Interview met Sascha Dalen Gilhuijs, bestuurder van STAB (gepubliceerd in jaarverslag 2019).
Voor ons ligt het jaarverslag van 2019. Zijn er zaken die STAB heeft behandeld, die typerend zijn voor dat jaar?
Het klinkt misschien wat flauw maar vrijwel alle zaken bij STAB zijn uniek. Zo hadden we bijvoorbeeld een serie veiligheidszaken, die qua omvang maar ook qua diepte veel van onze adviseurs vragen. Toch worden die intern beschouwd als “normaal”. Als je vraagt naar zaken die er echt met kop- en schouders bovenuit steken, denk ik als eerste aan de zaak rond houtstook overlast. Ons werd gevraagd om advies uit te brengen waarin zo mogelijk een normenkader en handhavingsmogelijkheden in kaart gebracht moesten worden. Dit leidde tot een zelfstandig leesbaar kennisdocument met een voorstel om overlast te kwantificeren en dat door iedere gemeente kan worden ingezet bij handhaving. Dit document wordt door het Ministerie van l&W aangehaald als document waar gemeenten mee kunnen werken voordat nieuwe regelgeving gereed is. Ik ben vooral trots op de praktische benadering die STAB heeft gekozen zodat het voor gemeenten niet onnodig duur en ingewikkeld wordt.
En onze onderzoeken naar voetbalkooien waren ook vernieuwend. Ze zijn een leuk initiatief voor de jeugd, maar brengen voor de buurt ook wel eens geluidsoverlast met zich mee. STAB heeft afgelopen jaar in verschillende zaken zelf geluidmetingen gedaan. Bij gebrek aan spelende buurtbewoners hebben de adviseurs gewoon zelf een potje voetbal gespeeld.
Bijzondere aandacht ging ook uit naar natuurproblematiek. Waar het voorheen vaak wat algemeen om natuur(bescherming) ging, gaat het tegenwoordig vaak over zeer specifieke onderwerpen zoals soortenbescherming. Zo behandelden we een zaak waarin STAB de toestand van bomen op de kaplijst heeft bepaald, en een zaak waar de effecten van windturbines op de rosse vleermuis werd onderzocht.
Zijn er verwachtingen die invloed hebben op de huidige en toekomstige instroom?
De huidige instroom van zaken is lager dan we gewend zijn. Dit is ook te verklaren. Eén heel duidelijke aanleiding is de stikstofcrisis. Los van het feit dat de tractoren hier bij ons om de hoek stonden te protesteren, heeft de stikstofcrisis en de kwestie rond PFAS tot gevolg dat er niet of nauwelijks gebouwd mag worden, en is de landbouwsector ook afwachtend. Dat houdt automatisch in dat er ook minder juridische kwesties spelen. Dat geeft ook de rechtbank Oost-Brabant aan, zij hebben beduidend minder instroom op dit moment.
Ook in afwachting van de nieuwe Omgevingswet lijken zowel overheden als bedrijven enigszins terughoudend te zijn met omgevingsvergunningen.
En tegen iets dat niet ontwikkeld wordt, kan ook geen bezwaar worden gemaakt. Dat heeft dus een directe invloed op het aantal beroepszaken, en daarmee ook op het aantal zaken dat STAB ter behandeling toegezonden krijgt.
Overigens bereiden we ons voor op de storm na de stilte. Het is een reële verwachting dat zich een hoos aan nieuwe zaken gaat aandienen. Plannen voor (stedelijke) ontwikkelingen liggen er genoeg en uitstel zal in dit geval ook zeker niet leiden tot afstel. Daarnaast worden de kwesties rond natuur steeds belangrijker dus ook daar is de verwachting dat die zaken alleen maar zullen toenemen. Om die reden zien we ook echt het belang om STAB op alle vakgebieden op volle kracht te houden.
STAB staat tegenwoordig wat meer in het licht dan in de schaduw. Heeft dit gevolgen voor de werkwijze?
