trillingshinder, zwaar verkeer, belangenafweging
* Rechtbank Oost-Brabant 17 oktober 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:4985: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, veranderen varkenshouderij, losgekoppelde inrichting, technische en functionele binding, stikstofdepositie, achtergrondbelasting
* Rechtbank Oost-Brabant 17 oktober 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:4987: Awb, Wabo; omgevingsvergunning eerste en tweede fase, milieueffectrapportage, afwijkend gebruik, aanvraag stal, oprichting nieuwe stal, MER-plicht
* ABRvS 13 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3801: Awb, Wro; vovo, bpl, woningbouw, verkeersveiligheid, akoestisch onderzoek
* ABRvS 13 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3802: Awb,Wro; vovo, wijzigingsplan, voormalig agrarisch bedrijf, transportbedrijf, geluidsoverlast, verkeershinder
* Rechtbank Noord-Nederland 13 oktober 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4162: Awb, Wm; ontheffing milieuverordening, festival, stiltegebied, geluidsnormstelling, Nota Limburg, tijdelijkheid, cumulatie, beleidsruimte, motiveringsgebrek
* Rechtbank Noord-Nederland 13 oktober 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4200: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, festival, natuur, overlast, voorkomen schade, geluid, goede ruimtelijke ordening
* Rechtbank Noord-Nederland 13 oktober 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4201: Awb, Wnb; natuurvergunning, festival, Natura 2000-gebied, passende beoordeling, vleermuizen, ecologisch onderzoek, stikstof, Aerius-berekening, aan- en afvaarten veerdienst
* Rechtbank Noord-Nederland 13 oktober 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4163: Awb; weigering evenementenvergunning, meerdaags muziekevenement, advies brandweer, brandgevaar accupakketten, bescherming Natura 2000-gebied, milieu in APV
* Rechtbank Noord-Nederland 13 oktober 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4218: Awb, Wabo; vovo, verbouwing/uitbreiding kerk, rijksmonument, welstand, interieur, kerkelijke reguliere procedure, motiveringsgebrek,
* Rechtbank Gelderland 12 oktober 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:5621: Awb; vovo, handhaving, timmerwerkplaats voor paardenstallen, agrarische bestemming, hoogte dwangsom
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 oktober 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7086: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning, woningbouw, aantal bouwlagen, privacy, woongenot, beoordelingskader
* Rechtbank Overijssel 12 oktober 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:4008: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning, modelvliegtuiglocatie, geluidsoverlast, verstoring vee, natuur, privaatrechtelijke belemmering
* ABRvS 11 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3753: Awb; vovo, bestuursdwang, permanente bewoning recreatiewoning, woningnood (Rb Gelderland 23/1161)
* ABRvS 11 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3752: Awb, Wro; vovo, bpl, bouwen woonschip, omgevingsvergunning van rechtswege
* ABRvS 11 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3754: Awb, Waterwet; vovo, gedoogplicht, projectplan dijkversterking, nevengeul (Rb Gelderland 23/3559 en 23/3545)
# Rechtbank Noord-Nederland 11 oktober 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4232: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, ambtshalve wijziging, procedure, tankplasbrandbestrijding, toxische niet-brandscenario, tankputbrandscenario, PSG, beleidskader, BBT, implementatieplan, ernstclassificatie, methanol
* Rechtbank Noord-Holland 11 oktober 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:10250: Awb, WVW 1994; vovo, knip, school, verkeersveiligheid, noodzaak, halende en brengende ouders
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 10 oktober 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6996: Awb, Wro; planschade, niet tijdig beslissen, procedureverordening
* Rechtbank Limburg 10 oktober 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:6002: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, horecavoorziening, akoestisch onderzoek, gemotoriseerde boten, vaarverkeergeluid, steiger, woon- en leefklimaat, einduitspraak na tussenuitspraak
* Rechtbank Oost-Brabant 10 oktober 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:4884: Awb, Wnb; natuurtoestemming, voortoets, emissiearme stalsysteem A1.1, Rav-emissiefactor, Natura 2000-gebieden
* Rechtbank Noord-Nederland 6 oktober 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4216: Awb, Wnb; natuurvergunning, uitbreiding pluimveehouderij, intern salderen, referentiesituatie, RAV-emissiefactoren, vervoersbewegingen,
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 10 oktober 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7026: Awb, Wabo; vovo, omgevingsvergunning, bouw distributiecentra en kantoren, aanpassing bouwplan, belangenafweging, geluidwand, natuurvergunning,
