Gelet op de beperkingen die in het plan zijn gesteld aan evenementen en de op- en afbouw hiervan, wordt de raad gevolgd in het standpunt dat voor de omwonenden een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij evenementen is geborgd.
Casus
Bij besluit van 16 september 2020 heeft de raad van de gemeente Eindhoven het bestemmingsplan ‘Tongelre buiten de ring (IJzeren Man)’ vastgesteld. Dat plan voorziet in het noordoostelijke deel van Eindhoven, bij het bestaande natuurzwembad ‘De IJzeren Man’ en de bestaande horecagelegenheid aan de Javalaan 149, in een ruimere regeling voor horeca, een regeling voor evenementen en nieuwe bebouwing.
Op grond van planregels bedraagt het maximale aantal bezoekers 7.000 per evenement en zijn maximaal vijf evenementen per kalenderjaar toegelaten. Bij evenementen mag de geluidsbelasting niet meer bedragen dan 45 dB(A) en 59 dB(C) op de gevels van de dichtstbij gelegen woningen of andere geluidsgevoelige objecten. Deze evenementen mogen op grond van de planregels maximaal drie dagen duren. Bij maximaal twee van de vijf evenementen mag de geluidsbelasting bij evenementen niet meer bedragen dan 70 dB(A) en 85 dB(C) op de gevels van de dichtstbij gelegen woningen of andere geluidsgevoelige objecten. Daarnaast mogen die evenementen maximaal één dag duren.
Omwonenden die op een afstand van 30 tot 250 m van het plangebied wonen zijn in beroep. Zij vrezen voor een negatieve invloed op hun woon- en leefklimaat door onder andere de evenementen die het plan toelaat. Het akoestisch onderzoeksrapport van Peutz dat bij de toelichting bij het plan is gevoegd, gaat volgens hen niet uit van de actuele en maximale situatie van het plan. Verder voeren zij aan dat uit het door hen overgelegde akoestisch onderzoeksrapport van De Roever volgt, dat niet voldaan kan worden aan de geluidgrenswaarden van de nota ‘Evenementen met een luidruchtig karakter’ van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg van januari 1996 (hierna: de Nota Evenementen). Daarnaast betogen zij dat ten onrechte geen akoestisch onderzoek is uitgevoerd naar de geluidsbelasting bij en in hun woningen tijdens de op- en afbouwwerkzaamheden van evenementen. Een aantal appellanten stelt ook dat ten onrechte geen rekening is gehouden met de mindere isolatiewaarde van een deel van hun (glazen) gevels.
Rechtsvragen
1. Had verweerder voor een deel van de woningen uit moeten gaan van een lagere isolatiewaarde omdat anders de binnenwaarde uit de Nota Evenementen niet is geborgd?
2. Is voor evenementen uitgegaan van de maximale mogelijkheden die het plan biedt?
3. Is met het plan voor de omwonenden een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij evenementen geborgd?
Uitspraak
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 17 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2478, ligt het op de weg van de raad om te beoordelen of een bestemming die evenementen op een bepaalde locatie toestaat, vanuit ruimtelijk oogpunt acceptabel is. Ook dient de raad over het toegestane aantal evenementen per jaar, de soorten evenementen en de maximale bezoekersaantallen regels te stellen, voor zover dit uit het oogpunt van ruimtelijke aanvaardbaarheid op een locatie van belang is. Deze beoordeling is een andere dan die op grond waarvan, in een concreet geval, voor een evenement al dan niet een vergunning wordt verleend.
1. De Nota Evenementen biedt een handreiking aan gemeenten met criteria voor het houden van evenementen die gericht zijn op het zoveel mogelijk voorkomen of beperken van ernstige en onduldbare overlast, met de binnenruimten van de in de omgeving gelegen geluidsgevoelige objecten als uitgangspunt. De geluidsnormen van die nota zijn gericht op het waarborgen van de spraakverstaanbaarheid in de woning en het vermijden van slaapverstoring ’s nachts. De Nota Evenementen bevat een tabel waarin de maximale gevelbelastingen zijn opgenomen om het gewenste binnenniveau in geluidsgevoelige objecten te kunnen garanderen. Rekening houdend met een gemiddelde gevelisolatie van 20 tot 25 dB(A) en een binnenniveau in woningen van maximaal 50 dB(A) overdag en ’s avonds, kan volgens die tabel de maximale gevelbelasting 70 tot 75 dB(A) bedragen.
De gevelbelasting van maximaal 70 dB(A) die de planregels toestaan voor maximaal twee evenementen per kalenderjaar sluit aan op die maximale gevelbelasting van de Nota Evenementen. De raad heeft opgemerkt dat hij daarnaast nog voor de begrenzing in de lage tonen de norm voor de maximale gevelbelasting van 85 dB(C) in de planregels heeft opgenomen. Het standpunt van de raad dat de planregels op dit punt niet hoeven te worden aangevuld of gecorrigeerd, kan worden gevolgd.
Volgens de Nota Evenementen kan bijzonder goede of slechte kwaliteit van de gevelisolatie of de geluids(on)gevoeligheid van de ruimten achter de bepalende gevels weliswaar aanleiding zijn om de waarden in voornoemde tabel met 5 à 10 dB(A) te verhogen of te verlagen. Er bestaat echter geen aanleiding voor het oordeel dat dit in dit geval had moeten gebeuren. Volgens het, door appellanten overgelegde, akoestisch onderzoeksrapport van De Roever, hebben de glazen gevels van het appartementengebouw dubbel glas. Dat rapport en de memo van De Roever bieden geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de raad van een lagere gevelisolatie van die gevels had moeten uitgaan dan de gemiddelde gevelisolatie van 20-25 dB(A) waarmee rekening is gehouden.
