Gebruik horecaterras lag in de lijn der verwachting, ook al stond het oude planologische regime het niet toe.
Casus
[Appellant sub 2] en [appellant sub 3] zijn de respectievelijke eigenaren van de panden op de adressen [locatie 1] en [locatie 2] te Amsterdam. Deze panden zijn gelegen naast het Conservatoriumhotel, dat op het adres Van Baerlestraat 27 gevestigd is. Op 20 juli 2015 hebben [appellant sub 2] en [appellant sub 3] verzocht om tegemoetkoming in door hen geleden planschade als gevolg van het planologisch mogelijk maken van een terras op het binnenterrein van het Conservatoriumhotel. Dat binnenterrein bevindt zich aan de achterzijde van hun panden. Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Zuid van de gemeente Amsterdam heeft de verzoeken van [appellant sub 2] en [appellant sub 3] in navolging van twee onderscheiden adviezen van Ten Have Advies v.o.f. afgewezen, omdat het planologisch nadeel het normaal maatschappelijk risico van 5% niet overstijgt.
Het college betoogt dat de rechtbank ten onrechte aanleiding heeft gezien de besluiten op bezwaar te vernietigen. Volgens het college is door Ten Have deugdelijk gemotiveerd waarom een normaal maatschappelijk risico van 5% van de waarde van de panden van [appellant sub 2] en [appellant sub 3] op zijn plaats is. De rechtbank is geheel voorbijgegaan aan de verschillende hierbij betrokken omstandigheden en heeft zich beperkt tot de vraag of concreet voorzienbaar was dat een terras op de huidige locatie zou worden aangelegd. Maar ook de voorzienbaarheid van het terras heeft de rechtbank verkeerd beoordeeld. In de planschadeprocedure over de mogelijkheid op deze locatie een hotel te realiseren is vastgesteld dat voorzienbaar was dat in hoogstedelijk gebied horeca zou worden toegestaan. Aangezien een hotel op deze locatie te voorzien was, was ook te verwachten dat hierbij een terras zou worden gerealiseerd. Dat het onder het oude planologische regime niet mogelijk was een terras in gebruik te nemen, betekent niet dat een horecaterras voor de stadsdeelraad – de toenmalige planwetgever – niet aanvaardbaar was, zoals de rechtbank veronderstelt. Dat het terras niet binnen het bestemmingsplan paste, betekent verder niet dat het niet gerealiseerd zou kunnen worden met gebruikmaking van een buitenplanse afwijkingsbevoegdheid. De rechtbank heeft dit niet onderkend, aldus het college.
Rechtsvraag
Lag de aanleg van het terras in de lijn der verwachting?
Uitspraak
Bij de vaststelling van het normaal maatschappelijk risico dienen alle relevante omstandigheden van het geval te worden betrokken. Van belang is onder meer of de planologische ontwikkeling als een normale maatschappelijke ontwikkeling kan worden beschouwd, waarmee de aanvrager rekening had kunnen houden. Het gaat erom dat die ontwikkeling in de lijn der verwachtingen lag, ook al bestond geen concreet zicht op de omvang waarin, de plaats waar en het moment waarop deze ontwikkeling zich zou voordoen. In dit verband komt betekenis toe aan de mate waarin de ontwikkeling naar haar aard en omvang binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving en het in een reeks van jaren gevoerde planologische beleid past. (Zie de onder 14.1 genoemde uitspraak van 28 september 2018.) De rechtbank is aan het hiervoor overwogene voorbijgegaan, door te beoordelen of concreet te voorzien was dat op het binnenterrein van het Conservatoriumhotel een terras zou worden gerealiseerd. Hierbij heeft de rechtbank vooral waarde toegekend aan de planologische haalbaarheid van het realiseren van een terras op deze locatie onder het oude planologische regime. Dat een terras onder het oude planologische regime niet mocht worden gerealiseerd, brengt niet zonder meer mee dat het planologisch mogelijk maken van de ingebruikname van (een deel van) het binnenterrein als horecaterras niet in lijn der verwachtingen lag. Door hier wel van uit te gaan en voorbij te gaan aan andere voor de beoordeling van het normaal maatschappelijk risico van belang zijnde omstandigheden, heeft de rechtbank een onjuiste toets aangelegd. Ten Have heeft, in overeenstemming met de rechtspraak van de Afdeling hierover, terecht bij haar beoordeling van het normaal maatschappelijk risico betrokken dat het bij het hotel behorende horecaterras zich in een grootstedelijk gebied bevindt en dat de structuur van de directe omgeving zich kenmerkt als een centrumgebied met een hoge bebouwingsdichtheid en een diversiteit aan functies. Ten Have heeft vervolgens geconcludeerd dat een terras zoals dat nu bij het hotel is mogelijk gemaakt, past in de omgeving en in het gevoerde ruimtelijk beleid dat is gericht op stimulering van langer toeristisch verblijf. Deze conclusie is begrijpelijk. De rapporten van Ten Have geven er verder blijk van dat rekening is gehouden met alle ter zake relevante omstandigheden. Er bestond voor de rechtbank dan ook geen aanleiding te oordelen dat de door Ten Have uitgebrachte adviezen op dit punt ondeugdelijk waren en dat het college deze daarom niet aan zijn besluitvorming ten grondslag mocht leggen.
Rechtelijke Instantie : Raad van State
Datum Uitspraak : 04-05-2021
Eclinummer : ECLI:NL:RVS:2021:954
Odile Scholte