* Rechtbank Noord-Nederland 5 oktober 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4209: Awb, Waterwet; projectplan, verbreden hoofdwatergangen, verflauwen taluds, verzakkingen, overlastgevende begroeiing, KRW-doelstellingen, belangenafweging, instabiliteit, weidevogels, relativiteitsvereiste, compensatie
* Rechtbank Den Haag 29 september 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:14461: Awb; handhaving, strijd met bpl, herhaald verzoek
* Rechtbank Rotterdam 29 september 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:9486: Awb, Wabo; omgevingsvergunning supermarkt, nader geluidonderzoek, airco-installaties, Bouwbesluit. Rekenpunten, beoordelingshoogte, einduitspraak na bestuurlijke lus
* Rechtbank Limburg 28 september 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:6015: Awb, Wabo; vovo, aanleg grondkering, parkeerplaatsen, magazijn, spoedeisend belang, verstoring markt, financieel geschil
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 28 september 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6867: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, dakramen, legalisatie, welstand, motivering
* Rechtbank Zeeland-West-Brabant 28 september 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6869: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, dressuur- en/of springwedstrijden, bevoegdheid, vvgb, natuur, tijdelijke aard activiteit, Wnb, stikstofdepositie, salderen, Aerius-berekening, verkeersoverlast, ruimtelijke onderbouwing, motiveringsgebrek
* Rechtbank Limburg 28 september 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:6015: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, appartementencomplex, begrip perceel, begripsbepaling Hoofdgebouw, strijd met bpl, vertrouwensbeginsel, toezegging, evidente privaatrechtelijke belemmeringen, welstand, privacy, vergoeding schade, einduitspraak na tussenuitspraak
* Rechtbank Noord-Holland 27 september 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:10224: Awb; handhaving, graven waterloop, bevindingenrapport, overtreding
* Rechtbank Oost-Brabant 12 september 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:4640: Awb, WVW1994,; verkeersbesluit, aanleg tijdelijke bouwweg, belangenafweging
* Rechtbank Noord-Holland 7 augustus 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:7590: Awb, Wabo; weigering omgevingsvergunning, paviljoen, recreatieappartementen, toeristische verhuur, begrip leisure, goede ruimtelijke ordening, publieke karakter boulevard
* Rechtbank Den Haag 2 augustus 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:11673: BW; onrechtmatige daad, omgevingsvergunning van rechtswege, renovatie rijksmonument, te late bekendmaking, uitgebreide voorbereidingsprocedure, vertragingsschade, causaal verband, leges, staartkosten, eigen schuld.
* Rechtbank Amsterdam 6 juni 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4138 en Rechtbank Amsterdam 6 juni 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4140: Awb, Wbr: vergunning plaatsen energielaadpunten, kennisgeving, verzorgingsplaats, aanvullende voorziening, ondergeschiktheid, veilig gebruik, verkeersveiligheid, Dienstenrichtlijn
* Rechtbank Noord-Holland 4 januari 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:330: Awb, Wabo; geweigerde omgevingsvergunning, appartementencomplex, strijd met bpl, begrippen hoofdgebouw en perceel, vertrouwensbeginsel, belangenafweging, tussenuitspraak
# = betrokkenheid STAB
! = (nog) niet gepubliceerd
Bijzondere overwegingen
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3845: Awb, Wro, Wnb; bpl, woning, herstelbesluit, gebiedsbescherming, natuurtoets, stikstof, verkeersbewegingen, uitstoot gasloze woning, instructie gegevensinvoer AERIUS Calculator 2021, provinciale verordening, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, soortenbescherming
5.9. In paragraaf 10.1 van de Instructie gegevensinvoer voor AERIUS Calculator 2021 van BIJ12, uitvoeringsorganisatie voor de gezamenlijke provincies, staat dat wanneer de emissie en overige bronkenmerken voor woningen bekend zijn deze in AERIUS Calculator kunnen worden ingevoerd, waarmee de default kentallen overschreven worden. Nieuwbouwwoningen worden standaard niet meer op het gasnet aangesloten en deze hebben dus in beginsel geen NOx-emissie meer. Voor de beschikbare emissiefactoren voor woningbouw, verwijst de Instructie gegevensinvoer naar het factsheet “Ruimtelijke plannen emissiefactoren”. Cijfers voor NOx van verschillende typen woningen zijn daarin afgeleid uit het gasgebruik voor verwarming, warm water en koken. Bij gasloze woningen kan voor NOx meestal een emissiefactor van 0 gehanteerd worden. Uitzondering hierop zijn de woningen waar een aparte energiebron wordt gerealiseerd. Voor woningen binnen de sector wonen en werken behoeft volgens de Instructie gegevensinvoer voor NH3 geen emissie berekend te worden. Dit laatste staat los van het al dan niet gasloos bouwen.
