Casus

APO Zevenaar B.V. is sinds 1999 eigenaar van een pand aan het Remigiusplein 6 in Duiven. In dit pand was tot 1 januari 2020 de horecaonderneming van [appellant] gevestigd. Bij brief van 9 maart 2015 hebben zij een verzoek om toekenning van planschade bij het college ingediend. Door de inwerkingtreding van het bestemmingsplan ‘Centrum fase-1’ stellen zij schade te lijden omdat dit plan op korte afstand van het pand en het daarbij behorende terras meer bebouwing mogelijk maakt, waardoor de horecaonderneming minder zichtbaar is vanaf het plein en de bezonning op het terras afneemt. Het plan heeft daardoor volgens APO Zevenaar B.V. en [appellant] een negatief effect op de omzet van de horecaonderneming.

APO Zevenaar B.V. en [appellant] bestrijden het standpunt van het college dat belastingschade in het kader van de toekenning van planschade niet voor vergoeding in aanmerking komt. Zij stellen dat in het kader van nadeelcompensatie belastingschade wel kan worden vergoed. Er is naar hun mening geen rechtvaardiging om dergelijke schade in het kader van planschade niet te vergoeden.

Rechtsvraag

Komt belastingschade voor vergoeding in aanmerking?

Uitspraak

De Afdeling is van oordeel dat deze vraag bij een verzoek om planschade, net als bij een verzoek om nadeelcompensatie, bevestigend beantwoord moet worden als dergelijke schade rechtstreeks een gevolg is van het desbetreffende schadeveroorzakende besluit (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 3 februari 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BL1791). Bij de vaststelling van de op grond van artikel 6.1 van de Wro voor tegemoetkoming in aanmerking komende schade in de vorm van inkomensderving dient ook met fiscale voor- en nadelen rekening te worden gehouden. Daarbij dienen deze voor- en nadelen in onderling verband te worden bezien en in rekening te worden gebracht. Hieruit volgt dat ‘belastingschade’ niet zozeer een afzonderlijke schadesoort is, maar een bij de vaststelling van de volgens artikel 6.1 van de Wro voor tegemoetkoming in aanmerking komende schade in de vorm van inkomensderving in aanmerking te nemen nadeel.

Ter zitting is door de deskundige te kennen gegeven dat niet uitgesloten kan worden dat in dit geval sprake zou kunnen zijn van belastingschade, omdat mogelijk extra inkomstenbelasting wordt geheven als gevolg van het in één keer uitkeren van de tegemoetkoming. Het had daarom op de weg van het college gelegen om deze schadepost, nu de hoogte ervan nog niet kan worden vastgesteld, als een pro memorie post in het bestreden besluit op te nemen. Het betoog slaagt.

Rechtelijke Instantie : Raad van State
Datum Uitspraak : 03-02-2021
Eclinummer : ECLI:NL:RVS:2021:207
Odile Scholte