Gebruik van rubbergranulaat voor kunstgrasvelden. Afwijzing van verzoek om handhaving op basis van de zorgplichtbepaling uit de Wbb.

Casus

Op de locatie is een sportcomplex gevestigd met diverse voetbalvelden. In augustus en september 2018 werd kunstgrasveld 3, met gebruikmaking van rubbergranulaat als ‘infill-materiaal’, op de locatie aangelegd door de gemeente.

Appellante heeft het college verzocht om handhavend op te treden tegen het gebruik van rubbergranulaat, omdat het ten eerste een bodemverontreinigende stof is en ten tweede dat het gebruik hiervan daarom in strijd is met artikel 13 van de Wet bodembescherming (hierna: Wbb). Het college heeft het handhavingsverzoek van appellante afgewezen.

Rechtsvraag

Zijn de maatregelen uit de zorgplichtdocumenten 2017 en 2020 in het licht van de zorgplichtbepaling in artikel 13 van de Wbb toereikend ter voorkoming van bodemverontreiniging/aantasting op de locatie.

Uitspraak

Gelet hierop is de Afdeling, anders dan appellante, van oordeel dat het college ervan heeft mogen uitgaan dat de maatregelen uit het zorgplichtdocument 2017 en, zonder het kunstgrasveld en/of het drainagesysteem opnieuw te hoeven aanleggen, zorgplichtdocument 2020 in dit geval bij wijze van ‘stand der techniek’ alle te treffen voorhanden maatregelen zijn die redelijkerwijs kunnen worden gevergd om een verontreiniging of aantasting van de bodem te voorkomen, en daarmee in het licht van de in artikel 13 van de Wbb opgenomen zorgplichtbepaling als toereikend geacht mogen worden. Dat betekent dus niet, zoals appellante wenst, dat in dit geval pas aan de preventieve zorgplicht van artikel 13 van de Wbb wordt voldaan, als het toegepaste rubbergranulaat geheel en permanent verwijderd wordt. Reeds hierom kan het betoog van appellante dat de enige mogelijkheid om invulling te geven aan de zorgplicht van artikel 13 van de Wbb is om het gebruik van rubbergranulaat als ‘infill-materiaal’ op kunstgrasvelden geheel en permanent ongedaan te maken, geen doel treffen. Om dezelfde reden slaagt het betoog van appellante dat de gemeente in het licht van het preventieve deel van artikel 13 van de Wbb een voetbalveld dient aan te leggen zonder het gebruik van ‘infill-materialen’, zoals natuurgras, dan wel een kunstgrasveld met een ‘infill-materiaal’ van natuurlijke oorsprong, zoals kurk of zand, evenmin.

Rechtelijke Instantie : Raad van State
Datum Uitspraak : 19-10-2022
Eclinummer : ECLI:NL:RVS:2022:2944
Peter-Arjen Boers