5.10. De Afdeling ziet zich voor de vraag gesteld of de raad zich bij de berekening van de stikstofdepositie in de gebruiksfase van de in dit plan voorziene gasloze woning heeft mogen baseren op de Instructie gegevensinvoer. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, bijvoorbeeld in de uitspraak van 3 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1743, staat voorop dat de raad in een onderzoek naar de gevolgen van een bestemmingsplan moet uitgaan van reële en aannemelijke uitgangspunten, maar hoeven die uitgangspunten niet per se in het plan te worden geborgd.
Wat de toepassing van de Instructie gegevensinvoer in dit geval betreft, ziet de Afdeling in hetgeen Vereniging BON en anderen hebben aangevoerd geen grond voor de conclusie dat geen sprake is van reële en aannemelijke uitgangspunten. Hiertoe overweegt de Afdeling dat het bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid om één woning te realiseren, die ingevolge het bepaalde in artikel 3.3.2, aanhef en onder b, van de planregels niet mag worden aangesloten op het gasnetwerk. In dit geval mocht de raad uitgaan van het reële en aannemelijke uitgangspunt dat geen rekening hoefde te worden gehouden met een aparte energiebron waarbij stikstof wordt geëmitteerd. Zoals [partij A] ter zitting heeft toegelicht krijgt de woning geen schoorsteen en wordt deze voorzien van een warmtepomp en zonnepanelen. Anders dan aan de orde was in de uitspraak van de Afdeling van 1 september 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1960), waar de Vereniging BON en anderen naar verwijzen, is in dit geval duidelijk dat geen sprake zal zijn van een aparte energiebron voor verwarmen en koken. Hieruit volgt dat er naar het oordeel van de Afdeling voor NOx vanwege het gebruik van de in het plan voorziene gasloze woning conform de Instructie gegevensinvoer een emissiefactor van 0 kan worden gehanteerd. Wat betreft de uitstoot in de gebruiksfase van de woning van NOx anderszins (kaarsen en olielampen) en de uitstoot van NH3 door mens en (huis)dier, is de Afdeling van oordeel dat deze uitstoot in lijn met de Instructie gegevensinvoer geen aan de bouw of het gebruik van een specifieke woning toe te rekenen emissies zijn.
5.11. Anders dan Vereniging BON en anderen veronderstellen, heeft de raad in de door hen genoemde RIVM-methode geen aanleiding hoeven zien om in dit geval van de Instructie gegevensinvoer af te wijken. De RIVM-methode is in 2019 opgesteld in het kader van de aanpak van de stikstofproblematiek, waarbij het RIVM verkennende berekeningen heeft gemaakt om de betrokken ministers inzicht te geven in het effect van de verschillende stikstofmaatregelen. Gekeken is hoeveel stikstofdepositieruimte de voorgenomen stikstofmaatregelen opleveren en ook is berekend hoeveel depositieruimte nodig zou zijn om onder meer 75.000 woningen in 2020 in Nederland te kunnen realiseren. Uit de RIVM-methode blijkt dat bij deze verkennende berekeningen ook rekening is gehouden met 0,44 kg NOx per woning ten gevolge van sfeerverwarming (houtkachels) en 0,5 kg NH3 vanwege de stikstofuitstoot van mens en huisdier. Zoals ook Koolstra ter zitting terecht naar voren heeft gebracht, dient de RIVM-methode een ander doel dan de Instructie gegevensinvoer. Dit hebben de Vereniging BON en anderen ook niet bestreden. Uit de RIVM-methode blijkt, zoals bevestigd door Koolstra ter zitting, dat de berekeningen van het RIVM onder meer zijn bedoeld om een inschatting te maken van de totale landelijke achtergronddepositie van stikstof. Het betreft volgens de toelichting een indicatieve berekening van de verwachte stikstofdepositie en de mogelijke range