2. In het rapport van Peutz is vermeld dat in opdracht van de IJzeren Man Eindhoven een onderzoek is verricht met betrekking tot de akoestische aspecten verbonden aan muziekevenementen op het terrein, waarbij de maximale situatie in beeld is gebracht. Peutz is uitgegaan van wat het beleid op deze locatie maximaal toelaat, namelijk vijf evenementen. Dat komt overeen met het maximaal toegestane aantal evenementen van het plan. Verder is Peutz uitgegaan van de maximale gevelbelasting bij woningen in de omgeving van 70 dB(A) en 85 dB(C). Dit komt overeen met de maximale gevelbelastingen die in de planregels zijn opgenomen voor de twee toegestane meest geluidsbelastende evenementen. Het betoog dat niet is uitgegaan van de actuele en maximale situatie van het plan, wordt daarom niet gevolgd.
3. Uit het rapport van Peutz volgt dat voor het onderzoek aansluiting is gezocht bij evenementen die nu reeds plaatsvinden. In het rapport is vermeld dat de muziekevenementen doorgaans meerdere podia hebben, die verspreid op het buitenterrein worden opgesteld. Peutz heeft drie varianten betrokken die representatief zijn voor de evenementen die bij De IJzeren Man kunnen plaatsvinden en heeft de te verwachten geluidsbelasting in de omgeving berekend, onder meer bij het appartementengebouw van appellanten. Peutz heeft op basis van de bevindingen geconcludeerd dat, uitgaande van muziek- of dancefestivals, bij toepassing van de stand der techniek geluidsinstallaties zonder aanvullende maatregelen aan de maximale gevelbelasting van 70 dB(A) en 85 dB(C) kan worden voldaan. Bij houseparties moeten volgens Peutz aanvullende maatregelen worden getroffen, zoals met afschermende containers aan de achterzijde van het podium.
De Roever heeft in opdracht van omwonenden onderzocht welke geluidsniveaus naar verwachting zullen optreden bij het evenement Brabants Verbond van 30 maart 2019 bij de IJzeren Man. In het onderzoeksrapport van De Roever, aangevuld met een memo, is geconcludeerd dat het evenemententerrein, gelet op de ligging van woningen op korte afstand, niet geschikt is voor de bij dit evenement gekozen opzet, gelet op een ter plaatse van de woningen te verwachten overschrijding van 10 tot 14 dB van de grenswaarde uit de evenementenvergunning, waarbij het basgeluid van podium 3 met Ultra Bas maatgevend is.
Deze conclusie van De Roever geeft geen aanleiding tot twijfel aan het standpunt van de raad, op basis van het onderzoek van Peutz, dat bij evenementen in het plangebied aan de maximale gevelbelasting van maximaal 70 dB(A) en 85 dB(C) kan worden voldaan. Het onderzoek van De Roever gaat uit van de opzet van dat evenement, een fictieve bronsterkte van 130 dB(A) per podium en de veronderstelling van zware bassen op podium 3. Dit betekent niet dat in het algemeen bij evenementen in het plangebied, bijvoorbeeld met een andere opzet en lagere bronsterkte, niet kan worden voldaan aan de maximale gevelbelasting van maximaal 70 dB(A) en 85 dB(C).
Peutz heeft op basis van ervaring gesteld dat de geluidsemissie ten gevolge van aanvoer, opbouw, afbraak en afvoer van podia, tenten e.d. ten opzichte van het evenement zelf als akoestisch verwaarloosbaar aangemerkt kan worden en daarom niet in de berekeningen is betrokken. Nu dit standpunt niet gemotiveerd is weerlegd en diverse beperkingen voor het op- en afbouwen van evenementen in de planregels zijn opgenomen, kan de raad worden gevolgd in het standpunt dat hij niet gehouden is aanvullende beperkingen in de planregels op te nemen voor de op- en afbouwfase.
Uit het voorgaande blijkt dat per kalenderjaar slechts twee dagen per jaar evenementen zijn toegestaan met een maximale gevelbelasting van 70 dB(A) en 85 dB(C). Voor de overige evenementen geldt een aanzienlijk lagere maximale geluidsbelasting op de gevels van de dichtstbij gelegen woningen of andere geluidgevoelige objecten van maximaal 45 dB(A) en 59 dB(C). De evenementen mogen plaatsvinden op zondag tot en met donderdag tussen 7.00 uur en 23.00 uur en op vrijdag, zaterdag en op dagen voorafgaand aan een feestdag tussen 7.00 uur en 24.00 uur. Gelet op die beperkingen en het maximaal aantal evenementen per kalenderjaar, het maximaal aantal bezoekers per evenement, het maximaal aantal evenementendagen, de vastgestelde tijden en maximale duur voor de op- en afbouw die in de planregels zijn opgenomen, wordt de raad gevolgd in het standpunt dat in de planregels voor de omwonenden een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij evenementen is geborgd.
Rechtelijke Instantie : Raad van State
Datum Uitspraak : 09-11-2022
Eclinummer : ECLI:NL:RVS:2022:3235
Jos Legierse