Bij het opstellen van de geluidvoorschriften van het plan dient rekening te worden gehouden met mogelijke tonaliteit van crossmotoren, en van een hoger maximaal bronvermogen van crossmotoren tijdens wedstrijden.

Casus

Het bestemmingsplan maakt, op hoofdlijnen, motorcrosstrainingen en motorcrosswedstrijden mogelijk. De woning van appellant ligt op een afstand van ongeveer 152 m van het motorcrossterrein. Hij kan zich niet met het plan verenigen, onder meer omdat de activiteiten op het motorcrossterrein volgens hem onevenredig veel geluidhinder ter plaatse van zijn perceel tot gevolg hebben. Appellant heeft het geluidrapport en de conclusie van de raad gemotiveerd bestreden. Hij betoogt dat in het geluidrapport ten onrechte geen rekening is gehouden met een toeslag voor tonaal geluid van 5 dB(A). In een door hem overgelegde adviesmemo staat dat uit de literatuur blijkt dat het geluid van tweetaktmotoren tonaal van karakter is. Pas zodra het aandeel viertaktmotoren hoger is dan 50%, zal het tonale karakter van de tweetaktmotoren kunnen worden gemaskeerd door de viertaktmotoren. De raad heeft de verhouding tussen tweetakt- en viertaktmotoren ten onrechte niet in de planregels vastgelegd. Ook heeft appellant gewezen op een geluidrapport van 2018 dat is opgesteld ten behoeve van het voorontwerpbestemmingsplan. Volgens hem zijn de in het geluidrapport berekende maximale geluidniveaus op het beoordelingspunt (e) voor trainingen en wedstrijden gelijk, terwijl in het eerdere rapport van 2018 staat dat die waarden 6 dB verschillen.

De raad heeft op grond van het geluidrapport geconcludeerd dat de activiteiten op het motorcrossterrein niet leiden tot onaanvaardbare geluidhinder ter plaatse van het perceel van appellant. De raad stelt zich op het standpunt dat het geluid van het motorcrossterrein bij de omliggende woningen niet tonaal van karakter is. Dat blijkt uit een analyse van metingen die zijn uitgevoerd tijdens trainingen en de beoordeling van de tonaliteit van het geluid waarbij toepassing is gegeven aan de zogeheten kritische bandbreedtemethode. Verder is bij handhavingsmetingen in 2018 en 2019 ook geen tonaal geluid waargenomen. De raad stelt verder dat hij niet heeft beoogd om A-wedstrijden uit te sluiten in het plan en dat er bij overschrijding van de geluidwaarden, opgenomen in artikel 5.4.2 van de planregels, handhavend kan worden opgetreden.

De Afdeling heeft STAB tot deskundige benoemd voor het instellen van een onderzoek naar de akoestische situatie.

Rechtsvragen

1. Had in het plan rekening moeten worden gehouden met het tonale karakter van motorcrossgeluid?
2. Had in het plan rekening gehouden moeten worden met een hoger maximaal bronvermogen van crossmotoren tijdens A-wedstrijden?

Uitspraak

1. De Afdeling is er niet van overtuigd geraakt dat het geluid van het motorcrossterrein bij de omliggende woningen hoe dan ook niet tonaal van karakter is, zoals de raad stelt. Weliswaar zijn in artikel 5.4.2 van de planregels geluidgrenswaarden opgenomen voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, maar, zoals de STAB ook in haar deskundigenbericht constateert, is uit de meetrapporten waarnaar de raad verwijst niet af te leiden wat een representatieve verhouding is tussen het aantal tweetakt- en viertaktmotoren waarmee wordt gereden. De raad heeft overigens ook niet met gegevens inzichtelijk gemaakt wat een representatieve verhouding is tussen het aantal tweetakt- en viertaktmotoren. De Afdeling acht daarom niet aannemelijk gemaakt dat het aandeel tweetaktmotoren dat deelneemt aan motorcrossactiviteiten in het plangebied niet groter zal zijn dan 50%, waardoor het niet zeker is dat in het geluidrapport, dat aan de geluidgrenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in artikel 5.4.2 van de planregels ten grondslag ligt, terecht geen toeslag voor tonaal geluid is toegepast. Zonder nadere onderbouwing van de raad acht de Afdeling het niet zeker dat de berekende geluidbelasting op het beoordelingspunt (e) realistisch is voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau tijdens trainingen en wedstrijden, vanwege een mogelijk tonaal karakter van het motorcrossgeluid.