hiervan, die generiek van aard is, waarbij niet de exacte stikstofemissies en deposities van precieze woningbouwlocaties in relatie tot Natura 2000-gebieden zijn bepaald. De RIVM-methode heeft slechts ten doel om een globale inschatting te maken van de totale stikstofdepositie die bij de productie van 75.000 woningen kan optreden, zodat duidelijk was welke benodigde depositieruimte voor dit aantal woningen door het nemen van bronmaatregelen, zoals de snelheidsbeperking op snelwegen, moest worden gecreëerd. De Instructie gegevensinvoer daarentegen is opgesteld als instructie voor het maken van specifieke berekeningen, die worden verricht bij plannen en projecten om te kunnen aantonen dat wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 2.8 van de Wnb, gelezen in samenhang met artikel 2.7 van de Wnb. Bij de toepassing van de Instructie gegevensinvoer in AERIUS Calculator wordt berekend wat de gevolgen zijn van een specifiek project of plan voor de stikstofdepositie op de desbetreffende rekenpunten in de Natura 2000-gebieden. Gelet op dit verschil in doel en benadering tussen de RIVM-methode en de Instructie gegevensinvoer, kan dan ook niet worden gesteld dat de raad in dit geval niet de Instructie gegevensinvoer heeft mogen toepassen. Zoals de raad ook terecht heeft aangevoerd, is in de nieuwe versie van de Instructie gegevensinvoer AERIUS Calculator 2022 (versie januari 2023) op dit punt ook geen wijziging aangebracht.
* ABRvS 18 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3855: Awb, Wro; bpl, onbemand tankstation, oplaadpunten, verkeerskundig onderzoek, verkeersveiligheid, milieuzonering, VNG-brochure, relativiteitsvereiste, behoefte, DPO
8.2. Nadien zijn er door de raad twee nadere rapporten van Bureau Starline overgelegd, in reactie op de door [appellante] en anderen in hun beroep geuite bezwaren, te weten de “Reactie op schrijven mr. L. Bolier van Bureau Starline van 15 september 2022” en een geactualiseerde versie van het DPO van 18 oktober 2022. Hieruit komt naar voren dat ook aan de hand van geactualiseerde berekeningen volgens Bureau Starline binnen de gemeente nog steeds sprake is van een netto vraag naar motorbrandstoffen die het aanbod overstijgt. Anders dan in het DPO uit 2019 is hierbij ook een doorberekening naar 2030 gemaakt, waarbij op basis van de landelijke klimaatdoelen een onderscheid is gemaakt tussen de toekomstige vraag naar fossiele en duurzame motorbrandstoffen. Ook op basis van de gewijzigde volumepotentieelberekeningen voor fossiele motorbrandstoffen 2025 en 2030 constateert Bureau Starline een vraagoverschot, zodat het geprojecteerde tankstation volgens haar niet tot een duurzame ontwrichting van het onderzochte marktgebied leidt.
8.3. In wat [appellante] en anderen daarover hebben aangevoerd ziet de Afdeling onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat de raad had moeten concluderen dat er onvoldoende behoefte bestaat voor het in het plan voorziene tankstation. De algemene conclusie die [appellante] en anderen ontlenen aan de scenariostudie van BOVAG, dat de motorbrandstoffenmarkt aan verandering onderhevig is als gevolg van verduurzamingsopgaven en de transitie naar duurzame brandstoffen, waarbij het de verwachting is dat de vraag naar fossiele motorbrandstoffen in de toekomst zal afnemen, acht de Afdeling hiervoor onvoldoende. Mede gezien de conclusies en resultaten die volgen uit het nadere schrijven van Bureau Starline van 15 september 2022 en de geactualiseerde versie van het DPO, ziet de Afdeling dan ook onvoldoende aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van het door de raad aan het plan ten grondslag gelegde DPO.
