Depositieruimte die door de snelheidsverlaging naar 100 km/u is gecreëerd, is ten onrechte in het stikstofregistratiesysteem opgenomen. Artikel 2.4, eerste lid, onder a, van de Regeling natuurbescherming moet wegens strijd met artikel 6, derde lid van de Habitatrichtlijn onverbindend worden verklaard.

Casus

Gedeputeerde staten van Noord-Holland hebben een Wnb-vergunning verleend voor het bouwen van 163 woningen in Egmond aan den Hoef. Het project grenst aan Natura 2000-gebied Noord-Hollands Duinreservaat. Verweerder achtte significante gevolgen vanwege stikstofdepositie uitgesloten, omdat in het stikstofregistratiesysteem (ssrs) depositieruimte is opgenomen voor dit project. Eisers stellen dat hiermee niet is verzekerd dat het project de natuurlijke kenmerken van het natuurgebied niet aantast. Zij betogen dat de ssrs en de daarin opgenomen snelheidsverlaging naar 100 km/u in strijd is met hogere regelgeving.

Rechtsvraag

Is artikel 2.4, eerste lid, onder a, van de Regeling natuurbescherming (Rnb), waarin de snelheidsverlaging naar 100 km/uur als bronmaatregel is opgenomen, in strijd met artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn (Hrl)?

Uitspraak

Uit de rapporten blijkt dat is beoordeeld wat de gevolgen zijn van de snelheidsverlaging voor Natura 2000-gebieden wat betreft stikstofdepositie. Uit de rapporten blijkt ook dat niet kan worden uitgesloten dat de snelheidsmaatregel van het verlagen van de maximumsnelheid op rijkswegen naar 100 km/uur de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden aantast. Er zijn aanvullende bronmaatregelen nodig om de toename van stikstofdepositie in een aantal gebieden weg te nemen. De daarvoor genoemde maatregel van de warme sanering van veehouderijen was ten tijde van het bestreden besluit en ook nu nog niet uitgevoerd. De eveneens genoemde aanvullende maatregelen die met betrekking tot de Brunsummerheide getroffen moeten worden, waren ten tijde van het bestreden besluit en ook nu nog niet uitgekristalliseerd. Ten tijde van het bestreden besluit was dus niet uitgesloten dat de snelheidsverlaging natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied zou aantasten.
De snelheidsmaatregel is als generieke bronmaatregel voor het gehele land in de Rnb opgenomen. De stikstofdepositieruimte die de snelheidsverlaging in grote delen van het land genereert, wordt op basis van de Rnb in zijn totaliteit ingezet ten behoeve van woningbouw- en tracéprojecten door het hele land. De locatie van de vrijgekomen stikstofdepositieruimte heeft geen relatie met de locatie van het project ten behoeve waarvan de vrijgekomen ruimte wordt ingezet. Dit brengt met zich mee dat de maatregel tot verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen naar 100 km/uur als zodanig en ook overige (nog in te voeren) bronmaatregelen die op vergelijkbare generieke wijze in de Rnb worden opgenomen, op zichzelf aan de eisen van artikel 6, derde lid, van de Hrl moeten voldoen. Op grond van dat artikel is vereist dat de zekerheid is verkregen dat een plan of project, zoals de snelheidsverlaging, de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden niet zal aantasten. Het is daarom ook niet toegestaan bronmaatregelen die zelf niet voldoen aan de Hrl binnen het ssrs in te zetten. Artikel 2.4, eerste lid, onder a, van de Rnb, waarin de snelheidsverlaging tot 100 km/uur als bronmaatregel is opgenomen, is daarom in strijd met artikel 6, derde lid, van de Hrl. Uit de twee genoemde rapporten blijkt immers dat niet is uitgesloten dat door de snelheidsmaatregel de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden worden aangetast. De depositieruimte die door de snelheidsverlaging wordt gecreëerd is dan ook ten onrechte in het ssrs opgenomen.

Rechtelijke Instantie : Rechtbank Noord-Holland
Datum Uitspraak : 22-04-2022
Eclinummer : ECLI:NL:RBNHO:2022:3375
Koert Ottens