Voor het beantwoorden van de vraag of sprake is van extensief recreatief medegebruik, is het feitelijk gebruik van de ruimte van belang. Het zwemmen nabij een steiger kan in dit geval niet worden aangemerkt als extensief recreatief medegebruik.

Casus

Eisers wonen op een woonboot aan het adres [adres]. Op ongeveer achttien meter van hun woonboot ligt een recreatiesteiger. De steiger is van de gemeente Amsterdam. Eisers hebben een verzoek tot handhaving ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (het college). Volgens hen wordt het water rondom de steiger in strijd met het geldende bestemmingsplan ‘Borneo, Sporenburg en Rietlanden’ gebruikt, omdat in het water wordt gezwommen.

Het college heeft het verzoek tot handhaving afgewezen en het door eisers gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Volgens het college is er geen sprake van een overtreding van het bestemmingsplan. Het gebruik van het water rondom de steiger voor recreatief zwemmen is niet in strijd met de voor deze locatie geldende bestemming ‘Water’, omdat deze bestemming ‘extensief recreatief medegebruik’ toestaat en het zwemmen bij de steiger hieronder valt. Dat er op bepaalde dagen veel zwemmers aanwezig zijn, maakt volgens het college niet dat er geen sprake is van extensief recreatief medegebruik.

Rechtsvraag

Dient het zwemmen nabij de steiger aangemerkt te worden als ‘extensief recreatief medegebruik’?

Uitspraak

Partijen zijn het erover eens dat zwemmen kan worden gedefinieerd als recreatief medegebruik. Zwemmen is immers een vorm van recreatie. Recreatief medegebruik van de bestemming ‘Water’ is in het bestemmingsplan toegestaan. Dit recreatief medegebruik wordt echter in het bestemmingsplan begrensd. Het moet expliciet gaan om extensief recreatief medegebruik. Partijen verschillen van mening of het zwemmen zoals dat plaatsvindt op de Borneosteiger kan worden gezien als ‘extensief’. Volgens het college is sprake van extensief gebruik, omdat er geen sprake is van bedrijfsmatige exploitatie of activiteiten in verenigingsverband. Verder is de ruimtelijke uitstraling beperkt. Eisers stellen, kort gezegd, dat door het veelvuldig gebruik van de steiger geen sprake meer is van extensief gebruik. Het zwemmen en de zwemmers hebben een enorme ruimtelijke uitstraling. Eisers ervaren veel overlast. Daarom is sprake van strijd met het bestemmingsplan, aldus eisers.

De rechtbank overweegt dat noch in het bestemmingsplan noch in de toelichting daarop een definitie wordt gegeven van het begrip ‘extensief recreatief medegebruik’. Het is taalkundig niet duidelijk wat onder extensief recreatief medegebruik moet worden verstaan. Zoals de Afdeling heeft overwogen in een uitspraak van 12 mei 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1019, r.o. 6.3) is het begrip extensief recreatief medegebruik in het normale spraakgebruik niet gangbaar. Het had dus in de rede gelegen dat een nadere omschrijving in de planregels was opgenomen. Hier is echter niet voor gekozen. Ondertussen is het bestemmingsplan onherroepelijk. Het is tegen die achtergrond dat de rechtbank moet beoordelen of in dit geval de grenzen zijn overschreden van wat nog als extensief recreatief medegebruik kan worden aangemerkt.

Naar het oordeel van de rechtbank is hierbij het feitelijk gebruik van de ruimte van belang. Het feitelijk beslag dat door het gebruik op de ruimte wordt gelegd is een belangrijk aanknopingspunt bij de vaststelling of sprake is van extensief medegebruik (bijvoorbeeld ABRvS 20 februari 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ1681, r.o. 4.1). Het gaat hier om de combinatie van gebruik en oppervlakte. Bij een relatief groot oppervlakte, zoals een natuurgebied of park, en weinig gebruikers/recreanten die zich over dat gebied verspreiden, zoals wandelaars of fietsers, zal eerder sprake zijn van extensief medegebruik dan bij een kleinere oppervlakte en veel gebruikers/recreanten. Ook de hoeveelheid geluid die wordt geproduceerd of andere factoren die een ruimtelijke uitstraling op de omgeving hebben, kunnen een rol spelen. Een aantal wandelaars zal een stuk grond eerder extensief gebruiken dan hetzelfde aantal crossmotoren. Bij extensief recreatief medegebruik moet het dus gaan om een medegebruik waarbij geen overwegende druk wordt uitgeoefend op de omgeving.

Anders dan de voorzieningenrechter heeft geoordeeld in de uitspraak van 24 augustus 2021, is de rechtbank van oordeel dat, gelet op het bovenstaande, niet mede doorslaggevende betekenis toekomt aan de vraag of sprake is van bedrijfsmatige activiteiten en of er bouwwerken staan die de activiteit ondersteunen. Deze omstandigheden kunnen aanwijzingen zijn dat een activiteit al dan niet extensief is, maar zijn niet doorslaggevend.

De rechtbank vindt hiervoor ondersteuning in diverse uitspraken. Zo heeft de Afdeling geoordeeld dat bij bootcampactiviteiten die tweemaal per week op dezelfde plek plaatsvinden geen sprake is van extensief recreatief medegebruik (ECLI:NL:RVS:2019:264). Het gaat hier, volgens de Afdeling, om intensief gebruik van het perceel. Daarom kan de activiteit niet onder het begrip extensief recreatief medegebruik worden geschaard. Ook bij wekelijks twee uur paardrijden kan niet worden gesproken van extensief recreatief medegebruik (zie de uitspraak van 20 februari 2013), omdat het gebruik specifiek gericht was op een specifiek perceel. Ondanks dat er geen sprake was van paardrijlessen (een bedrijfsmatige activiteit) en er geen paardenbak aanwezig was (een bouwwerk). Volgens de Afdeling gaat het om een specifiek ruimtebeslag op het betreffende perceel, terwijl het bij extensief recreatief medegebruik moet gaan om een medegebruik waarbij nauwelijks druk wordt uitgeoefend op de omgeving.

In het licht van bovengenoemde overwegingen is de rechtbank van oordeel dat in dit geval niet kan worden gesproken van extensief recreatief medegebruik. Het zwemmen aan de Borneokade concentreert zich, vooral op warme dagen, op één bepaalde plek. Namelijk in het water rondom de steiger. Op het water wordt daarmee een groot feitelijk beslag gelegd door één activiteit, die – zoals ter zitting op zichzelf niet is weersproken – op warme dagen door relatief veel mensen wordt beoefend. Duidelijk is geworden dat niet alleen mensen uit de buurt naar de steiger komen om te zwemmen, maar dat de steiger ook aantrekkingskracht heeft voor mensen van buiten de buurt. Dit betekent dat uiteindelijk in een beperkt deel van het water, relatief veel mensen recreëren. Dit kan naar het oordeel van de rechtbank niet als ‘extensief’ recreatief medegebruik worden aangemerkt.

Rechtelijke Instantie : Rechtbank Amsterdam
Datum Uitspraak : 04-10-2023
Eclinummer : ECLI:NL:RBAMS:2023:6152
Ruud Veenhof