* Rechtbank Noord-Nederland 13 oktober 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4162: Awb, Wm; ontheffing milieuverordening, festival, stiltegebied, geluidsnormstelling, Nota Limburg, tijdelijkheid, cumulatie, beleidsruimte, motiveringsgebrek
4.2.2. De rechtbank stelt voorop dat het belang van stilte in het gebied een intrinsieke waarde is, waarbij stilte moet worden begrepen als het geluid dat door de natuur zelf wordt voortgebracht. De wetgever heeft daarbij onderkend dat het noodzakelijk kan zijn om geluid te maken; het voortbrengen van noodzakelijk geluid is toegestaan en daarvoor is geen ontheffing nodig. Niet in geschil is dat het geluid dat door het festival wordt geproduceerd geen noodzakelijk geluid is, zodat voor het voortbrengen van dit geluid in het stiltegebied een ontheffing vereist is. Voor het verlenen van een ontheffing als de onderhavige, dient verweerder naar het oordeel van de rechtbank op grond van artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) inzicht te hebben in het geluid en de effecten daarvan op het stiltegebied.
4.2.3. Verweerder heeft de onderhavige ontheffing onder andere gebaseerd op een geluidsrapportage waarin is berekend wat de effecten zijn van het geluid dat op de verschillende podia wordt voortgebracht op de geluidsgevoelige objecten buiten het stiltegebied. De adviseur heeft aan de hand van de Nota Limburg geconcludeerd dat de geluidsbelasting op de objecten binnen de normen blijven die in de Nota zijn genoemd. De rechtbank is echter van oordeel dat bij een ontheffing als de onderhavige niet de geluidsbelasting op de geluidsgevoelige objecten bepalend is, maar de vraag in welke mate de beide podia lawaai veroorzaken in het stiltegebied. Daar voegt de rechtbank aan toe dat de Nota Limburg niet geschreven is voor de beoordeling van geluidsbelasting op een stiltegebied.
4.2.4. Verweerder heeft pas ter zitting van 4 mei 2023 inzichtelijk gemaakt wat de geluidsbelasting van de beide podia in het stiltegebied op dat stiltegebied is. Het stiltegebied omvat bijna het gehele Waddengebied en volgens verweerder wordt slechts een klein deel van het totale stiltegebied blootgesteld aan het geluid van de beide podia. De rechtbank is echter van oordeel, anders dan verweerder, dat een aanzienlijk deel van het stiltegebied op het eiland Terschelling aan een hoge geluidsbelasting wordt blootgesteld, voor de periode van meerdere dagen. Hierbij is verder geen inzicht verschaft in de mate waarin de opbouw en afbouw van het evenement tot een extra geluidsbelasting in het stiltegebied leiden. Het enkele feit dat de extra geluidsbelasting op het gebied van tijdelijke aard is, acht de rechtbank niet doorslaggevend. De rechtbank overweegt daarbij dat het hier gaat om een periode van ongeveer 10 dagen. Een dergelijke periode is weliswaar tijdelijk maar kan niet zonder meer worden gekarakteriseerd als kortdurend. Wellicht ten overvloede merkt de rechtbank daarbij nog op dat verweerder ook geen inzicht heeft op de geluidsbelasting van de podia die buiten het stiltegebied liggen en het geluid wat daar wordt geproduceerd. Voor die podia is weliswaar geen geluidsontheffing nodig omdat ze buiten het stiltegebied liggen maar dat betekent nog niet dat die extra geluidsbelasting niet relevant zou zijn in de beoordeling van de geluidsbelasting door de podia die in het gebied liggen. De rechtbank wijst er in dat verband nog op het feit dat in het stiltegebied sinds de jaren ‘70 een motorcrossterrein aanwezig. Ook de activiteiten op dit terrein hebben hun impact op het stiltegebied. Verweerder heeft zich niet -gemotiveerd- uitgelaten over deze activiteiten en eventuele cumulatie van geluid in het gebied.
4.2.5. Terecht stelt verweerder dat het beleidsruimte heeft om een dergelijke ontheffing te verlenen. Het enkele feit dat geen normen zijn vastgelegd betekent naar het oordeel van de rechtbank echter niet dat normen geen rol zouden kunnen of moeten spelen. Met eisers en eiseressen is de rechtbank van oordeel dat verweerder bij de onderhavige besluitvorming moet bepalen wat aanvaardbaar is, dit tegen de achtergrond van de bedoeling van de PMV, namelijk het creëren van een gebied waar geluidhinder wordt voorkomen of beperkt. Nu verweerder dit heeft nagelaten ontbeert het besluit in dat opzicht eveneens een draagkrachtige motivering.
