Realisatie van nieuwe agrarische bedrijfsbebouwing nabij overbelaste stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden is niet met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitgesloten, omdat op voorhand niet kan worden uitgesloten dat door salderen of op grond van de ADC-toets een Wnb-vergunning kan worden verleend. Vergunningsvrij bouwen mag niet bij de planologische vergelijking worden betrokken.

Casus

Het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht heeft een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. Appellant is van mening dat hij planschade leidt omdat het nieuwe bestemmingsplan op een nabijgelegen voormalig agrarisch perceel met een bedrijfswoning de realisering van vijf burgerwoningen mogelijk maakt. Appellant heeft hoger beroep ingesteld en maakt bezwaar tegen de uitgevoerde planvergelijking.

Rechtsvragen

1. Is realisatie van nieuwe agrarische bedrijfsbebouwing nabij overbelaste stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uit te sluiten?

2. Moeten vergunningsvrije bouwwerken in de planvergelijking worden betrokken?

Uitspraak

Appellant betoogt, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1603, over het Programma Aanpak Stikstof (PAS), dat nieuwe agrarische bedrijfsbebouwing die het oude planologische regime op het naastgelegen perceel mogelijk maakte met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet kon worden gerealiseerd. Volgens [appellant] kon de voor bedrijfsuitbreiding benodigde vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) niet worden verleend, omdat rondom het plangebied verschillende Natura 2000-gebieden liggen. Hij voert aan dat de SAOZ hiermee bij de planvergelijking ten onrechte geen rekening heeft gehouden. De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat bij bedrijfsuitbreiding eventueel gebruikgemaakt kon worden van zogenoemd salderen of de zogenoemde ADC-toets. Volgens [appellant] zijn de omliggende Natura 2000-gebieden al overbelast met stikstof zodat compenserende maatregelen niet mogelijk zijn. (…) De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de realisering van de maximale planologische mogelijkheden van het oude planologische regime op het naastgelegen perceel op de peildatum 17 augustus 2018 niet met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid was uitgesloten. Toen was namelijk niet zeker dat een planologisch toegestane uitbreiding van de agrarische bedrijvigheid op het naastgelegen perceel niet kon worden gerealiseerd. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, kan op voorhand niet worden uitgesloten dat door gebruik van het zogenoemde salderen of op grond van de zogenoemde ADC-toets een Wnb-vergunning kon worden verleend. Niet is gebleken dat voor een dergelijke uitbreiding geen Wnb-vergunning zou worden verleend. 2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (zie onder meer de uitspraak van 23 mei 2018 onder 5.1, ECLI:NL:RVS:2018:1682) zijn in artikel 6.1 van de Wro de oorzaken van planschade limitatief opgesomd. In die bepaling is artikel 2 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) niet genoemd. De mogelijkheid om vergunningsvrij te bouwen, als bedoeld in artikel 2 van bijlage II van het Bor, is een gevolg van de destijds gemaakte keuze van de wetgever en kan niet aan het nieuwe bestemmingsplan worden toegerekend. Dit betekent dat de mogelijkheid om vergunningsvrij te bouwen niet bij de planologische vergelijking dient te worden betrokken.

Rechtelijke Instantie : Raad van State
Datum Uitspraak : 15-03-2023
Eclinummer : ECLI:NL:RVS:2023:1017
Sybren Koopmans