2. Voor de berekening van het maximale geluidniveau is in het geluidrapport ervan uitgegaan dat de motoren voldoen aan de KNMV-eis van 94 dB(A). De STAB constateert in haar deskundigenbericht dat de waarde voor het maximale geluidniveau van 65 dB(A) op beoordelingspunt (e), wordt bepaald door het rijden op de baan. Omdat voor het rijden op de baan tijdens trainingen en wedstrijden is uitgegaan van hetzelfde bronvermogen, zijn de berekende waarden voor het maximale geluidniveau gelijk. Volgens de STAB is het echter niet aannemelijk dat de maximale geluidniveaus bij wedstrijden en trainingen gelijk zijn. De STAB bevestigt dat – hoewel het eerdere rapport van 2018 niet aan het bestreden plan ten grondslag ligt – in dit rapport hogere maximale geluidniveaus zijn berekend tijdens wedstrijden dan tijdens trainingen. Uit de akoestische onderzoeken die in het kader van de milieuvergunningen zijn uitgevoerd en uit de geldende voorschriften van de milieuvergunningen, blijkt eveneens dat tijdens wedstrijden hogere maximale geluidniveaus optreden dan tijdens trainingen, aldus de STAB. De STAB wijst erop dat A-wedstrijden, die vergelijkbaar zijn met de nationale KNMV-competitiewedstrijden waarvoor de 94 dB(A)-eis niet geldt, niet zijn uitgesloten in de planregels. Aan deze wedstrijden kunnen motoren deelnemen met een hoger maximaal bronvermogen. Weliswaar is in het geluidrapport impliciet rekening gehouden met een hoger maximaal bronvermogen door het toepassen van een marge van 3 dB, maar deze marge is volgens de STAB te klein voor A-wedstrijden.

De Afdeling acht het aannemelijk om te verwachten dat er ook A-wedstrijden, waarbij de 94 dB(A)-eis niet geldt, zullen worden georganiseerd in het plangebied. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat in het geluidrapport, en in het MER, ervan is uitgegaan dat er in de referentiesituatie A-wedstrijden plaatsvinden en dat deze ook in de voorgenomen situatie zullen worden gehouden in het plangebied. Aan A-wedstrijden kunnen motoren deelnemen met een hoger bronvermogen dan in het geluidrapport tot uitgangspunt is genomen, en daarmee is in het geluidrapport, dat ten grondslag ligt aan de geluidgrenswaarde van 65 dB(A) tijdens wedstrijden voor het beoordelingspunt (e) in artikel 5.4.2 van de planregels, onvoldoende rekening gehouden.

Het enkele feit dat op grond van artikel 5.4.2 van de planregels een geluidwaarde van 65 dB(A) geldt, biedt naar het oordeel van de Afdeling in dit geval, gelet op de bij het besluit betrokken belangen en mede op de voorgeschiedenis van de totstandkoming van het besluit, onvoldoende waarborg dat alleen wedstrijden worden gehouden waarbij het berekende maximale geluidniveau van 65 dB(A) realistisch is. Een nadere planregel die dit borgt, bijvoorbeeld door te bepalen dat motoren die deelnemen aan wedstrijden in het plangebied moeten voldoen aan de KNMV-eis van 94 dB(A), of waarin A-wedstrijden worden uitgesloten, ontbreekt.

Rechtelijke Instantie : Raad van State
Datum Uitspraak : 15-12-2021
Eclinummer : ECLI:NL:RVS:2021:2839
Kees-Jan Mensinga