* Rechtbank Noord-Nederland 13 oktober 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4201: Awb, Wnb; natuurvergunning, festival, Natura 2000-gebied, passende beoordeling, vleermuizen, ecologisch onderzoek, stikstof, Aerius-berekening, aan- en afvaarten veerdienst
10.2. De rechtbank stelt vast dat de aan- en afvaarten van de veerdienst naar Terschelling een belangrijke factor zijn in de totale stikstofuitstoot die door het festival kan worden veroorzaakt. Ter zitting is duidelijk geworden dat verweerder, bij het bepalen van de totale stikstofbelasting dat voor rekening van dit project komt, heeft gerekend met 4 extra retourvaarten. Dit komt neer op een extra capaciteit van ongeveer 800 mensen. In de jurisprudentie is meerdere malen uitgesproken dat bij het beoordelen van projecten in het kader van de Wnb, gelet op het voorzorgprincipe, dient te worden uitgegaan van “worst case” omstandigheden. In dit geval betekent dat, dat er moet worden gerekend met het maximum aantal festivalbezoekers dat op de dag voor aanvang van het festival naar het eiland wil reizen en op de dag na afloop weer naar huis wil terugkeren. De stelling dat bezoekers eerder naar het eiland moeten afreizen, kan daarom niet worden gevolgd. Daarbij overweegt de rechtbank dat uit informatie op de website van het vervoersbedrijf rederij Doeksen blijkt dat aanvullend op de dienstregeling vraag gestuurd wordt gevaren en dat het uitgangspunt is dat extra capaciteit wordt ingezet als de markt daarom vraagt. Dit is ook in overeenstemming met hetgeen eisers en eiseressen over de werkwijze van de rederij hebben betoogd.
10.3. Ter zitting is door verweerder en vergunninghouder betoogd dat voor de vervoersconcessies van schepen in de Noordzeegebieden een passende beoordeling is gemaakt. Volgens verweerder en vergunninghouder zijn de extra afvaarten in deze passende beoordeling meegenomen. De rechtbank stelt allereerst vast dat verweerder deze stelling niet nader heeft onderbouwd. Bovendien lijkt deze stelling niet in overeenstemming met hetgeen de rederij op de website meldt: “Indien een vraag gestuurde afvaart twee jaar op rij wordt ingezet, dan wordt deze afvaart normaal gesproken in de basisdienstregeling van het volgende jaar opgenomen. De basisdienstregeling voor 2023 hebben wij echter gebaseerd op de bezettingscijfers van 2022 (t/m april) en 2021, maar voor wat betreft de afvaarten rondom evenementen die plaatsvinden van mei t/m december alleen op die van 2019 omdat veel evenementen in 2020 en 2021 geen doorgang konden vinden door de coronacrisis. Het jaar 2020 was door de coronacrisis ook buiten de evenementen om geen representatief jaar door de coronacrisis.” Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van deze informatie niet aannemelijk dat de extra afvaarten voor het onderhavige festival al in de basisdienstregeling van de rederij zijn opgenomen.
10.4. De rechtbank is gelet op bovenstaande van oordeel dat met het toevoegen van slechts 4 extra retourvaarten ontoereikend is gemotiveerd dat daarmee alle mogelijke stikstofdepositie die door het festival wordt veroorzaakt, ook is meegenomen in de Aerius-berekening. Nu de passende beoordeling uitgaat van de Aerius-berekening is daarmee eveneens ontoereikend gemotiveerd dat de stikstofdepositie op de Natura 2000-gebieden geen significante negatieve gevolgen zullen hebben.
* Rechtbank Noord-Nederland 13 oktober 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4163: Awb; weigering evenementenvergunning, meerdaags muziekevenement, advies brandweer, brandgevaar accupakketten, bescherming Natura 2000-gebied, milieu in APV
5.2. Verweerder overweegt in de zienswijzenota dat de kans dat een dergelijke accu in brand vliegt weliswaar minimaal is, maar het effect op een natuurgebied en/of dichtbewoond gebied zeer groot is. Denk hierbij aan het langdurig moet evacueren, langdurige inzet van de brandweer en de effecten op het natuurgebied.
