Overbrenging van afvalstoffen die niet met de kennisgeving overeenstemmen.

Casus

Een bedrijf in Sterksel verzamelt, sorteert, bewerkt en verwerkt hoofdzakelijk minerale gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen en brengt (een deel van) deze afvalstoffen, al dan niet na bewerking, naar het buitenland over.

De staatssecretaris heeft aan het bedrijf lasten onder dwangsom opgelegd, omdat uit onderzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) bleek dat een aantal afvaltransporten afkomstig van het bedrijf heeft plaatsgevonden in strijd met artikel 10.60, tweede lid, van de Wet milieubeheer. Volgens de staatssecretaris kwamen de overgebrachte afvalstoffen onder kennisgeving NL624868 niet overeen met die kennisgeving. Op de kennisgeving is Bazelcode A1050 ‘galvanisch slib’ en Euralcode 19 02 05* ‘slib van fysisch chemische behandeling dat gevaarlijke stoffen bevat’ ingevuld. De overgebrachte afvalstoffen zijn volgens de staatssecretaris echter niet afkomstig uit de bij die codes behorende industrieën, zijn niet te kwalificeren als slib en hebben geen fysisch-chemische behandeling gehad.

Rechtsvraag

Komen de afvalstoffen overeen met de omschrijving daarvan op het kennisgevingsformulier?

Uitspraak

Op kennisgeving NL624868 staat in vak 14 ‘Identificatie van de afvalstoffen’ de Bazelcode A1050 voor galvanisch slib en de Euralcode 19 02 05* voor slib van fysisch chemische behandeling dat gevaarlijke stoffen bevat. In bijlage V, deel 2, van de Europese Verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen (EVOA) zijn afvalstoffen vermeld die zijn opgenomen in de bijlage bij Beschikking 2000/532/EG van de Commissie van 3 mei 2000 (PB 2000, L 226/3). Gelet op punt 3.1 van de bijlage bij die Beschikking moet de herkomst van de afvalstof worden opgezocht in de hoofdstukken 01 tot en met 12 of 17 tot en met 20 en kan vervolgens de bijbehorende code van zes cijfers voor de afvalstof worden bepaald. Euralcode 19 02 05* is opgenomen in bijlage V, deel 2, van de EVOA en valt onder hoofdstuk 19. Dat hoofdstuk gaat over afval met de herkomst ‘Afval van installaties voor afvalbeheer, off site waterzuiveringsinstallaties en de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water en water voor industrieel gebruik’.

Gelet op de systematiek van bijlage V, deel 2, dat in hoofdstukken is opgedeeld met per hoofdstuk Euralcodes en gelet op de tekst van Euralcode 19 02 05* en de in hoofdstuk 19 vermelde herkomst van afvalstoffen, is de Afdeling van oordeel dat onder die Euralcode alleen slibben vallen die de in hoofdstuk 19 genoemde herkomst hebben, en dat daaronder niet ook slibben vallen die appellante zelf met van elders afkomstige afvalstoffen aan de hand van eigen receptuur heeft gemaakt. In zoverre heeft de staatssecretaris zich terecht op het standpunt gesteld dat de overgebrachte afvalstoffen niet overeenkomen met wat op de kennisgeving staat.

Appellante stelt daarnaast tevergeefs dat de ingevulde Bazelcode en Euralcode niet bepalend zijn, omdat uit bijlage 4 van de kennisgeving blijkt dat niet slechts slib onder de kennisgeving zou worden overgebracht. Bepalend is wat op de kennisgeving staat over de overgebrachte afvalstoffen. Aan bijlagen bij een kennisgeving komt, gelet op artikel 4 van de EVOA en bijlage II van de EVOA, wel betekenis toe, maar daaruit volgt niet dat andere stoffen mogen worden overgebracht dan de stoffen die op de kennisgeving staan.

Rechtelijke Instantie : Raad van State
Datum Uitspraak : 14-07-2021
Eclinummer : ECLI:NL:RVS:2021:1509
Peter-Arjen Boers