We merken dat de omgeving steeds kritischer en mondiger is. Partijen zijn sneller dan een aantal jaar geleden geneigd om het werk van STAB, of soms van een individuele adviseur, te bekritiseren. Zo zagen we in 2019 ook dat een aantal keer een beroep op de gedragscode werd gedaan. Er komt discussie op gang, ons vakgebied staat meer in de belangstelling. Dit zien we als een positieve ontwikkeling. STAB is vanwege de onafhankelijke positie altijd al scherp op dit vlak; we zien dit als een impuls om het nog beter te doen. We hebben, in navolging van de Raad van State, onze gedragscode om deze reden aangescherpt. Het moet voor iedereen volledig duidelijk zijn waar we staan en wat van ons verwacht mag worden.
Dat wordt des te meer van belang nu STAB de mogelijkheden verkent om ook binnen het strafrecht actief te worden. We onderzoeken de mogelijkheid om ons aan te sluiten bij de NRGD. Een bredere bekendheid betekent ook dat we nog beter zichtbaar zijn, en dat werkt alleen als alles tot in detail geregeld is.
In 2019 hebben we in ieder geval hard gewerkt om met ingang van 2020 maximale transparantie te bieden. Op onze vernieuwde website zijn alle CV’s van onze adviseurs inzichtelijk en is de hele opbouw van de organisatie inclusief werkwijze en gedragscode voor iedereen te vinden.
Hebben er in 2019 ook organisatorische ontwikkelingen plaatsgevonden?
Welke veranderingen er allemaal zijn doorgevoerd en in de toekomst nog zullen komen; STAB is een organisatie die drijft op kennis. Onze uitgebreide en specifieke kennis is en blijft de kracht van STAB. Daarom hebben we ook besloten om per 1 januari 2019 niet langer te werken in (zelfsturende) teams, maar de reeds bestaande kennisgroepen centraal te zetten in de organisatie. Door afschaffing van de teams kregen de adviseurs de ruimte om de deelname in de kennisgroepen te intensiveren en nog verder te professionaliseren, daar waar ze als specialist het beste tot hun recht komen. Hiermee hebben we dus eigenlijk de structuur van de organisatie aangepast op onze kerntaak.
Wat is het grote actiepunt voor 2020?
Op dit moment staat STAB net als heel ons land voor de uitdaging van de uitbraak van het corona virus. Hoewel wij gewoon door kunnen werken zijn er vanzelfsprekend zorgen voor de toekomst. Hoe zal de instroom van zaken zich ontwikkelen? Actiepunt voor de eerste helft van 2020 is om in contact te blijven met rechtbanken om aan te geven hoe wij hen in deze tijd kunnen ondersteunen en in geval van een terugval in de instroom liggen er verschillende taken klaar op de plank om op te pakken, die scenario’s hebben nu mijn volle aandacht.
Zoals gezegd verwachten we dat na het inwerkingtreden van de Omgevingswet een grotere toestroom van zaken op gang komt. Wij zullen naast de inhoudelijke kant dus ook voorbereid moeten zijn op wat er met de Omgevingswet in procedurele zin gaat veranderen. Daar zijn we al heel ver in maar het blijft ook een continu proces omdat de contouren steeds duidelijker zullen worden. Het is van belang dat wij goed aangesloten zijn bij de voorbereidingen en visie van de rechtspraak en de Raad van State op de Omgevingswet omdat dat voor ons leidend wordt. Daarover is al goed contact gelegd.
Ook de toelating tot de NRGD is een belangrijk punt op onze agenda. Omdat we ons daarmee ook op het gebied van strafrecht begeven, zijn er andere eisen waar we aan moeten voldoen. Om toe te kunnen treden moeten we niet alleen inzicht geven in onze opleidingsstructuur, kwalificaties en kwaliteitssysteem, er is volgt ook een beoordeling in de vorm van een visitatiecommissie die ons hele systeem zal toetsen.
De eerste stappen zijn reeds gezet in de vorm van aanpassing van de statuten. Maar we hebben hier nog wel een weg te gaan. Overigens is de NRGD juist bezig om zich ook meer in bestuursrecht te begeven, dus we hebben alle vertrouwen dat we elkaar gaan vinden.
Voor het gehele jaarverslag, klik hier.