5.3. De rechtbank constateert allereerst dat de overweging om de evenementenvergunning niet te verlenen vanwege het gebruik van de Greener battery in hoge mate is ingegeven doordat, bij geval van brand, er schade wordt toegebracht aan het Natura 2000-gebied. Zoals door eiseres terecht is opgemerkt en ook al vaak is uitgesproken, ziet het begrip “bescherming van het milieu” zoals in de APV opgenomen, niet op de bescherming van het milieu in relatie tot natuur maar op de bescherming van het woon- en leefklimaat van mensen. Dit blijkt onder andere uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 juni 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1855. In deze uitspraak is overwogen dat de Flora- en faunawet (nu Wet natuurbescherming) verbodsbepalingen bevat inzake in het wild voorkomende beschermde inheemse diersoorten, waaronder vogels, en hun natuurlijke leefomgeving. Deze wet beoogt de instandhouding en het welzijn van in het wild voorkomende beschermde inheemse diersoorten uitputtend te regelen. Dit geldt evenzeer voor instandhouding van natuurgebieden, en in het bijzonder Natura-2000 gebieden. Aanvullende bescherming via de APV kan daarom niet geboden worden. Deze overwegingen van verweerder kunnen derhalve het besluit niet dragen.
5.4. De rechtbank begrijpt dat het gebruik van grote accupakketten zoals hier aan de orde een zeker risico met zich meebrengen. De rechtbank acht evenwel onvoldoende gemotiveerd dat het risico hier zo groot is dat dit aan vergunningverlening in de weg staat. De rechtbank overweegt daarbij dat het aannemelijk is dat ook op het eiland personenwagens en bussen steeds vaker met grote accupakketten rondrijden waaraan op geen enkele wijze vergelijkbare eisen worden gesteld.
Mocht het komen tot een calamiteit is duidelijk dat dit ernstige gevolgen kan hebben voor de omgeving. Niet duidelijk is echter waarom dit volgens verweerder onacceptabel zou zijn. Uit hetgeen verweerder heeft opgenomen in de zienswijzenota is het wel mogelijk de accu te blussen, aangezien het in een container is geplaatst. Verder moeten de festivalbezoekers worden geëvacueerd, maar dit is bij andere grote branden ook het geval. Ook is niet aannemelijk geworden dat de locatie onbereikbaar zou zijn, de route is weliswaar onverhard maar dat maakt het nog niet zonder meer onbereikbaar voor de brandweer. De rechtbank overweegt daarbij dat accupakketten zoals hier, tegenwoordig bij het organiseren van evenementen zoals deze, gemeengoed zijn. Mede gelet op het feit dat de bescherming van het Natura 2000 -gebied niet meegenomen kan worden als dragende overweging, acht de rechtbank het besluit ook op dit punt ontoereikend gemotiveerd.
# Rechtbank Noord-Nederland 11 oktober 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4232: Awb, Wabo; omgevingsvergunning, ambtshalve wijziging, procedure, tankplasbrandbestrijding, toxische niet-brandscenario, tankputbrandscenario, PSG, beleidskader, BBT, implementatieplan, ernstclassificatie, methanol
8.5. De rechtbank stelt vast dat de PGS 29 van toepassing is op de opslag van toxische stoffen en de daarmee verbonden risico’s maar dat het daarbij behorende Beleidskader uitsluitend betrekking heeft op aan tankputbrand gerelateerde scenario’s. In navolging van de uitvoerig onderbouwde StAB-verslagen is de rechtbank van oordeel dat het Beleidskader als de beste beschikbare technieken (hierna: BBT) dienen te worden aangemerkt in scenario’s gekoppeld aan een (tankput)brand. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat uit de StAB-verslagen volgt dat het Beleidskader uit PGS 29:2016 alleen ziet op aan tankputbrand gerelateerde scenario’s en dat ook in de PGS 29 geen aanknopingspunten kunnen worden gevonden voor de stelling dat het Beleidskader ook bij niet-brandscenario’s moet worden toegepast. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verweerder de BBT in dit geval onjuist heeft toegepast voor wat betreft het niet-brandscenario.
Hoewel de rechtbank van oordeel is dat het niet van toepassing zijn van het Beleidskader niet betekent dat verweerder op grond van de PGS 29 geen voorschriften zou kunnen stellen ten aanzien van het niet-brandscenario, kan verweerder hiervoor niet volstaan met het verwijzen naar het Beleidskader en is het bestreden besluit in dit opzicht niet toereikend gemotiveerd.
# = betrokkenheid STAB
! = (nog) niet gepubliceerd