Muziekspectrum ‘Ultrabas’ is van toepassing. De grens waarbij broedvogels door piekgeluid worden verstoord is 70 dB(A). Geluidcontouren voor verstoring van vogels moesten worden berekend en cumulatieve geluidseffecten hadden moeten worden beoordeeld.
Casus
Bij besluit van 20 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder een tijdelijke omgevingsvergunning verleend voor het organiseren van het evenement ‘Welcome to the Village 2021’ (hierna: WttV 2021) op een deel van de gronden van het recreatiegebied De Groene Ster te Leeuwarden. Tegen het bestreden besluit hebben verzoekers beroep ingesteld bij de rechtbank. Tevens hebben verzoekers de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een passende beoordeling gemaakt waarin de effecten van de drie meerdaagse evenementen (muziekfestivals) op – in het kader van de Wnb en de Verordening Romte Fryslân 2014 – beschermde soorten en gebieden, nader zijn uitgewerkt. Uit dit onderzoek blijkt dat de natuurwaarden geen belemmering vormen voor de uitvoerbaarheid van evenementen, zowel niet wat betreft de regimes voor gebieds- en soortenbescherming in de Wnb als wat betreft de Verordening, mits wordt voldaan aan de voorgeschreven maatregelen en voorwaarden.
Verzoekers betogen dat in het Groene Ster-gebied bij een telling van het Broedvogel Monitoring Project territoria zijn vastgesteld van 46 soorten broedvogels, die bescherming genieten op grond van de Vogelrichtlijn. Volgens verzoekers loopt voor een groot aantal van de broedvogelsoorten in De Groene Ster de kwetsbare periode tot half augustus of zelfs tot in september. In dit verband betogen verzoekers dat verstoring van broedvogels door geluid niet, zoals de passende beoordeling stelt, pas optreedt bij piekgeluid van 75 dB(A), maar al vanaf 70 dB(A), zoals in recente ecologische en wetenschappelijke literatuur wordt aangegeven. Verder maken adviseurs van aanvrager en vergunningverlener gebruik van te lichte muziekspectra (‘house’) en onjuiste geluidscontourkaarten. Naar de mening van verzoekers treedt er onherstelbare schade voor de broedvogelpopulaties in De Groene Ster op. Met betrekking tot de vogelsoorten in het Natura 2000-gebied ‘Groote Wielen’ betogen verzoekers dat geluid in de passende beoordeling ten onrechte wordt gekwalificeerd als een incidentele verstoring, dat de consensus en jurisprudentie over geluidbelasting van beschermde natuur niet wordt gevolgd en dat geluidcontouren van 40, 42, 47 en 50 dB(A) in de representatieve bedrijfssituatie niet zijn berekend.
Rechtsvragen
1. Is in de passende beoordeling uitgegaan van het juiste muziekspectrum en van de juiste grenswaarde voor piekgeluid voor verstoring van broedvogels?
2. Hadden in de passende boordeling geluidcontouren voor verstoring van vogels moeten worden berekend?
Uitspraak
1. De voorzieningenrechter overweegt dat het muziekspectrum van het evenement WttV 2021 als ‘Ultrabas’ dient te worden aangemerkt. In dit verband acht de voorzieningenrechter van belang dat uit voormelde passende beoordeling niet kan worden afgeleid dat daarbij van het muziekspectrum ‘Ultrabas’ voor WttV 2021 is uitgegaan. Hieruit volgt dat ook de in de passende beoordeling opgenomen geluidscontourenkaart uitgaat van een onjuist muziekspectrum en de daarbij behorende geluidsproductie in dB(A) en dB(C).
De voorzieningenrechter overweegt verder dat uit vaste jurisprudentie van de Afdeling, onder meer kenbaar uit ECLI:NL:RVS:2019:1399, dient te worden afgeleid dat 70 dB(A) de grens is waarbij broedvogels door piekgeluid worden verstoord. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter valt niet uit te sluiten dat in vrijwel het gehele Groene Ster-gebied tijdens het evenement WttV 2021 de grenswaarde van 70 dB(A) voor verstoring van broedvogels door piekgeluid wordt overschreden.
Dit brengt met zich dat de passende beoordeling gebaseerd is op onjuiste uitgangspunten.
2. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling, onder meer kenbaar uit ECLI:NL:RVS:2013:BZ8460, volgt dat de waarde van 42 dB gebruikt kan worden voor het beoordelen van de mogelijke verstoring van vogelsoorten en dat de raad de bevindingen in de passende beoordeling op dit punt aan het bestreden besluit ten grondslag heeft mogen leggen. Verder dient uit vaste jurisprudentie van de Afdeling, onder meer kenbaar uit ECLI:NL:RVS:2016:1060, te worden afgeleid dat de contour van 42 dB als 24-uursgemiddelde in redelijkheid als grens voor verstoring van de EHS door geluid kan worden gehanteerd. In het onderzoek van Foppen en Reijnen uit 1991 is voor bosvogels een drempelwaarde voor verstoring door weginfrastructuur van 42 dB(A) als LAeq,24h vastgesteld. Uit een uitspraak van de Afdeling, kenbaar uit ECLI:NL:RVS:2018:1143, dient te worden afgeleid dat in de literatuur, voor vogels wordt uitgegaan van potentiële verstorende effecten van verkeersgeluid bij 42 dB(A) (bosvogels) en 47 dB(A) (vogelsoorten van open landschappen; graslandsoorten en weidevogels). Serieuze afnames van vogeldichtheden treden pas op bij 60-70 dB(A) continue-verkeerachtig geluid, gemiddeld per etmaal. Het soort geluid dat het recreatieterrein met zich brengt is niet direct te vergelijken met het continue geluid van een verkeersweg. Er is weinig ervaring met het beredeneerd doortrekken van de verkeersgeluidstudies naar effecten van geluidsverstoring op vogels door recreatieve activiteiten, maar in de praktijk mag de drempelwaarde gesteld worden op 50 dB(A).
Daarnaast dient uit vaste jurisprudentie van de Afdeling, onder meer kenbaar uit ECLI:NL:RVS:2019:1399, te worden afgeleid dat een (constante) verstoring van 47 dB(A) maatgevend is voor de verstoring van vogels in open landschappen.
De voorzieningenrechter overweegt dat deze jurisprudentie van de Afdeling betrekking heeft op jaarronde activiteiten. Daarvan is bij WttV 2021 geen sprake, nu dit betrekking heeft op een meerdaags festival. Dit brengt met zich dat de grenswaarde van 42 dB(A) voor bosvogels en 47 dB(A) voor weidevogels niet zonder meer gelden in dit verband. Verder leidt de voorzieningenrechter uit voormelde jurisprudentie af dat serieuze afnames van vogeldichtheden pas optreden bij 60-70 dB(A) continue-verkeerachtig geluid per etmaal. In dit verband acht de voorzieningenrechter van belang dat de provinciale weg van Leeuwarden naar Hurdegaryp vlak langs het Natura 2000-gebied ‘Groote Wielen’ is gelegen en jaarrond wordt gebruikt door wegverkeer. Gelet op het feit dat de provinciale weg zorgt voor een achtergrondgeluidsniveau van 50 dB(A) over een groot gedeelte van de ‘Groote Wielen’ en het gegeven dat het meerdaagse festival WttV 2021 in cumulatieve zin gedurende die dagen (en nachten) zorgt voor een toename van de geluidseffecten en de daarmee samenhangende geluidsbelasting in de ‘Groote Wielen’, betogen verzoekers naar het oordeel van de voorzieningenrechter terecht dat de berekening van de geluidscontourlijnen in de passende beoordeling ontbreekt. Evenmin valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter uit de passende beoordeling af te leiden dat er sprake is van de beoordeling van de cumulatieve geluidseffecten van WttV 2021 en voormelde provinciale weg op het Natura 2000-gebied de ‘Groote Wielen’, terwijl dit in het kader van de beoordeling van dit project, gelet op de instandhoudings- en verbeteringsdoeleinden die gelden voor de ‘Groote Wielen’, wel in de rede had gelegen. Hieruit volgt dat de passende beoordeling in zoverre onvolledig is gemotiveerd.
Rechtelijke Instantie : Rechtbank Noord-Nederland
Datum Uitspraak : 06-07-2021
Eclinummer : ECLI:NL:RBNNE:2021:2790
Kees-Jan Mensinga