Toepassing van het beleid van het toenmalige ministerie van VROM bij ondergrondse hoogspanningsverbindingen. Onderzoek naar cumulatie van magneetvelden is niet nodig omdat de afstanden tussen bestaande en geplande verbindingen te groot is.

Casus

De raad van Borsele heeft twee bestemmingsplannen vastgesteld die de aanleg van een ondergrondse hoogspanningsverbinding mogelijk maken. Appellanten vrezen onder andere negatieve gevolgen voor hun gezondheid als gevolg van deze nieuwe hoogspanningsverbinding. Naar hun oordeel had vanwege de gevolgen van een hoogspanningsverbinding voor de gezondheid gekozen moeten worden voor een tracé dat op grotere afstand van hun percelen ligt. Een van de appellanten stelt in dit verband dat ook de gezondheid van zijn paarden door de hoogspanningsverbinding kan worden aangetast en dat de mogelijke gevolgen van cumulatie van magnetische velden onvoldoende in kaart zijn gebracht.

De raad wijst erop dat aansluiting is gezocht bij een advies van het toenmalige ministerie van VROM over bovengrondse hoogspanningslijnen en stelt dat in alle aan de orde zijnde gevallen wordt voldaan aan de wijze waarop met de beleidskeuze voor een magneetveldzone van 0,4 microtesla (µT) voor nieuwe situaties invulling is gegeven aan het voorzorgbeginsel.

Rechtsvragen

1. Heeft de raad bij de vaststelling van een plan over ondergrondse hoogspanningsverbindingen kunnen aansluiten bij een advies van het toenmalige ministerie van VROM over bovengrondse hoogspanningsverbindingen, zodat voldoende rekening is gehouden met de mogelijke gezondheidseffecten op mens en dier?
2. Heeft de raad de mogelijke gevolgen van cumulatie van magnetische velden voldoende in kaart gebracht?

Uitspraak

1. Bij de vaststelling van het plan heeft de raad aansluiting gezocht bij het advies uit 2005 van het toenmalige ministerie van VROM om zo veel als redelijkerwijs mogelijk is te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 µT. Weliswaar is dit advies alleen van toepassing op bovengrondse hoogspanningsverbindingen, maar op verzoek van de bevoegde gezagen, waaronder het gemeentebestuur van Borsele, heeft TenneT de 0,4 µT-zone van deze kabelverbinding in beeld gebracht in een rapport van 26 oktober 2017. De Afdeling heeft over bovengrondse hoogspanningsverbindingen in eerdere uitspraken overwogen dat, gegeven de bestaande onzekerheden over de mogelijke gezondheidsrisico’s, met de beleidskeuze voor een magneetveldzone van 0,4 µT voor nieuwe situaties niet op onjuiste wijze invulling is gegeven aan het voorzorgsbeginsel (uitspraak van 29 december 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BO9217, r.o. 2.19). De Afdeling ziet geen aanleiding om daarover in dit geval anders te oordelen nu het over deze ondergrondse verbinding gaat. De stelling van appellant 1 dat wetenschappelijke inzichten kunnen veranderen en dat daarom geen zekerheid bestaat over de gevolgen van de gezondheid van een magnetisch veld voor mens en dier, is in dit voorzorgbeleid verdisconteerd.

In het deskundigenverslag is vastgesteld dat de grens van de magneetveldzone van 0,4 µT op een afstand ligt van minimaal 140 m van de woning en tuin van appellant 3, van minimaal 200 m van de woning en tuin van appellante 2 en van minimaal 30 m van de woning en tuin van appellant 1. De andere woning op de percelen van appellante 2 staat op een afstand van ongeveer 63 m van de magneetveldzone. De raad heeft zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat in alle hier aan de orde zijnde gevallen wordt voldaan aan de wijze waarop met de beleidskeuze voor een magneetveldzone van 0,4 µT voor nieuwe situaties invulling is gegeven aan het voorzorgbeginsel. De raad heeft wat betreft de gevolgen van de nieuwe hoogspanningsverbinding voor de gezondheid van appellanten in redelijkheid dan ook geen reden hoeven zien om een ander tracé vast te stellen.

Over de gevolgen van het plan voor de paarden op de gronden van appellant 1 is in het deskundigenverslag beschreven dat er geen onderzoeken bekend zijn waaruit volgt dat de blootstelling van paarden aan magnetische velden leidt tot gevolgen voor de gezondheid van deze dieren. Bovendien is beschreven dat de verbinding in de gronden van appellant 1 aangelegd zal worden door middel van een boring en dat op een minimale afstand van 1 m boven maaiveld de sterkte van het jaargemiddeld magnetische veld overal lager is dan 0,4 µT. Gelet hierop bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat de raad de gevolgen van het plan voor het gebruik van de paardenwei van appellant 1 onvoldoende onder ogen heeft gezien.

Over de cumulatie van magneetvelden is in het deskundigenverslag beschreven dat de afstand tussen de bestaande bovengrondse 150 kV-verbinding en de voorziene ondergrondse verbinding te groot is om de cumulatie van het magnetische veld te kunnen berekenen. De magneetvelden van beide hoogspanningsverbindingen kunnen dus slechts afzonderlijk berekend worden. Daarom is het ontbreken van een berekening van de cumulatie van magneetvelden in dit geval naar het oordeel van de Afdeling geen reden om te oordelen dat het besluit in strijd met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Wat betreft de bestaande 380 kV-verbinding is van belang dat deze na de ingebruikname van de nieuwe 380 kV-verbinding buiten gebruik zal worden gesteld. Dat is voorzien voor 2023. Vervolgens moet zij binnen vijf jaar zijn verwijderd.

Rechtelijke Instantie : Raad van State
Datum Uitspraak : 18-08-2021
Eclinummer : ECLI:NL:RVS:2021:1845
Gijsbert Keus