Onderzoek naar verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen door bollenteelt dient niet alleen betrekking te hebben op verspreiding door drift, maar ook door verdamping en huisstof.

Casus

Eiser heeft een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning om een perenboomgaard te legaliseren, waarvan hij de beheerder is. De aanvraag ziet op de activiteit ‘gebruiken in strijd met het bestemmingsplan’. De fruitboomgaard ligt, in strijd met het bestemmingsplan, binnen een afstand van 50 m tot gronden met de bestemming ‘wonen’. De kortste afstand van de buitenste bomenrij tot het perceel met de bestemming ‘wonen’ bedraagt circa 8 m. Verweerder was aanvankelijk voornemens de vergunning te verlenen, maar heeft de vergunning alsnog geweigerd omdat de PRI 2015, waarnaar in een rapport bij de aanvraag werd verwezen, geen deugdelijke grondslag is voor een locatiespecifiek onderzoek. Naar aanleiding daarvan heeft eiser een rapport van SPA WNP overgelegd. In dit rapport heeft verweerder geen aanleiding gezien om de vergunning alsnog te verlenen.

Rechtsvraag

Had verweerder in het rapport van SPA WNP aanleiding moeten zien om de vergunning alsnog te verlenen?

Uitspraak

Het college heeft, onder verwijzing naar de weigering van afgifte van de verklaring van geen bedenkingen, aan de weigering de omgevingsvergunning te verlenen ten grondslag gelegd dat op basis van het onderzoeksrapport van SPA WNP onvoldoende verzekerd is dat bij een afstand korter dan 50 m het woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen gegarandeerd is. Het college heeft daarbij gewezen op het rapport van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM) 2019-0052.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat met het onderzoek van SPA WNP van 16 juli 2019 de gevolgen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ter plaatse van de woningen onvoldoende inzichtelijk is gemaakt. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.

Vaststaat dat het onderzoek van SPA WNP uitsluitend ziet op drift: het verwaaien van spuitnevel. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat uit het rapport van het RIVM 2019-0052 volgt dat verspreiding bij bollenteelt niet alleen plaatsvindt via drift, maar ook via verdamping en huisstof en dat het onderzoek van SPA WNP dus ten onrechte beperkt is tot drift. Dat, zoals eiser heeft aangevoerd, in fruitboomgaarden anders dan in de bollenteelt verspreiding uitsluitend via drift zou plaatsvinden, heeft eiser naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Dat, zoals eiser heeft gesteld, de grond onder de fruitboomgaard niet wordt bewerkt, betekent immers niet dat er in het geheel geen verspreiding door huisstof plaatsvindt. Daarbij merkt de rechtbank op dat aan locatiespecifiek onderzoek hoge eisen moeten worden gesteld, omdat gewasbeschermingsmiddelen ernstige negatieve gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van mensen.

Rechtelijke Instantie : Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum Uitspraak : 05-11-2021
Eclinummer : ECLI:NL:RBZWB:2021:5480
Jelle van de Poel