Een rechtszekerheidsgebrek vanwege een verkeerde digitale versie van de verbeelding wordt niet hersteld door slechts het plaatsen van de juiste verbeelding op ‘www.ruimtelijkeplannen.nl’.

Casus

Bij tussenuitspraak van 21 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1620, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na de verzending van deze uitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 11 april 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan ‘KVL-terrein, locatie Nijverheidsweg (west)’ te herstellen. Bij besluit van 10 maart 2022 heeft de raad ter uitvoering van de tussenuitspraak het bestemmingsplan ‘KVL-terrein, locatie Nijverheidsweg (west)’ opnieuw vastgesteld. Dit besluit vervangt het besluit van 11 april 2019.

De raad heeft de planregeling voor het perceel Nijverheidsweg 12a gewijzigd ten opzichte van het besluit van 11 april 2019. In het vaststellingsbesluit van 10 maart 2022 is besloten dat op gronden met de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – metaalbewerking’ een metaalbewerkingsbedrijf in categorie 3.2 is toegestaan. Daarom is artikel 3.1.1, aanhef en onder c, van de planregels gewijzigd. In deze bepaling staat nu dat de gronden met de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – metaalbewerking’ zijn aangewezen voor een metaalbewerkingsbedrijf behorende tot categorie 3.2 zoals vermeld in de bij de regels behorende Bedrijvenlijst. Hiermee heeft de raad beoogd tegemoet te komen aan het bezwaar van Profi-Parts en andere.

Deze wijziging was echter niet deugdelijk verwerkt op de digitale versie van de verbeelding die aan de Afdeling is verstrekt en evenmin op de landelijke voorziening ‘www.ruimtelijkeplannen.nl’. Op de verbeelding ontbrak namelijk de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – metaalbewerking’. Dit is met partijen op de zitting besproken. De raad heeft toegelicht dat het om een onbedoelde omissie gaat en dat uit het vaststellingsbesluit blijkt dat aan het perceel Nijverheidsweg 12a de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – metaalbewerking’ is toegekend. Dit neemt echter niet weg dat het bij besluit van 10 maart 2022 elektronisch vastgestelde plan niet in overeenstemming is met de overwegingen in het vaststellingsbesluit. Het besluit van 10 maart 2022 is daarom in strijd met de rechtszekerheid.

De raad heeft na de zitting van 28 maart 2023 alsnog de juiste verbeelding geplaatst op de landelijke voorziening.

Rechtsvraag

Heeft de raad het geconstateerde rechtszekerheidsgebrek hersteld door het plaatsen van de juiste verbeelding op ‘www.ruimtelijkeplannen.nl’?

Uitspraak

Het ‘repareren’ van het gebrek op de landelijke voorziening betekent niet dat het vastgestelde digitale bestand overeenkomt met het vaststellingsbesluit. Het hiervoor geconstateerde rechtszekerheidsgebrek wordt dus niet hersteld door het plaatsen van de juiste verbeelding op ‘www.ruimtelijkeplannen.nl’. De raad moet de digitale verbeelding opnieuw vaststellen om het gebrek te herstellen. Daarnaast is niet gebleken van een kennisgeving waarin is vermeld dat de juiste versie van het bestemmingsplan op ‘www.ruimtelijkeplannen.nl’ beschikbaar is gesteld en is ook niet gebleken dat de raad hiervan mededeling heeft gedaan aan de indieners van de zienswijzen. Alles bij elkaar betekent dit dat het gebrek dat op dit punt in de tussenuitspraak is geconstateerd niet is gerepareerd.

Rechtelijke Instantie : Raad van State
Datum Uitspraak : 21-06-2023
Eclinummer : ECLI:NL:RVS:2023:2406
Gijsbert Keus