Passieve risicoaanvaarding, voorzienbaarheid, onderzoeksplicht.

Casus

[Appellant] is eigenaar van de percelen aan de [locatie] te Schagerbrug (hierna: de percelen). Op 12 mei 2017 heeft hij het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade. Aan deze aanvraag heeft hij ten grondslag gelegd dat de onder het bestemmingsplan Buitengebied 1989 (hierna: het oude bestemmingplan) bestaande bebouwingsmogelijkheden van de percelen in het nieuwe bestemmingsplan zijn vervallen of beperkt en dat dit tot waardevermindering van de percelen heeft geleid.

Rechtsvraag

Niet in geschil is dat het voorontwerp van het nieuwe bestemmingsplan een concreet beleidsvoornemen inhoudt en dat dit voorontwerp voldoende is om voorzienbaarheid tegen te werpen.  Evenmin is in geschil dat het voorontwerp vanaf 10 maart 2011 ter inzage is gelegd en dat het college voorafgaand daaraan folders heeft verspreid om het voorontwerp van het nieuwe bestemmingsplan onder de aandacht te brengen. In geschil is of in dit geval de inhoud van de folder voldoende is om voorzienbaarheid te kunnen tegenwerpen. Daarbij is het in dit geval in het bijzonder de vraag, of bezien vanuit de positie van een redelijk denkend en handelend eigenaar, op basis van deze openbaarmaking aanleiding bestond om er rekening mee te houden dat het voorontwerp mede betrekking heeft op het gebied waarin het perceel is gelegen en dat daarom van [appellant] mocht worden verwacht dat hij het voorontwerp zou raadplegen.

Uitspraak

Dat in de folder het woord dorpskernen is vermeld, betekent niet dat [appellant], als redelijk denkend en handelend eigenaar van het perceel, in de gegeven omstandigheden zonder meer mocht aannemen dat het voorontwerp voor hem niet van belang zou zijn. In de folder, die ook is verspreid in het gebied waarin het perceel is gelegen, is immers tevens vermeld dat het voorontwerp betrekking heeft op het bestaande dorpsgebied van de in deze folder genoemde dorpen, die deel uitmaken van de gemeente Schagen, waaronder het dorp Schagerbrug. Naar het oordeel van de Afdeling zou een redelijk denkend en handelend eigenaar van het perceel rekening houden met de mogelijkheid dat met het in de folder aangeduide bestaande dorpsgebied van Schagerbrug ook het bedrijventerrein De Trambaan, waarbinnen het perceel van [appellant] is gelegen, zou zijn bedoeld. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat dit bedrijventerrein een bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing en gronden ten behoeve van bedrijvigheid met bijbehorende bedrijfswoningen is en dat het is gesitueerd in aansluiting op, althans op betrekkelijk korte afstand van, het woongebied van het dorp Schagerbrug. Onder deze omstandigheden zou een redelijk denkend en handelend eigenaar niet zonder meer aannemen dat het industrieterrein De Trambaan buiten het plangebied van het voorontwerp van een bestemmingsplan voor het dorpsgebied van Schagerbrug valt. Die eigenaar zou daar, na lezing van het bericht in de folder, onderzoek naar doen en, na de terinzagelegging van het voorontwerp, kennis hebben kunnen nemen van het beleidsvoornemen met betrekking tot het in het buitengebied gelegen perceel. Voor zover [appellant] dat niet heeft gedaan, komen de gevolgen daarvan voor zijn rekening.

Rechtelijke Instantie : Raad van State
Datum Uitspraak : 23-12-2020
Eclinummer : ECLI:NL:RVS:2020:3068
Odile Scholte