Omgevingsvergunning biomassacentrale. Houtpellets uitgezonderd van Kaderrichtlijn afvalstoffen.
Casus
Vattenfall wil binnen haar inrichting in Diemen een biomassacentrale bouwen en in gebruik nemen. Op het perceel staan nu twee gascentrales en een hulpwarmtecentrale. Om de biomassacentrale te kunnen bouwen en in gebruik te kunnen nemen heeft Vattenfall een omgevings- en een natuurvergunning aangevraagd. Deze vergunningen zijn op 9 september 2019 en 10 april 2020 door gedeputeerde staten verleend. Deze uitspraak betreft de beroepen tegen de omgevingsvergunning. De beroepen tegen de vergunning op grond van artikel 2.7. tweede lid, van de Wnb heeft de rechtbank bij uitspraak van eveneens 7 juni 2020 (ECLI:NL:RBNHO:2021:4341, OGR 2021-0139) ongegrond verklaard. Het beroep van Vattenfall tegen een voorwaarde in de verleende vergunning is bij een derde uitspraak van 7 juni 2021 (ECLI:NL:RBNHO:2021:4343) gegrond verklaard.
Omwonenden en milieuverenigingen hebben bezwaar tegen de verleende omgevingsvergunning. Zij maken zich zorgen om het effect van de biomassacentrale op het milieu en de leefomgeving. Eisers stellen onder meer dat een milieueffectrapportage had moeten worden opgesteld, omdat de biomassacentrale is aan te merken als een afvalverbrandingsinstallatie als bedoeld in categorie 18.4 van onderdeel C van de bijlage bij het Besluit m.e.r. omdat de houtpellets die worden verbrand een niet-gevaarlijke afvalstof zijn.
Zij stellen ook dat het stoken van hout in de BMC zal leiden tot een toename van CO₂‑uitstoot die in strijd moet worden geacht met het klimaatakkoord van Parijs, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de Klimaatwet.
Rechtsvragen
1. Is sprake van een afval(mee)verbrandingsinstallatie omdat de houtpellets die worden verbrand zijn aan te merken als afvalstof?
2. Is verlening van de vergunning vanwege een toename van de CO₂-uitstoot in strijd met het klimaatakkoord van Parijs, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en/of de Klimaatwet?
Uitspraak
1. De rechtbank overweegt dat in categorie 19 12 07c van de Europese Afvalstoffenlijst het pelletiseren van hout dat geen gevaarlijke stoffen bevat, wordt gekwalificeerd als afval. Op de houtpellets is derhalve de Kaderrichtlijn afvalstoffen in beginsel van toepassing. Artikel 2 van de Kaderrichtlijn afvalstoffen geeft evenwel uitsluitingen van het toepassingsgebied van deze richtlijn.
Naar het oordeel van de rechtbank behoort onbehandeld primair hout en onbehandeld hout tot ‘ander natuurlijk, niet-gevaarlijk bosbouwmateriaal’ als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder f, van de Kaderrichtlijn afvalstoffen. Dergelijk hout is te kwalificeren als schoon hout. Door verweerder en Vattenfall is afdoende aannemelijk gemaakt dat het in de biomassacentrale te verstoken hout, anders dan de houtpellets waarvan in de door eiser en andere aangehaalde uitspraak sprake was, schoon is en dus niet chemisch is behandeld en dat het alleen wordt samengeperst ten behoeve van verdere verwerking ervan. Omdat houtpellets naar het oordeel van de rechtbank om die reden vallen binnen het bepaalde van artikel 2, eerste lid, aanhef en onder f van de Kaderrichtlijn afvalstoffen, is de Kaderrichtlijn afvalstoffen niet van toepassing. Er is dus geen sprake van een afvalstof. Het betoog faalt derhalve.
Gelet op het voorgaande kunnen eiser en anderen ook niet worden gevolgd in hun stelling dat sprake is van een afvalverbrandingsinstallatie c.q. een afvalmeeverbrandingsinstallatie.
2. Naar het oordeel van de rechtbank legt het klimaatakkoord van Parijs verplichtingen op aan de verdragsluitende partijen; derden kunnen daaraan niet direct rechten ontlenen. Het is, zo volgt ook uit het Urgenda-arrest van de Hoge Raad, aan de Staat om te bepalen welke maatregelen zullen worden getroffen om de klimaatdoelstellingen, overeengekomen in het Klimaatakkoord van Parijs, te bereiken. In Nederland is ‘Het kabinet [is] ervan overtuigd dat de inzet van biomassa nu en richting 2030 en 2050 noodzakelijk is voor de verduurzaming van onze economie en het realiseren van de klimaatopgave’. Verweerder heeft verder, onder verwijzing naar de inhoud van de memo ‘Vertaling strategische Visie Biomassa 2030 naar klimaattafels’, de beantwoording van vragen over de houtoven in Diemen van 21 mei 2019 en de beantwoording van vragen over de (bij)stook van biomassa in centrales van 4 juni 2019, afdoende gemotiveerd dat biomassa op basis van internationale afspraken wordt gezien als een vorm van hernieuwbare energie omdat de bron van energie (biomassa) weer kan aangroeien en dat de door de stook vrijkomende CO₂ in dit kader wordt gezien als CO₂-neutraal.
Naar het oordeel van de rechtbank vormen de politiek-bestuurlijke keuze voor biomassa, de vraag of biomassa inderdaad een geschikte transitiebrandstof is en de vraag of met de inzet van biomassa de klimaatdoelstellingen kunnen worden gehaald geen aspecten die door verweerder bij het verlenen van de omgevingsvergunning kunnen worden betrokken en door de rechtbank kunnen worden getoetst.
Omdat de vanwege de ingebruikname van de biomassacentrale vrijkomende CO₂-uitstoot in het kader van het Klimaatakkoord van Parijs wordt gezien als CO₂-neutraal, slaagt het betoog van eisers niet. Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen, laat de rechtbank de stellingen van [eiser 3] en [eiser 4] ter zake van de berekening van de CO₂-uitstoot, de definitie van biomassa onder verwijzing naar RED I en RED II en het in dat verband al dan niet alleen gebruiken van houtresiduen als energiebron, de koolstofschuld en in dat verband de teruggroeitijd van bos alsmede het gestelde over CO₂-afvang en opslag, verder buiten bespreking. Dit geldt ook voor het betoog van [eiser 2] waarin zij, onder verwijzing naar verschillende onderzoeken, artikelen, een open brief van deskundigen aan de provincie Noord-Holland en een brief van tien GGD’s aan de Minister van Economische zaken en Klimaat, aangeeft zich niet te kunnen vinden in de keuze voor biomassa als energiebron.
Rechtelijke Instantie : Rechtbank Noord-Holland
Datum Uitspraak : 07-06-2021
Eclinummer : ECLI:NL:RBNHO:2021:4342
Peter-Arjen Boers