Gelijkwaardigheidsbepaling Bouwbesluit 2012, nota van toelichting.

Casus

De VVE heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om een bestaande draaideur die toegang geeft tot de hal van het appartementencomplex te vervangen door een vouwdeur. Het college heeft de gevraagde omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo verleend.

Appellant woont in het appartementencomplex en is lid van de VVE. Hij kan zich niet verenigen met de vergunningverlening. Hij heeft technische en esthetische bezwaren tegen de vouwdeur.

De hoogte van de deur voldoet niet aan artikel 4.29 van het Bouwbesluit 2012. Appellant betoogt dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat het bouwplan voldoet aan het Bouwbesluit 2012, omdat het voorziet in een gelijkwaardige oplossing. Hij voert aan dat er met het plaatsen van de vouwdeur niet langer een vrije doorgang van 2,30 m bestaat, terwijl een doorgang met die hoogte wel moet worden gerealiseerd.

Rechtsvraag

Heeft het college de vouwdeur kunnen aanmerken als een gelijkwaardige oplossing?

Uitspraak

In de nota van toelichting bij het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416, p. 133 en 134) staat dat de uitwerking van de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 zoveel mogelijk is gegoten in de vorm van functionele eisen en daarmee samenhangende prestatie-eisen. Wanneer aan een prestatie-eis is voldaan, is daarmee aan de daarbij behorende functionele eis voldaan. Artikel 1.3, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 geeft eigenaren en gebruikers van bouwwerken de mogelijkheid om op een andere wijze te voldoen aan een functionele eis. Van belang is dat het doel van de in het voorschrift neergelegde eis op een andere manier wordt bereikt. Dat doel blijkt uit het onderwerp van het hoofdstuk en de afdeling waarin het voorschrift is opgenomen, uit het in een afdeling opgenomen aansturingsartikel, uit het kopje boven en de inhoud van het voorschrift en uit de op het artikel betrekking hebbende toelichting.
In artikel 4.21 van het Bouwbesluit 2012 staat dat een te bouwen bouwwerk voldoende bereikbare en toegankelijke ruimten heeft. Dit is de functionele eis. In de volgende artikelen zijn de prestatie-eisen opgenomen. De minimale vrije hoogte van de doorgang naar een in artikel 4.22, eerste lid, genoemde ruimte is zo’n prestatie-eis. In dit geval is die hoogte, gelet op artikel 4.22, eerste lid, aanhef en onder g, gelezen in samenhang met artikel 4.29 van het Bouwbesluit 2012, 2,30 m. Zoals gezegd is die hoogte in dit geval niet rechtstreeks ontleend aan artikel 4.22, maar het rechtens verkregen niveau als bepaald op grond van artikel 4.29.
Als de eigenschappen van de nieuwe vouwdeur en de bestaande draaideur met elkaar worden vergeleken, is het niet onbegrijpelijk dat de VVE de draaideur wenst te vervangen door de vouwdeur. Maar bij de vraag of sprake is van een gelijkwaardige oplossing om ruimten bereikbaar en toegankelijk te maken in de zin van artikel 4.21 van het Bouwbesluit 2012 (de functionele eis), gaat het, voor zover in dit geschil relevant, om de doorgang naar die ruimten en niet om de eigenschappen van de deur die in die doorgang is geplaatst.
Sinds het Bouwbesluit 2003 moet een doorgang naar een in het Bouwbesluit genoemde ruimte in een woongebouw een vrije hoogte hebben van 2,30 m in plaats van 2,10 m, zoals tot dat moment werd geëist. De reden van deze verhoging naar 2,30 m is, zo staat in de nota van toelichting bij het Bouwbesluit 2003 (Stb. 2001, 410, p. 273), de toenemende lengte van de bevolking en het zekerstellen van de gebruikswaarde van woningen voor de toekomst. Gelet hierop valt het niet vol te houden dat de door de VVE bedoelde vouwdeur, die ervoor zorgt dat de vrije hoogte van de doorgang 2,18 m is, een gelijkwaardige oplossing is. Dat andere ruimten in het gebouw alleen zijn te bereiken via een doorgang die lager is dan 2,30 m, doet daaraan niet af. Het Bouwbesluit 2012 zelf sluit immers niet uit dat bepaalde doorgangen lager zijn dan 2,30 m. Dus die gedachte heeft de regelgever er niet van afgehouden om vanwege de toenemende lengte van mensen een algemene doorgang van 2,30 m te eisen.

Rechtelijke Instantie : Raad van State
Datum Uitspraak : 23-03-2022
Eclinummer : ECLI:NL:RVS:2022:868
Jelle van de Poel